alarm PEUGEOT 308 2022 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2022, Model line: 308, Model: PEUGEOT 308 2022Pages: 260, PDF Size: 8 MB
Page 4 of 260

2
Inhoudsopgave
  ■
Overzicht
  ■
Eco-rijden
 1InstrumentenpaneelInformatie voor de bestuurder  10
Instrumentenpaneel met matrixdisplay  10
Digitale instrumentenpanelen  10
Waarschuwings- en verklikkerlampjes  12
Meters  18
Handmatige controle  22
Kilometerteller  22
Boordcomputer  22
10 inch touchscreen  23
i-Toggles  25
Op afstand bedienbare extra functies   
(plug-in hybride) 
 26
 2Toegang tot de autoAfstandsbediening/sleutel  27
Proximity Keyless Entry and Start  29
Centrale vergrendeling  31
Noodprocedures  32
Portieren  34
Achterklep  34
Elektrisch bedienbare achterklep (SW)  35
Alarm  38
Elektrische ruitbediening  41
Schuif- / kanteldak  41
 3Ergonomie en comfortZitpositie  44
Voorstoelen  45
Het stuurwiel verstellen  48
Stuurwielverwarming  49
Spiegels  49
Achterbank  51
Verwarming en ventilatie  53
Automatische airconditioning met gescheiden   
regeling 
 54
Ontwasemen - ontdooien voorruit en voorste   
zijruiten 
 57
Ontwasemen - ontdooien achterruit  57
Voorruitverwarming  57
Voorverwarming / -koeling (plug-in hybride)  58
Voorzieningen vóór  59
Plafonniers  62
Sfeerverlichting  63
Voorzieningen achter  63
Voorzieningen in de bagageruimte  64
 4Verlichting en zichtLichtschakelaar  69
Richtingaanwijzers  70
Hoogteverstelling van de koplampen  71
Automatisch inschakelen van de koplampen  71
Follow me home- en instapverlichting  72
Automatische verlichtingssystemen - Algemene 
aanbevelingen 
 72
Grootlichtassistent  73
Peugeot Matrix LED Technology 2.0  74
Ruitenwisserschakelaar  75
Intervalstand ruitenwissers  77
Automatische stand ruitenwissers  77
Ruitenwisserbladen vervangen  78
 5VeiligheidAlgemene aanbevelingen met betrekking tot de 
veiligheid  80
Alarmknipperlichten  80
Claxon  81
Geluidssignaal voor voetgangers (plug-in hybride)  81
Noodoproep of pechhulpoproep  81
Elektronisch stabiliteitsprogramma (ESP)  83
Veiligheidsgordels  86
Airbags  88
Kinderzitjes  91
De airbag vóór aan passagierszijde uitschakelen  93
ISOFIX-kinderzitjes  94
i-Size-kinderzitjes  95
Kinderzitjes plaatsen  96
Kinderbeveiliging  98
 6RijdenRijadviezen  99
Starten / afzetten van de motor met de sleutel  101
Starten / afzetten van de motor met Keyless   
Entry and Start 
 102
Plug-in hybrideauto starten  103
Elektrische parkeerrem  104
Handgeschakelde versnellingsbak  107
Automatische transmissie  107
Rijstanden  11 0
Hill  Start Assist  11 2
Schakelindicator  11 2
Stop & Start  11 3
Bandenspanningscontrolesysteem  11 4
Rij- en parkeerhulpsystemen - Algemene   
adviezen 
 11 6
Stuurwiel met hands-on-detectiesysteem  11 7
Snelkopppelingen voor rijhulpsystemen  11 8   
Page 6 of 260

4
Overzicht
Presentatie
Deze afbeeldingen en beschrijvingen dienen alleen 
ter informatie. De aanwezigheid en de locatie van 
bepaalde elementen kunnen variëren afhankelijk 
van de uitvoering of het uitrustingsniveau.
Cockpit 
 
 
 
1. Noodoproep / pechhulpoproep
Schuif- / kanteldak
Alarm
Plafonnier / leeslampjes vóór
2. Pictogrammendisplay veiligheidsgordels en 
airbag vóór aan passagierszijde
Binnenspiegel / ledcontrolelampje 
Electric-rijstand
3. Instrumentenpaneel
4. Schakelaarpaneel aan de zijkant / 
Muntenhouder
5. Zekeringkast
6. Motorkap openen
7. Buitenspiegels
Elektrische ruitbediening
Centrale vergrendeling
8. Middenarmsteun voor
USB-aansluitingen
9. Airbag vóór aan passagierszijde
10. DashboardkastjeMiddenconsole 
 
1.10 inch touchscreen
2. Centraal schakelaarpaneel
3. Opbergruimte of draadloze smartphonelader
4. Starten / afzetten van de motor met START/
STOP
5. Opbergruimte
USB-aansluiting
12V-aansluiting
Bekerhouder
6. Versnellingsbak / transmissie
7. Keuzeschakelaar rijstand
8. Elektrische parkeerrem
9. Opbergruimte / opbergruimte smartphone    
Page 8 of 260

6
Overzicht
2.Bediening audiosysteem
3. Snelkoppelingen voor rijhulpsystemen
4. Toegang tot de Klimaat-app
5. Voorruitontwaseming
6. Luchtrecirculatie in het interieur
7. Achterruitverwarming
8. Automatische airconditioning uitschakelen
9. Alarmknipperlichten
Plug-in hybridesysteem 
 
1.Benzinemotor
2. Elektromotor
3. Tractiebatterij
4. 12V-accu's voor accessoires
5. Elektrische automatische transmissie, 8 
versnellingen (e-EAT8)
6. Klep van de laadaansluiting
7. Brandstofvulklep
8. Keuzeschakelaar rijstand 9.
Kabel voor opladen via een normaal stopcontact
De  plug-in hybridetechnologie combineert 
twee energiebronnen: de benzinemotor en de 
elektromotor die de voorwielen aandrijven.
Deze twee motoren kunnen afzonderlijk of gelijktijdig 
werken, afhankelijk van de geselecteerde rijstand en 
de rijomstandigheden.
In de stand Electric   wordt de auto volledig elektrisch 
aangedreven, en in de stand Hybride alleen als er 
weinig vermogen wordt gevraagd. De elektromotor 
ondersteunt de benzinemotor bij het starten en 
accelereren.
Het elektrisch vermogen wordt geleverd door een 
oplaadbare tractiebatterij.
Stickers
Deel  "Ergonomie en comfort - Voorzieningen 
vóór - Draadloze smartphonelader":
 
 
Delen  "Verlichting en zicht - Lichtschakelaar" en 
"In geval van pech - Een gloeilamp vervangen":
 
 
Deel  "Veiligheid - Kinderzitjes - De airbag vóór 
aan passagierszijde uitschakelen":
 
 
Deel  "Veiligheid - ISOFIX-bevestigingen": 
i-SizeTOP TETHER 
Deel "Rijden - Elektrische parkeerrem": 
 
Deel "Rijden - Stop & Start":  
Deel "Praktische informatie - Compatibiliteit van 
brandstoffen":
 
 
 
 
Deel  "Praktische informatie - Plug-in 
hybridesysteem":
 
 
 
 
 
 
Deel  "Praktische informatie - De tractiebatterij 
opladen (Plug-in hybride)":
 
 
Deel  "Praktische informatie - Motorkap":  
     
Page 29 of 260

27
Toegang tot de auto
2Afstandsbediening/sleutel
Functies van de 
afstandsbediening
 
 
Afhankelijk van de uitvoering, De afstandsbediening 
kan worden gebruikt om de volgende functies op 
afstand te regelen:
– 
Ontgrendelen / vergrendelen / supervergrendelen
  
van de auto.
–
 
Ontgrendelen - Openen van de bagageruimte.
–
 
Bedienen van verlichting op afstand.
–
 
Inklappen / uitklappen van de buitenspiegels.
–
 
Inschakelen / uitschakelen van het alarmsysteem.
–
 
Lokaliseren van de auto.
–
 
Openen / sluiten van de ruiten.
–
 
Sluiten van het schuif-/kanteldak.
–
 
Activeren van de elektrische startonderbreker van
  
de auto.
De auto kan met behulp van noodprocedures 
worden vergrendeld / ontgrendeld, bijvoorbeeld als 
de afstandsbediening of de centrale vergrendeling 
defect is, of als de accu leeg is. Zie het betreffende  hoofdstuk voor meer informatie over de 
Noodprocedures.
Geïntegreerde sleutel
De sleutel in de afstandsbediening kan voor het 
volgende worden gebruikt, afhankelijk van de 
uitvoering:
–
 
De auto vergrendelen/ontgrendelen.
–
 
De handmatige kinderbeveiliging inschakelen/
uitschakelen.
–
 
De airbag vóór aan passagierszijde inschakelen/
uitschakelen.
–
 
De portieren met de reservefunctie ontgrendelen/
vergrendelen.
–
 
Contact inschakelen en de motor starten/afzetten.
Zonder Keyless Entry and Start
 
 
► Druk op de knop om de sleutel uit of in te  
klappen.
Met Keyless Entry and Start
 
 
► Houd de knop uitgetrokken om de sleutel te  
verwijderen of terug te plaatsen.
Wanneer de ingebouwde sleutel is  uitgenomen, dient u deze altijd bij u te 
houden om de betreffende noodprocedures uit te 
kunnen voeren.
Ontgrendelen van de auto  
De selectieve ontgrendeling  (bestuurdersportier, achterklep) kan worden 
ingesteld in de app Instellingen
  > Voertuig   van het 
touchscreen.
Volledige ontgrendeling
► Druk op de ontgrendelknop.
Selectieve ontgrendeling
Bestuurdersportier en brandstofvulklep
►  Druk op de ontgrendeltoets.   
Page 30 of 260

28
Toegang tot de auto
► Druk nogmaals op de toets om de andere 
portieren en de achterklep te ontgrendelen.
De laadstekker kan bij de tweede keer drukken 
worden losgekoppeld.
De volledige of selectieve ontgrendeling en, 
afhankelijk van de uitvoering, de uitschakeling van 
het alarm worden bevestigd door het knipperen 
van de richtingaanwijzers en het branden van de 
dagrijverlichting.
Afhankelijk van de uitvoering worden de 
buitenspiegels uitgeklapt.
Openen van de ruiten
►
 
U kunt de ruiten openen door langer dan
  
3 seconden op de ontgrendeltoets te drukken 
(afhankelijk van de uitvoering).
►
 
Druk nog een keer op de toets om het openen
  
van de ruiten te stoppen.
Selectief ontgrendelen en openen van de 
achterklep
Selectief ontgrendelen van de achterklep is 
standaard uitgeschakeld en elektrische bediening is 
standaard ingeschakeld.
► Houd deze toets ingedrukt.om de  
bagageruimte te ontgrendelen en, afhankelijk 
van de uitvoering, automatisch openen van de 
achterklep te activeren.
Wanneer de selectieve ontgrendeling van de 
achterklep is geactiveerd, blijven de portieren en de 
brandstofvulklep vergrendeld. 
Als de selectieve ontgrendeling van de achterklep is 
uitgeschakeld, wordt de auto bij het indrukken van 
de toets volledig ontgrendeld.
Als de elektrische werking van de achterklep  is uitgeschakeld, wordt de achterklep bij het 
indrukken van de toets op een kier gezet.
U moet de achterklep weer sluiten om de auto te 
kunnen vergrendelen.
Vergrendelen van de auto  
Normale vergrendeling
► Druk op de vergrendeltoets.
De vergrendeling en, afhankelijk van de uitvoering,  
de inschakeling van het alarm worden bevestigd 
door het branden van de richtingaanwijzers en 
dagrijverlichting.
Afhankelijk van de uitvoering worden de 
buitenspiegels ingeklapt.
Als een van de portieren of de achterklep  niet goed is gesloten, kan de auto niet 
worden vergrendeld. Als de auto echter is 
uitgerust met een alarmsysteem, dan wordt dit na 
ongeveer 45 seconden ingeschakeld.
Als de auto wordt ontgrendeld maar de portieren 
of de achterklep worden vervolgens niet 
geopend, dan wordt de auto automatisch na 
ongeveer 30 seconden weer vergrendeld. Als 
de auto is uitgerust met een alarmsysteem, dan 
wordt dit automatisch weer ingeschakeld.
Supervergrendeling  
Als de supervergrendeling is ingeschakeld,  werken de binnenportiergrepen niet. Ook 
worden de toetsen van de centrale vergrendeling 
in de auto uitgeschakeld.
De claxon blijft werken.
Schakel nooit de supervergrendeling in als er 
zich iemand in de auto bevindt.
►
 
Druk binnen 3 seconden weer op de
  
vergrendeltoets om de supervergrendeling van de 
auto in te schakelen (de richtingaanwijzers gaan kort 
knipperen om dit te bevestigen).
Sluiten van de ruiten en het schuif- / kanteldak
Er klinkt een geluidssignaal voordat de beweging 
begint.
►
 
Als u de ruiten en, afhankelijk van de uitvoering,
  
het schuif- / kanteldak helemaal wilt sluiten, druk 
langer dan 2 seconden op de vergrendeltoets.
►
 
Druk nog een keer op de toets op het stoppen
  
te sluiten. 
Zorg ervoor dat het sluiten van de ruiten en  het schuif- / kanteldak niet door voorwerpen 
of personen wordt gehinderd.
Als u bij een uitvoering met alarmsysteem 
de ruiten en / of het schuif- / kanteldak bij het 
verlaten van de auto op een kier wilt laten staan, 
moet u eerst de interieurbeveiliging van het 
alarmsysteem uitschakelen.   
Page 31 of 260

29
Toegang tot de auto
2Zie het betreffende deel voor meer informatie 
over het alarmsysteem.
Lokaliseren van de auto
Hiermee kunt u uw auto op afstand lokaliseren terwijl 
de auto is vergrendeld:
– 
De richtingaanwijzers knipperen ongeveer 10
  
seconden.
–
 
De lampen van de buitenspiegels gaan branden.
–
 
De plafonniers gaan branden.
► Druk op deze toets.  
Op afstand inschakelen van 
de verlichting
De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk 
van de uitvoering.
► Druk op deze knop. De parkeerlichten,  
het dimlicht, de kentekenplaatverlichting en 
de instapverlichting in de buitenspiegels gaan 
gedurende 30 seconden branden.
Wanneer u nogmaals op de knop drukt voordat de 
tijd is verstreken, wordt de verlichting onmiddellijk 
uitgeschakeld.
Advies
Afstandsbediening De afstandsbediening is een gevoelig 
apparaat dat met hoge frequentie werkt; zit niet 
aan de afstandsbediening terwijl u deze in uw 
zak hebt, omdat u dan per ongeluk de auto kunt 
ontgrendelen.
Druk niet op de toetsen van de afstandsbediening 
wanneer u buiten het bereik van de auto 
bent, omdat dat ervoor kan zorgen dat de 
afstandsbediening niet meer werkt. In dat geval 
moet de afstandsbediening worden gereset.
De afstandsbediening werkt niet als de sleutel 
in het contactslot zit, zelfs niet als het contact is 
uitgeschakeld.
Diefstalbeveiliging Pas de elektronische startblokkering niet 
aan, omdat er dan storingen kunnen ontstaan.
Vergeet bij uitvoeringen met contactslot niet om 
de sleutel te verwijderen en aan het stuurwiel te 
draaien om het stuurslot te activeren.
Vergrendelen van de auto Wanneer de portieren onder het rijden 
zijn vergrendeld, kunnen hulpdiensten in 
noodgevallen lastig in de auto komen.
Haal uit veiligheidsoverwegingen altijd de 
contactsleutel uit het contactslot of neem de 
elektronische sleutel mee als u de auto verlaat, 
zelfs wanneer dit voor korte duur is.
Bij het aanschaffen van een gebruikte  auto
Laat uw sleutels door een PEUGEOT-dealer in 
het elektronische geheugen van de auto opslaan, 
zodat u zeker weet dat de sleutels in uw bezit de 
enige sleutels zijn waarmee de auto kan worden 
gestart.
Proximity Keyless Entry and 
Start
Dit is een Keyless Entry and Start-systeem.
Hiermee wordt de auto automatisch vergrendeld 
/ ontgrendeld door de elektronische sleutel te 
detecteren.
Als de bestuurder de elektronische sleutel bij zich 
heeft, wordt de auto ontgrendeld zodra hij / zij de 
auto nadert en vergrendeld als hij / zij bij de auto 
vandaan loopt.
Als de elektronische sleutel zich langer dan 30 
minuten binnen 2 tot 5 meter van de auto vandaan 
bevindt, wordt het systeem gedeactiveerd om de 
batterij te sparen.
Sleuteldetectiezones:
 
    
Page 32 of 260

30
Toegang tot de auto
Zone A: instapverlichting bij het naderen van de 
auto (2 tot 5 meter van de auto).
Zone B: automatische vergrendeling bij het van de 
auto vandaan lopen (ongeveer 2 meter van de auto).
Zone C: automatische ontgrendeling bij het naderen 
van de auto (1 tot 2 meter van de auto).
De automatische functies kunnen worden ingesteld in de app Instellingen   > 
Voertuig
  van het touchscreen.
Ontgrendelen van de auto 
 
De selectieve ontgrendeling (bestuurdersportier, bagageruimte) kan 
worden ingesteld in de app Instellingen
  > 
Voertuig
  van het touchscreen.
Volledig ontgrendelen
De auto (portieren en bagageruimte) worden 
ontgrendeld:
►  
Automatisch, als de bestuurder zone 
 C nadert en 
de automatische functies zijn geactiveerd.
►
 
Of door zachtjes op de portiergreep van het
  
bestuurdersportier of de knop van de achterklep te 
drukken.
De ontgrendeling en, afhankelijk van de 
uitvoering, uitschakeling van het alarmsysteem 
worden bevestigd door het knipperen van 
de richtingaanwijzers en het branden van de 
dagrijverlichting.
Afhankelijk van de uitvoering worden de 
buitenspiegels uitgeklapt.
Als de elektronische sleutel langer dan 15  minuten in de buurt van de auto blijft (zones 
A , B  of C ) zonder dat er iets wordt gedaan, dan 
worden de automatische functies uitgeschakeld. 
Gebruik de afstandsbediening of druk op de 
handgreep van het bestuurdersportier om de 
auto te ontgrendelen of te vergrendelen.
Als het niet lukt om de auto te vergrendelen of 
ontgrendelen met de portierhandgrepen, houd de 
elektronische sleutel dan dichterbij en herhaal de 
handeling.
Selectieve ontgrendeling
Bestuurdersportier en brandstofvulklep / klep 
van de laadaansluiting
Het ontgrendelen gebeurt:
►
 
Automatisch, wanneer de bestuurder het
  
bestuurdersportier nadert en de automatische 
functies zijn geactiveerd.
►
 
Of door zachtjes op de portiergreep van het
  
bestuurdersportier te drukken.
►
 
In de auto kunt u alle portieren en de achterklep
  
ontgrendelen met de toets van de centrale 
ontgrendeling of door een van de portieren te 
openen.
Selectieve ontgrendeling van de 
achterklep
De achterklep wordt automatisch ontgrendeld als u 
de achterkant van de auto nadert.
►
 
Druk op de schakelaar van de achterklep om
  
deze te openen.
De portieren blijven vergrendeld.
Vergrendelen van de auto
Normale vergrendeling 
 
Met de portieren en de achterklep gesloten wordt de 
auto vergrendeld:
►
 
Automatisch, als de bestuurder zone 
 B verlaat en 
de automatische functies zijn geactiveerd.
►
 
Of door zachtjes op de portiergreep van het
  
bestuurdersportier te drukken.
De vergrendeling wordt bevestigd door het 
branden van de richtingaanwijzers en door een 
geluidssignaal als de auto wordt vergrendeld 
wanneer de bestuurder van de auto vandaan loopt.
De auto kan niet worden vergrendeld als de 
elektronische sleutel in de auto is achtergebleven.
Supervergrendeling     
Page 33 of 260

31
Toegang tot de auto
2Als de supervergrendeling is ingeschakeld, werken de binnenportiergrepen niet. Ook 
worden de toetsen van de centrale vergrendeling 
in de auto uitgeschakeld.
De claxon blijft werken.
Schakel nooit de supervergrendeling in als er 
zich iemand in de auto bevindt.
 
 
► Druk zachtjes op de portiergreep van het  
bestuurdersportier om de auto te vergrendelen.
►
 
Druk er binnen 3 seconden nog een keer op om
  
de supervergrendeling van de auto in te schakelen 
(de richtingaanwijzers gaan even branden om dit te 
bevestigen).
Als een van de portieren of de achterklep  nog open is of als de elektronische sleutel 
van het Keyless Entry and Start-systeem in de 
auto is achtergebleven, werkt de centrale 
vergrendeling niet.
Als de auto wordt ontgrendeld maar de  portieren of de achterklep worden 
vervolgens niet geopend, wordt de auto 
automatisch na ongeveer 30 seconden weer 
vergrendeld. Het alarm (indien aanwezig) wordt 
automatisch opnieuw ingeschakeld (als het alarm 
voor het ontgrendelen was ingeschakeld).
Het automatisch inklappen/uitklappen van  de buitenspiegels kan worden ingesteld in 
de app Instellingen
  > Voertuig   van het 
touchscreen.
Laat de auto uit veiligheidsoverwegingen  nooit onbeheerd achter, zelfs niet voor korte 
tijd, zonder de elektronische sleutel van het 
Keyless Entry and Start-systeem mee te nemen.
Vergeet niet dat de auto kan worden gestolen 
als de sleutel nog in een van de aangegeven 
gebieden aanwezig is terwijl de auto niet is 
vergrendeld.
Om de batterij in de elektronische sleutel en  in de auto opgeladen te houden:
–
 
De functie voor ontgrendeling bij nadering
  
(zone  C) schakelt na enkele dagen (ongeveer 
één week) zonder gebruik automatisch over naar 
de ruststand. Gebruik de afstandsbediening of 
druk op de handgreep van het bestuurdersportier 
om de auto te ontgrendelen. De volgende keer 
dat de auto wordt gestart, worden de functies 
voor automatisch ontgrendelen en vergrendelen 
weer geactiveerd.
–
 
W
anneer de instapverlichting een paar keer 
achter elkaar wordt geactiveerd zonder dat de 
auto wordt gestart, wordt deze uitgeschakeld.
–
 
Alle "handsfree" functies schakelen over op
  
de ruststand als ze 21 dagen niet zijn gebruikt. U 
kunt deze functies weer inschakelen door de auto 
met de afstandsbediening te ontgrendelen en de 
motor te starten.
Elektrische storingen De elektronische sleutel werkt in 
sommige gevallen niet goed in de nabijheid 
van elektronische apparatuur (zoals mobiele 
telefoons (ingeschakeld of in stand-by), laptops 
en sterke magnetische velden). Als dat het geval 
is, moet u de elektronische sleutel verder weg 
van de elektronische apparatuur houden.
Centrale vergrendeling 
 
 
 
Handmatig
► Druk op deze toetsen om de auto (portieren en  
achterklep) vanuit het interieur te vergrendelen / 
ontgrendelen. 
De centrale vergrendeling werkt niet als een  van de portieren is geopend.   
Page 34 of 260

32
Toegang tot de auto
Bij vergrendeling / supervergrendeling van buitenaf
Als de auto van buitenaf is vergrendeld of de 
supervergrendeling van buitenaf is ingeschakeld, 
knippert het controlelampje in de vergrendeltoets 
en werken de toetsen niet.
►
 
Als de auto is vergrendeld, trek dan aan de
  
binnenportiergreep van een van de portieren om 
de auto te ontgrendelen.
►
 
Als de supervergrendeling is ingeschakeld,
  
moet u de afstandsbediening, het Keyless Entry 
and Start-systeem of de geïntegreerde sleutel 
gebruiken om de auto te ontgrendelen.
Automatisch (beveiliging  tegen agressie)
De portieren en de achterklep worden tijdens het 
rijden automatisch vergrendeld (bij een snelheid 
hoger dan 10
  km/h).
De functie is standaard ingeschakeld. Voor uit- of 
weer inschakelen:
►
 
Druk op de vergrendeltoets totdat er ter
  
bevestiging een melding wordt weergegeven.
Vervoer van lange of grote voorwerpen Druk op de knop van de centrale 
vergrendeling om met geopende achterklep en 
vergrendelde portieren te kunnen rijden. Anders 
hoort u de sloten terugspringen telkens wanneer 
de auto harder dan 10 km/h rijdt en wordt er een 
waarschuwing weergegeven.
Noodprocedures
Sleutels, afstandsbediening of 
elektronische sleutel verloren
Ga met het kentekenbewijs van de auto, uw 
legitimatiebewijs en indien mogelijk de sleutelcode 
naar een PEUGEOT-dealer.
De PEUGEOT-dealer kan de sleutelcode en de 
transpondercode uitlezen, waardoor er een nieuwe 
sleutel kan worden besteld.
De auto volledig met de 
sleutel ontgrendelen/
vergrendelen
Gebruik deze procedure in de volgende situaties:
–  De batterij van de afstandsbediening is leeg.
–
 
Een storing in de afstandsbediening.
–
 
De accu van de auto is leeg.
–
 
De auto staat in een gebied met sterke
  
elektromagnetische straling.
In het eerste geval moet u de batterij van de 
afstandsbediening vervangen.
In het tweede geval kunt u het probleem mogelijk 
verhelpen door de afstandsbediening te resetten.
Zie de betreffende hoofdstukken.
 
 
► Steek de sleutel in het portierslot.
►  Draai de sleutel in de richting van de voorzijde  
of achterzijde om de auto te ontgrendelen of 
vergrendelen.
Als de auto is uitgerust met een  alarmsysteem, wordt het alarm niet 
ingeschakeld bij het vergrendelen met de sleutel.
Als het alarmsysteem is ingeschakeld, klinkt de 
sirene bij het openen van de deur. De sirene 
stopt als het contact wordt ingeschakeld.
Centrale vergrendeling werkt 
niet
Gebruik deze procedures in de volgende situaties:
–  Storing in de centrale vergrendeling.
–
 
Accu losgekoppeld of leeg.
Bij een storing in het centrale-vergrendelingssysteem moet de accu 
worden losgekoppeld, zodat de auto volledig is 
vergrendeld.
Portier linksvoor
► Steek de sleutel in het slot en en draai deze naar  
de voor- of achterkant van de auto om het portier te 
vergrendelen en ontgrendelen.
Overige portieren/deuren
Ontgrendelen
► Trek aan de binnenportiergreep.    
Page 40 of 260

38
Toegang tot de auto
Een openingshoek opslaan
U kunt de openingshoek van de elektrisch 
bedienbare achterklep beperken: 
► 
open de achterklep handmatig of door op de
  
toets te drukken tot de gewenste hoek.
►
 
houd toets 
 C of knop B  aan de buitenzijde 
langer dan 3 seconden ingedrukt (het opslaan wordt 
bevestigd door een kort geluidssignaal).
Wanneer er een nieuwe stand wordt opgeslagen, 
wordt de vorige stand vervangen.
Opslaan is alleen mogelijk vanaf een  openingshoogte groter dan of gelijk aan 1 
meter tussen de onderste en bovenste positie 
van de achterklep.
Handmatige bediening
De achterklep kan met de hand worden bewogen, 
zelfs als de elektrische werking ingeschakeld is.
De achterklep mag niet bewegen.
Met herstel van de elektrische functie
De elektrisch bedienbare achterklep kan handmatig 
worden geactiveerd.
►
 
Met de bagageruimte geopend: beweeg de
  
achterklep iets in de sluitingsrichting om het 
elektrisch sluiten te activeren. 
►
 
Met de bagageruimte deels geopend: beweeg
  
de achterklep iets in de openingsrichting om het 
elektrisch openen te activeren.
Zonder herstel van de elektrische functie
► Beweeg de achterklep zo langzaam en vloeiend  
mogelijk. 
Ondersteuning van de gasveren is niet meer 
beschikbaar als de elektrisch bedienbare achterklep 
handmatig wordt geopend en gesloten. Het is 
daarom normaal dat u weerstand ondervindt bij het 
openen en sluiten.
Bij oververhitting van de motor Als de achterklep herhaaldelijk wordt 
geopend en gesloten, kan het voorkomen dat de 
elektromotor te warm wordt waardoor elektrische 
bediening tijdelijk niet meer mogelijk is.
Laat de elektromotor minimaal 10 minuten 
afkoelen voordat u een manoeuvre uitvoert.
Bedien de achterklep handmatig als u niet zo 
lang wilt wachten.
Handmatig sluiten van 
de elektrisch bedienbare 
achterklep bij een storing
Deze procedure is alleen nodig in het geval van 
een storing van de achterklepmotor.
Als de storing wordt veroorzaakt door de accu, 
wordt aanbevolen deze opnieuw op te laden of te 
vervangen bij gesloten achterklep.
In deze situatie is wellicht veel kracht nodig om de 
achterklep te sluiten.
► Sluit de achterklep voorzichtig (zo langzaam  
mogelijk) zonder hem dicht te slaan door op het 
midden van de achterklep te duwen.
Sluit de achterklep niet door op een van de  zijkanten te duwen, dit kan schade 
veroorzaken!
Gebruiksvoorschriften
Onder winterse omstandigheden Voorkom bedieningsproblemen door 
sneeuw van de achterklep te verwijderen voordat 
deze automatisch wordt geopend.
Bij het wassen van de auto Als u de auto in een automatische wasstraat 
laat wassen, vergeet dan niet om de auto eerst te 
vergrendelen en uit de buurt van de auto te lopen 
om te voorkomen dat de achterklep per ongeluk 
wordt geopend.
Alarm
(Afhankelijk van de uitvoering)