Peugeot 308 2017 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2017, Model line: 308, Model: Peugeot 308 2017Pages: 393, PDF Size: 9.55 MB
Page 231 of 393

229
308_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2016
Eigenschappen van de olie
Controleer voordat u olie bijvult of ververst of
de motorolie die u wilt gebruiken overeenkomt
met de door de fabrikant aanbevolen motorolie
voor uw auto en motoruitvoering.
Motorolie bijvullen
De plaats van de vulopening voor de motorolie
is aangegeven op de desbetreffende
afbeelding van de motorruimte.
F
D
raai de dop van de vulopening.
F
G
iet de olie voorzichtig in de opening om
morsen op motoronderdelen te voorkomen
(dit kan brand veroorzaken).
F
W
acht enkele minuten en controleer
vervolgens nogmaals het oliepeil met de
peilstok.
F
V
ul indien nodig nog olie bij.
F
D
raai nadat u het oliepeil nogmaals hebt
gecontroleerd de dop zorgvuldig op de
vulopening en steek de peilstok weer in de
schacht. Na het bijvullen zal de olieniveaumeter
op het dashboard bij het aanzetten van
het contact na 30
minuten de juiste
waarde aangeven.
Olie ver versen
Raadpleeg het onderhoudsschema van de
fabrikant voor het verversingsinterval voor uw
auto.
Maak om een verminderde betrouwbaarheid
van de motor en de emissieregeling te
voorkomen nooit gebruik van additieven in de
motorolie. Het remvloeistofniveau dient zich
tussen het merkteken "
A" (MA X
op het afzonderlijke reservoir)
en het merkteken " B" (MIN op
het hoofdreservoir) te bevinden.
Controleer indien dit niet het geval
is of de remblokken van uw auto zijn
versleten.
Remvloeistofniveau
Remvloeistof ver versen
Raadpleeg het voor uw auto bestemde
onderhoudsschema.
Type remvloeistof
Gebruik de door de fabrikant voorgeschreven
remvloeistof.
7
Praktische informatie
Page 232 of 393

230
308_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2016
Koelvloeistofniveau
Het koelvloeistofniveau dient zich
zo dicht mogelijk bij het merkteken
"MA XI" te bevinden, maar mag
beslist niet hoger zijn.
Wacht bovendien alvorens werkzaamheden
aan het koelsysteem uit te voeren ten minste
1
uur nadat de motor gedraaid heeft, omdat het
koelsysteem onder druk staat.
Draai om brandwonden te voorkomen de dop
eerst 2
omwentelingen los om de druk te laten
dalen. Ver wijder, als de druk eenmaal gedaald
is, de dop en vul koelvloeistof bij.
Het is normaal dat tussen twee
onderhoudsbeurten in koelvloeistof
moet worden bijgevuld.
Type koelvloeistof
Gebruik de door de fabrikant voorgeschreven
koelvloeistof. De koelventilator kan ook nog gaan draaien
nadat de motor is afgezet: houd daarom
voor werpen en kleding uit de buur t van de
ventilator. Als de motor warm is, wordt de temperatuur
van de koelvloeistof geregeld door de
koelventilator.
Type ruiten- en
koplampsproeiervloeistof
Voor een optimale reiniging en om het
bevriezen van de sproeiers te voorkomen is
het (bij)vullen van het reservoir met water niet
toegestaan.
Niveau ruiten- en
koplampsproeiervloeistof
Wanneer uw auto is voorzien van
koplampsproeiers, wordt een te
laag vloeistofniveau van de ruiten-
en koplampsproeiers aangegeven
door een geluidssignaal en een
melding op het display van het
instrumentenpaneel.
Vul bij de eerstvolgende gelegenheid
het reservoir bij.
Onder winterse omstandigheden is het
raadzaam ruitensproeiervloeistof op basis van
ethanol of methanol te gebruiken. Vermijd langdurig huidcontact met
afgewerkte olie en andere vloeistoffen.
De meeste van deze vloeistoffen
zijn bijtend en schadelijk voor de
gezondheid.
Gooi afgewerkte olie en andere
vloeistoffen niet in het riool, in het water
of op de grond.
Deponeer afgewerkte olie in de
daarvoor bestemde containers
bij het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Afgewerkte producten
Bijvullen
Laat het bijvullen zo spoedig mogelijk uitvoeren
door het PEUGEOT-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Niveau brandstofadditief
(diesel met roetfilter)
Een te laag additiefniveau wordt
aangegeven door dit verklikkerlampje
in combinatie met een geluidssignaal
en een melding op het display van
het instrumentenpaneel.
Praktische informatie
Page 233 of 393

231
308_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2016
Controles
12V-accu
De accu is onderhoudsvrij.
Niettemin is het raadzaam om
regelmatig te controleren of de
accupoolklemmen goed vastzitten
(bij uitvoeringen zonder snelsluiting
voor de accupoolklemmen) en of de
aansluitingen schoon zijn.Laat de filters periodiek vervangen
volgens de in het onderhoudsschema
van de fabrikant aangegeven
intervallen.
Luchtfilter en interieurfilter
Laat bij het olie verversen tevens het
oliefilter vervangen.
Raadpleeg het onderhoudsschema
van de fabrikant voor het
vervangingsinterval van dit
onderdeel.Oliefilter
Uitvoeringen met het Stop & Start-
systeem zijn voorzien van een speciale
12V- loodac c u.
Deze accu mag uitsluitend worden
vervangen door het PEUGEOT-netwerk
of door een gekwalificeerde werkplaats.
Roetfilter (diesel)
Als het roetfilter vervuild is, wordt
u hierop geattendeerd door het
tijdelijk branden van dit lampje in
combinatie met een melding op het
multifunctionele display.
Ga om het roetfilter te regenereren,
zodra de omstandigheden het toelaten,
met een snelheid van minimaal 60
km/h
rijden tot het lampje dooft.
Als het lampje blijft branden, is het
minimum brandstofadditiefniveau
bereikt.
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over het
controleren van niveaus .
Bij een nieuwe auto kunt u de
eerste paar keer dat het roetfilter
geregenereerd wordt een brandlucht
ruiken; dit is volkomen normaal.
Als langdurig met zeer lage snelheid
wordt gereden of de motor langdurig
stationair draait, kan bij gasgeven
soms rook uit de uitlaat waargenomen
worden. Dit heeft geen invloed op de
prestaties en heeft geen gevolgen voor
het milieu.
Raadpleeg, tenzij anders aangegeven, het onderhoudsschema van de fabrikant dat betrekking
heeft op de motoruitvoering van uw auto voor het controleren van bepaalde onderdelen.
Laat de controles eventueel uitvoeren door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Raadpleeg voordat u werkzaamheden
uitvoert aan de 12V-accu
de desbetreffende
rubriek voor meer informatie en de te nemen
voorzorgsmaatregelen. Als de omgeving (veel stof...) en het gebruik
(veel stadsverkeer...) daartoe aanleiding
geven, moeten de filters twee keer zo vaak
worden vervangen
.
Een verstopt interieur filter kan de prestaties
van de airconditioning verstoren en
onaangename geuren veroorzaken.
7
Praktische informatie
Page 234 of 393

232
308_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2016
Handgeschakelde
versnellingsbak
De versnellingsbak is onderhoudsvrij
(olie verversen niet noodzakelijk).
Raadpleeg het onderhoudsschema
van de fabrikant voor de periodieke
onderhoudscontrole.De slijtage van de remblokken is
sterk afhankelijk van de rijstijl, vooral
bij stadsverkeer en veel korte ritten.
Hierdoor kan het noodzakelijk blijken
om de remblokken vaker, tussen
twee onderhoudscontroles door, te
laten controleren.
Remblokken
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats voor
informatie over het controleren van
de slijtage van de remschijven.
Staat van remschijvenElektrische parkeerrem
Dit systeem hoeft niet apart
gecontroleerd te worden. Als er
zich toch een probleem voordoet,
laat het systeem dan controleren
door het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Gebruik uitsluitend door PEUGEOT
aanbevolen producten of gelijkwaardige
kwaliteitsproducten.
Om de werking van belangrijke organen
als het remsysteem te optimaliseren,
selecteert en biedt PEUGEOT
specifieke producten aan.
Na het wassen kan er zich een
laagje vocht of onder winterse
omstandigheden ijs vormen op de
remschijven en remblokken: de
remwerking kan daardoor afnemen.
Rem een paar keer lichtjes om de
remmen vocht- en ijsvrij te maken.
Handrem
Als de handrem een te grote slag
heeft of als het systeem minder goed
werkt, moet de handrem, zelfs tussen
twee onderhoudsbeurten door,
worden afgesteld.
Laat het systeem controleren door het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats. Als het remsysteem vrij is van lekkages, duidt
een te laag remvloeistofniveau erop dat de
remblokken versleten zijn.
Automatische transmissie
De automatische transmissie is
onderhoudsvrij (olie verversen niet
noodzakelijk).
Raadpleeg het onderhoudsschema
van de fabrikant voor het interval van
de niveaucontrole.
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over de
elektrische parkeerrem
.
Praktische informatie
Page 235 of 393

233
308_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2016
AdBlue® en SCR-systeem
voor BlueHDi-dieselmotoren
Om het milieu zo min mogelijk te belasten en
om aan de nieuwe Euro 6 -norm te voldoen,
heeft PEUGEOT ervoor gekozen zijn auto's
met dieselmotor te voorzien van een systeem
waarbij het roetfilter (FAP) wordt gecombineerd
met een SCR-systeem (Selective Catalytic
Reduction) voor de behandeling van de
uitlaatgassen zonder dat de prestaties
veranderen of het brandstofverbruik toeneemt.
SCR-systeem
Met behulp van de vloeistof AdBlue®, die
ureum bevat, zet een katalysator tot 85%
van de stikstofoxides (NOx) om in stikstof en
water, stoffen die onschadelijk zijn voor de
gezondheid en het milieu. De AdBlue
® bevindt zich in een specifiek
reservoir. Het reservoir heeft een inhoud
van 17
liter, goed voor een actieradius
van ongeveer 20.000
km. Wanneer u met
de resterende hoeveelheid AdBlue
® nog
maximaal ongeveer 2400
km kunt rijden tot
het reservoir leeg is, wordt automatisch een
waarschuwingssysteem geactiveerd.
Om ervoor te zorgen dat het SCR-systeem
goed blijft werken, wordt bij elke periodieke
onderhoudscontrole aan uw auto in het
PEUGEOT-netwerk of bij een gekwalificeerde
werkplaats het reservoir van de AdBlue
®
bijgevuld.
Als u ver wacht tussen twee periodieke
onderhoudscontroles meer dan 20.000
km
te rijden, moet tussentijds AdBlue worden
bijgevuld. Als het AdBlue
®-reservoir leeg is, zorgt
een wettelijk verplicht systeem ervoor
dat de motor niet opnieuw kan worden
gestart.
Als het SCR-systeem niet goed werkt,
stoot uw auto te veel schadelijke stoffen
uit, waardoor hij niet meer aan de Euro
6-emissienorm voldoet.
Neem bij een storing in het SCR-
systeem zo snel mogelijk contact op
met het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats: na 1100
km
wordt een systeem geactiveerd dat
het opnieuw starten van de motor
blokkeert.
In beide gevallen geeft een
actieradiusindicator aan hoever u nog
kunt rijden voordat de auto stilvalt.
7
Praktische informatie
Page 236 of 393

234
308_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2016
Bijvullen van AdBlue®
Het AdBlue®-reservoir moet bij elke periodieke
onderhoudscontrole worden gevuld door het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Vanwege de inhoud van het reservoir kan
het echter noodzakelijk zijn om het reservoir
tussentijds bij te vullen, zeker als u hier door
een waarschuwing (verklikkerlampjes en
melding) op wordt geattendeerd.
Dit kunt u laten uitvoeren door het PEUGEOT-
netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
Als u zelf het reservoir wilt bijvullen, lees dan
eerst aandachtig de volgende waarschuwingen.Gebruiksvoorschriften
Bewaar AdBlue® buiten het bereik
van kinderen, in de originele flacon of
jerrycan.
Als het AdBlue
® niet in de originele
flacon wordt bewaard, verliest het zijn
zuiverheid. Gebruik uitsluitend AdBlue
® die aan de norm
ISO 22241
voldoet.
Verdun de AdBlue
® nooit met water.
Giet nooit AdBlue® in de brandstoftank.
De verpakking in flacons of jerrycans met
een antidruppelsysteem vergemakkelijkt het
bijvullen. De flacons met een inhoud van
1,89
liter (1/2
gallon) en jerrycans met een
inhoud van 5
liter zijn verkrijgbaar bij het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Vul nooit AdBlue
® bij vanuit een
vulsysteem dat is bedoeld voor
vrachtwagens.
AdBlue
® is een oplossing op ureumbasis.
Deze vloeistof is onontvlambaar, kleurloos en
geurloos (indien koel bewaard).
Als de vloeistof in contact komt met de huid,
moet u de huid wassen met kraanwater en met
zeep. Als de vloeistof in de ogen komt, spoel de
ogen dan onmiddellijk en grondig gedurende
ten minste 15
minuten met kraanwater of met
een oogspoelmiddel. Raadpleeg een arts bij
een branderig gevoel of blijvende irritatie.
Als AdBlue wordt ingeslikt, spoel de mond dan
met schoon water en drink vervolgens een
ruime hoeveelheid water.
Onder bepaalde omstandigheden (bijvoorbeeld
bij een hoge omgevingstemperatuur) kan het
risico van het vrijkomen van ammoniakdampen
niet worden uitgesloten: adem deze niet in.
Deze ammoniakdampen werken irriterend op
de slijmvliezen (ogen, neus en keel).
Belangrijk
Als het AdBlue
®-reservoir van uw auto
helemaal leeg is (dit wordt aangegeven
door de waarschuwingsmeldingen en
u kunt in dat geval de motor niet meer
starten) moet u het reservoir vullen met
minimaal 3,8
liter additief (twee flacons
van 1,89
liter).
Praktische informatie
Page 237 of 393

235
308_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2016
Voorschriften voor opslag
Bewaar de flacons of jerrycans AdBlue®
niet in uw auto.
AdBlue
® bevriest bij temperaturen lager dan
ongeveer -11°C en verliest zijn kwaliteit bij
temperaturen vanaf 25°C. Het is raadzaam
de flacons en jerrycans koel en buiten direct
zonlicht te bewaren.
Onder deze omstandigheden is de vloeistof ten
minste één jaar houdbaar.
Als de vloeistof bevroren is geweest, kan
deze weer worden gebruikt nadat deze bij
kamertemperatuur volledig is ontdooid.
Procedure
Controleer voordat u gaat bijvullen of de auto
op een vlakke en horizontale ondergrond staat.
F
Z
et het contact af en ver wijder de sleutel of
druk, als uw auto daarmee is uitgerust, op
de START/STOP-knop om de motor af te
zetten.
F
T
il voor toegang tot het AdBlue
®-reservoir
de vloerbekleding van de bagageruimte op
en verwijder vervolgens het reservewiel of
de opbergbak (volgens uitvoering).
F
D
raai de zwarte dop een kwart
omwenteling linksom zonder er druk op uit
te oefenen en trek hem omhoog om hem te
verwijderen.
F
D
raai de blauwe dop een zesde
omwenteling linksom.
F
T
rek de knop omhoog om hem te
verwijderen.
Bevriezing van AdBlue
®
AdBlue® bevriest bij temperaturen lager
dan ongeveer -11°C.
Het SCR-systeem is voorzien van een
voorverwarmingssysteem voor het
AdBlue
®-reservoir waardoor u ook
in zeer koude omstandigheden kunt
blijven rijden.
Voer de lege AdBlue
®-flacons of
-jerrycans niet als huisvuil af.
Deponeer ze in een daartoe bestemde
container of breng ze naar uw
verkooppunt.
7
Praktische informatie
Page 238 of 393

236
308_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2016
Voer de lege AdBlue®-flacons niet als
huisvuil af, maar deponeer ze in de
daartoe bestemde containers of breng
de flacons naar uw verkooppunt.
F
V
eeg nadat u de flacon leeg hebt gegoten
met behulp van een vochtige doek
eventuele vloeistofsporen van de rand van
de vulopening van het reservoir. Spoel gemorste AdBlue
®-vloeistof
onmiddellijk weg met koud water of
veeg het weg met een vochtige doek.
Als de AdBlue
®-vloeistof is
gekristalliseerd, verwijder het dan met
een spons en warm water.
F
B
reng de blauwe dop aan op de vulopening
van het reservoir en draai de dop een
zesde omwenteling rechtsom tot hij stuit.
F
B
reng de zwarte dop aan en draai hem
een kwart omwenteling rechtsom zonder
er druk op uit te oefenen. Zorg ervoor dat
het merkteken op de dop in lijn staat met
merkteken op de steun.
F
L
eg het reservewiel en/of de opbergbak
(volgens uitvoering) terug op de bodem van
de bagageruimte.
F
P
laats de vloerbekleding van de
bagageruimte terug en sluit de achterklep. Belangrijk: als u AdBlue
® hebt
bijgevuld nadat het reser voir leeg is
geraakt , aangegeven door de melding
" Vul AdBlue bij: starten geblokkeerd",
dient u ongeveer 5
minuten te wachten
voordat u het contact weer aanzet,
zonder het bestuurderspor tier te
openen, de auto te ontgrendelen,
de sleutel met afstandsbediening
in het contactslot te steken of
de elektronische sleutel van het
"Keyless entr y and star t"-systeem in
het interieur te leggen.
Zet vervolgens het contact aan en start
na 10
seconden wachten de motor.
F
P
ak een flacon AdBlue
®. Controleer de
houdbaarheidsdatum en lees vervolgens
aandachtig de gebruiksaanwijzing op het
etiket voordat u de inhoud van de flacon in
het AdBlue
®-reservoir van uw auto giet.
Praktische informatie
Page 239 of 393

237
308_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2016
Uitvoering met subwoofer
- Haal voorzichtig de bedrading los uit de houder zodat u over een zekere lengte aan
bedrading beschikt.
-
V
er wijder de gele bout waarmee de
subwoofer op zijn plaats wordt gehouden. F
V er wijder de opbergbak of til hem op.
F
P laats de subwoofer tegen de zijwand van
de bagageruimte.
Draai voordat u de subwoofer weer monteert
de gele bout enkele omwentelingen los.
7
Praktische informatie
Page 240 of 393

238
308_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2016
Gevarendriehoek (opbergen)
Voordat u uit de auto stapt om de
gevarendriehoek uit te vouwen en te
plaatsen moet u de alarmknipperlichten
inschakelen en uw reflecterende
veiligheidsvest aantrekken.
Deze veiligheidsuitrusting vormt een aanvulling
op de alarmknipperlichten.
Elke auto moet zijn voorzien van een
gevarendriehoek.
Op de weg plaatsen van de
gevarendriehoek
Raadpleeg voor het uit- en invouwen van de
gevarendriehoek de gebruiksaanwijzing van de
fabrikant. F
P
laats de gevarendriehoek achter de auto,
houd u daarbij aan de ter plaatse geldende
regels.
De gevarendriehoek is als accessoire
leverbaar. Neem hiervoor contact op
met het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
De opbergplaats voor een opgevouwen
gevarendriehoek, al dan niet in een koker,
bevindt zich onder de vloerplaat van de
bagageruimte.
Storingen verhelpen