PEUGEOT 4008 2014 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2014, Model line: 4008, Model: PEUGEOT 4008 2014Pages: 368, PDF Size: 20.41 MB
Page 41 of 368

1
39
Controle tijdens het rijden
Display 1
Display 2
Oorzaak
Oplossing - Actie
Opmerkingen
Storing in de CVT-versnellingsbak. Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
De temperatuur in het systeem van
de vier wielaandrijving is te hoog. Zet de auto stil en raadpleeg
het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats. De auto schakelt automatisch over
op voor wielaandrijving (2WD).
Het brandstofniveau is te laag. Vul de brandstoftank zo snel
mogelijk.
Het minimumniveau van het
additiefreservoir van het roetfilter is
bereikt. Laat het zo snel mogelijk bijvullen
door het PEUGEOT-netwerk of door
een gekwalificeerde werkplaats. Alleen bij de 1,6 l HDi-motor.
+ Beginnende verzadiging van het
roetfilter. Als de verkeerssituatie het toelaat,
regenereer dan het filter door
gedurende ongeveer 20 minuten
met een snelheid van minimaal
40 km/h te rijden (bij de
1,6 l HDi-motor is de minimale
snelheid 60 km/h). Als de melding nog steeds wordt
weergegeven, raadpleeg dan
het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Er is een storing in het roetfilter. Zet de auto zo snel mogelijk op een
veilige plaats stil. Raadpleeg onmiddellijk het
PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Page 42 of 368

40
Controle tijdens het rijden
Display 1
Display 2
Oorzaak
Oplossing - Actie
Opmerkingen
Motorolieniveau niet juist (lager dan
het minimum niveau of hoger dan
het maximum niveau). Zet de auto op een zo veilig
mogelijke plaats stil.
Controleer het niveau met de
peilstok en vul olie bij als het niveau
te laag is.
Start de motor niet als het niveau
hoger is dan het maximum niveau en
raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Ga nooit rijden als het
motorolieniveau niet juist is.
*
*
Water aanwezig in brandstoffilter. Kans op beschadiging van het
inspuitsysteem bij dieselmotoren. Raadpleeg onmiddellijk het
PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
De buitentemperatuur is lager dan
of gelijk aan 3°C (37°F). Kans op glad wegdek.
Let goed op en rijd voorzichtig.
Het koppelingspedaal is niet
ingetrapt tijdens het starten van de
motor. Trap het koppelingspedaal in om de
motor te starten. Bij auto's met een handgeschakelde
versnellingsbak.
Tijdens het starten staat de
selectiehendel niet in de stand P
en
ook niet in de stand N
. Zet de selectiehendel in de stand P
om de motor te starten. Bij auto's met een
CVT-versnellingsbak.
Het rempedaal is niet ingetrapt
tijdens het starten van de motor. Trap het rempedaal in om de motor
te starten.
*
Volgens land van bestemming.
Page 43 of 368

1
41
Controle tijdens het rijden
Display 1
Display 2
Systeem
Opmerkingen
Waarschuwingsmeldingen (contact in stand "ON")
Tweewielaandrijving
2WD
Knippert even als de stand "2WD" (tweewielaandrijving) is geselecteerd met behulp
van de keuzeschakelaar, bij uitvoeringen met vier wielaandrijving.
Vierwielaandrijving 4WD
Knippert even als de stand "4WD" (vier wielaandrijving) is geselecteerd met behulp
van de keuzeschakelaar, bij uitvoeringen met vier wielaandrijving.
Vierwielaandrijving 4WD
LOCK
Knippert even als de stand "LOCK" (vier wielaandrijving) is geselecteerd met behulp
van de keuzeschakelaar, bij uitvoeringen met vier wielaandrijving.
Dynamische
stabiliteitscontrole
(ASC)
Knippert als de dynamische stabiliteitscontrole (ASC) in werking is.
Page 44 of 368

42
Controle tijdens het rijden
Display 1
Display 2
Systeem
Oorzaak
Opmerkingen
Oplossing - Acties
Preventieve waarschuwingsmeldingen
Onderhoudsindicator
Geeft de bestuurder een
waarschuwing als het
onderhoudsinterval is
verstreken. Verschijnt gedurende enkele
seconden na aanzetten van
het contact. Raadpleeg het
PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Aanbevolen
rustpauze
Waarschuwt de bestuurder
dat het tijd is voor een
rustpauze. Verschijnt wanneer de
vooraf ingestelde rijtijd is
verstreken.
Er klinkt 3 keer een
geluiddssignaal dat
ver volgens om de 5 minuten
wordt herhaald, tot de auto
stopt. Wij raden u aan ongeveer
elke twee uur een rustpauze
te nemen.
Page 45 of 368

1
43
Controle tijdens het rijden
Boordcomputer
Elke keer als bij aangezet contact op de toets
INFO
wordt gedrukt, worden achtereenvolgens
de volgende schermen weergegeven:
- de kilometerteller en dagteller A,
- de kilometerteller en dagteller B,
- de onderhoudsindicator,
- de koelvloeistoftemperatuur,
- de actieradius,
- het gemiddelde verbruik,
- de gemiddelde snelheid,
- het actuele verbruik,
- het instellingenmenu,
- eventuele waarschuwingsmeldingen.
Weergave van de informatie
Kilometerteller
Systeem om de totaal afgelegde afstand door
de auto tijdens de levensduur te meten.
De totale kilometerstand
wordt weergegeven in het
onderste deel van het display.
Dagteller (traject A of B)
Nulstelling
Houd de knop INFO
, ter wijl het contact aan
is en het traject A
of B
wordt weergegeven,
gedurende ten minste 2 seconden ingedrukt.
Alleen het weergegeven traject wordt gereset.
Van twee verschillende
trajecten kan de afstand
sinds de laatste nulstelling
worden bijgehouden.
Druk op de knop INFO
om
het gewenste traject te
kiezen.
Page 46 of 368

44
Controle tijdens het rijden
Onderhoudsindicator
De onderhoudsindicator geeft aan hoeveel
kilometer u nog ver wijderd bent van de
eerstvolgende onderhoudscontrole volgens het
onderhoudsschema van de fabrikant.
Deze afstand wordt berekend vanaf de laatste
nulstelling van de onderhoudsindicator op basis
van twee parameters:
- het afgelegde aantal kilometers,
- de verstreken tijd sinds de laatste
onderhoudscontrole (in maanden).
De factor tijd kan worden meegewogen bij de
nog af te leggen kilometers, afhankelijk van de
rijgewoonten van de bestuurder.
Voor beeld
: de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudscontrole bedraagt 7.300 km.
De afstand tot de eerstvolgende
controle is overschreden
Voor beeld
: de indicator geeft aan dat
de datum voor de onderhoudscontrole is
verstreken. Deze onderhoudscontrole moet
uitgevoerd worden door het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Werking
Het pictogram "--"
blijft weergegeven
zolang de eerste onderhoudscontrole
van een nieuwe auto niet is uitgevoerd. Elke keer als het contact wordt aangezet, wordt de
melding "PERIODIC INSPECTION"
gedurende
enkele seconden weergegeven om aan te geven
dat de onderhoudswerkzaamheden zo spoedig
mogelijk uitgevoerd moet worden. Als u het contact aan zet, dient u een
aantal keer achter elkaar op de knop INFO
te drukken tot de onderhoudsindicator in
beeld verschijnt. De kilometerteller geeft de
resterende kilometers tot de eerstvolgende
onderhoudscontrole aan en de verstreken
tijd geeft het aantal maanden tot de
eerstvolgdende onderhoudscontrole aan.
Page 47 of 368

1
45
Controle tijdens het rijden
Nulstelling van de
onderhoudsindicator
Na een bepaalde afstand en tijd, wordt
de weergave "---"
automatisch opnieuw
geïnitialiseerd en wordt de resterende
tijd tot de volgende onderhoudscontrole
aangegeven.
Het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats voert deze handeling uit na elke
onderhoudscontrole.
Als u zelf de onderhoudscontrole van uw auto
uitvoert, volg dan de volgende procedure:
)
zet het contact af,
)
druk een aantal keer op de knop INFO
tot
de onderhoudsindicator verschijnt,
)
druk een aantal keer op de knop INFO
en
houd deze gedurende enkele seconden
ingedrukt tot de onderhoudssleutel
begint te knipperen
,
)
druk een aantal keer op de knop INFO
als de onderhoudssleutel knippert om
de weergave "---"
te laten veranderen
in " CLEAR
" en ver volgens in de
resterende tijd tot de eerstvolgende
onderhoudscontrole.
Page 48 of 368

46
Controle tijdens het rijden
Bij draaiende motor geeft
deze de temperatuur van de
koelvloeistof weer.
Actieradius
Bij draaiende motor
wordt
weergegeven hoeveel
kilometer u nog met de
resterende hoeveelheid
brandstof kunt rijden, aan
de hand van het gemiddelde
brandstofverbruik tijdens de
laatste kilometers.
Deze waarde kan wijzigen door een
verandering van rijstijl of een helling die
een aanzienlijke variatie in het actuele
brandstofverbruik tot gevolg heeft.
Als u slechts enkele liters tankt, zal niet
de juiste waarde worden weergegeven.
Vul de tank dus indien mogelijk volledig.
Koelvloeistoftemperatuurmeter
Als de wijzer het kritieke
gebied aan de
rechterzijde nadert, is de temperatuur te hoog.
Als de motor te heet wordt, gaat het pictogram
knipperen.
Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats.
Zet de motor niet meteen af, maar laat deze
nog enkele minuten draaien.
Zodra de actieradius minder dan 50 km
bedraagt, worden streepjes weergegeven.
Ga zo snel mogelijk tanken.
De weergave van de actieradius wordt
bijgewerkt.
Wacht, indien koelvloeistof moet worden
bijgevuld, tot de motor is afgekoeld. Het
koelcircuit staat onder druk.
Draai de vuldop eerst twee slagen los en
laat de druk ontsnappen, om elk risico
op brandwonden te vermijden.
Ver wijder de vuldop pas als de druk
van het systeem is, en vul indien nodig
koelvloeistof bij.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Wanneer u de accukabels losneemt,
wordt het vorige brandstofverbruik
gewist: de aangegeven waarde zal
dan afwijken van de waarde van voor
het losnemen van de accukabels. De
weergegeven afstand dient slechts als
indicatie.
Page 49 of 368

1
47
Controle tijdens het rijden
Gemiddeld brandstofverbruik
(l/100 km of km/l of mpg)
Dit is het gemiddelde
brandstofverbruik sinds de
laatste nulstelling van de
boordcomputer.
Gemiddelde snelheid
(km/h of mph)
Dit is de gemiddelde
snelheid sinds de
laatste nulstelling van de
boordcomputer.
Actueel brandstofverbruik
(l/100 km of km/l of mpg)
Dit is het berekende
brandstofverbruik tijdens de
laatste seconden.
Deze waarde kan variëren door een
verandering in de rijstijl of van het
landschap.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats
wanneer er tijdens het rijden langdurig
horizontale streepjes op het display worden
weergegeven in plaats van cijfers.
Nulstelling
Druk minimaal twee seconden op de knop
INFO
zodra gewenste informatie op het display
verschijnt om alle gegevens te resetten.
Bij inschakeling van het contact, wordt bij de
nulstelling overgeschakeld van de handmatige
naar de automatische stand.
Automatisch
Als het contact langer dan 4 uur in de stand
OFF staat, wordt alle informatie automatisch
gereset.
Page 50 of 368

48
Controle tijdens het rijden
De diverse menu's kunnen voor
instrumentenpaneel type 1 en
instrumentenpaneel type 2 verschillend zijn.
Instellen van de parameters van de auto
Als de auto stilstaat
,
kunnen de volgende
functieweergaven worden
gewijzigd:
- de manier voor het wissen
van het gemiddelde
brandstofverbruik en de
gemiddelde snelheid,
)
Druk op de knop INFO
en houd deze
gedurende enkele seconden ingedrukt om
het menuscherm weer te geven.
)
Druk in het menuscherm op de knop INFO
om een functie uit de volgende lijst te
selecteren:
- de eenheid van het brandstofverbruik,
- de eenheid van de temperatuur weergave,
- de taalkeuze,
- inschakelen/uitschakelen van het
geluidssignaal dat gekoppeld is aan het
indrukken van de knop INFO
,
- weergave-interval van herinnering pauze
(r usten),
- fabrieksinstellingen herstellen.
Om de weergave van functies te
wijzigen, moet de auto stilstaan met het
contact aan.
Trek de handrem aan en zet de
versnellingshendel in de neutraalstand. Druk, met
het
contact aan
, herhaaldelijk op de
knop INFO
links op het instrumentenpaneel tot
op het scherm "SETTING MENU" verschijnt.
Werking
MENU 1/3:
- 1 - 2
, A - M
, A - P
* (opties voor wissen
van gemiddeld brandstofverbruik en
gemiddelde snelheid),
- UNIT
(keuze voor eenheid
brandstofverbruik),
- keuze voor eenheid
temperatuurweergave
,
- LANGUAGE
(taalkeuze),
*
Afhankelijk van de weergavetaal.
Voor uw veiligheid
worden de
instellingen niet weergegeven als de
auto rijdt
en u op de knop INFO
drukt.