Peugeot 308 2017 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2017, Model line: 308, Model: Peugeot 308 2017Pages: 393, PDF Size: 9.55 MB
Page 191 of 393

189
308_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Onder bepaalde omstandigheden is het
mogelijk dat de gevolgde auto niet kan worden
gedetecteerd, bijvoorbeeld:
-
a
ls u in een bocht rijdt,
-
a
ls u van rijstrook wisselt,
-
a
ls de voorligger zich buiten het bereik
van de sensor bevindt (maximaal bereik:
ongeveer 100
m).
Beperkingen van de
werking
wordt dit pictogram weergegeven in
combinatie met een melding.
Laat het systeem controleren
Storing
In het geval van een storing in het systeem
door het PEUGEOT-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.Als u het systeem na een reparatie voor
het eerst gebruikt, kan een melding
worden weergegeven die aangeeft dat
het systeem bezig is met resetten. De
functie is dan niet beschikbaar. Zodra
deze melding is verdwenen, is het
systeem weer klaar voor gebruik. Als
de melding niet verdwijnt, raadpleeg
dan het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats. De werking van de radar, die achter
de voorbumper is gemonteerd, kan
verstoord worden door bepaalde
weersomstandigheden, die een
opeenhoping van sneeuw, ijs, modder
enz. veroorzaken.
Reinig de voorbumper door de sneeuw
of de modder te verwijderen.
6
Rijden
Page 192 of 393

190
308_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Waarschuwing bij kans op aanrijding en automatisch noodremsysteem
Waarschuwing bij kans op aanrijding
Het waarschuwingssysteem bij kans op
aanrijding kan door de bestuurder worden in-
en uitgeschakeld.
Op de secundaire pagina van het menu
"Rijhulpsystemen ":
F
S
electeer het menu " Configuratie auto ".
F
V
ink de regel " Waarschuwing kans op
aanrijding en automatisch remmen " aan
en bevestig.
Dit systeem is ontworpen om de
veiligheid tijdens het rijden te vergroten.
Het is de taak van de bestuurder
constant alert te zijn op de
verkeerssituatie en de afstand en
snelheid ten opzichte van andere
voertuigen in te schatten.
Het waarschuwingssysteem kans op
aanrijding is een hulpmiddel voor de
bestuurder die echter te allen tijde zijn
aandacht op het verkeer moet blijven
vestigen. Dit systeem werkt vanaf 30
km/h en
alleen bij detectie van een object dat
in dezelfde richting als uw auto rijdt.
Stilstaande objecten worden niet
gedetecteerd. De radar van het systeem
bevindt zich aan de voorzijde van de
auto .
Dit systeem waarschuwt de bestuurder als er
kans is op een aanrijding met de voorligger.
Rijden
Page 193 of 393

191
308_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Op de secundaire pagina van het menu
"Rijhulpsystemen ":
F
S
electeer het menu " Configuratie auto ".
F
V
ink de regel " Waarschuwing kans op
aanrijding en automatisch remmen " aan.
Het moment dat de waarschuwing wordt
geactiveerd, bepaalt de manier waarop u wordt
gewaarschuwd voor een voorligger.
U kunt kiezen uit een van de drie volgende
standen:
-
"
Ver ", wanneer u vroeg voor een
voorligger wilt worden gewaarschuwd
(rustige rijstijl).
-
"
Normaal ".
-
"
Dichtbij ", wanneer u later wilt worden
gewaarschuwd (sportieve rijstijl).
Instellen van de activering van de waarschuwing
F Druk op het vergrootglas. F
W
ijzig het moment dat de waarschuwing
wordt geactiveerd en druk op " Afsluiten "
om deze instelling op te slaan en het menu
te verlaten.
F
D
ruk op " Bevestigen
" om de wijziging op
te slaan.
6
Rijden
Page 194 of 393

192
308_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
De overgang naar een volgend
waarschuwingsniveau vindt plaats
als de rijsituatie ongewijzigd blijft
(ongewijzigde snelheden, geen
wisseling van rijstrook...)Als uw auto een voorligger te
snel nadert, wordt het eerste
waarschuwingsniveau mogelijk niet
weergegeven: waarschuwingsniveau
2
wordt direct weergegeven.
Bovendien wordt waarschuwingsniveau
1
nooit weergegeven als de stand
"Dichtbij" is ingesteld.
Slechte weersomstandigheden (zware
regenval, sneeuw die zich voor de radar
heeft opgehoopt) kunnen de werking
van het systeem in de weg staan. In dat
geval wordt de waarschuwingsmelding
" SYSTEEM NIET ACTIEF: Weinig
zicht " weergegeven. De functie is weer
beschikbaar als de melding verdwijnt.
Het waarschuwingssysteem "kans op
aanrijding" is een hulpsysteem voor de
bestuurder die desondanks waakzaam
moet blijven.
Waarschuwingen
Afhankelijk van de door het systeem
gesignaleerde kans op een aanrijding en het
geselecteerde moment van waarschuwen, zijn
er meerdere niveaus voor de waarschuwing.
Niveau 1: alleen een visuele
waarschuwing (oranje) die aangeeft
dat u uw voorligger zeer dicht
bent genaderd. De melding " Auto
dichtbij " wordt weergegeven.
Niveau 2 : visuele waarschuwing
(rood) met geluidssignaal, die u
waarschuwt dat een aanrijding dreigt.
De melding " Remmen! " wordt
weergegeven.
Dit waarschuwingsniveau is gebaseerd op de
afstand in tijd tussen uw auto en uw voorligger.
Dit waarschuwingsniveau is gebaseerd op
de tijd vóór een aanrijding. Daarbij wordt
rekening gehouden met de richting van de
auto, de snelheid van uw auto en die van uw
voorligger, de weersomstandigheden, de
rijomstandigheden (in een bocht, intrappen van
pedalen, enz.) zodat de waarschuwing op het
meest geschikte moment wordt geactiveerd.
Rijden
Page 195 of 393

193
308_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Het automatisch noodremsysteem is een
functie die beoogt de snelheid van een frontale
aanrijding te verminderen of de aanrijding
te voorkomen wanneer de bestuurder niet
zelf ingrijpt, door gebruik te maken van een
detectiesysteem met radar en in te grijpen op
het remsysteem van de auto.
Automatisch noodremsysteem
Dit verklikkerlampje knippert als de
auto "begint" te remmen, maar de
auto zal nooit automatisch volledig
worden stilgezet.
U zult het rempedaal krachtig moeten
blijven intrappen totdat de auto
volledig stilstaat.Voorwaarden voor activering
Het automatisch noodremsysteem werkt
alleen als aan de volgende voor waarden wordt
voldaan:
●
d
raaiende motor,
●
g
een storingen in het elektronisch
stabiliteitsprogramma,
●
w
agensnelheid minimaal 20 km/h,
●
m
otortoerental voldoende hoog.
Bovendien werkt de radardetectie van het
systeem niet als de auto een scherpe bocht
maakt. F
D
ruk op het vergrootglas.F
W
ijzig het moment dat de waarschuwing
wordt geactiveerd en vink de regel
" Automatisch remmen " aan.
F
D
ruk op " Afsluiten
" om het gekozen
moment op te slaan en het menu te verlaten.
F
D
ruk op " Bevestigen
" om de wijziging op te
slaan.
Via de secundaire pagina van het menu
" Rijhulpsysteem
":
F
S
electeer het menu " Configuratie auto
".
F
V
ink de regel " Waarschuwing kans op
aanrijding en automatisch remmen " aan.
Als de functie "automatisch
noodremsysteem" niet is
geactiveerd, brandt dit
verklikkerlampje permanent.
6
Rijden
Page 196 of 393

194
308_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Storing
In het geval van een storing wordt
u gewaarschuwd door het branden
van het verklikkerlampje Service in
combinatie met een melding.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
De werking van de radar, die achter
de voorbumper is gemonteerd, kan
verstoord worden door bepaalde
weersomstandigheden, die een
opeenhoping van sneeuw, ijs, modder
enz. veroorzaken.
Reinig de voorbumper door de sneeuw
of de modder te verwijderen.
Rijden
Page 197 of 393

195
308_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Dodehoekbewaking
Werking
In de buitenspiegel aan de zijde waar zich dat
voertuig bevindt, brandt dan permanent een
lampje:
-
d
irect, wanneer u wordt ingehaald,
-
n
a circa een seconde, wanneer u
langzaam een andere auto inhaalt.
Deze rijhulp waarschuwt de bestuurder
wanneer zich een ander voertuig in de dode
hoek van zijn auto bevindt, dat een potentieel
gevaar betekent.
Sensoren in de voor- en achterbumper
controleren de dode hoek van de auto.
Het systeem dient als hulp voor de bestuurder maar kan nooit een vervanging zijn voor de
spiegels. De bestuurder blijft te allen tijde verantwoordelijk voor het op tijd waarnemen wat
er zich achter hem bevindt, het inschatten van de snelheid en afstand van achteropkomend
verkeer en de beslissing of hij al dan niet veilig van rijstrook kan wisselen.
Het systeem voor dodehoekbewaking is een hulpmiddel voor de bestuurder die echter te
allen tijde zijn aandacht op het verkeer moet blijven vestigen. De functie kan worden geactiveerd
via het menu " Rijhulpsysteem
" van
het touchscreen.
F
D
ruk op deze toets (volgens
uitvoering) om de functie te
activeren: het bijbehorende
lampje gaat branden.
Op het instrumentenpaneel gaat dit
verklikkerlampje branden.
6
Rijden
Page 198 of 393

196
308_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Indien een voertuig - een (motor)fiets,
een auto of een vrachtwagen - zich in de
dode hoek van de auto bevindt, zal er een
waarschuwingslampje gaan branden in de
linker- of rechterbuitenspiegel (afhankelijk van
de situatie) onder de volgende voorwaarden:
-
a
lle voertuigen rijden in dezelfde richting
en op aangrenzende rijstroken,
-
d
e snelheid van uw auto ligt tussen
12
km/h en 140 km/h,
-
h
et snelheidsverschil met het voertuig
dat u aan het inhalen bent, is kleiner dan
10
km/h,
-
h
et snelheidsverschil met het voertuig dat u
inhaalt, is kleiner dan 25
km/h,
-
he
t verkeer stroomt vloeiend door,
-
d
e inhaalmanoeuvre duurt langer dan
normaal, doordat het ingehaalde voertuig
zich blijft ophouden in de dode hoek,
-
u r
ijdt in een rechte lijn of in een flauwe
bocht,
-
u
w auto trekt geen aanhanger of caravan,
enz. Er wordt geen waarschuwingssignaal
afgegeven in de volgende situaties:
-
v
oor stilstaande objecten (geparkeerde
auto's, vangrails, lantaarnpalen, borden...),
-
b
ij tegemoetkomende voertuigen,
-
b
ij rijden over bochtige wegen of in zeer
scherpe bochten, -
b
ij het inhalen van of ingehaald worden
door een zeer lang voertuig (vrachtwagen,
autobus...) die én in de dode hoek
achter wordt gedetecteerd én zich in het
gezichtsveld van de bestuurder bevindt,
-
b
ij erg druk verkeer: de voertuigen die voor
en achter worden gedetecteerd worden
aangezien voor een vrachtwagen of een
stilstaand object,
-
b
ij snelle inhaalmanoeuvres.
Rijden
Page 199 of 393

197
308_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
F Om deze functie uit te schakelen drukt u nog een keer op deze
toets: het lampje van de toets en
het bijbehorende verklikkerlampje
op het instrumentenpaneel gaan
uit (volgens uitvoering). -
d
it verklikkerlampje
knippert enkele
seconden en gaat
vervolgens uit,
Storing
De dodehoekbewaking wordt
automatisch uitgeschakeld als u een
aanhanger trekt met een door het
PEUGEOT-netwerk gehomologeeerde
trekhaak.
Wassen met hogedrukspuit
Houd tijdens het wassen van de auto
het uiteinde van de hogedrukspuit
op minimaal 30
centimeter van de
sensoren.
Bij het afzetten van het contact wordt de status
van het systeem opgeslagen.
-
d
it pictogram schakelt over op
de waarschuwingsmodus, het
verklikkerlampje knippert enige
tijd en gaat vervolgens uit.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats. Bij slechte weersomstandigheden
(zware regen, hagel enz.) kan het
systeem tijdelijk minder nauwkeurig
werken.
Vooral het rijden op een nat wegdek
of van een droog wegdek op een nat
wegdek terechtkomen kan tot een
vals alarm leiden (zo kan een wolk
waterdruppels in de dode hoek worden
aangezien voor een voertuig).
Let er bij slecht weer en in de winter
altijd op dat de sensoren niet met
modder, sneeuw of ijs bedekt zijn.
Plak geen stickers of andere zaken op
het gedeelte onder de buitenspiegels
waar de waarschuwingslampjes zitten,
omdat de de dodehoekbewaking dan
mogelijk niet goed werkt. Dit geldt ook
voor de detectiezones op de voor- en
achterbumper.
Afhankelijk van de uitvoering gebeurt het
volgende:
6
Rijden
Page 200 of 393

198
308_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Deze functie signaleert met behulp van
sensoren in de bumper obstakels in de
nabijheid van de auto (zoals voetgangers,
auto's, bomen en slagbomen) die binnen het
detectiebereik vallen.
Bepaalde obstakels (zoals paaltjes en pionnen)
die aanvankelijk wel worden gedetecteerd,
worden mogelijk niet meer gedetecteerd als ze
zich in de dode hoek van het detectiebereik van
de sensoren bevinden.
Parkeerhulp
Deze functie is een hulpsysteem: de
bestuurder dient altijd alert te blijven.De functie wordt geactiveerd zodra de
achteruitversnelling wordt ingeschakeld.
Dit wordt bevestigd door een geluidssignaal.
Zodra de achteruitversnelling wordt
uitgeschakeld, is de functie niet meer actief.
De bestuurder wordt via een onderbroken
geluidssignaal gewaarschuwd bij het
naderen van obstakels. De frequentie van het
geluidssignaal neemt toe naarmate de auto het
obstakel nadert.
Aan de weergave van het geluidssignaal via
de luidspreker (rechts of links) is te herkennen
aan welke zijde van de auto het obstakel zich
bevindt.
Zodra de afstand tussen de auto en het
obstakel kleiner wordt dan dertig centimeter,
klinkt het geluidssignaal ononderbroken.
Parkeerhulp achter
De grafische weergave is een aanvulling
op het geluidssignaal. Op het scherm of
op het instrumentenpaneel worden blokjes
weergegeven die het pictogram van de auto
steeds dichter naderen. Als de auto het
obstakel zeer dicht genaderd is, verschijnt het
symbool "Gevaar".
Parkeerhulp vóór
Aan de hand van het geluid dat via
de luidspreker (voor of achter) wordt
weergegeven, is te herkennen of het
obstakel zich voor of achter de auto bevindt.
De parkeerhulp vóór is een aanvulling op de
parkeerhulp achter en wordt geactiveerd zodra
er bij een wagensnelheid van maximaal 10
km/h
vóór de auto een obstakel wordt gedetecteerd.
De parkeerhulp vóór wordt uitgeschakeld zodra
de auto langer dan drie seconden stilstaat met
een ingeschakelde versnelling vooruit, als er
geen obstakel meer wordt gedetecteerd of
wanneer de wagensnelheid hoger wordt dan
10
km/h.
Geluidssignalen Grafische weergave
Rijden