airbag off PEUGEOT 308 2024 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2024, Model line: 308, Model: PEUGEOT 308 2024Pages: 280, PDF Size: 8.24 MB
Page 19 of 280
17
Instrumentenpaneel
1– bij een auto met een automatische transmissie het
rempedaal ingetrapt houdt.
Als de motor niet start, druk dan nogmaals op de
knop START/STOP terwijl u het pedaal ingetrapt
houdt.
Bandenspanning te laagBrandt permanent. De bandenspanning van een of meerdere
banden is te laag.
Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning.
Reset het controlesysteem na het aanpassen van de
bandenspanning.
Het waarschuwingslampje voor te lage bandenspanning knippert en
brandt vervolgens permanent, en
waarschuwingslampje Service brandt permanent.
Er is een storing in het
bandenspanningscontrolesysteem.
Het systeem kan geen lage bandenspanning meer
aangeven.
Controleer de bandenspanning zo snel mogelijk en
zie (3).
ParkeerhulpKnippert. Het systeem heeft een obstakel
gedetecteerd.
Permanent, in combinatie met een melding en een geluidssignaal.
Er is een storing in het systeem.
Voer (3) uit.
Brandt permanent, in combinatie met de melding "Parkeerhulpsensor bedekt met
vuil: reinig de sensor, zie handleiding".
De sensor wordt afgedekt.
Zet het voertuig zo snel mogelijk stil op een veilige
plaats en zet het contact af.
Reinig de sensoren aan de voor- en/of achterzijde.
AirbagsBrandt permanent, in combinatie met het waarschuwingslampje Service en
een melding.
Een van de airbags of pyrotechnische
gordelspanners is defect.
Voer (3) uit.
Airbag vóór aan passagierszijde (ON)Brandt permanent. De airbag vóór aan passagierszijde is
geactiveerd.
De schakelaar is in de stand "ON" gezet.
Plaats in dit geval geen kinderzitje met de "rug in
de rijrichting" op de voorpassagiersstoel - risico
op zwaar letsel!
Airbag vóór aan passagierszijde (OFF)Brandt permanent. De airbag vóór aan passagierszijde is
uitgeschakeld.
De schakelaar is in de stand "OFF" gezet.
Er kan een kinderzitje met de rug in de rijrichting
worden geplaatst, tenzij er een probleem met de
airbags is (waarschuwingslampje airbags aan).
Laag brandstofniveau (Benzine, Diesel,
hybride of Plug-in hybride)
Brandt permanent, in combinatie met een geluidssignaal en een melding.
Als het lampje gaat branden, zit er nog ongeveer 6
liter brandstof in de tank (reservevoorraad).
Zolang er geen brandstof wordt getankt, wordt deze
waarschuwing iedere keer herhaald wanneer het
contact wordt aangezet, en met een toenemende
frequentie naarmate het brandstofniveau verder zakt
en de nul nadert.
Tank bij de eerstvolgende gelegenheid om een lege
brandstoftank te voorkomen.
Rijd nooit door totdat de tank helemaal leeg is;
hierdoor kunnen het emissieregelsysteem en het
injectiesysteem beschadigd raken.
Tractiebatterij bijna leeg (Elektrisch)Brandt permanent, in combinatie met een geluidssignaal.
De tractiebatterij is bijna leeg.
Controleer de resterende actieradius
Laad de tractiebatterij zo snel mogelijk op.
Schildpad-modus met beperkte actieradius
(Elektrisch)
Brandt permanent. De laadtoestand van de tractiebatterij is
kritiek.
Het motorvermogen neemt geleidelijk af.
De tractiebatterij moet direct worden opgeladen.
Als het waarschuwingslampje blijft branden, voer
dan (2) uit.
Page 88 of 280
86
Veiligheid
Als u uw bovengenoemde rechten wilt laten
gelden, neem dan via e-mail contact met ons op
via: [email protected].
Ga voor informatie over uw contactgegevens
naar onze website en bekijk het privacy- en
cookie-beleid op de website van het merk.
ASSISTANCE
► Houd bij pech toets 2 langer dan 2 seconden
ingedrukt om hulp in te roepen (dit wordt bevestigd
met een spraakbericht*).
►
W
anneer u deze toets meteen opnieuw indrukt,
wordt de oproep geannuleerd.
In de privacymodus kunt u instellen hoeveel er wordt gedeeld (gegevens en/of locatie)
tussen uw auto en PEUGEOT.
Dit kunt u instellen in de app Instellingen
van het
touchscreen.
Wanneer u uw auto niet bij een dealer aangesloten bij het PEUGEOT-
dealernetwerk hebt gekocht, raden wij u aan de
aanwezigheid van deze diensten bij een dealer te
laten controleren en eventueel configureren. In
een land waar meerdere talen worden gesproken
kunnen de diensten worden geconfigureerd voor
gebruik van de officiële nationale taal naar keuze.
* Afhankelijk van de geografische dekking van de systemen "eCall (SOS)" en ASSISTANCE en van de officiële landstaal die is gekozen door de eigenaar van de auto.
Bij een dealer kunt u een lijst van landen waar het systeem werkzaam is \
en een lijst met beschikbare telematicadiensten opvrage n; deze lijst staat ook op de website
voor uw land.
Om technische redenen, zoals het verbeteren van de kwaliteit van
telematicadiensten voor klanten, behoudt de
fabrikant zich het recht voor om op elk willekeurig
moment het telematicasysteem in de auto te
wijzigen.
Tijdens een update van het geïntegreerde telematicasysteem van de auto is het
ASSISTANCE-systeem niet beschikbaar.
Indien uw auto is uitgerust met de Peugeot Connect Packs met het Pack SOS &
Assistance, beschikt u via uw persoonlijke pagina
op de landelijke website over aanvullende
diensten.
Raadpleeg de algemene voorwaarden van deze
diensten voor informatie over het Pack SOS &
Assistance.
Event Data Recorder
(Afhankelijk van het land waar het voertuig is
verkocht)
Deze auto heeft een registratiesysteem dat
gegevens over ongevallen opslaat, een Event Data
Recorder (EDR). Dit systeem verzamelt en registreert bepaalde
gegevens van de auto gedurende korte tijd (enkele
seconden) voor, tijdens en na een gebeurtenis zoals
een ongeval of aanrijding.
Dit systeem registreert hoe de verschillende
systemen van een auto tijdens de gebeurtenis
reageerden, zodat er meer informatie beschikbaar
is over de omstandigheden van de gebeurtenis.
Daarbij gaat het onder meer om:
–
Activering van veiligheidssystemen, zoals airbags
en veiligheidsgordels.
–
De status van de veiligheidsgordels van alle
inzittenden (bevestigd / niet bevestigd).
–
Het contact of de kracht van de druk die door de
bestuurder op de pedalen werd uitgeoefend.
–
De rijsnelheid.
–
De status van bepaalde rij- en
manoeuvreerhulpsystemen.
Het volgende wordt niet door het systeem
geregistreerd:
–
Gegevens over normale rijomstandigheden, dus
gegevens die niet direct op de gebeurtenis van
toepassing zijn.
– Persoonsgegevens van de bestuurder en andere
inzittenden.
–
De geografische locatie van de auto op het
moment van de gebeurtenis.
De gegevens die door het systeem zijn geregistreerd
kunnen als volgt worden uitgelezen:
Page 98 of 280
96
Veiligheid
U moet zich aan het volgende voorschrift houden,
dat ook op de waarschuwingssticker aan beide
zijden van de zonneklep aan passagierszijde wordt
vermeld:
Plaats NOOIT een kinderzitje met de rug in de
rijrichting op een zitplaats waarvan de AIRBAG is INGESCHAKELD. Bij het afgaan van de airbag
kan het KIND LEVENSGEVAARLIJK GEWOND RAKEN.
De airbag vóór aan
passagierszijde uitschakelen
Airbag passagierszijde UIT
Schakel voor de veiligheid van uw kind de airbag vóór aan passagierszijde ALTIJD uit
als u een kinderzitje "met de rug in de rijrichting"
op de voorstoel plaatst. Anders kan het kind
ernstig of dodelijk gewond raken wanneer de
airbag wordt geactiveerd.
Auto's zonder schakelaar voor het uit-/ inschakelen
Het is ten strengste verboden om een
kinderzitje met de rug in de rijrichting op de
voorpassagiersstoel te plaatsen - kans op
dodelijk of ernstig letsel bij het afgaan van de
airbag!
De airbag vóór aan passagierszijde uit-
of inschakelen
Bij auto's met dit systeem bevindt de schakelaar zich
aan de zijkant van het dashboard.
Bij afgezet contact:
►
Steek de sleutel in de schakelaar voor de airbag
en draai deze in de stand "OFF" om de airbag uit te
schakelen. ►
Draai de sleutel in de stand "
ON" om de airbag
weer in te schakelen.
Als het contact wordt aangezet:
Dit waarschuwingslampje gaat branden en blijft branden om aan te geven dat de airbag
is uitgeschakeld.
Of
Dit waarschuwingslampje gaat ongeveer 1 minuut branden om aan te geven dat de
airbag is ingeschakeld.
ISOFIX-bevestigingen
De hieronder aangegeven zitplaatsen zijn uitgerust
met de voorgeschreven ISOFIX-bevestigingen:
Elke zitplaats is voorzien van drie bevestigingsringen
die worden aangegeven door een markering:
–
T
wee ringen (A ) tussen de rugleuning en de zitting
van de stoel.
Page 101 of 280
99
Veiligheid
5Universele, ISOFIX- en i-Size-kinderzitjes plaatsen
In overeenstemming met de Europese regelgeving toont dit overzicht de mo\
gelijkheden voor het bevestigen van universeel goedgekeurde kinderzitjes (a) met de
veiligheidsgordel en van de grootste ISOFIX- en i-Size-kinderzitjes op plaatsen in de auto die zijn voorzien van ISOFIX-verankeringspunten.
Stoelnummer
Voorstoelen (d) Achterbank
(d)
1 3456
3 1456
Airbag vóór aan passagierszijde Uitgeschakeld "OFF"
(b) Ingeschakeld "ON"
(c)
Plaats geschikt voor een universeel (a)
kinderzitje nee
ja (f) (i) ja (f) (j) jaja (e) ja
Plaats geschikt voor een i-Size-kinderzitje neenee janee ja
Plaats voorzien van een Top Tether-haak nee nee janee ja
Kinderzitje van het type reiswieg neeneeneeneenee
ISOFIX-kinderzitje met de rug in de rijrichting neenee neeR3 (g) (h) nee R3 (g) (h)
ISOFIX-kinderzitje met het gezicht in de rijrichting nee
nee F3nee F3
Kinderzitje met zitverhoger neeB3B3nee B3
Regels: –
Een plaats die geschikt is voor
i-Size is ook
geschikt voor R1, R2 en F2X, F2, B2. –
Een plaats die geschikt is voor
R3 is ook geschikt
voor R1 en R2.
Page 102 of 280
100
Veiligheid
– Een plaats die geschikt is voor F3 is ook geschikt
voor F2X en F2.
–
Een plaats die geschikt is voor
B3 is ook geschikt
voor B2.
(a) Universeel kinderzitje: kinderzitje dat in alle
auto's met de veiligheidsgordel kan worden
bevestigd.
(b) Wanneer u een kinderzitje met de rug in de
rijrichting op deze plaats wilt installeren,
dan moet de airbag vóór aan passagierszijde
worden uitgeschakeld ("OFF").
(c) Op deze plaats mag alleen een kinderzitje met
het gezicht in de rijrichting worden geplaatst
wanneer de airbag vóór aan passagierszijde is
ingeschakeld ("ON").
(d) Raadpleeg afhankelijk van de uitvoering de
wetgeving in uw land voordat u een kinderzitje
op deze zitplaats bevestigt.
(e) Plaats een kinderzitje met steun nooit op de
middelste zitplaats achter.
(f) Stel een stoel met hoogteverstelling in op
de hoogste stand en zet deze volledig naar
achteren.
(g) Zet de bestuurdersstoel in de hoogste stand.
(h) Zet de passagiersstoel in de middelste stand
van de verstelling in lengterichting. (i)
Voor een universeel kinderzitje met de rug
in de rijrichting en/of met het gezicht in de
rijrichting ( U) uit de groep 0 , 0+, 1, 2 of 3 .
(j) Voor een universeel kinderzitje met het gezicht
in de rijrichting ( UF) uit de groep 1 , 2 of 3 .
Legenda
Plaatsen waar geen kinderzitje mag worden
geïnstalleerd.
Airbag vóór aan passagierszijde uitgeschakeld.
Airbag vóór aan passagierszijde ingeschakeld.
Plaatsen die geschikt zijn voor het installeren van een universeel goedgekeurd kinderzitje
dat met de veiligheidsgordel wordt bevestigd met de
rug en/of het gezicht in de rijrichting ( U), voor alle
lengtes en gewichtsgroepen.
Zitplaats geschikt voor het plaatsen van een kinderzitje dat met de veiligheidsgordel is
bevestigd en universeel goedgekeurd "met het
gezicht in de rijrichting" ( UF) voor groepen 1, 2 en
3 , of speciaal bedoeld voor kinderen die 76 tot
150
cm lang zijn.
Plaats goedgekeurd voor het plaatsen van een i-Size-kinderzitje.
Plaatsen waar geen kinderzitje met steun
kan worden geplaatst.
Aanwezigheid van een Top Tether- verankeringspunt aan de achterzijde van de
rugleuning zodat een universeel ISOFIX-kinderzitje
kan worden gemonteerd.
ISOFIX-kinderzitje met de rug in de rijrichting:
–
R1
: ISOFIX-kinderzitje voor een baby.
–
R2
: ISOFIX-kinderzitje met kleiner formaat.
–
R3
: ISOFIX-kinderzitje met groot formaat.
ISOFIX-kinderzitje met het gezicht in de
rijrichting:
–
F2X
: ISOFIX-kinderzitje voor peuters.
Page 266 of 280
264
Index
Veiligheidsvoorzieningen voor
kinderen
92, 94–97
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen ~
Kinderen (veiligheidsvoorzieningen)
92, 94–97
Ventilatie
57
Ventilatieroosters
57
Verbruikscijfers
29
Verbruiksmeter thermische comfortfuncties
(elektrische auto)
25
Vergrendelen
32–34
Vergrendeling portieren ~ Portieren
vergrendelen
35–36
Vergrendeling van binnenuit
35
Verkeersbordherkenning
127
Verklikkerlampjes ~ Controlelampjes
12–13
Verklikkerlampjes ~ Waarschuwingslampjes
13
Verklikkerlampje veiligheidsgordel bestuurder niet
vastgemaakt ~ Gordellampje
90
Verklikkerlampje veiligheidsgordels ~ Gordel
(lampje)
90
Verlichting bagageruimte
71
Verlichting met Full LED-technologie
74, 77
Verlichting overdag ~ Dagrijverlichting
73
Vermogen
23
Vermogensmeter (plug-in hybride)
23
Versnellingshendel
109, 120
Verversen
198
Vervoer van lange voorwerpen ~ Lange
voorwerpen vervoeren
67
Vervuiling van het roetfilter (diesel)
200
Verwarming
57
Verwijderbare koffervloer
70
Visiopark
162Visiopark 1 160
Voorruitverwarming
62
Voorstoelen
49–51
Voorverwarming/-koeling interieur
(plug-in hybride)
30, 62
Vrijloop activeren
203, 225–226
W
Waarschuwing kans op aanrijding 148–150
Waarschuwing oplettendheid bestuurder
153
Waarschuwing vergeten verlichting
72
Wallbox (elektrische auto)
182
Wallbox (plug-in hybride)
175, 177, 179
Wassen
126
Wassen (adviezen)
170–171, 204–205
Wiel demonteren
213–214
Wiel monteren
213–214
Wielophanging
201
Wiel verwisselen
208, 212
Window-airbags
93–94
Z
Zekeringen 217
Zekeringen vervangen
217
Zicht
61
Zij-airbags
92–93
Zijspots
75
Zonder gereedschap afneembare kogel
188–192
Zonneklep
63
Zonnescherm 45–46
Zonnesensor
57
Zuinig rijden
9