Peugeot 308 2017 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2017, Model line: 308, Model: Peugeot 308 2017Pages: 393, PDF Size: 9.55 MB
Page 61 of 393

59
308_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Vergrendelen
F Druk, als de sleutel zich binnen het detectiegebied A bevindt, met een van uw
vingers op een van de voorportiergrepen
(bij de merktekens) of druk op de
vergrendelschakelaar van de achterklep
om de auto te vergrendelen.
H
oud uw vinger op de portiergreep tot de
ruiten volledig gesloten zijn.
Let erop dat niemand het correcte
sluiten van de ruiten in de weg staat.
Zorg ervoor dat kinderen zich tijdens
het bedienen van de ruit niet kunnen
bezeren.Omwille van de veiligheid en ter
voorkoming van diefstal: laat nooit de
elektronische sleutel in de auto achter,
ook niet wanneer u in de buurt bent.
Het is raadzaam de sleutel bij u te
houden.
Als een portier of de achterklep niet
goed is gesloten, zal met draaiende
motor of als de auto sneller dan
10
km/h rijdt gedurende enkele
seconden een melding worden
weergegeven. Het vergrendelen wordt bevestigd door het
gedurende enkele seconden branden van de
richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering worden de
buitenspiegels ingeklapt en wordt het
inbraakalarm ingeschakeld.
2
Toegang tot de auto
Page 62 of 393

60
308_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Supervergrendeling
De supervergrendeling blokkeert het
van buitenaf en van binnenuit openen
van de portieren.
Als de supervergrendeling is
ingeschakeld, is ook de knop van de
centrale vergrendeling in het interieur
buiten werking.
Schakel daarom nooit de
supervergrendeling in als er zich
iemand in de auto bevindt.
Met de afstandsbediening
F Druk op deze knop om de auto volledig te vergrendelen.
Houd de knop ingedrukt om de
ramen te sluiten.
Met Keyless entry and start
Via de portieren of de achterklep:
F D ruk, ter wijl u de elektronische sleutel bij u
hebt (deze moet zich in de detectiezone
A
bevinden), met een vinger op de
portiergreep (bij de merktekens) of op de
vergrendelschakelaar op de achterklep
(rechts) om de auto te vergrendelen.
Zorg ervoor dat het sluiten van de ruiten
niet gehinderd wordt door voorwerpen
of personen.
Let met name op in de auto aanwezige
kinderen wanneer u de ruiten sluit.
F
D
ruk binnen vijf seconden nogmaals op
deze knop om de supervergrendeling van
de auto in te schakelen.
Vuil (vocht, stof, modder, zout, ...) op de binnenzijde van de portiergreep kan de detectie
negatief beïnvloeden.
Als na het reinigen van de binnenzijde van de portiergreep met een doek de detectie niet
verbetert, raadpleeg dan het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Plotseling contact met water (waterstraal, hogedrukspuit, ...) kan door het systeem worden
beschouwd als een verzoek om ontgrendelen van de auto.F
D ruk binnen vijf seconden nogmaals op de
portiergreep of op de vergrendelschakelaar
op de achterklep (rechts) om de
supervergrendeling in te schakelen.
Toegang tot de auto
Page 63 of 393

61
308_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Achterklep
F Ontgrendel de auto met de afstandsbediening, druk op deze
knop en open de achterklep.
Openen met de "Keyless
entry and start"-
afstandsbediening
F Druk op deze knop; de auto
wordt ontgrendeld.
Openen met de sleutel
Standaard wordt de auto volledig ontgrendeld.
Deze instelling kan worden uitgevoerd via
het menu "Rijhulpsysteem" en vervolgens
"Configuratie auto" en "Toegang auto".
Volledig ontgrendelen
Selectief ontgrendelen
F Druk op deze knop; de
achterklep wordt ontgrendeld.
Druk op deze toets om aanvullende
informatie weer te geven.
F
D
ruk op de schakelaar voor het openen en
open de achterklep.
F
D
ruk op de schakelaar voor het openen en
open de achterklep. F
D
ruk op de schakelaar voor het openen
ter wijl de elektronische sleutel zich in
het detectiegebied A bevindt en open
vervolgens de achterklep.
Openen met het Keyless
entry and start-systeem
Standaard is de volledige ontgrendeling
geactiveerd.
Deze instelling kan worden uitgevoerd via
het menu "Rijhulpsysteem" en vervolgens
"Configuratie auto" en "Toegang auto".
Selectieve ontgrendeling Volledige ontgrendeling
2
Toegang tot de auto
Page 64 of 393

62
308_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Als de ontgrendeling van alleen de achterklep
is geactiveerd:
F
D
ruk, als de elektronische sleutel zich in de
detectiezone A bevindt, op de knop voor
het openen van de achterklep om alleen
de achterklep te ontgrendelen en beweeg
vervolgens de achterklep omhoog.
Het ontgrendelen wordt gesignaleerd door het
gedurende enkele seconden snel knipperen
van de richtingaanwijzers.
Druk op deze toets om aanvullende
informatie weer te geven.
Sluiten
F Trek de achterklep omlaag met behulp van een van de handgrepen aan de
binnenzijde.
Als de achterklep niet goed is gesloten (het
slot heeft twee standen), wordt bij draaiende
motor of tijdens het rijden (snelheid hoger
dan 10
km/h) gedurende enkele seconden een
melding weergegeven.
Noodbediening
F Klap de achterbank naar voren om bij het slot in de bagageruimte te komen,
F
S
teek een kleine schroevendraaier in de
opening A van het slot om de achterklep te
ontgrendelen.
F
V
erplaats de nok naar rechts.
Vergrendeling na het sluiten
Wanneer de achterklep weer wordt gesloten,
wordt deze weer vergrendeld als het probleem
niet is verholpen.Hiermee kan bij een lege accu of een eventuele
storing in het systeem van de centrale
vergrendeling de achterklep mechanisch
ontgrendeld worden.
F
D
ruk, als de sleutel zich in de detectiezone
A bevindt, op de vergrendelingsknop van
de achterklep om de auto te vergrendelen.
Het vergrendelen wordt gesignaleerd door het
gedurende enkele seconden knipperen van de
richtingaanwijzers.
Vergrendelen met Keyless
entry and start
Ontgrendelen
Toegang tot de auto
Page 65 of 393

63
308_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Noodsleutel
Ontgrendelen/vergrendelen met de geïntegreerde sleutel van
het Keyless entry and start-systeem
Met de geïntegreerde sleutel kan de auto
vergrendeld en ontgrendeld worden als de
elektronische sleutel niet werkt:
-
l
ege batterij, 12V-accu ontladen of
losgekoppeld, ...
-
a
uto bevindt zich in een omgeving met veel
elektromagnetische straling.
F
T
rek aan de knop 1 om de geïntegreerde
sleutel 2
te verwijderen. F
S
teek de geïntegreerde sleutel in het
portierslot en draai deze rechtsom.
Ontgrendelen van het
bestuurdersportier
F Steek de geïntegreerde sleutel in het portierslot en draai deze linksom. F
O
pen de portieren.
F
C
ontroleer of de kinderbeveiliging van de
achterportieren niet geactiveerd is.
F
S
teek de geïntegreerde sleutel in het
slot op de zijkant van het portier en draai
de sleutel een achtste omwenteling
rechtsom (achterportier rechts) of linksom
(achterportier links).
F
S
luit de portieren en controleer van
buitenaf of de auto goed is vergrendeld.
Als het inbraakalarm is geactiveerd,
zal het geluidssignaal dat klinkt bij
het met de sleutel (geïntegreerd in de
afstandsbediening) openen van een
portier, bij het aanzetten van het contact
stoppen.
Ontgrendelen van het portier aan
passagierszijde
F Trek aan de portiergreep aan de
binnenzijde.
Zie de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over de
kinderbeveiliging
.
Vergrendelen van het
bestuurdersportier Vergrendelen van het portier aan
passagierszijde
2
Toegang tot de auto
Page 66 of 393

64
308_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Batterij vervangen
Batterij ref.: CR2032 / 3 V.
D eze batterij is via het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats verkrijgbaar.
Als de batterij vervangen moet worden, wordt u
gewaarschuwd door een melding op het display
van het instrumentenpaneel.
F
W
ip het deksel met een kleine
schroevendraaier bij de uitsparing los.
F
V
erwijder het deksel.
F
V
erwijder de lege batterij.
F
P
laats een nieuwe batterij in de juiste
richting in de houder.
F
D
ruk het deksel vast.Gooi de lege batterijen van de
afstandsbediening niet weg: ze
bevatten metalen die schadelijk zijn
voor het milieu.
Lever lege batterijen in bij een speciaal
verzamelpunt. Na het losnemen en weer aansluiten van de
accukabels, het vervangen van de batterij
van de afstandsbediening of een storing in de
afstandsbediening kan de auto niet meer met
de afstandsbediening ontgrendeld, vergrendeld
en gelokaliseerd worden.
Storing in en resetten van
de afstandsbediening
F Steek eerst de mechanische sleutel
(ondergebracht in de afstandsbediening) in
het slot om de auto te ontgrendelen.
F
V
erwijder de bekleding onder de
12V-aansluiting.
F
P
laats de elektronische sleutel in de
desbetreffende houder.
F
Z
et het contact aan door op de knop
"START/STOP" te drukken.
De elektronische sleutel werkt nu weer.
Raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats als
de storing niet is verholpen.
Toegang tot de auto
Page 67 of 393

65
308_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Sleutels, afstandsbediening, elektronische sleutel verloren
Ga met het kentekenbewijs van de auto, uw legitimatiebewijs en indien mogelijk de sticker met de sleutelcode naar het PEUGEOT-netwerk.
Het PEUGEOT-netwerk kan de speciale code van de sleutel en de transponder opzoeken en een nieuwe sleutel bestellen.
Afstandsbediening
De radiografische afstandsbediening is een systeem met een groot bereik. Het is raadzaam om niet met de knop van de afstandsbediening te
spelen om te voorkomen dat de portieren per ongeluk ontgrendeld worden.
Druk nooit op de knoppen van uw afstandsbediening buiten het bereik en het zicht van uw auto. De afstandsbediening kan dan onbruikbaar
worden en moet in dat geval opnieuw worden gesynchroniseerd.
De afstandsbediening kan niet functioneren als de sleutel in het contactslot zit, zelfs als het contact uitstaat.
Vergrendelen van de auto
Het rijden met vergrendelde portieren kan in geval van nood de toegang tot het interieur belemmeren.
Neem uit veiligheidsover wegingen (kinderen in de auto) de sleutel met afstandsbediening of de elektronische sleutel mee als u de auto verlaat,
zelfs al is dit voor korte duur.
Elektrische storingen
De elektronische sleutel van het Keyless entry and start-systeem werkt in sommige gevallen niet correct in de nabijheid van elektronische
apparatuur: telefoon, laptop, sterke magnetische velden, ...
Diefstalbeveiliging
Breng geen wijzigingen aan in de elektronische startblokkering; dit kan tot storingen leiden.
Vergeet niet aan het stuur wiel te draaien om het stuurslot te activeren.
Bij het aanschaffen van een gebruikte auto
Laat uw sleutels door het PEUGEOT-netwerk in het elektronische geheugen van de auto opslaan, zodat u er zeker van kunt zijn dat de in uw
bezit zijnde sleutels de enige zijn waarmee de auto kan worden gestart.
2
Toegang tot de auto
Page 68 of 393

66
308_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Vergrendelen / ontgrendelen van binnenuit
Als binnen 30 seconden na het
o ntgrendelen geen enkel portier
is geopend, worden de portieren
automatisch weer vergrendeld. Als de supervergrendeling is
ingeschakeld of als de auto is
vergrendeld met de afstandsbediening
of de portiergrepen, is de knop buiten
werking. Gebruik in dat geval de sleutel
of de afstandsbediening om de auto te
ontgrendelen. Het rijden met vergrendelde portieren
kan bij een noodgeval de toegang tot de
auto voor de hulpdiensten belemmeren.
F
D
ruk op de knop om de portieren en de
achterklep te ver- of ontgrendelen.
Als de supervergrendeling is ingeschakeld, is
de knop buiten werking. Als u vanwege het vervoer van een
groot voor werp met de achterklep
geopend rijdt, kunt u op de knop
drukken om uitsluitend de portieren te
vergrendelen.
Bij het van binnenuit vergrendelen
worden de buitenspiegels niet ingeklapt.
Houd om deze functie in of uit te
schakelen de knop ingedrukt tot
een melding op het display wordt
weergegeven.
Automatische centrale
vergrendeling van de portieren
De portieren kunnen tijdens het rijden
automatisch worden vergrendeld (bij een
snelheid hoger dan 10
km/h).
Toegang tot de auto
Page 69 of 393

67
308_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
F Vergrendel de auto met het "Keyless entry and start"-systeem.
Vergrendelen van de auto
met alle beveiligingsfuncties
ingeschakeld
Inschakelen
F Vergrendel de auto met de afstandsbediening.
of
Het alarmsysteem is geactiveerd: het
verklikkerlampje van de knop zal één keer per
seconde knipperen en de richtingaanwijzers
knipperen gedurende ongeveer 2
seconden.
Na het vergrendelverzoek met de
afstandsbediening of met het "Keyless entry
and start"-systeem wordt de omtrekbeveiliging
na 5
seconden en de interieurbeveiliging na
45
seconden geactiveerd.
Indien een portier, de achterklep of de
motorkap niet goed is gesloten, wordt de auto
niet vergrendeld, maar wordt de beveiliging na
45
seconden wel ingeschakeld.
F
Z
et het contact af en verlaat de auto.
Dit systeem beveiligt uw auto tegen inbraak en
diefstal.
Het bestaat uit de volgende typen beveiliging:
Alarm
Omtrekbeveiliging
Dit systeem houdt de te openen
carrosseriedelen van de auto in de gaten.
Het alarm gaat af als iemand een portier, de
achterklep of de motorkap probeert te openen.
Automatische
beveiligingsfunctie
Dit systeem treedt in werking als iemand
probeert het alarm te saboteren.
Het alarm gaat af als iemand probeert de
accu, de knop of de kabels van de sirene
uit te schakelen of te beschadigen. Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats
alvorens wijzigingen aan het
alarmsysteem aan te brengen.
Interieurbeveiliging
Dit systeem treedt in werking als er
bewegingen in het interieur worden
waargenomen.
Het alarm gaat af als er een ruit wordt
ingeslagen, als iets of iemand de auto
binnendringt of als iets of iemand in de auto
beweegt. Dit systeem houdt de veranderingen in de
wagenhoogte in de gaten.
Het alarm gaat af als de auto wordt opgetild,
verplaatst of aangestoten.
Wegsleepbeveiliging*
Als de standkachel (indien
aanwezig) is ingeschakeld, kan de
interieurbeveiliging niet worden
gebruikt.
* Op de GT- en GTi-uitvoeringen.
2
Toegang tot de auto
Page 70 of 393

68
308_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Uitschakelen
F Druk op deze ontgrendelknop van de afstandsbediening.
of
F
O
ntgrendel de auto met het "Keyless entry
and start"-systeem.
Als de auto automatisch opnieuw wordt
vergrendeld (als 30
seconden zijn
verstreken zonder dat een portier of
de achterklep is geopend), wordt het
alarmsysteem niet automatisch weer
ingeschakeld.
Om het alarmsysteem in te schakelen
moet u de auto ontgrendelen en weer
vergrendelen met de afstandsbediening
of het "Keyless entry and start"-
systeem.
Het alarmsysteem is uitgeschakeld: het
verklikkerlampje van de knop is uit en de
richtingaanwijzers knipperen gedurende
ongeveer 2
seconden.
Vergrendelen van de auto met alleen de omtrekbeveiliging
ingeschakeld
Schakel de interieurbeveiliging (en de
wegsleepbeveiliging als uw auto hiermee is
uitgerust) uit om te voorkomen dat het alarm
onnodig wordt ingeschakeld als bijvoorbeeld:
-
i
emand in de auto aanwezig is,
-
e
en ruit op een kier blijft staan,
-
d
e auto wordt gewassen,
-
e
en wiel wordt ver wisseld,
-
d
e auto wordt gesleept,
-
d
e auto op een boot wordt vervoerd.Uitschakelen van de
interieurbeveiliging
De wegsleepbeveiliging wordt ook
uitgeschakeld (als uw auto hiermee is
uitgerust). F
Z
et het contact af en druk binnen
10
seconden op deze toets en
houd deze ingedrukt tot het
verklikkerlampje blijft branden.
F
S
tap uit.F
V
ergrendel onmiddellijk de auto
met de afstandsbediening of met
het "Keyless entry and start"-
systeem.
Alleen de omtrekbeveiliging wordt
ingeschakeld: het verklikkerlampje van de knop
zal één keer per seconde knipperen.
Om de interieurbeveiliging uit te schakelen
moet deze procedure elke keer na het afzetten
van het contact worden uitgevoerd.
Toegang tot de auto