dashboard Peugeot 307 SW 2003 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2003, Model line: 307 SW, Model: Peugeot 307 SW 2003Pages: 183, PDF Size: 2.19 MB
Page 3 of 183

14-04-2003
1 -Airbag bestuurder. Claxon.
2 - Verlichtingsschakelaars enrichtingaanwijzers.
3 - Stuurkolomschakelaar autoradio.
4 - Instrumentenpaneel.
5 - Schakelaar ruitenwissers/- sproeiers/bediening boord-
computer.
6 - Alarmknop.
7 - Schakelaar centrale vergrendeling.
8 - Schakelaar alarmknipper-lichten.
9 - Multifunctioneel display.
10 - Middelste verstelbare venti-latieroosters en regelingluchtopbrengst.
11 - Voorruitontwaseming.
12 - Inbouwruimte luidspreker(tweeter).
13 - Zijruitontwaseming. 14 -
Verstelbaar zijventilatieroos- ter en regeling luchtop-brengst.
15 - Airbag passagierszijde.
16 - Dashboardkastje.
17 - Autoradio RB3, RD3 of
RT3.
18 - Schakelaars stoelverwar-ming.
19 - CD-wisselaar.
20 - Bediening ventilatie/aircon-ditioning.
21 - Asbak v——r.
22 - Uitstroomopening voor
beenruimte achter.
23 - 12 V-aansluiting..
24 - Versnellingshendel.
25 - Bekerhouder.
26 - Handrem.
27 - Afvalbak.
28 - Uitschakeling airbag aanpassagierszijde*. 29 -
Schakelaar blinderingspa- neel panoramadak.
30 - Stuur-/contactslot.
31 - Motorkapontgrendeling.
32 - Stuurkolomschakelaar.
33 - Zekeringenkast.
34 - Schakelaars elektrischbedienbare buitenspiegels.Schakelaars elektrischbedienbare ruiten.Blokkeerschakelaar elek-trisch bedienbare ruiten
achter.
35 - Koplampverstelling.
36 - Bediening snelheidsrege-
laar.
* Volgens land van bestemming.
3UW 307 SW IN EEN OOGOPSLAG
Page 4 of 183

4UW 307 SW IN EEN OOGOPSLAG
14-04-2003
DE SLEUTELS Met de sleutels kunnen de sloten van zowel de voorportieren, debrandstofvulklep, het dashboard-kastje, de uitschakeling van deairbag aan de passagierszijde enkan het contactslot wordenbediend. Centrale vergrendeling Met behulp van de sleutel in het slot van het bestuurdersportierkunnen alle portieren en de ach-terklep worden ver- en ontgren-deld, kan de supervergrendelingworden ingeschakeld en kunnende buitenspiegels worden in- enuitgeklapt. Als ŽŽn van de voorportieren of de achterklep is geopend, werkt decentrale vergrendeling niet. Ditwordt aangegeven door eengeluidssignaal als wordt gepro-beerd te vergrendelen met deafstandsbediening. Met de afstandsbediening kunnen dezelfde functies worden uitgevoerd.De afstandsbediening
Vergrendelen ➜
Druk op de knop Aom de
auto te vergrendelen.Dit wordt bevestigd door het gedurende ongeveer tweeseconden branden van de rich-tingaanwijzers.
Opmerking: Door lang op de knop
A te drukken, worden niet alleen de
portieren en de achterklep vergren-deld, maar worden ook automa-tisch de ruiten gesloten. Auto's met supervergrendeling
De supervergrendeling blokkeert het van binnenuiten van buitenaf openen vande portieren.
➜Door ŽŽn keer op de knop Ate
drukken wordt de supervergrende-ling ingeschakeld.
Dit wordt bevestigd door het geduren-de ongeveer twee seconden brandenvan de richtingaanwijzers. Opmerking: Door lang op de knop Ate
drukken wordt niet alleen de superver- grendeling ingeschakeld, maar wordenook automatisch de ruiten gesloten. Door binnen vijf seconden na het inschakelen van de supervergrende-ling nogmaals op de knop Ate druk-
ken wordt de normale vergrendelingingeschakeld.
Dit wordt bevestigd door het geduren-de ongeveer twee seconden brandenvan de richtingaanwijzers.
Ontgrendelen Druk op de knop Bom de auto te
ontgrendelen. Dit wordt bevestigd door het snel knipperen van de richtingaanwij-zers.
Opmerking: Als de auto is vergren-
deld en per ongeluk wordtontgrendeld zonder dat bin-nen 30 seconden een vande portieren wordt geopend,wordt de auto automatischweer vergrendeld.
STARTEN
STOP: Het contact is afgezet.1 e
stand, accessoires:
Het contact is afgezet, maar de acces-soires kunnen wel functioneren.
2e
stand, contact aan:
Het contact staat aan.Starten:De startmotor wordt in werkinggezet.
103
Page 9 of 183

14-04-2003
9UW 307 SW IN EEN OOGOPSLAG
AIRBAGS De airbags zijn speciaal ontworpen voor een betere veiligheid van deinzittenden bij ernstige aanrij-dingen: ze vormen een aanvullingop de werking van de veiligheids-gordels met gordelkrachtbegren-zers. Airbags voor Deze zijn voor de bestuurder in het midden van het stuurwiel en voorde passagier in het dashboardaangebracht. Ze worden tegelij-kertijd geactiveerd, behalve als deairbag aan passagierszijde isuitgeschakeld.
Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de airbag aanpassagierszijde Schakel de airbag uit als u een kinderzitje met de rug in derijrichting op de voorstoelplaatst,
Schakel de airbag in als er eenpassagier op de voor-stoel zit. Uitschakelen airbag aanpassagierszijde*
Steek, als het contact is afgezet, de sleutel in de scha-kelaar 1en draai deze in de
stand "OFF" .
Zet, zodra u het kinderzitje verwij-dert, de schakelaar in de stand"ON" om de airbag weer in te
schakelen.
Controle van werking
Als de airbag aan passa- gierszijde is uitgescha-keld (schakelaar in destand "OFF" ), zal bij het
aanzetten van het contact (2estand van de sleutel) het verklik-kerlampje gaan branden in com-binatie met een geluidssignaal ende melding "Airbag aan passa-
gierszijde uitgeschakeld" .
Het verklikkerlampje blijft bran-den zolang de airbag aan passa-gierszijde is uitgeschakeld. Zijairbags* en window-airbags* De zijairbags zijn ge•ntegreerd in de rugleuning van de voorstoelenaan de zijde van de portieren. De window-airbags zijn ge•nte- greerd in de stijlen en in de hemel-bekleding. Zij worden aan de zijde waar de aanrijding plaatsvindt,opgeblazen.
* Volgens land van bestemming.
133134
Page 11 of 183

PARKEERHULP Dit systeem, dat in de achterbumper is gemonteerd,waarschuwt de bestuurder voorelk obstakel achter de auto(persoon, auto, boom, hek...). Inschakelen Bij draaiende motor wordt het systeem ingeschakeld zodra deachteruit wordt ingeschakeld;een geluidssignaal geeft aan dathet systeem is ingeschakeld.Geluidssignalen geven deafstand tot het obstakel aan. Hoedichter de auto bij het obstakelkomt, hoe korter de tijd tussen degeluidssignalen is. Als de auto minder dan 25 cm van het obstakel is verwijderd, ishet geluidssignaal continu
hoorbaar. Het systeem wordt uitgeschakeld als deachteruit wordt uitge-schakeld.
11
MOTORKAP OPENEN Binnenzijde: Druk op de knop
links onder het dashboard. Buitenzijde: Druk de veilig-
heidshaak omhoog, til de motorkap op en zet demotorkapsteun vast om demotorkap open te houden.
BRANDSTOF TANKEN
Het tanken dient met
afgezette
motor te gebeuren.
Aan de binnenzijde van de vulklep staat de voorgeschreven brandstofaangegeven. De inhoud van de brandstoftank
bedraagt circa 60 liter. Laat het vulpistool bij het aftanken van de auto nooit meer dan 3 keerautomatisch uitspringen. Indien ditwel gebeurt, kunnen er storingenoptreden. BrandstofreserveOp het moment dat het lampje gaat branden, kunt u nog ongeveer
50 km met de resterende
hoeveelheid brandstof rijden.
UW 307 SW IN EEN OOGOPSLAG
109109132
14-04-2003
Page 24 of 183

14-04-2003
1 -Toerenteller.
2 - Verklikkerlampje veiligheidsgordels.
3 - Verklikkerlampje zelfdiagnose
motor.
4 - Verklikkerlampje handrem en telaag remvloeistofniveau.
5 - Richtingaanwijzer links.
6 - Koelvloeistoftemperatuurmeter. 7 -
Verklikkerlampje laden van deaccu.
8 - Verklikkerlampje verplicht
stoppen (STOP).
9 - Verklikkerlampje motoroliedruk.
10 - Verklikkerlampjebrandstofreserve.
11 - Richtingaanwijzer rechts.
12 - Brandstofmeter. 13 -
Verklikkerlampje antiblokkeersysteem (ABS).
14 - Verklikkerlampje airbags.
15 - Verklikkerlampje uitschakelingairbag passagierszijde.
16 - Snelheidsmeter.
17 - Onderhoudsintervalindicator,Meter motorolieniveau en
kilometerteller.
18 - Nulstelling dagteller.
19 - Verklikkerlampje mistachterlicht.
20 - Verklikkerlampje Elektronisch
Stabiliteits Programma en AntiSpin Regeling (ESP/ASR).
21 - Verklikkerlampje mistlampen
v——r.
22 - Verklikkerlampje voorgloeien
dieselmotor.
23 - Verklikkerlampje grootlicht.
24 - Verklikkerlampje te laagkoelvloeistofniveau.
25 - Verklikkerlampje dimlicht.
26 - Verklikkerlampje water in
brandstoffilter (diesel).
27 - Dimmer dashboardverlichting.
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
28
INSTRUMENTENPANEEL BENZINE/DIESEL MET HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK
Page 25 of 183

14-04-2003
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN29
1 -
Toerenteller.
2 - Verklikkerlampje veiligheidsgordels.
3 - Verklikkerlampje zelfdiagnose
motor.
4 - Verklikkerlampje handrem en telaag remvloeistofniveau.
5 - Richtingaanwijzer links.
6 - Koelvloeistoftemperatuurmeter. 7 -
Verklikkerlampje laden van deaccu.
8 - Verklikkerlampje verplicht
stoppen (STOP).
9 - Verklikkerlampje motoroliedruk.
10 - Verklikkerlampje brandstofreserve.
11 - Richtingaanwijzer rechts.
12 - Brandstofmeter. 13 -
Verklikkerlampje antiblokkeersysteem (ABS).
14 - Verklikkerlampje airbags.
15 - Verklikkerlampje uitschakelingairbag passagierszijde.
16 - Snelheidsmeter.
17 - Onderhoudsintervalindicator,meter motorolieniveau en
kilometerteller.
18 - Nulstelling dagteller.
19 - Verklikkerlampje mistachterlicht.
20 - Verklikkerlampje Elektronisch
Stabiliteits Programma en AntiSpin Regeling (ESP/ASR).
21 - Verklikkerlampje mistlampen
v——r.
22 - Verklikkerlampje grootlicht.
23 - Verklikkerlampje te laagkoelvloeistofniveau.
24 - Verklikkerlampje dimlicht.
25 - Dimmer dashboardverlichting.
26 - Verklikkerlampje programmaSport.
27 - Verklikkerlampje programma
Sneeuw.
28 - Schakelstandindicatie.
INSTRUMENTENPANEEL BENZINE MET AUTOMATISCHE TRANSMISSIE
Page 31 of 183

14-04-2003
Display op het instrumentenpaneel Dit heeft na het aanzetten van het contact 3 verschillende functies:
- onderhoudsintervalindicator (zie het desbetreffende hoofdstuk),
- motorolieniveaumeter,- kilometerteller (totale kilometerstand en dagteller).Opmerking:De totale kilometerstand en de dagteller worden gedurende dertig
seconden na het uitzetten van het contact, bij het openen van het bestuurders- portier en bij het vergrendelen en ontgrendelen van de auto weergegeven. Motorolieniveaumeter Bij het aanzetten van het contact, wordt de onderhoudsintervalindicator enkele seconden weergegeven en vervolgens gedurende ongeveer 10 seconden hetmotorolieniveau.
Te hoog motoroliepeil Knipperen duidt op een te hoog motoroliepeil, hetgeen schade aan de motor kan veroorzaken. Controleer het olieniveau met de
peilstok. Als inderdaad blijkt dat het oliepeil te hoog is, neem dan
zo spoedig mogelijk contact op met een PEUGEOT-servicepunt.
Te laag motoroliepeil Knipperen duidt op een te laag motoroliepeil, hetgeen ernstige motorschade kan veroorzaken. Controleer het olieniveau met de
peilstok. Als inderdaad blijkt dat het oliepeil te laag is, vul danonmiddellijk motorolie bij. Defecte motorolieniveaumeter Controleer het olieniveau met de peilstok. Als blijkt dat het oliepeil in orde is, duidt het knipperen op een
defect aan de motorolieniveaumeter. Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.Dimmer dashboardverlichting
Druk, bij brandende verlichting, op deknop om de sterktevan de dashboard-verlichting en de
lichtsterkte van het multifunctionele
display te veranderen. Als de verlich-ting de zwakste (of felste) standheeft bereikt, laat dan de knop los endruk deze vervolgens opnieuw in omde verlichting weer feller (of zwak-ker) te laten branden. Laat de knop los zodra de gewenste lichtsterkte is bereikt.
Nulstelling dagteller Druk, terwijl het contact aan is, deknop in.
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
34
Controle van het olieniveau met de peilstok is alleen betrouwbaar als de auto op een vlakke, horizontale ondergrond staat en de motor minstens10 minuten niet heeft gedraaid.
Page 64 of 183

14-04-2003
UW 307 SW IN DETAIL63
Gebruik van het alfanumerieke toetsenbord Druk herhaaldelijk op een toets om het gewenste teken in te voeren. Installeren van de SIM-kaart Open de lade Ldoor de ronde opening erboven in te drukken met een potloodpunt.
Steek uw Micro-SIM-kaart op de aangegeven manier in de lade en sluit de lade. Opmerking: Verwijder of plaats de SIM-kaart pas nadat de autoradio/telefoon RT3 is uitgeschakeld.
Pas hierbij op dat de SIM-kaart niet in het dashboard valt.
Combinatie toetsen/tekens
[1] 1 of spatie
[2] 2 of A B C 2 of a b c 2
[3] 3 of D E F 3 of d e f 3
[4] 4 of G H I 4 of g h i 4
[5] 5 of J K L 5 of j k l 5
[6] 6 of M N O 6 of m n o 6
[7] 7 of P Q R S 7 of p q r s 7
[8] 8 of T U V 8 of t u v 8
[9] 9 of W X Y Z 9 of w x y z 9
[0] 0 of + (lang indrukken)
[#] # of P (lang indrukken)
[*] * of wissen laatst ingevoerde teken (lang indrukken)
Page 72 of 183

14-04-2003
UW 307 SW IN DETAIL71
CD-WISSELAAR
Deze is in het middenpaneel van het dashboard onder de autoradio aan- gebracht en kan maximaal 5 CD's bevatten. Steek de CD's met de bedrukte zijde naar boven in het magazijn.Druk lang op ŽŽn van de toetsen "1"t/m "5" om de desbetreffende CD
uit te werpen.
Het gebruik van gekraste CD's kan storingen veroorzaken. Gebruik uitsluitend CD's met een ronde vorm.
Page 97 of 183

14-04-2003
ISOFIX-BEVESTIGINGEN De twee buitenste zitplaatsen achter zijn uitgerust met ISOFIX- bevesti-
gingen . Deze bestaan uit 2 ringen
die zijn geplaatst tussen de rugleu-ning en de zitting van de stoel. De ISOFIX-kinderzitjes beschikken
over 2 sloten die makkelijk kunnen worden verankerd aan deze ringenen zorgen zo voor een veilige, dege-lijke en snelle montage van het zitje. Een speciaal voor auto's van het
merk PEUGEOT gehomologeerd kin-derzitje is het
KIDDY Isofix* -kinderzit-
je dat verkrijgbaar is bij de PEUGEOTdealerorganisatie. Dit zitje kan "met derug in de rijrichting" worden geplaatst(als de buitenste stoelen naar binnenzijn geplaatst) voor kinderen vanaf degeboorte tot 13 kg en "met het gezichtin de rijrichting" voor kinderen van 9 tot 18 kg. Als het zitje voorin met de rug in de rijrichting wordt geplaatst, moet devoorstoel helemaal naar voren wor-den geschoven zodat het kinderzitjezo dicht mogelijk of volledig tegen,het dashboard zit. Als het zitje achterin met het gezicht in de rijrichting wordt geplaatst, moet devoorstoel in de middelste stand en derugleuning rechtop worden gezet.
UW 307 SW IN DETAIL
94
U kunt het KIDDY ISOFIX-kinderzit- je ook plaatsen op een van de bui-tenste stoelen van de tweede zitrij,die op de derde zitrij wordtgeplaatst. In dit geval moet het
KIDDY ISOFIX-kinderzitje met derug in de rijrichting worden geplaatstwaarbij de rugleuning van het kin-derzitje tegen de rugleuning van de
desbetreffende stoel op de tweedezitrij steunt. Dit kinderzitje kan ook worden bevestigd op zitplaatsen die niet zijnvoorzien van Isofix- bevestigingen.Het is in dit geval verplicht de nor-male driepunts veiligheidsgordels tegebruiken voor beide posities (rug ofgezicht in de rijrichting). Zie de overzichtstabel voor het plaatsen van kinderzitjes.
Wanneer het KIDDY ISOFIX-kin- derzitje met de rug in de rijrichtingop de passagierstoel voorin isgeplaatst, is het verplicht de air-bag aan passagierszijde uit teschakelen. Anders kan het kind bij het in wer- king treden van de airbag levens-gevaarlijk gewond raken.
Volg bij het plaatsen van het kin- derzitje de gebruiksaanwijzing vande fabrikant van het zitje.
* U kunt op de ISOFIX-bevestigin-
gen in uw auto alleen de gehomo- logeerde ISOFIX-kinderzitjes, die
verkrijgbaar zijn bij de PEUGEOT- dealerorganisatie, verankeren.