air condition PEUGEOT 308 2024 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2024, Model line: 308, Model: PEUGEOT 308 2024Pages: 280, PDF Size: 8.24 MB
Page 4 of 280

2
Inhoud
■
Overzicht
■
Eco-rijden
1InstrumentenpaneelInformatie voor de bestuurder 11
Digitale instrumentenpanelen 11
Waarschuwings- en verklikkerlampjes 12
Meters 20
Handmatige controle 25
Kilometerteller 25
Boordcomputer 26
10 inch touchscreen 27
i-Toggles 30
Op afstand bedienbare extra functies
(plug-in hybride of elektrisch)
30
2 ToegangElektronische sleutel met afstandsbedieningsfunctie
en geïntegreerde sleutel 31
Sleutelloos instap- en startsysteem met
nabijheidssensor
33
Centrale vergrendeling 35
Noodprocedures 36
Portieren 38
Achterklep 38
Elektrisch bedienbare achterklep (SW) 39
Alarm 42
Elektrische ruitbediening 44
Schuif- / kanteldak 45
3Ergonomie en comfortZitpositie 48
Voorstoelen 49
Het stuurwiel verstellen 52
Stuurwielverwarming 53
Spiegels 53
Achterbank 55
Verwarming en ventilatie 57
Automatische airconditioning met gescheiden
regeling
58
Ontwasemen - ontdooien voorruit en voorste
zijruiten
61
Ontwasemen - ontdooien achterruit 61
Voorruitverwarming 62
Voorverwarming / -koeling (plug-in hybride
of elektrisch)
62
Voorzieningen vóór 63
Plafonnier 66
Sfeerverlichting interieur 67
Voorzieningen achter 67
Voorzieningen in de bagageruimte 68
4Verlichting en zichtLichtschakelaar 72
Richtingaanwijzers 73
Hoogteverstelling van de koplampen 74
Automatisch inschakelen van de koplampen 74
Follow me home- en instapverlichting 75
Automatische verlichtingssystemen - Algemene
aanbevelingen
75
Grootlichtassistent 76
Peugeot Matrix LED Technology 2.0 77
Ruitenwisserschakelaar 78
Intervalstand ruitenwissers 80
Automatische stand ruitenwissers 80
Ruitenwisserbladen vervangen 81
5VeiligheidAlgemene aanbevelingen met betrekking tot de
veiligheid 83
Alarmknipperlichten 83
Claxon 84
Geluidssignaal voor voetgangers (hybride, Plug-in
hybride of Elektrisch)
84
Noodoproep of pechhulpoproep 84
Event Data Recorder 86
Elektronisch stabiliteitsprogramma (ESP) 87
Veiligheidsgordels 89
Airbags 91
Kinderzitjes 94
De airbag vóór aan passagierszijde uitschakelen 96
ISOFIX-kinderzitjes 96
i-Size-kinderzitjes 97
Kinderzitjes plaatsen 99
Kinderslot 101
6RijdenRijadviezen 102
Starten / afzetten van de motor 104
Plug-in hybrideauto starten 105
Elektrische auto's starten/afzetten 105
Elektrische parkeerrem 106
Handgeschakelde versnellingsbak 109
Automatische transmissie (EAT8/e- EAT8) 109
Elektrische automatische transmissie met dubbele
koppeling (e-DCS6/7)
11 2
Selectiehendel (elektrisch) (Elektrisch) 11 7
Rijstanden 11 8
Hill Start Assist 11 9
Page 7 of 280

5
Overzicht
1.Lichtschakelaar / richtingaanwijzers /
pagina display instrumentenpaneel /
onderhoudsindicator
2. Bediening ruitenwissers / ruitensproeier /
boordcomputer
3. Schakelflippers automatische transmissie
4. Bediening snelheidsbegrenzer /
snelheidsregelaar / Adaptieve snelheidsregelaar
/ Drive Assist Plus of Drive Assist 2.0
A. Ingestelde snelheid verhogen / verlagen
Weergeven en instellen van de afstand tot de
voorligger (Adaptieve snelheidsregelaar)
B. Snelheidsregelaar in-/uitschakelen
Adaptieve snelheidsregelaar in-/uitschakelen /
Drive Assist Plus
C. Snelheidsbegrenzer of snelheidsregelaar
inschakelen / onderbreken met de opgeslagen
snelheid
Bevestiging van het wegrijden van de auto
nadat deze automatisch tot stilstand is gebracht
(Adaptieve cruise control met Stop&Go-functie)
D. Snelheidsbegrenzer in-/uitschakelen
E. Snelheidsbegrenzer of snelheidsregelaar
activeren met de opgeslagen snelheid
De snelheid gebruiken die wordt voorgesteld
door de Verkeersbordherkenning -functie
5. Claxon / airbag vóór aan bestuurderszijde
6. Bediening audiosysteem F.
Indrukken: weergeven favoriete radiozender /
media
Omhoog / omlaag: selecteren van vorige /
volgende zender / medium / smartphone
Indrukken: keuze bevestigen
G. Volume verhogen / verlagen
H. Opnemen / ophangen
Toegang tot het oproeplogboek van de
Telefoon-app
I. Kort indrukken: gesproken commando's van het
systeem
Lang indrukken: gesproken commando's van de
smartphone
Schakelaarpaneel aan de zijkant
1. Hoogteverstelling van de koplampen met
led-technologie
2. Elektrisch bedienbare achterklep
3. Voorruitverwarming
4. Stuurwielverwarming
5. Openen van de brandstofvulklep
6. Controlelampje voorverwarmen / voorkoelen
Centraal schakelaarpaneel
1. Bediening automatisch airconditioningssysteem
/ toets HOME
of
toets i-Toggles/HOME
2. Bediening audiosysteem
3. Snelkoppelingen voor rijhulpsystemen
4. Toegang tot de Klimaat-app
5. Voorruitontwaseming
6. Luchtrecirculatie in het interieur
7. Achterruitverwarming
8. Automatische airconditioning uitschakelen
9. Alarmknipperlichten
Page 8 of 280

6
Overzicht
Hybridesysteem
1.Benzinemotor
2. Elektromotor
3. Elektrische automatische transmissie met
dubbele koppeling, 6 of 7 versnellingen
(e-DCS6/7)
4. 48 V-tractiebatterij
5. 12 V-accu
6. DC/DC-omvormer
7. Riemstarter
Voor de 48V-hybridetechnologie is geen
aansluiting nodig om de tractiebatterij op te
laden.
Het hybridesysteem werkt niet continu, maar wordt
geactiveerd afhankelijk van de toestand van de auto,
de laadstatus van de tractiebatterij, het thermisch
comfort van de passagiersruimte (inschakelen
van de verwarming of airconditioning), de
rijomstandigheden (versnellen, vertragen, remmen, starten van de motor) en de wegomstandigheden
(bergop, bergaf):
–
De auto start altijd met de verbrandingsmotor
om de efficiëntie van de katalysator en de
beschikbaarheid van de remondersteuning te
garanderen.
–
Bij normaal rijgedrag werken de benzinemotor
en de elektromotor samen of afzonderlijk om het
brandstofverbruik en de elektrische energie te
optimaliseren of de tractiebatterij op te laden.
–
T
ijdens het accelereren geeft de elektromotor
een extra impuls om het benodigde koppel zo snel
mogelijk te bereiken en de acceleratie bij lage
snelheid te verbeteren.
– T ijdens het vaart minderen laadt de elektromotor
de tractiebatterij op door gebruik te maken van de
energie die daarbij vrijkomt.
–
V
olledig elektrisch rijden is mogelijk voor
parkeermanoeuvres, binnen de bebouwde kom,
op provinciale wegen waar je soepel kunt rijden
en op snelwegen bij niet al te hoge snelheden of
bergafwaarts.
De elektromotor is geïntegreerd in de automatische
transmissie.
De DC/DC-omvormer zorgt voor de verbinding
tussen de 12V-hulpaccu en de 48V-tractiebatterij.
De riemstarter start de benzinemotor opnieuw nadat
er volledig elektrisch is gereden.
Plug-in hybridesysteem
1. Benzinemotor
2. Elektromotor
3. Tractiebatterij
4. 12V-accu's voor accessoires
5. Elektrische automatische transmissie, 7 of 8
versnellingen (e-DCS7 of e-EAT8)
6. Klep van de laadaansluiting
7. Brandstofvulklep
8. Keuzeschakelaar rijstand
9. Kabel voor opladen via een normaal stopcontact
De plug-in hybridetechnologie combineert
twee energiebronnen: de benzinemotor en de
elektromotor die de voorwielen aandrijven.
Deze twee motoren kunnen afzonderlijk of gelijktijdig
werken, afhankelijk van de geselecteerde rijstand en
de rijomstandigheden.
In de stand Electric
wordt de auto volledig elektrisch
aangedreven, en in de stand Hybride alleen als er
weinig vermogen wordt gevraagd. De elektromotor
Page 9 of 280

7
Overzicht
ondersteunt de benzinemotor bij het starten en
accelereren.
Het elektrisch vermogen wordt geleverd door een
oplaadbare tractiebatterij.
Elektrisch aandrijfsysteem
1.Laadaansluitingen
2. Tractiebatterij
3. 12V-accu
4. Warmtepomp
5. Geïntegreerde lader
6. Elektromotor
7. Laadkabel
Via laadaansluiting
1
kan de auto op 3 manieren
worden opgeladen:
–
Opladen via een normaal stopcontact en de
bijbehorende laadkabel 7
(Mode 2).
–
V
ersneld opladen via een lader voor versneld
laden (wallbox) (Mode 3). –
Snelladen via een openbaar snellaadpunt (Mode
4).
De tractiebatterij van 400 V (2
) is een
lithiumionbatterij. Deze slaat energie op die voor de
elektromotor, de airconditioning en de verwarming
wordt gebruikt. Het laadniveau wordt met een
meter weergegeven. Bovendien bevindt zich op het
instrumentenpaneel een waarschuwingslampje voor
een laag laadniveau.
De 12V-accu (3
) levert stroom aan het normale
elektrische systeem van de auto. Deze wordt
automatisch via de geïntegreerde lader door de
tractiebatterij opgeladen.
Warmtepomp
4
zorgt voor de verwarming van het
interieur en regelt de koeling van de tractiebatterij en
geïntegreerde lader.
De geïntegreerde lader 5
regelt het opladen via
een normaal stopcontact (modus 2) en het versneld
opladen (modus 3) van de tractiebatterij, maar ook
het opladen van de 12V-accu.
De elektromotor
6 zorgt voor de aandrijving
op basis van de geselecteerde rijstand en de
rijomstandigheden. Deze motor wint ook energie
terug bij het remmen en vaart minderen van de auto.
Stickers
Deel "Ergonomie en comfort - Achterbank -
Hoofdsteunen achter":
Deel "Ergonomie en comfort - Voorzieningen
vóór - Draadloze smartphonelader":
Delen "Verlichting en zicht - Lichtschakelaar" en
"In geval van pech - Een gloeilamp vervangen":
Deel "Veiligheid - Algemene aanbevelingen
voor de veiligheid - Elektrische accessoires
installeren":
Deel "Veiligheid - Kinderzitjes - De airbag vóór
aan passagierszijde uitschakelen":
Deel "Veiligheid - ISOFIX-bevestigingen":
i-SizeTOP TETHER
Deel "Rijden - Elektrische parkeerrem":
Deel "Rijden - Stop & Start":
Page 11 of 280

9
Eco-rijden
Eco-rijden
Door in de dagelijkse praktijk een aantal
aanwijzingen op te volgen kan de bestuurder het
energieverbruik van zijn of haar auto (brandstof en /
of elektriciteit) en de CO
2-uitstoot optimaliseren.
Het gebruik van de versnellingsbak /
transmissie optimaliseren
Als uw auto is voorzien van een handgeschakelde
versnellingsbak, rijd dan rustig weg en schakel zo
snel mogelijk naar de tweede versnelling. Schakel
bij het accelereren bij voorkeur snel over naar een
hogere versnelling.
Met een automatische transmissie kunt u het
beste de automatische modus gebruiken. Trap het
gaspedaal niet heel diep of plotseling in.
De schakelindicator adviseert u de versnelling
te kiezen die het best geschikt is voor de
rijomstandigheden. Volg het schakeladvies op het
instrumentenpaneel zo snel mogelijk op.
Bij een auto met een automatische transmissie
wordt de schakelindicator alleen in de handmatige
stand weergegeven.
Kies voor een soepele rijstijl
Houd afstand van de auto's voor u, rem bij voorkeur
af op de motor in plaats van het rempedaal te
gebruiken en trap het gaspedaal geleidelijk in.
Op deze manier verlaagt u het energieverbruik
en de CO
2-emissies, en neemt het algemene
geluidsniveau van het verkeer af.
Bij een hybride motor remt de auto efficiënter op
de motor. Vertraag zo veel mogelijk en probeer zo veel mogelijk op de motor af te remmen om de
tractiebatterij op te laden, zodat u langer volledig
elektrisch kunt rijden en het brandstofverbruik daalt.
Bij een EAT8-transmissie kunt u met de
selectiehendel in stand
D
, behalve in stand Sport, de
vrijloop gebruiken door uw voet langzaam helemaal
van het gaspedaal te halen om zo brandstof te
besparen.
Wanneer het verkeer goed doorstroomt, kunt u de
snelheidsregelaar inschakelen.
Gebruik de elektrische voorzieningen op de
juiste manier
Als bij het instappen blijkt dat de temperatuur in het
interieur hoog is opgelopen, open dan alle ruiten en
de ventilatieroosters voordat u de airconditioning
inschakelt.
Sluit de ruiten bij snelheden hoger dan 50
km/h,
maar laat de ventilatieroosters geopend.
Maak gebruik van alle voorzieningen die de
temperatuur in het interieur kunnen verlagen.
Schakel de airconditioning uit zodra de gewenste
temperatuur is bereikt (behalve bij auto's met een
automatische airconditioning).
Schakel de achterruitverwarming en de
ontwaseming uit zodra deze niet meer nodig zijn, als
deze niet automatisch worden geregeld.
Schakel de stoelverwarming en het verwarmde
stuurwiel zo snel mogelijk uit.
Pas uw gebruik van de (mist)verlichting aan het
zicht aan, in overeenstemming met de geldende
wetgeving in het land waar u rijdt. Laat de motor vooral 's winters (behalve onder zeer
winterse omstandigheden: bij temperaturen lager
dan -23 °C) na het starten niet stationair draaien. De
auto warmt onder het rijden veel sneller op.
Sluit als passagier zo weinig mogelijk multimedia-
apparaten (voor bijvoorbeeld films, muziek of
spelletjes) aan om het energieverbruik te beperken.
Koppel alle draagbare apparatuur los als u de auto
verlaat.
Beperk de oorzaken van een hoger
brandstofverbruik
Verdeel het gewicht gelijkmatig over de auto: plaats
de zwaarste voorwerpen in de bagageruimte zo
dicht mogelijk bij de achterbank.
Beperk de belading en de luchtweerstand van
uw auto (onder meer door dakdragers, imperiaal,
fietsendrager en aanhanger). Gebruik bij voorkeur
een dakkoffer voor het vervoer van bagage op het
dak.
Verwijder de dakdragers en het imperiaal na gebruik.
Vervang de winterbanden na de winter zo snel
mogelijk door zomerbanden.
Houd u aan de onderhoudsvoorschriften
Controleer de bandenspanning regelmatig (bij koude
banden) en houd u daarbij aan de bandenspanning
die staat vermeld op de sticker op de sponning van
het bestuurdersportier.
Controleer de bandenspanning met name:
–
voorafgaand aan een lange rit;
–
bij de wisseling van de seizoenen;
–
als de auto gedurende langere tijd niet is gebruikt.
Page 12 of 280

10
Eco-rijden
Vergeet daarbij het reservewiel en de wielen van
een aanhanger of caravan (indien van toepassing)
niet.
Laat uw auto regelmatig onderhouden
(motorolie verversen, oliefilter, luchtfilter en
interieurfilter vervangen enz.). Houd u aan het
onderhoudsschema van de fabrikant.
Bij uitvoeringen met een BlueHDi-dieselmotor:
bij een storing in het SCR-systeem stoot de auto
schadelijke stoffen uit. Ga zo snel mogelijk naar een
PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde werkplaats
om de hoeveelheid stikstofoxide tot wettelijke
niveaus te verlagen.
Laat het vulpistool bij het tanken niet meer dan drie
keer afslaan; zo voorkomt u dat brandstof uit de tank
stroomt.
U zult bij een nieuwe auto merken dat het
gemiddelde brandstofverbruik zich pas na 3000 km
stabiliseert.
De actieradius van elektrische auto's
optimaliseren
Het stroomverbruik van de auto hangt grotendeels af
van de route, snelheid en rijstijl, en van het gebruik
van de verwarming / airconditioning.
Probeer in de gebieden ECO en CHARGE op de
vermogensmeter te blijven door gelijkmatig te rijden
en een constante snelheid aan te houden.
Hybride auto's
Rem zo veel mogelijk op de motor af door het
gaspedaal los te laten, zodat de auto zelf langzamer
gaat rijden (bijvoorbeeld wanneer u van een helling
rijdt of een stoplicht nadert).Als het gaspedaal wordt losgelaten en de cursor van
de vermogensmeter op het instrumentenpaneel nog
steeds in het gebied CHARGE beweegt, wordt de
energie optimaal teruggewonnen.
Het terugwinnen van energie zorgt ervoor dat
u de "passieve" rijfases efficiënt kunt gebruiken
(afremmen).
De teruggewonnen energie wordt gebruikt om de
tractiebatterij op te laden en daarna voor volledig
elektrisch rijden of voor accelereren gebruikt.
Als de tractiebatterij bijna helemaal is opgeladen,
wint de auto geleidelijk minder energie terug.
Plug-in hybrideauto's
Sluit de auto zo snel mogelijk aan.
Anticipeer op de situatie op de weg zodat u op tijd
en geleidelijk kunt remmen; rem zo veel mogelijk af
met de functie voor regeneratief remmen om energie
terug te winnen (vermogensmeter in het gebied
CHARGE).
Laat voordat u wegrijdt het interieur van de auto
voorverwarmen of voorkoelen terwijl de laadkabel is
aangesloten.
Om het verbruik tijdens een rit te optimaliseren:
►
Programmeer een bestemming in het gps-
navigatiesysteem van de auto.
►
Selecteer de rijstand
Hybride.
►
Zorg ervoor dat de tractiebatterij bijna volledig is
opgeladen.
►
Gebruik de functie e-Save niet tijdens het rijden.
►
Gebruik de verwarming/airconditioning op een
verstandige manier.
Elektrische voertuigen Programmeer een bestemming in het gps-
navigatiesysteem van de auto om het verbruik
tijdens een rit te optimaliseren.
Anticipeer op de situatie op de weg zodat u op tijd
en geleidelijk kunt remmen; rem zo veel mogelijk
op de motor af om energie terug te winnen. De
vermogensmeter zal dan in het gebied CHARGE
staan.
Gebruik de airconditioning in plaats van de
verwarming om het interieur te ontwasemen.
Page 21 of 280

19
Instrumentenpaneel
1De volgende keer dat de auto tot stilstand
komt, wordt de motor niet afgezet bij een
buitentemperatuur:
–
lager dan 0 °C.
–
hoger dan +35 °C.
Zie het hoofdstuk
Rijden voor meer informatie.
Knippert en brandt vervolgens permanent, in combinatie met een melding.
Er is een storing in het systeem.
Voer (3) uit.
e-Auto-stand (hybride)Brandt permanent, in combinatie met een melding.
De e-Auto-stand is handmatig uitgeschakeld.
De benzinemotor wordt niet uitgeschakeld bij de
volgende keer dat het gaspedaal wordt losgelaten of
de auto tot stilstand komt.
Activeer de stand opnieuw via het touchscreen.
MistachterlichtenBrandt permanent. De lampen zijn ingeschakeld.
Peugeot Matrix LED Technology 2.0
Brandt permanent, in combinatie met een geluidssignaal en een melding.
Er is een storing in de
Peugeot Matrix LED
Technology 2.0-koplampen of de camera
gedetecteerd.
Zie (2).
GrootlichtassistentBrandt permanent, in combinatie met een geluidssignaal en een melding.
Er is een storing in een functie of camera
gedetecteerd.
Voer (2) uit.
Groene verklikkerlampjes
Stop & Start (Benzine of Diesel)
Brandt permanent. Wanneer de auto stopt, zet het Stop & Start-
systeem de motor in de STOP-stand.
Knippert tijdelijk. De STOP-stand is momenteel niet
beschikbaar of de START-stand wordt automatisch
geactiveerd.
Zie het hoofdstuk Rijden voor meer informatie.
Auto klaar om te rijden (Plug-in hybride of
Elektrisch)
Brandt permanent, in combinatie met een geluidssignaal als het gaat branden.
De auto is klaar om te rijden.
Voor elektrische auto's zijn de verwarmings- en
airconditioningsfuncties ook beschikbaar.
Het controlelampje gaat uit wanneer er een snelheid
van ongeveer 5 km/h is bereikt en gaat weer
branden als de auto tot stilstand komt.
Het lampje gaat uit als u de motor afzet en uit de
auto stapt.
Zitplaats niet bezet / Veiligheidsgordel niet
vastgemaakt
Brandt permanent. (grijs)
Een van de passagierszitplaatsen voorin of achterin
wordt als niet bezet beschouwd met het contact aan.
Zitplaats bezet / Veiligheidsgordel
vastgemaakt
Brandt permanent. De bestuurder of een passagier heeft de
veiligheidsgordel vastgemaakt met het contact aan.
RichtingaanwijzersKnippert, met geluidssignaal. De richtingaanwijzers zijn ingeschakeld.
Dagrijverlichting / parkeerlichtenBrandt permanent.Bij voldoende omgevingslicht is de
dagrijverlichting ingeschakeld.
Bij onvoldoende omgevingslicht branden de
parkeerlichten.
DimlichtBrandt permanent. De lampen zijn ingeschakeld.
Peugeot Matrix LED Technology 2.0Brandt permanent.(grijs)
De functie is geactiveerd, maar niet beschikbaar.
Er is niet voldaan aan alle werkingsvoorwaarden.
Brandt permanent. De functie is geactiveerd.
Er is aan alle voorwaarden voldaan: het systeem is
in werking.
Page 26 of 280

24
Instrumentenpaneel
Bijbehorende waarschuwingslampjes
De bestuurder wordt door middel van twee
opeenvolgende waarschuwingen gewaarschuwd
voor een laag energieniveau:
1e waarschuwing: reserve
De tractiebatterij is bijna leeg.
► Bekijk de resterende actieradius op het
instrumentenpaneel.
► Laad de tractiebatterij zo snel mogelijk op.
2e waarschuwing: kritiek
De laadtoestand van de tractiebatterij is kritiek.
► De tractiebatterij moet direct worden opgeladen.
De resterende actieradius wordt niet meer
berekend. Het vermogen van de aandrijflijn
neemt geleidelijk af.
De verwarming en airconditioning worden
uitgeschakeld (ook als de verbruiksmeter
van de thermisch-comfortfuncties niet op het
niveau "ECO" staat).
Verbruiksmeter thermisch-
comfortfuncties (elektrisch)
Deze meter toont het verbruik van de elektrische
energie van de tractiebatterij door de voorzieningen
voor het thermische comfort in het interieur.
Voor plug-in hybride uitvoeringen
POWER Hoge vermogensvraag, waarbij het
gecombineerde vermogen van de
benzinemotor en de elektromotor
wordt gebruikt.
De cursor bevindt zich in deze zone
tijdens meer dynamische rijfasen,
wanneer hoge prestaties worden
gevraagd.
ECO Optimaal energiegebruik
(verbrandings- of elektromotor).
De cursor staat in deze zone tijdens
elektrisch rijden en wanneer de
benzinemotor optimaal wordt gebruikt.
Dit is mogelijk bij een geschikte rijstijl.
Een symbool geeft de drempel aan
waarbij de benzinemotor wordt gestart.
Door het accelereren te beperken kan
de bestuurder in de elektrische rijstand
blijven.
CHARGE Terugwinning van energie voor
het gedeeltelijk opladen van de
tractiebatterij.
De cursor bevindt zich in deze zone
wanneer de auto vaart vermindert:
wanneer u uw voet van het gaspedaal
haalt of remt.
Voor elektrische uitvoeringen
CHARGETractiebatterij laadt op tijdens het vaart
minderen en remmen.
ECO Beperkt energieverbruik en optimale
actieradius.
POWER Energieverbruik door de aandrijflijn
tijdens het accelereren
NEUTRAAL
Wanneer het contact is aangezet, dan kan de
elektrische aandrijflijn van de auto geen energie
verbruiken of genereren; als u over de indicator
veegt, gaat de naald van de cursor terug naar de
"neutrale" positie: tussen ECO en CHARGE.
Wanneer bij afgezet contact het bestuurdersportier wordt geopend, wordt de
indicator geactiveerd en gaat deze naar de
neutrale positie: tussen ECO en CHARGE.
Laadniveaumeter (plug-in
hybride of elektrisch)
Voor plug-in hybride uitvoeringen
Het laadniveau van de tractiebatterij en de
resterende actieradius in de elektrische rijstand
worden permanent weergegeven wanneer het
contact aan staat.
De weergegeven actieradius is afhankelijk van het gebruik van de auto (rijstijl en
snelheid), de buitentemperatuur en de
geactiveerde comfortuitrusting.
Voor elektrische uitvoeringen
Het actuele laadniveau van de tractiebatterij en de
resterende actieradius worden continu weergegeven
als de auto is gestart.
Als het contact is afgezet, wordt de meter bij het openen van het bestuurdersportier
geactiveerd.
Page 27 of 280

25
Instrumentenpaneel
1Bijbehorende waarschuwingslampjes
De bestuurder wordt door middel van twee
opeenvolgende waarschuwingen gewaarschuwd
voor een laag energieniveau:
1e waarschuwing: reserve
De tractiebatterij is bijna leeg.
►
Bekijk de resterende actieradius op het
instrumentenpaneel.
►
Laad de tractiebatterij zo snel mogelijk op.
2e waarschuwing: kritiek
De laadtoestand van de tractiebatterij is kritiek.
►
De tractiebatterij moet direct worden opgeladen.
De resterende actieradius wordt niet meer berekend. Het vermogen van de aandrijflijn
neemt geleidelijk af.
De verwarming en airconditioning worden
uitgeschakeld (ook als de verbruiksmeter
van de thermisch-comfortfuncties niet op het
niveau
"ECO" staat).
Verbruiksmeter thermisch-
comfortfuncties (elektrisch)
Deze meter toont het verbruik van de elektrische
energie van de tractiebatterij door de voorzieningen
voor het thermische comfort in het interieur.
De betreffende voorzieningen zijn de verwarmings-
en airconditioningssystemen.
Deze systemen kunnen worden gebruikt:
–
Als de auto niet wordt opgeladen, wanneer het
lampje READY brandt.
–
Als de auto wordt opgeladen, wanneer het contact
is aangezet (stand "Lounge").
Wanneer de ECO-modus is geselecteerd, worden
de prestaties van bepaalde uitrustingselementen
beperkt. De verbruiksmeter van de thermisch-
comfortfuncties gaat dan naar de zone "ECO".
Als u het interieur snel wilt verwarmen of koelen, dan kunt u tijdelijk de maximale
stand van de verwarming of airconditioning
selecteren.
Wanneer de verwarming op de hoogste
stand staat, bevindt de verbruiksmeter van de
thermisch-comfortfuncties zich in de zone MAX.
Wanneer de airconditioning op de hoogste stand
staat, blijft de meter in de zone ECO.
Bij overmatig gebruik van de thermisch-
comfortfuncties, vooral bij lage snelheden, kan de
actieradius van de auto aanzienlijk afnemen.
Optimaliseer de instellingen van de
uitrustingselementen zodra het gewenste
comfortniveau is bereikt en stel ze indien nodig af
wanneer u de auto start.
Wanneer de verwarming langere tijd niet is
gebruikt, kunt u een bepaalde geur ruiken
gedurende de eerste minuten dat de verwarming
weer is ingeschakeld.
Handmatige controle
Met deze functie kunnen bepaalde indicatoren
worden gecontroleerd en kan het logboek met
waarschuwingen worden weergegeven.
De test wordt gestart in de app Instellingen> Voertuig van het touchscreen.
►
Selecteer vervolgens
Veiligheid > Diagnose.
De volgende gegevens worden op het
instrumentenpaneel weergegeven:
–
Bandenspanning.
–
Motoroliepeil (afhankelijk van de motoruitvoering).
–
Onderhoudsinterval.
–
Actieradius van de
AdBlue® voor het SCR-
systeem (BlueHDi-diesel).
–
Actuele waarschuwingen.
Deze informatie verschijnt ook automatisch elke keer wanneer u het contact aanzet.
Kilometerteller
De kilometerteller geeft de totale kilometerstand van
de auto aan.
Als het contact is aangezet, wordt altijd de
totale afstand weergegeven. Deze waarde
wordt nog 30 seconden na het afzetten van het
contact weergegeven. Ook wordt deze waarde
weergegeven als het bestuurdersportier wordt
geopend, en als de auto wordt vergrendeld of
ontgrendeld.
Wanneer u in het buitenland rijdt, moet u mogelijk de afstandseenheden (mijl of km)
aanpassen: de weergegeven snelheid moet in de
Page 29 of 280

27
Instrumentenpaneel
1Als de actieradius minder dan 30 km bedraagt,
worden streepjes weergegeven.
Na het tanken van minimaal 5 liter brandstof wordt
de actieradius opnieuw berekend en weergegeven
als deze meer dan 100
km bedraagt.
Wanneer tijdens het rijden permanent streepjes
worden weergegeven in plaats van cijfers, duidt dit
op een storing.
Neem contact op met een PEUGEOT-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats.
Voor elektrische uitvoeringen
De bestuurder wordt door middel van twee
opeenvolgende waarschuwingen gewaarschuwd
voor een laag energieniveau.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer informatie
over de indicatoren en met name de indicator voor
de laadniveaumeter.
Huidig verbruik
(l/100 km, km/l of mijl/gallon)
(kWh/100 km, km/kWh of mijl/kWh) (Elektrisch)
/ Berekend over de laatste seconden.
Deze functie wordt alleen weergegeven bij
snelheden vanaf 30
km/h.
Gemiddeld verbruik
(l/100 km, km/l of mijl/gallon)
(kWh/100 km, km/kWh of mijl/kWh) (Elektrisch)
/ Berekend sinds de laatste nulstelling van de trajectgegevens.
Gemiddelde snelheid
(km/h of mijl/h)Berekend sinds de laatste nulstelling van de trajectgegevens.
Afgelegde afstand
(km of mijl)Berekend sinds de laatste nulstelling van de trajectgegevens.
Tijdteller Stop & Start
(minuten / seconden of uren / minuten)
Als uw auto is uitgerust met Stop & Start, registreert
een teller hoe lang de STOP-stand tijdens een
traject is geactiveerd.
De tijdteller wordt gereset telkens wanneer het
contact wordt aangezet.
10 inch touchscreen
Dit systeem biedt toegang tot:
– T ijd en buitentemperatuur.
–
Bediening van het verwarmings-/
airconditioningssysteem en weergave van de
instellingen.
–
Instellingen van rijhulpsystemen, comfort- en
veiligheidsfuncties, audioapparatuur en het digitale
instrumentenpaneel.
–
Instellingen van functies die specifiek zijn voor
plug-in hybrideauto's.
–
Instellingen van functies die specifiek zijn voor
elektrische auto's.
– Weergave van de parkeerhulpsystemen.
– Interactief instructieboekje.
–
T
rainingsvideo's (bijv. schermbeheer,
rijhulpsystemen, spraakherkenning).
–
Bediening van audioapparatuur en telefoon met
weergave van de bijbehorende informatie.
–
Connected Services en weergave van de
bijbehorende informatie.
–
Bediening van het navigatiesysteem en weergave
van de bijbehorende informatie (afhankelijk van de
uitvoering).
–
Spraakherkenning (afhankelijk van de uitvoering).
Zet de auto uit veiligheidsoverwegingen altijd stil voordat u handelingen uitvoert
die uw volledige aandacht vragen.
Bepaalde functies zijn niet beschikbaar als de
auto rijdt.
Adviezen
Deze adviezen zijn van toepassing op het
touchscreen en op de i-Toggles (afhankelijk van de
uitvoering).
Het touchscreen en de i-Toggles
zijn capacitieve
touchscreens.
Houd geen puntige voorwerpen tegen het
touchscreen.
Raak het touchscreen niet aan met vochtige vingers.
►
Gebruik een schone, zachte doek om het
touchscreen te reinigen.