Koel Peugeot 307 SW 2002 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2002, Model line: 307 SW, Model: Peugeot 307 SW 2002Pages: 137, PDF Size: 1.5 MB
Page 15 of 137

Door de lange intervallen tussen de onderhoudscontroles is het noodzakelijk het motoroliepeil regelmatig te contro- leren: het is normaal dat er tussen twee verversingen motorolie bijgevuld moet worden.   Daarom nodigt PEUGEOT u uit voor een tussentijdse controle tussen twee onderhoudscontroles. De afstand tot deze controle wordt niet door de onderhoudsintervalindicator aangegeven. De tussentijdse controle dienttussen twee onderhoudscontroles  te worden uitgevoerd.
Een PEUGEOT-monteur voert een korte controle uit. Bovendien worden vloeistoffen indien nodig bijgevuld (olie, koelvloei- stof, ruitensproeiervloeistof tot 2 liter). Een te laag oliepeil kan ernstige schade aan de motor veroorzaken: controleer daarom het motoroliepeil ten min-ste elke 5.000 km. Deze lange onderhoudsintervallen zijn mogelijk geworden door de doorontwikkeling van onze auto's en van de smeermid- delen: 
DAAROM IS HET VERPLICHT UITSLUITEND OLIèN TE GEBRUIKEN DIE VOLDOEN AAN DE NORMEN VAN DE CONSTUCTEUR (zie bladzijden "Smeermiddelen").
DE PEUGEOT-ONDERHOUDSCONTROLES 19 
Page 21 of 137

DE PEUGEOT-ONDERHOUDSCONTROLES25
DE PEUGEOT ONDERHOUDSCONTROLES TYPE A EN C EN DE TUSSENTIJDSE CONTROLES
Type
Werkzaamheden Omschrijving van de werkzaamhedenGarantiecontroleACTussentijdse controle
VERVERSEN- Motorolie verversen.  - Brandstoffilter aftappen (alleen diesel).   - Oliefilter.  - Brandstoffilter* (alleen benzine). VERVANGEN- Brandstoffilterelement (alleen diesel). - Luchtfilterelement. - Bougies (alleen benzine). - Motorolie (controleren + bijvullen).  - Olie handgeschakelde versnellingsbak (controleren + bijvullen).  - Niveau elektrolyt in accu (controleren + bijvullen) indien niet onderhoudsvrij.  NIVEAU- Ruitensproeiervloeistof (controleren + bijvullen).    - Koelvloeistof (controleren + bijvullen).    - Remvloeistof (controleren + bijvullen).   - Stuurbekrachtigingsvloeistof (controleren + bijvullen, volgens uitvoering).   - Werking verlichting en signalering.   - Staat van ruiten, koplampreflectoren, lampglazen en spiegels.  - Claxon.  - Ruitensproeiers.  - Staat van ruitenwisserbladen.  - Staat en spanning van aandrijfriemen.  - Werking van handrem.  - Afdichting en staat van hydraulische circuits (slangen en carters).  CONTROLE- Staat van rubber stofhoezen.   - Remblokken.    - Staat en speling van wiellagers, spoorstangen, kogels, silent blocs. - Afdichting van schokdempers. - Slijtage van remvoeringen achter. - Staat en spanning van banden (incl. reservewiel).   - Emissieregeling, volgens wettelijke voorschriften (alleen benzine).   - Rookgastest (alleen diesel).  - Pollenfilter (volgens uitvoering).      - Visuele controle van de gehele auto door een Peugeot-monteur.  
SERVICE- Huurauto (indien overeengekomen). 
PROEFRIT  
 : Alle  rijomstandigheden : Bijzondere rijomstandigheden * Volgens land van bestemming. 
Page 23 of 137

Stuurbekrachtiging DA-VLOEISTOF Ond.nr. 9730.A1 
Remvloeistof PEUGEOT DOT4 
Koelvloeistof PROCOR TM108/GLYSANTIN G33 of REVKOGEL 2000 VERPLICHTVorstbescherming -35¡C
VOORGESCHREVEN EN GOEDGEKEURDESMEERMIDDELEN De olie in de tabel voldoet voor de meeste gebruiksomstandigheden. Het schema geeft een overzicht van de meest geschikte viscositeit bij een
bepaalde temperatuur. Het is ook mogelijk om synthetische "superkwaliteit" motorolie te gebrui-ken. Indien het gebruik van semi-synthe- tische of synthetische oli‘n nietmogelijk is, mogen oli‘n van de kwa-
liteit API SH/SJ (voor benzinemoto-ren) of CD/CF (voor dieselmotoren)gebruikt worden, waarbij dan wel hetonderhoudsschema voor "Bijzonderegebruiksomstandigheden" met korte-re intervallen dient te worden aange-houden.  
Aarzel niet om een PEUGEOT-servi- cepunt advies te vragen om het rij-comfort van uw auto te behouden ende onderhoudskosten zo laag moge-lijk te  houden. Neem contact op met de lokale ver- 
tegenwoordiger van Automobiles
PEUGEOT in landen buiten Europa.
DE PEUGEOT-ONDERHOUDSCONTROLES 27
VERPLICHT VERPLICHT
Handgeschakelde ESSO GEAR OIL BV TOTAL TRANSMISSION BV 
versnellingsbak 75W80 Ond.nr. 9736.41 75W80 
Automatische ATF 4HP20-AL4 
transmissie AL4 Ond.nr.  9736.22
Andere goedgekeurde producten   
Page 24 of 137

1 -Toerenteller.
2 - Verklikkerlampje veiligheidsgordels.
3 - Verklikkerlampje zelfdiagnose 
motor.
4 - Verklikkerlampje handrem en te laag remvloeistofniveau.
5 - Richtingaanwijzer links.
6 - Koelvloeistoftemperatuurmeter. 7 -
Verklikkerlampje laden van de accu.
8 - Verklikkerlampje verplicht
stoppen (STOP).
9 - Verklikkerlampje motoroliedruk.
10 - Verklikkerlampje brandstofreserve.
11  - Richtingaanwijzer rechts.
12 - Brandstofmeter. 13 -
Verklikkerlampje antiblokkeersysteem (ABS).
14 - Verklikkerlampje airbags.
15 - Verklikkerlampje uitschakelingairbag passagierszijde.
16 - Snelheidsmeter.
17 - Onderhoudsintervalindicator,Meter motorolieniveau en
kilometerteller.
18 - Nulstelling dagteller.
19 - Verklikkerlampje mistachterlicht.
20 - Verklikkerlampje Elektronisch
Stabiliteits Programma en AntiSpin Regeling (ESP/ASR).
21 - Verklikkerlampje mistlampen
v——r.
22 - Verklikkerlampje voorgloeien
dieselmotor.
23 - Verklikkerlampje grootlicht.
24 - Verklikkerlampje te laagkoelvloeistofniveau.
25 - Verklikkerlampje dimlicht.
26 - Verklikkerlampje water in
brandstoffilter (diesel).
27 - Dimmer dashboardverlichting.
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
28
INSTRUMENTENPANEEL BENZINE/DIESEL MET HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK  
Page 25 of 137

CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN29
1 -
Toerenteller.
2 - Verklikkerlampje veiligheidsgordels.
3 - Verklikkerlampje zelfdiagnose
motor.
4 - Verklikkerlampje handrem en telaag remvloeistofniveau.
5 - Richtingaanwijzer links.
6 - Koelvloeistoftemperatuurmeter. 7 -
Verklikkerlampje laden van de accu.
8 - Verklikkerlampje verplicht
stoppen (STOP).
9 - Verklikkerlampje motoroliedruk.
10 - Verklikkerlampjebrandstofreserve.
11  - Richtingaanwijzer rechts.
12 - Brandstofmeter. 13 -
Verklikkerlampje antiblokkeersysteem (ABS).
14 - Verklikkerlampje airbags.
15 - Verklikkerlampje uitschakelingairbag passagierszijde.
16 - Snelheidsmeter.
17 - Onderhoudsintervalindicator,meter motorolieniveau en
kilometerteller.
18 - Nulstelling dagteller.
19 - Verklikkerlampje mistachterlicht.
20 - Verklikkerlampje Elektronisch
Stabiliteits Programma en AntiSpin Regeling (ESP/ASR).
21 - Verklikkerlampje mistlampen
v——r.
22 - Verklikkerlampje grootlicht.
23 - Verklikkerlampje te laagkoelvloeistofniveau.
24 - Verklikkerlampje dimlicht.
25 - Dimmer dashboardverlichting.
26 - Verklikkerlampje programmaSport.
27 - Verklikkerlampje programma
Sneeuw.
28 - Schakelstandindicatie.
INSTRUMENTENPANEEL BENZINE MET AUTOMATISCHE TRANSMISSIE  
Page 26 of 137

Verklikkerlampje te laag koelvloeistofniveau
Gekoppeld aan het verklikkerlampje verplicht stoppen STOP.
Dit lampje gaat elke keer dat het contact wordt aangezet gedurende onge- veer 3 seconden branden.
Als het lampje brandt in combinatie met een geluidssignaal en de melding"Koelvloeistof bijvullen" op het multifunctionele display,  stop dan onmiddellijk.
Let op: wacht tot de motor is afgekoeld alvorens koelvloeistof bij te vullen.
Verklikkerlampje verplicht stoppen STOP
Dit gaat branden zodra het contact wordt aangezet. Gekoppeld aan de verklikkerlampjes "te lage motoroliedruk", "temperatuur motorolie", "te laag koelvloeistofniveau", "te laag remvloeistofniveau", "sto-
ring in systeem elektronische remdrukregelaar" en de koelvloeistoftemperatuurmeter. Het verklikkerlampje verplicht stoppen  STOPgaat knipperen, als een van de portieren
of de achterklep niet goed is gesloten. Gedurende enkele seconden verschijnt een schema op het multifunctionele display in combinatie met een geluidssignaal. In datgeval is het niet verplicht te stoppen als dit een door de bestuurder gewenste situatie is(geopende achterklep voor vervoer van lange objecten). Als het lampje bij een draaiende motor blijft branden,  stop dan onmiddellijk.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.
Verklikkerlampje te lage motoroliedruk Gekoppeld aan het verklikkerlampje verplicht stoppen  STOP. 
Als het lampje bij een draaiende motor brandt in combinatie met een geluidssignaal en de melding  "Te lage oliedruk"of "Motorolie bijvul-
len" op het multifunctionele display,  stop dan onmiddellijk.
Vul indien nodig olie bij. 
Raadpleeg zo snel mogelijk een PEUGEOT-servicepunt.
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
Een verklikkerlampje dat constant blijft branden of bij een draaiende motor knippert, geeft aan dat er een defect is opgetreden. Het branden van sommige lampjes gaat vergezeld van
een geluidssignaal en een bericht op het multifunctionele display. Negeer een dergelijke
waarschuwing niet, maar raadpleeg zo snel mogelijk uw  PEUGEOT-servicepunt.
Stop onmiddellijk indien tijdens het rijden het verklikkerlampje verplicht stoppen (STOP)gaat branden, maar zorg ervoor dat u uw auto op een zo veilig mogelijke plaats tot stilstandbrengt.
Het koelcircuit staat onder druk. Draai, om verwondingen te voorko- men, de vuldop twee omwentelingenlos om de druk te laten dalen.  
Verwijder vervolgens de vuldop en vul koelvloeistof bij. 
Raadpleeg een PEUGEOT-service- punt.
Verklikkerlampje handrem en te laagremvloeistofniveau Gekoppeld aan het verklik-
kerlampje verplicht stoppen  STOP.
Dit lampje gaat elke keer dat het contact wordt aangezet branden. Als het lampje gaat branden in com- binatie met een geluidssignaal eneen melding op het multifunctionele
display, wijst dit op hetzij: -  "Handrem aangetrokken" , in het 
geval van een (iets) aangetrokken handrem,
-  "Niveau remvloeistof te laag" , in
het geval van een te laag rem-vloeistofniveau in het reservoir (alshet lampje ook brandt als de hand-rem niet gebruikt wordt),
- "Storing remsysteem" , in het
geval van een storing in de elektro-nische remdrukregelaar als hettegelijk met het verklikkerlampjeABS brandt.
Stop onmiddellijk .
Raadpleeg een PEUGEOT-service-punt.
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
30 
Page 28 of 137

Verklikkerlampje uitschakeling airbag passagierszijde Het lampje gaat branden in combinatie met een geluidssignaal en de melding op het multifunctionele display "Airbag aan passagierszijde
uitgeschakeld" .
Als de airbag aan passagierszijde uitgeschakeld is, gaat het verklikkerlampjebranden als het contact wordt aangezet, waarna het blijft branden. 
Raadpleeg in alle gevallen dat het lampje knippert uw PEUGEOT-servicepunt.
Verklikkerlampje veiligheidsgordels Dit lampje gaat branden als de motor draait en de bestuurder zijn  veiligheidsgordel niet heeft vastgemaakt.Verklikkerlampje brandstofreserve Gaat elke keer dat het contact wordt aangezet 3 seconden branden. Als het lampje bij een draaiende motor gaat branden, klinkt een geluidssignaal en verschijnt de melding  "Brandstofniveau laag"op
het multifunctionele display. Zodra dit lampje gaat branden, kunt u  nog ongeveer 50 kmmet de resterende hoe-
veelheid brandstof rijden (tankinhoud: ca. 60 liter).
Als het lampje knippert, geeft dit een storing aan in de brandstofmeter.
Raadpleeg uw PEUGEOT-servicepunt. Verklikkerlampje airbags Het lampje gaat bij het aanzetten van het contact branden en gaat na enkele seconden uit. Als het lampje gaat branden in combinatie met een geluidssignaal en
een melding  "Storing airbag" op het multifunctionele display, wijst dit op hetzij:
- Een storing in de airbags van de bestuurder en de voorpassagier.of- Een storing in de zijairbags of de window-airbags.
Raadpleeg uw PEUGEOT-servicepunt. Koelvloeistoftemperatuurmeter Wijzer in zone 
A: de temperatuur is
in orde. Wijzer in zone  B: de temperatuur is
te hoog. Het verklikkerlampje ver- plicht stoppen  STOPgaat knipperen
in combinatie met een geluidssignaalen de melding  "Temperatuur koel-
vloeistof hoog" op het multifunctio-
nele display.   Stop onmiddellijk .
Let op : Wacht tot de motor is afge-
koeld om indien nodig koelvloeistof bij te vullen. Het koelcircuit staat onder druk.Draai, om verwondingen te voorko- men, de vuldop twee omwentelingenlos om de druk te laten dalen.  
Verwijder vervolgens de vuldop en vul koelvloeistof bij. 
Raadpleeg een PEUGEOT-service- punt.
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
32  
Page 29 of 137

Verklikkerlampje uitschakeling airbag passagierszijde Het lampje gaat branden in combinatie met een geluidssignaal en de melding op het multifunctionele display "Airbag aan passagierszijde
uitgeschakeld" .
Als de airbag aan passagierszijde uitgeschakeld is, gaat het verklikkerlampjebranden als het contact wordt aangezet, waarna het blijft branden. 
Raadpleeg in alle gevallen dat het lampje knippert uw PEUGEOT-servicepunt.
Verklikkerlampje veiligheidsgordels Dit lampje gaat branden als de motor draait en de bestuurder zijn  veiligheidsgordel niet heeft vastgemaakt.Verklikkerlampje brandstofreserve Gaat elke keer dat het contact wordt aangezet 3 seconden branden. Als het lampje bij een draaiende motor gaat branden, klinkt een geluidssignaal en verschijnt de melding  "Brandstofniveau laag"op
het multifunctionele display. Zodra dit lampje gaat branden, kunt u  nog ongeveer 50 kmmet de resterende hoe-
veelheid brandstof rijden (tankinhoud: ca. 60 liter).
Als het lampje knippert, geeft dit een storing aan in de brandstofmeter.
Raadpleeg uw PEUGEOT-servicepunt. Verklikkerlampje airbags Het lampje gaat bij het aanzetten van het contact branden en gaat na enkele seconden uit. Als het lampje gaat branden in combinatie met een geluidssignaal en
een melding  "Storing airbag" op het multifunctionele display, wijst dit op hetzij:
- Een storing in de airbags van de bestuurder en de voorpassagier.of- Een storing in de zijairbags of de window-airbags.
Raadpleeg uw PEUGEOT-servicepunt. Koelvloeistoftemperatuurmeter Wijzer in zone 
A: de temperatuur is
in orde. Wijzer in zone  B: de temperatuur is
te hoog. Het verklikkerlampje ver- plicht stoppen  STOPgaat knipperen
in combinatie met een geluidssignaalen de melding  "Temperatuur koel-
vloeistof hoog" op het multifunctio-
nele display.   Stop onmiddellijk .
Let op : Wacht tot de motor is afge-
koeld om indien nodig koelvloeistof bij te vullen. Het koelcircuit staat onder druk.Draai, om verwondingen te voorko- men, de vuldop twee omwentelingenlos om de druk te laten dalen.  
Verwijder vervolgens de vuldop en vul koelvloeistof bij. 
Raadpleeg een PEUGEOT-service- punt.
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
32  
Page 53 of 137

UW 307 SW IN DETAIL53
4. Regeling luchtopbrengst Draai de knop in ŽŽn van de vier standen om degewenste luchtopbrengst teverkrijgen.
5. Toevoer van buitenlucht Bij het indrukken van knop5wordt de lucht in het inter-
ieur gerecirculeerd. Hetverklikkerlampje gaat bran-
den. Deze stand dient om de toevoervan buitenlucht bij stank en stofover-last af te sluiten. Als deze stand gebruikt wordt terwijl de airco is ingeschakeld, wordt decapaciteit van de airco vergroot. Als deze stand bij vochtig weer wordt gebruikt, bestaat het risico dat de rui-ten beslaan. Zet de knop  5, zodra de omstandig-
heden dit toelaten, weer in de stand toevoer buitenlucht, om het beslaanvan de ruiten te voorkomen. Hierbijdooft het verklikkerlampje.
3. Luchtverdeling
Luchtstroom naar voorruit enzijruiten (ontwasemen - ont-dooien).
Ga voor het snel ontwasemen vande voorruit en de zijruiten als volgt tewerk: 
- stel de temperatuur en de luchtop- brengst in op maximaal,
- sluit de middelste ventilatieroos- ters,
- zet de knop van de luchttoevoerre- geling  5in de stand "Toevoer van
buitenlucht" (zodra knop  5wordt
losgelaten, gaat het verklikker- lampje uit),
- schakel de airconditioning in door op de toets A/C te drukken.
Luchtstroom naar voorruit,portierruiten en beenruimte.
Luchtstroom naar de been-ruimte. Luchtstroom alleen naar
interieur (linker, rechter enmiddelste ventilatieroos-ters). 6. Achterruitverwarming
Druk de schakelaar bijdraaiende motor in om deachterruitverwarming en deverwarming van de buiten-spiegels in te schakelen.
De achterruitverwarming gaat na ca.12 minuten automatisch uit. Druk nogmaals op de schakelaar om de achterruitverwarming opnieuwgedurende 12 minuten in te schake-len. Druk de schakelaar nogmaals in om de achterruitverwarming eerder uit teschakelen. Belangrijke voorzorgsmaatregelen Zet de airconditioning 1 tot 2 keer per maand 5 tot 10 minuten aan om hetsysteem in perfecte staat te houden. Gebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en laat het systeem in
dat geval door uw PEUGEOT-servi-cepunt controleren. Opmerking: laat de ventilatieroos-
ters open staan voor een optimale werking van de airconditioning. 
Page 55 of 137

UW 307 SW IN DETAIL55
Handmatig verstellen Al naar gelang uw wensen kunt u de automatische bediening van het sys-teem handmatig aanpassen. De ove-rige functies worden automatischgeregeld. Bij het indrukken van de
toets "AUTO"  zal het systeem weervolledig automatisch functioneren. 
4. Airconditioning
Bij het indrukken van deze toets wordt de airconditio-ning uitgeschakeld. De aan-duiding "ECO" ver-
schijnt op de display. Druk
de toets nogmaals in om de automa-tische werking van de airconditioningte hervatten. De aanduiding "A/C" 
verschijnt op de display. Opmerking Condensvorming in de airconditio- ning kan ertoe leiden dat er zich eenklein plasje water onder de autovormt, dit is een normaal verschijnsel. 
5. Luchtverdeling
Druk deze toets herhaalde malen in om de luchtstroomte verdelen naar: 
Ð de voorruit (ontwasemenof ontdooien), Ð de voorruit en de beenruimte,
Ð de beenruimte,
Ð de linker, rechter en middelste ven-
tilatieroosters en de beenruimte,
Ðde linker, rechter en middelste ven- tilatieroosters.
6. Luchtopbrengst De luchtopbrengst kan vergroot of ver-kleind worden doorrespectievelijk de
toetsen + of - in te drukken. 
7. Toevoer van buitenlucht
Bij het indrukken van deze toets wordt de lucht in hetinterieur gerecirculeerd.Deze stand, aangegeven
op de display, dient om de toevoervan buitenlucht bij stank en stofover-last af te sluiten. Gebruik de luchtrecirculatie alleen als dit echt nodig is. Druk de toetsnogmaals in om de automatischetoevoer van buitenlucht te hervatten. 8. Uit
Bij het indrukken van detoets "OFF"  wordt het sys-teem volledig uitgescha-keld.
9. Achterruitverwarming Druk op deze toets om deachterruitverwarming en deverwarming van de buiten-spiegels in te schakelen.De verwarming wordt auto-
matisch uitgeschakeld. Druk de toetsnogmaals in om de achterruitverwar-ming eerder uit te schakelen.
Belangrijke voorzorgsmaatregelen Zet de airconditioning 1 tot 2 keer per maand 5 tot 10 minuten aan omhet systeem in perfecte staat te hou-den. Gebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en laat het systeem
in dat geval door uw PEUGEOT-ser-vicepunt controleren. Opmerking: laat de ventilatieroos-
ters open staan voor een optimale werking van de airconditioning.