USB PEUGEOT 308 2022 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2022, Model line: 308, Model: PEUGEOT 308 2022Pages: 260, PDF Size: 8 MB
Page 6 of 260

4
Overzicht
Presentatie
Deze afbeeldingen en beschrijvingen dienen alleen 
ter informatie. De aanwezigheid en de locatie van 
bepaalde elementen kunnen variëren afhankelijk 
van de uitvoering of het uitrustingsniveau.
Cockpit 
 
 
 
1. Noodoproep / pechhulpoproep
Schuif- / kanteldak
Alarm
Plafonnier / leeslampjes vóór
2. Pictogrammendisplay veiligheidsgordels en 
airbag vóór aan passagierszijde
Binnenspiegel / ledcontrolelampje 
Electric-rijstand
3. Instrumentenpaneel
4. Schakelaarpaneel aan de zijkant / 
Muntenhouder
5. Zekeringkast
6. Motorkap openen
7. Buitenspiegels
Elektrische ruitbediening
Centrale vergrendeling
8. Middenarmsteun voor
USB-aansluitingen
9. Airbag vóór aan passagierszijde
10. DashboardkastjeMiddenconsole 
 
1.10 inch touchscreen
2. Centraal schakelaarpaneel
3. Opbergruimte of draadloze smartphonelader
4. Starten / afzetten van de motor met START/
STOP
5. Opbergruimte
USB-aansluiting
12V-aansluiting
Bekerhouder
6. Versnellingsbak / transmissie
7. Keuzeschakelaar rijstand
8. Elektrische parkeerrem
9. Opbergruimte / opbergruimte smartphone    
Page 61 of 260

59
Ergonomie en comfort
3Voorzieningen vóór 
 
1.Zonneklep
2. Muntenhouder (afhankelijk van de uitvoering)
3. Dashboardkastje met verlichting
4. Portiervakken
5. Opbergruimte of draadloze smartphonelader
6. Voorste USB-aansluiting / 12V-aansluiting
7. Bekerhouder
8. Opbergruimte of opbergvak voor een 
smartphone met, afhankelijk van de 
uitvoering,
  afsluitbare kabeldoorvoer in de 
armsteun vóór
9. Armsteun vóór met opbergvak (afhankelijk van 
de uitvoering)
Voorste USB-aansluiting (afhankelijk van de 
uitvoering)
10.Achterste USB-aansluiting (afhankelijk van de 
uitvoering)
Zonneklep
► Open de  afdekklep terwijl het contact aan 
staat. De verlichting van de make-upspiegel gaat 
automatisch branden (afhankelijk van de uitvoering).
De zonneklep bevat tevens een mogelijkheid voor 
het opbergen van pasjes.
Dashboardkastje
► Beweeg de handgreep omhoog om het  
dashboardkastje te openen.
Als het contact aan is, is het dashboardkastje 
verlicht wanneer het geopend is.
Afhankelijk van de uitvoering heeft het ook een 
afsluitbare ventilatieopening. Via deze opening wordt 
dezelfde gekoelde lucht als die voor het interieur 
aangevoerd.
Rijd nooit met een geopend  dashboardkastje als er iemand op de 
voorpassagiersstoel zit. Bij hard remmen kan dit 
letsel tot gevolg hebben.
12V-aansluiting 
 
 
 
► Steek een 12V -accessoire (met een maximaal 
nominaal vermogen van 120 W) met een geschikte 
adapter in de aansluiting.
Houd rekening met het maximale vermogen  om te voorkomen dat het accessoire 
beschadigd raakt.
Het aansluiten van elektrische apparatuur  die niet door PEUGEOT is goedgekeurd, 
zoals een lader met USB-aansluitingen, kan 
leiden tot storingen in de werking van de 
elektrische systemen van de auto, zoals een 
slechte radio-ontvangst of storingen in de 
weergave van de displays.
USB-aansluitingen
Deze symbolen bepalen waarvoor de USB-
aansluiting kan worden gebruikt:
Voeding en opladen.  
Hetzelfde, maar ook het uitwisselen van 
multimediagegevens met het audiosysteem.    
Page 62 of 260

60
Ergonomie en comfort
Hetzelfde, maar ook met apps op uw smartphone op het touchscreen.
 
 
 
 
Op de USB-aansluitingen kunt u draagbare 
apparatuur aansluiten. 
De USB-aansluiting aan de voorzijde  van de middenconsole kan ook 
worden gebruikt om een smartphone via Android 
Auto
® of CarPlay® te verbinden, zodat u bepaalde 
apps van uw smartphone via het touchscreen kunt 
gebruiken.
Gebruik voor de beste resultaten een kabel die is 
gemaakt of goedgekeurd door de fabrikant van het 
apparaat.
Deze apps kunnen met de schakelaars op en 
rondom het stuurwiel of de bedieningselementen 
van het audiosysteem worden beheerd.
Opbergvak voor smartphone / 
USB-aansluiting
 
 
► Open de armsteun vóór voor toegang tot de  
kabeldoorvoer.
►
 
Open het klepje van de kabeldoorvoer
 .
►
 
Plaats het aan te sluiten apparaat met de
  
bijbehorende USB-kabel in de opbergruimte.
►
 
Leid de kabel door de kabeldoorvoer in de
  
armsteun vóór.
►
 
Sluit de kabel aan op de USB-aansluiting om het
  
apparaat op te laden.
Tijdens het gebruik van de USB-aansluiting  wordt het draagbare apparaat automatisch 
opgeladen.
Tijdens het laden wordt er een melding 
weergegeven als het stroomverbruik van de 
draagbare apparatuur hoger is dan de door de 
auto geleverde stroomsterkte.
Zie de hoofdstukken over de audio- en 
telematicasystemen voor meer informatie over 
het gebruik van deze apparatuur.
Draadloze smartphonelader 
 
 
 
Met dit systeem kunt u apparaten zoals een 
smartphone draadloos opladen volgens het principe 
van magnetische inductie, in overeenstemming met 
de norm Qi 1.1.
Het op te laden apparaat moet zelf compatibel 
zijn met de norm Qi of moet zijn voorzien van een 
compatibele hoes of houder.
Er kan ook een mat worden gebruikt, mits deze door 
de fabrikant is goedgekeurd.
Het laadgedeelte is te herkennen aan het symbool 
Qi.
De lader werkt terwijl de motor draait en het Stop & 
Start-systeem in de STOP-stand staat.
Het opladen wordt aangestuurd door de 
smartphone.
Bij het Keyless Entry and Start-systeem kan de 
werking van de lader kort worden onderbroken als er 
een portier wordt geopend of als het contact wordt 
uitgeschakeld.
Opladen
► Als het laadgedeelte leeg is, kunt u een apparaat  
in het midden plaatsen.    
Page 65 of 260

63
Ergonomie en comfort
3Aanraakgevoelige uitvoering met led
1. Aanraakgevoelige plafonnier vóór
2. Aanraakgevoelige leeslampjes vóór
3.Aanraakgevoelige leeslampjes achter
Aanraakgevoelige plafonnier
De plafonnier gaat geleidelijk aan:
–
 als de auto wordt ontgrendeld.
–
 
als het contact wordt afgezet.
–
 
als een van de portieren wordt geopend.
–
 
als er op de vergrendeltoets van de
  
afstandsbediening wordt gedrukt om de auto te 
lokaliseren.
De plafonnier gaat uit:
– als de auto wordt vergrendeld.
–  als het contact wordt aangezet.
–
 
30 seconden na het sluiten van het laatste portier
 .
De aanraakgevoelige kaartleeslampjes voor en 
achter gaan samen met de plafonnier aan en uit.
Wanneer er lang op de aanraakgevoelige  plafonnier voorin wordt gedrukt, wordt de 
lamp volledig uitgeschakeld (wat wordt bevestigd 
met het symbool "OFF").
De aanraakgevoelige leeslampjes voorin en 
achterin blijven werken.
Sfeerverlichting
De  sfeerverlichting geeft een zachte, gekleurde 
verlichting in het interieur wanneer er weinig licht is. 
Standaard is de kleur van de sfeerverlichting 
gekoppeld aan dat van de schermen, afhankelijk van 
de geselecteerde rijstand.
U kunt deze functie in- en uitschakelen en de  lichtsterkte ervan aanpassen via 
Instellingen > Helderheid op het touchscreen.
De kleur wordt geselecteerd via Instellingen > 
Aanpassingen
  op het touchscreen.
Voorzieningen achter
USB-aansluitingen 
 
Deze USB-aansluitingen zijn bestemd voor de 
voeding en het opladen van draagbare apparatuur.
Via de linker USB-aansluiting kunnen ook 
multimediagegevens worden uitgewisseld met het 
audiosysteem (afhankelijk van het land waar de auto 
is verkocht).    
Page 69 of 260

67
Ergonomie en comfort
3Achter de achterbank 
 
► Verwijder de bagageafdekking.
► Steek de uiteinden van de stang een voor een in  
de bevestigingspunten in het dak.
►
 
Bevestig de riemen van het net aan de onderste
  
ringen op elk zijpaneel van de bagageruimte.
►
 
Span het net met behulp van de riemen.
Vloerplaat bagageruimte, 2 
standen (SW)
(Afhankelijk van de uitvoering)
De  vloerplaat met 2 standen kan met behulp van 
de steunen aan de zijkant in twee standen worden 
gezet, waarmee u de bagageruimte naar wens kunt 
indelen:
–
 
Hoogste stand (
 maximaal 100   kg): met de 
achterbank neergeklapt ontstaat zo een vlakke 
laadvloer tot aan de voorstoelen.
–
 
Laagste stand (
 maximaal 150   kg): maximale 
inhoud van de bagageruimte.
Bij bepaalde uitvoeringen kan de  verplaatsbare vloerplaat niet in de laagste 
stand worden gezet.
Hoogteverstelling:
►
 
T
rek de vloerplaat met behulp van de middelste 
handgreep omhoog en naar u toe en gebruik 
vervolgens de steunen aan de zijkant om de 
vloerplaat te verplaatsen.
►
 
Duw de vloerplaat zo ver mogelijk naar voren om
  
deze in de gewenste stand te zetten.
 
 
Vastzetten in de opgetilde stand:
►  T il de vloerplaat vanuit de hoge stand op tot de 
bagageafdekking.
►
 
Haak deze in de gekantelde positie in de steunen
  
aan de zijkant om hem te bevestigen.
12 V-accessoireaansluiting
► Til, wanneer u een 12   V-accessoire (maximaal 
vermogen: 120 W) wilt aansluiten, het kapje op en 
sluit een geschikte adapter aan.
►
 
Zet het contact aan.
Het aansluiten van elektrische apparatuur die niet door PEUGEOT is goedgekeurd, 
zoals een lader met USB-aansluitingen, kan 
leiden tot storingen in de werking van de 
elektrische systemen van de auto, zoals een 
slechte radio-ontvangst of storingen in de 
weergave van de displays.
Verlichting bagageruimte
De  verlichting gaat automatisch branden zodra de 
achterklep wordt geopend en gaat automatisch uit 
zodra deze wordt gesloten.
De tijd dat de bagageruimteverlichting brandt, hangt 
af van de situatie:
–
 
Bij afgezet contact: ongeveer 10 minuten.
–
 
In de eco-modus: ongeveer 30 seconden.
–
 
Bij draaiende motor: onbeperkt.
Opbergbak
► Til de harde vloerplaat van de bagageruimte 
zover mogelijk op of til de gedeelde mat van de 
bagageruimte (afhankelijk van de uitvoering) op voor 
toegang tot de opbergbak.
►  
Bij de vloerplaat met 2 posities (SW) tilt u de
  
plaat zo ver mogelijk op of tilt u de afdekking aan de 
achterkant van de bagageruimte op voor toegang tot 
de opbergbakken.
De afdekking aan de achterkant van de 
bagageruimte is ook toegankelijk vanaf de tweede 
zitrij als de rugleuningen van de achterbank zijn 
neergeklapt.
Afhankelijk van de uitvoering bevat de opbergbak:    
Page 219 of 260

217
PEUGEOT i-Connect Advanced - PEUGEOT i-Connect
10Het systeem ondersteunt twee talen die worden 
gebruikt wanneer er wordt gereden in gebieden die 
niet door een mobiel netwerk worden gedekt.
Deze talen, die ingebouwde talen worden genoemd, 
zijn in het systeem gedownload.
Als de gekozen taal niet is gedownload, verschijnt 
er een melding op het scherm zodra het mobiele 
netwerk voor het eerst geen verbinding meer heeft 
en wordt aangeboden om de taal te downloaden.
Download deze nieuwe taal van tevoren via het 
Wi-Fi-netwerk om deze in alle gebieden te kunnen 
gebruiken (zet het contact aan zonder de motor te 
starten).
Voer de downloadprocedure uit die op het scherm 
wordt weergegeven.
Wanneer deze nieuwe taal wordt gedownload, 
wordt de ingebouwde taal die het minst is gebruikt, 
verwijderd.
Informatie - Het systeem 
gebruiken
Wanneer gesproken commando's zijn ingeschakeld, moet u uw commando na het 
geluidssignaal geven.
Voor commando's in verschillende fasen vindt 
interactie met het systeem plaats om het eerste 
verzoek te voltooien.
Sommige commando's worden na 7 seconden 
automatisch gevalideerd.
Als het systeem uw commando niet kan uitvoeren, 
wordt dit aangegeven door een gesproken bericht 
en een melding op het scherm.
De spraakherkenning openen
Gesproken commando's kunnen worden  gebruikt op elke schermpagina op 
voorwaarde dat er geen andere functies actief zijn 
die prioriteit hebben (achteruitrijden, noodoproep of 
pechhulpoproep, telefoongesprek of wanneer de 
spraakherkenning van een andere smartphone al 
wordt gebruikt).
De spraakherkenning kan als volgt worden geopend:
►
 
Zeg
  "OK Peugeot".
Of
►
 
Druk op de toets op het stuurwiel.
Of
►
 
Druk op de toets op het touchscreen.
Houd rekening met het volgende om ervoor  te zorgen dat het systeem uw gesproken 
commando's altijd herkent: 
–
 
Spreek met een normale stem de woorden
  
natuurlijk en volledig uit, zonder uw stem te 
verheffen.
–
 
Na het openen van de spraakherkenning
  
met de toets op het stuurwiel of de toets op 
het touchscreen moet u altijd wachten op de 
pieptoon (geluidssignaal) voordat u begint 
te praten. Er klinkt geen piep wanneer de 
spraakherkenning met "OK Peugeot" wordt 
geopend. 
–
 
V
oor een optimale werking raden wij u aan om 
de ruiten en het schuif- / kanteldak (afhankelijk 
van de uitvoering) te sluiten om geluiden van 
buiten te voorkomen. Schakel ook de ventilatie 
uit.
– Vraag de andere passagiers om stil te zijn 
voordat u gesproken commando's geeft.
Voorbeeld van een gesproken commando  voor de airconditioning:
"zet de ventilator harder"
"Zet de airconditioning aan"
"ik heb het te heet"
Voorbeeld van een gesproken commando  voor radio en media:
"Ik wil naar michael jackson luisteren"
"schakel over naar radio"
"stem af op 88.5"
Gesproken commando's voor media zijn  alleen beschikbaar met een 
USB-verbinding.
Voorbeeld van een gesproken commando  voor de navigatie:
"navigeer naar huis"
"Leid me naar daniëlles huis"
"zoek openbare parkeergelegenheid in de buurt"
Geef, afhankelijk van het land, de  bestemmingsinstructies (het adres) op in de 
taal die voor het systeem is geconfigureerd.
Voorbeeld van een gesproken commando  voor de telefoon:
"bel de mobiel van matthijs"
"bel 071 5467563"
"Bel jonas"    
Page 221 of 260

219
PEUGEOT i-Connect Advanced - PEUGEOT i-Connect
10Connectiviteit
Een apparaat met een 
draadverbinding aansluiten 
via USB
Door een mobiel apparaat via USB te verbinden kan 
het apparaat worden opgeladen. De geautoriseerde  
mediacontent kan dan ook beschikbaar worden 
gesteld aan het systeem (Media-content van het 
iPod
®-type).Met een enkele USB-aansluiting kan de  Mirror Screen-verbinding (Apple®CarPlay® of 
Android Auto) voor compatibele verbonden mobiele 
apparaten tot stand worden gebracht en kunnen 
bepaalde apps van het apparaat op het touchscreen 
worden gebruikt.
Zie het deel "Ergonomie en comfort - Voorzieningen" 
voor meer informatie over de USB-aansluiting die 
compatibel is met de Mirror Screen
®-functie.
Wanneer het mobiele apparaat is aangesloten met 
de USB-kabel wordt het opgeladen.
Voor de beste prestaties raden wij u aan om  de originele USB-kabels (bij voorkeur zo 
kort mogelijke kabels) van uw apparaten te 
gebruiken.
Gebruik geen USB-verdeelstekker om  beschadiging van het systeem te 
voorkomen.
Bluetooth®-verbinding
Verbinding met een mobiel apparaat met het 
systeem van de auto via Bluetooth® biedt toegang 
tot de inhoud en "Media"-streaming. Deze zorgt er 
ook voor dat de Telefoon-functie wordt ingeschakeld.
De verbinding kan worden gestart via het Bluetooth
®-
menu van het mobiele apparaat of via het systeem 
van de auto. Hiervoor moet het "Apparaten"-menu 
worden geopend om voor de eerste keer verbinding 
te maken.
In sommige gevallen moet u uw apparaat  ontgrendelen en toestemming geven bij het 
synchroniseren van contactpersonen en recente 
oproepen.
Het kan zijn dat sommige functies niet door uw 
apparaat worden ondersteund.
Bezoek de landelijke website van het merk 
voor informatie over de gedeeltelijke of 
volledige compatibiliteit van typen apparaten en 
smartphones.
Koppelingsprocedure via een apparaat
In het Bluetooth®-menu op uw mobiele 
apparaat selecteert u de naam van het 
systeem in de lijst met gedetecteerde apparaten.
Om de Bluetooth® -functie van uw systeem 
zichtbaar te maken opent u eerst het 
" Apparaten"-menu van het systeem.
Voer de eerste verbindingsprocedure uit die door het 
systeem en op het apparaat wordt voorgesteld.
Bijvoorbeeld het valideren van de koppelingscodes.
Koppelingsprocedure via het systeem
Druk op de "Instellingen"-app.  
Selecteer het "Connectiviteit"-tabblad in de lijst.
Selecteer "Apparaten".  
Selecteer de naam van het mobiele apparaat 
waar vanaf u verbinding wilt maken:
–
 
De lijst met bekende apparaten (als het apparaat
  
al met het systeem verbonden is geweest).
of
–
 
De lijst met gedetecteerde apparaten (als het
  
apparaat nooit met het systeem verbonden is 
geweest of uit het systeem is verwijderd).
Een mobiel apparaat dat al verbonden is  met het systeem wordt automatisch opnieuw 
verbonden wanneer de auto wordt gestart als het 
gebruikersprofiel is geselecteerd.
Het automatisch opnieuw verbinden wordt 
gepauzeerd wanneer het "Apparaten"-menu 
wordt geopend. Op deze manier kan het systeem 
de Bluetooth
® -functie zichtbaar maken om een 
nieuw apparaat te verbinden.
De verbinding met het systeem wordt ongedaan 
gemaakt wanneer het bestuurdersportier wordt 
geopend en het contact wordt afgezet.
Automatisch opnieuw verbinding maken
Wanneer een gebruikersprofiel is geselecteerd, 
kan het systeem automatisch apparaten die     
Page 222 of 260

220
PEUGEOT i-Connect Advanced - PEUGEOT i-Connect
al verbonden en gedetecteerd waren opnieuw 
verbinden.
Apparaten die al gekoppeld waren aan het 
geselecteerde gebruikersprofiel worden als eerste 
verbonden, en als dat niet lukt, worden de laatst 
verbonden apparaten opnieuw verbonden.
Wi-Fi-verbinding
Het systeem heeft een externe Wi-Fi-
verbindingsmodus voor het uitvoeren van 
systeemupdates.
Druk op de "Instellingen"-app. 
Selecteer het "Connectiviteit"-tabblad in de lijst.
Selecteer "Wi-Fi".  
Schakel "Wi-Fi" in of uit.
Het systeem gaat zoeken naar   Wi-Fi-
netwerken in de omgeving.
   Dit kan een paar 
seconden duren.
Selecteer het Wi-Fi-netwerk waarmee u verbinding 
wilt maken en voer het wachtwoord in.
Bescherm uw systeem door alleen  verbinding te maken met netwerken die 
voldoende zijn beschermd. Versleutelingsniveau 
WPA2, gelijkwaardig aan het beveiligingsniveau 
voor thuisgebruik, is vereist.
Een netwerk dat al met het systeem is  verbonden, wordt automatisch opnieuw 
verbonden zodra het systeem het netwerk 
detecteert en de Wi-Fi-functie is ingeschakeld.
De Wi-Fi-verbinding van het systeem met  een apparaat dat al draadloos verbonden is 
via Mirror Screen
® is niet mogelijk. Gebruik dan 
een Mirror Screen®-verbinding via de 
USB-aansluiting.
Apparaatbeheer
Voor elk apparaat dat al via een draadloze 
verbinding (Bluetooth® of draadloze Mirror Screen®-
verbinding) verbonden is met het systeem, kan 
een favoriete verbindingsmodus worden ingesteld 
(afhankelijk van de functies die het apparaat kan 
ondersteunen). Wanneer een profiel is gekozen, is 
het dus mogelijk om in te stellen of een apparaat 
verbonden moet worden via een draadloze 
Bluetooth
®-verbinding of een draadloze Mirror 
Screen®-verbinding wanneer het systeem wordt 
gestart.
Druk op de "Instellingen"-app.  
Selecteer "Connectiviteit" in de lijst.
Selecteer "Apparaten" om een lijst met  gekoppelde apparaten weer te geven.
Druk op deze toets om de verbinding van een apparaat te beheren.
Kies een verbindingstype en bevestig deze keuze 
door op "TOEPASSEN" te drukken.
Een apparaat verwijderen
Druk op de "Instellingen"-app.  
Selecteer "Connectiviteit" in de lijst.
Selecteer "Apparaten" om een lijst met  gekoppelde apparaten weer te geven.
Druk op deze toets.  
Druk op "VERWIJDEREN".
Bevestig deze keuze door op "JA" te drukken.
Het kan zijn dat sommige apparaten die net  uit het systeem zijn verwijderd om een 
verbinding vragen. Weiger dit verzoek.
Mirror Screen®
Wanneer een smartphone via Mirror  Screen® is verbonden, worden de locatie 
van de auto en bepaalde gegevens over de auto 
naar de smartphone gestuurd (zoals merk, stuur 
links of rechts, dag-/nachtmodus en rijsnelheid).
Apple® CarPlay®-verbinding 
voor smartphones
Er kan één Apple® CarPlay®-smartphone worden 
verbonden door middel van een USB-kabel of via 
een draadloze verbinding.
Schakel eerst de CarPlay®-functie op uw 
Apple®-smartphone in.
Als het apparaat geen verbinding kan maken, 
zie de website Apple om te controleren of het 
apparaat compatibel is met de functie.
Als het probleem aanhoudt, verwijder alle 
opgeslagen verbindingen op de smartphone en     
Page 223 of 260

221
PEUGEOT i-Connect Advanced - PEUGEOT i-Connect
10in het systeem voordat u een nieuwe verbinding 
maakt.
Sluit de smartphone aan op het systeem met behulp van de USB-aansluiting die 
compatibel is met Mirror Screen.
Apple
® CarPlay® wordt automatisch gestart een paar 
seconden nadat de USB-verbinding tot stand is 
gekomen. In sommige gevallen moet uw apparaat 
ontgrendeld worden.
De smartphone wordt opgeladen als deze via een 
USB-kabel is aangesloten.
Er is slechts één USB-aansluiting voor de  Mirror Screen®-verbinding (Apple®CarPlay®); 
zie het deel "Ergonomie en comfort 
- Voorzieningen".
Voor de beste prestaties raden wij u aan 
om de originele USB-kabels (bij voorkeur zo 
kort mogelijke kabels) van uw apparaten te 
gebruiken.
De draadloze verbinding van een
 
Apple® CarPlay®-
apparaat kan worden gestart via het menu 
" Apparaten".
Schakel eerst de Bluetooth
®-functie van de 
smartphone in.
Druk op de "Instellingen"-app.  
Selecteer "Connectiviteit" in de lijst.
Selecteer "Apparaten" om het apparaat  weer te geven dat moet worden verbonden 
met Apple
®CarPlay®.
Als het apparaat al via Bluetooth® met het systeem 
is verbonden, selecteert u de apparaatinstellingen 
in de lijst van bekende apparaten en kiest u 
Apple
®CarPlay® als de modus voor draadloze 
verbinding.
Als het apparaat niet eerder met het systeem 
verbonden is geweest, moet het worden gekoppeld. 
Zie hiervoor het deel "Bluetooth
®-verbinding".
Het systeem detecteert of de smartphone 
compatibel is met Apple en stelt voor om deze te 
verbinden na het koppelingsproces.CarPlay
Om een volgende keer de smartphone automatisch 
te verbinden, moet de Bluetooth
® op uw apparaat 
zijn ingeschakeld.
Zodra de verbinding tot stand is gekomen,  drukt u op deze toets om de interface 
" Apple
®CarPlay®" weer te geven.Houd de toets op of bij het stuurwiel 
ingedrukt en zeg "Siri" om de gesproken 
commando's van de smartphone in te schakelen.
Android Auto-verbinding voor  smartphones
Er kan één smartphone via Android  Auto   worden 
verbonden door middel van een USB-kabel of via 
een draadloze verbinding.
Installeer de "Android Auto"-app op de  smartphone via de "Play Store".
Voor de "Android Auto"-functie is een 
compatibele smartphone nodig.
Als het apparaat geen verbinding kan maken, 
controleer dan op de website van Android Auto of 
het apparaat compatibel is met de functie.
Als het probleem aanhoudt, verwijder alle 
opgeslagen verbindingen op de smartphone en 
in het systeem voordat u een nieuwe verbinding 
maakt.
Voor een optimale draadloze verbinding raden 
we aan om uw smartphone uit de buurt van 
andere Wi-Fi-netwerken te houden waarmee 
automatisch verbinding kan worden gemaakt.
Sluit de smartphone aan op het systeem met  behulp van de USB-aansluiting die 
compatibel is met Mirror Screen
®.
Android Auto wordt een paar seconden nadat 
de USB-verbinding tot stand is gekomen 
gestart. Voor de eerste verbinding moet een 
bevestigingsprocedure op de smartphone worden 
uitgevoerd. Hiervoor moet de auto stilstaan.
De smartphone wordt opgeladen als deze via een 
USB-kabel is aangesloten.
Er is slechts één USB-aansluiting voor de  Mirror Screen®-verbinding  (Android Auto); 
zie het hoofdstuk "Ergonomie en comfort 
- Voorzieningen ".
Voor de beste prestaties raden wij u aan 
om de originele USB-kabels (bij voorkeur zo 
kort mogelijke kabels) van uw apparaten te 
gebruiken.    
Page 224 of 260

222
PEUGEOT i-Connect Advanced - PEUGEOT i-Connect
De draadloze verbinding van een Android Auto-
apparaat kan worden gestart via het menu 
"Apparaten".
Schakel eerst de Bluetooth
®-functie van de 
smartphone in.
Druk op de "Instellingen"-app.  
Selecteer het "Connectiviteit"-tabblad in de lijst.
Selecteer "Apparaten" om het apparaat  weer te geven dat moet worden verbonden 
met Android Auto.
Als het apparaat al via
  Bluetooth
® met het systeem 
is verbonden, selecteert u de apparaatinstellingen 
in de lijst van bekende apparaten en kiest u Android 
Auto als de modus voor draadloze verbinding.
Als het apparaat niet eerder met het systeem 
verbonden is geweest, moet het worden gekoppeld. 
Zie hiervoor het deel "Bluetooth
®-verbinding".
Het systeem detecteert of de smartphone 
compatibel is met Android Auto en stelt voor om 
deze te verbinden na het koppelingsproces.
Wanneer u wilt dat uw smartphone een volgende 
keer automatisch verbinding maakt, moet Bluetooth
® 
op uw apparaat zijn ingeschakeld.
Zodra de verbinding tot stand is gekomen,  drukt u op deze toets om de "Android 
Auto"-interface weer te geven.
Houd de toets op of bij het stuurwiel  ingedrukt en zeg "OK Google" om de 
gesproken commando's van de smartphone in te 
schakelen.
Media
De bron wijzigen
Druk op de "Media"-app.  
Druk op deze toets om de bron (radio, 
audiostreaming via een USB-aansluiting, 
Bluetooth
® of Mirror Screen®) te wijzigen.
Een radiozender selecteren
Druk op de "Media"-app.  
Selecteer het "Afspelen"-tabblad in de lijst.
Druk op een van de toetsen om  automatisch naar radiozenders te 
zoeken.
Of
Verplaats de schuifbalk om handmatig naar  andere frequenties te zoeken.
Of
Druk op deze toets.  
Voer de frequentie in via het virtuele 
toetsenbord.
Druk op deze knop om te bevestigen.  
Wanneer u op het "Zenders"-tabblad drukt, wordt 
een lijst met zenders weergegeven.
Druk op "Dempen" om het geluid in te  schakelen/uit te schakelen.
De radio-ontvangst kan worden verstoord door het gebruik van elektrische apparatuur 
die niet door het merk is goedgekeurd, zoals een 
lader met USB-aansluiting die is aangesloten op 
de 12V-aansluiting.
Er kunnen storingen in de ontvangst optreden 
door obstakels in de omgeving (bergen, 
gebouwen, tunnels, parkeergarages enz.), ook 
als de RDS-functie is ingeschakeld. Dit is een 
normaal verschijnsel voor radiogolven en kan in 
geen enkel opzicht worden gezien als een defect 
van het systeem.
Een radiozender opslaan
Selecteer een zender.Druk op de "Media"-app.  
Selecteer het "Afspelen"-tabblad in de lijst.
Druk op de toets "Favoriete radiozenders".  
Het opslaan vindt plaats door kort of lang op 
een van deze toetsen te drukken, of lang te 
drukken op een al opgeslagen favoriete radiozender 
die vervolgens vervangen wordt.
Druk op deze toets om terug te keren naar  de vorige pagina.
Radiozenders automatisch 
opzoeken
Via de toepassing "Media".Druk op de "Media"-app.