isofix PEUGEOT 408 2023 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2023, Model line: 408, Model: PEUGEOT 408 2023Pages: 244, PDF Size: 7.25 MB
Page 4 of 244

2
Inhoud
■
Overzicht
■
Eco-rijden
1InstrumentenpaneelInformatie voor de bestuurder 10
Digitale instrumentenpanelen 10
Waarschuwings- en verklikkerlampjes 11
Meters 17
Handmatige controle 19
Kilometerteller 19
Boordcomputer 20
10 inch touchscreen 21
i-Toggles 23
Op afstand bedienbare extra functies
(plug-in hybride)
23
2 ToegangElektronische sleutel met afstandsbedieningsfunctie
en geïntegreerde sleutel 24
Sleutelloos instap- en startsysteem met
nabijheidssensor
26
Centrale vergrendeling 28
Noodprocedures 29
Portieren 31
Achterklep 31
Elektrisch bedienbare achterklep 32
Alarm 35
Elektrische ruitbediening 37
Schuif- / kanteldak 38
3Ergonomie en comfortZitpositie 41
Voorstoelen 42
Het stuurwiel verstellen 45
Stuurwielverwarming 46
Spiegels 46
Achterbank 48
Verwarming en ventilatie 49
Automatische airconditioning met
gescheiden regeling
50
Ontwasemen - ontdooien voorruit en voorste zijruiten 53
Ontwasemen - ontdooien achterruit 54
Voorruitverwarming 54
Voorverwarming / -koeling (plug-in hybride) 54
Voorzieningen vóór 55
Plafonniers 59
Sfeerverlichting 60
Voorzieningen achter 60
Voorzieningen in de bagageruimte 61
4Verlichting en zichtLichtschakelaar 63
Richtingaanwijzers 64
Hoogteverstelling van de koplampen 65
Automatisch inschakelen van de koplampen 65
Follow me home- en instapverlichting 66
Automatische verlichtingssystemen - Algemene
aanbevelingen
66
Grootlichtassistent 67
Peugeot Matrix LED Technology 2.0 68
Night Vision 69
Ruitenwisserschakelaar 71
Intervalstand ruitenwissers 72
Automatische stand ruitenwissers 72
Ruitenwisserbladen vervangen 74
5VeiligheidAlgemene aanbevelingen met betrekking
tot de veiligheid 75
Alarmknipperlichten 75
Claxon 76
Geluidssignaal voor voetgangers (plug-in hybride) 76
Noodoproep of pechhulpoproep 76
Elektronisch stabiliteitsprogramma (ESP) 78
Veiligheidsgordels 81
Airbags 83
Actieve motorkap 85
Kinderzitjes 86
De airbag vóór aan passagierszijde uitschakelen 88
ISOFIX-kinderzitjes 89
i-Size-kinderzitjes 91
Kinderzitjes plaatsen 92
Kinderbeveiliging 94
6RijdenRijadviezen 95
Starten / afzetten van de motor 97
Plug-in hybrideauto starten 97
Elektrische parkeerrem 98
Automatische transmissie 101
Rijstanden 104
Hill Start Assist 105
Schakelindicator 106
Stop & Start 106
Bandenspanningscontrolesysteem 108
Rij- en parkeerhulpsystemen - Algemene adviezen 109
Stuurwiel met hands-on-detectiesysteem 111
Snelkoppelingen voor rijhulpsystemen 111
Verkeersbordherkenning 11 2
Snelheidsbegrenzer 11 6
Snelheidsregelaar - Specifieke adviezen 11 7
Page 8 of 244

6
Overzicht
Plug-in hybridesysteem
1.Benzinemotor
2. Elektromotor
3. Tractiebatterij
4. 12V-accu's voor accessoires
5. Elektrische automatische transmissie, 8
versnellingen (e-EAT8)
6. Klep van de laadaansluiting
7. Brandstofvulklep
8. Keuzeschakelaar rijstand
9. Kabel voor opladen via een normaal stopcontact
De plug-in hybridetechnologie combineert
twee energiebronnen: de benzinemotor en de
elektromotor die de voorwielen aandrijven.
Deze twee motoren kunnen afzonderlijk of gelijktijdig
werken, afhankelijk van de geselecteerde rijstand en
de rijomstandigheden.
In de stand Electric
wordt de auto volledig elektrisch
aangedreven, en in de stand Hybride alleen als er
weinig vermogen wordt gevraagd. De elektromotor ondersteunt de benzinemotor bij het starten en
accelereren.
Het elektrisch vermogen wordt geleverd door een
oplaadbare tractiebatterij.
Stickers
Deel
"Ergonomie en comfort - Voorzieningen
vóór - Draadloze smartphonelader":
Delen "Verlichting en zicht - Lichtschakelaar" en
"In geval van pech - Een gloeilamp vervangen":
Deel "Veiligheid - Kinderzitjes - De airbag vóór
aan passagierszijde uitschakelen":
Deel "Veiligheid - ISOFIX-bevestigingen":
i-SizeTOP TETHER
Deel "Rijden - Elektrische parkeerrem":
Deel "Rijden - Stop & Start":
Deel "Praktische informatie - Compatibiliteit van
brandstoffen":
Deel "Praktische informatie - Plug-in
hybridesysteem":
Deel "Praktische informatie - De tractiebatterij
opladen (Plug-in hybride)":
Deel "Praktische informatie - Motorkap":
Deel "In geval van pech - Bandenreparatieset":
Deel "In geval van pech - Reservewiel":
Deel "In geval van pech- 12V-accu('s)":
Page 88 of 244

86
Veiligheid
Het activeren van de actieve motorkap gaat gepaard met wat onschadelijke rook en een
knal, als gevolg van de activering van de
pyrotechnische lading die in het systeem is
geïntegreerd. Het waarschuwingslampje van de
airbag gaat aan.
Probeer de motorkap na activering niet te
openen of te sluiten. Neem contact op met een
bergingsbedrijf of ga naar de dichtstbijzijnde
PEUGEOT-dealer of gekwalificeerde werkplaats,
maar rijd daarbij niet harder dan 30 km/h.
Zet de bestuurdersstoel hoger - kans op
verminderd zicht!
Dit systeem werkt slechts één keer. Als er een tweede aanrijding plaatsvindt (tijdens
hetzelfde of een volgend ongeval), wordt de
actieve motorkap niet meer geactiveerd.
Laat het systeem na een aanrijding of na diefstal
van uw auto controleren.
Kom niet aan de pyrotechnische systemen onder
de motorkap, in de buurt van de steunen - risico
van explosie!
Laat alle werkzaamheden alleen door een
PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats uitvoeren
Storing
Bij een storing gaat dit waarschuwingslampje op het instrumentenpaneel branden, in
combinatie met een melding en een geluidssignaal.
Neem contact op met een PEUGEOT-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats om het systeem te laten
controleren.
De kans bestaat dat de actieve motorkap bij een
aanrijding niet wordt geactiveerd.
Kinderzitjes
De regelgeving met betrekking tot het vervoer van kinderen verschilt per land.
Raadpleeg de in uw land geldende regels.
Volg voor een optimale veiligheid de volgende
adviezen op:
–
Conform de Europese wetgeving dienen
kinderen
jonger dan 12 jaar of kleiner dan 1,5 meter
in goedgekeurde, voor het lichaamsgewicht
geschikte kinderzitjes op met veiligheidsgordels of
ISOFIX-bevestigingen uitgeruste plaatsen te worden
vervoerd.
–
V
olgens de statistieken is de achterbank van
uw auto de veiligste plaats voor het vervoeren
van een kind.
–
Kinderen lichter dan 9 kg moeten met de rug
in de rijrichting in het voertuig worden geplaatst,
op de voorstoel of een achterzitplaats van het
voertuig.
Het wordt aanbevolen om kinderen op de achterzitplaatsen van het voertuig te
vervoeren:
–
tot 3 jaar "
met de rug in de rijrichting".
–
vanaf 3 jaar "
met het gezicht in de
rijrichting".
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordel correct is bevestigd en aangetrokken.
Zorg er bij kinderzitjes met een steun voor dat de
steun goed contact maakt met de vloer.
Wanneer een kinderzitje niet goed in een auto is bevestigd, kan de veiligheid van het
kind bij een ongeval in gevaar komen.
Controleer of er geen veiligheidsgordel of
gordelsluiting van de veiligheidsgordel onder het
kinderzitje zit; dat zou de stabiliteit van het zitje in
gevaar kunnen brengen.
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels of het tuigje
van het kinderzitje, zelfs bij korte ritten, worden
vastgemaakt waarbij de speling ten opzichte van
het lichaam van het kind zoveel mogelijk moet
worden beperkt.
Wanneer het kinderzitje met de veiligheidsgordel
wordt bevestigd, moet u ervoor zorgen dat de
veiligheidsgordel correct tegen het kinderzitje is
gespannen en dat de gordel het kinderzitje stevig
op zijn plaats houdt. Wanneer de passagiersstoel
verstelbaar is, moet u deze waar nodig naar
voren schuiven.
Verwijder de hoofdsteun voordat u
een kinderzitje met rugleuning op een
passagierszitplaats bevestigt.
Berg de hoofdsteun zorgvuldig op om te
voorkomen dat de hoofdsteun door de auto vliegt
bij krachtig afremmen. Plaats de hoofdsteun
terug zodra het kinderzitje is verwijderd.
Page 91 of 244

89
Veiligheid
5► Draai de sleutel in de stand "ON" om de airbag
weer in te schakelen.
Als het contact wordt aangezet:
Dit waarschuwingslampje gaat branden en blijft branden om aan te geven dat de airbag
is uitgeschakeld.
Of
Dit waarschuwingslampje gaat ongeveer 1 minuut branden om aan te geven dat de
airbag is ingeschakeld.
Aanbevolen kinderzitjes
Kinderzitjes die met een
driepuntsveiligheidsgordel kunnen worden
vastgemaakt.
Categorie 0+: vanaf geboorte tot 13 kg.
L1
"RÖMER Baby-Safe"
Wordt met de rug in de rijrichting geplaatst.
Categorie 2 en 3: van 15 tot 36 kg
L5
"RÖMER KIDFIX 2R"
Kan aan de ISOFIX-bevestigingspunten van uw auto worden bevestigd.
Het kind wordt beschermd door de veiligheidsgordel.
Alleen geschikt voor plaatsing op de buitenste zitplaatsen achter.
De hoofdsteun van de stoel moet worden verwijderd.
Categorie 2 en 3: van 15 tot 36 kg
L6
"GRACO Booster"
Het kind wordt beschermd door de veiligheidsgordel.
Alleen geschikt voor plaatsing op de
voorpassagiersstoel of op de buitenste zitplaatsen achter.
ISOFIX-bevestigingen
De hieronder aangegeven zitplaatsen zijn uitgerust
met de voorgeschreven ISOFIX-bevestigingen:
Elke zitplaats is voorzien van drie bevestigingsringen
die worden aangegeven door een markering:
–
T
wee ringen (A ) tussen de rugleuning en de zitting
van de stoel.
Deze ringen bevinden zich achter ritssluitingen.
De 2 vergrendelingen van ISOFIX-kinderzitjes
worden hieraan verankerd.
–
Eén ring
(B) aan de achterzijde van de stoel wordt
de TOP TETHER genoemd en is bedoeld om zitjes
met een bovenste riem te bevestigen.
Page 92 of 244

90
Veiligheid
Dit systeem voorkomt dat het kinderzitje naar voren
kantelt bij een frontale aanrijding.
Met de ISOFIX-bevestigingen kan een kinderzitje
veilig, degelijk en snel in de auto worden
gemonteerd.
Kinderzitje vastmaken aan de TOP TETHER:
►
V
erwijder de hoofdsteun van de zitplaats waarop
u het kinderzitje wilt plaatsen en berg de hoofdsteun
op (plaats de hoofdsteun terug zodra het kinderzitje
weer is verwijderd).
►
V
oer de riem van het kinderzitje achter de
rugleuning van de zitplaats langs, tussen de
openingen voor de pennen van de hoofdsteun door.
►
Maak de haak van de bovenste riem aan ring
B
vast.
►
T
rek de bovenste riem strak.
Voordat u een ISOFIX-kinderzitje op de linkerzitplaats van de achterbank plaatst,
moet u eerst de middelste veiligheidsgordel
achter naar het midden van de auto verplaatsen
zodat deze gordel normaal gebruikt kan blijven
worden.
Wanneer een kinderzitje niet goed in een auto is bevestigd, kan de veiligheid van het
kind bij een ongeval in gevaar komen.
Houd u nauwgezet aan de montagevoorschriften
die in de gebruiksaanwijzing van het kinderzitje
worden aangegeven.
Raadpleeg het overzicht voor meer informatie over de bevestiging van
ISOFIX-kinderzitjes in uw auto.
Aanbevolen ISOFIX-kinderzitjes
Raadpleeg de montage-instructies van de fabrikant voor het aanbrengen en
verwijderen van het kinderzitje.
"RÖMER Baby-Safe met ISOFIX-basis" (lengtecategorie: E)
Categorie 0+: vanaf geboorte tot 13 kg.
Dit kinderzitje wordt met de rug in de rijrichting
geplaatst met behulp van een ISOFIX-basis die aan de ogen (A ) wordt bevestigd.
De basis is voorzien van een in hoogte
verstelbare steun die op de vloer van de auto rust.
Dit kinderzitje kan ook worden bevestigd met een veiligheidsgordel. In dat geval wordt het
zitje zonder basis met de driepuntsgordel op de zitplaats van de auto bevestigd.
Page 93 of 244

91
Veiligheid
5"RÖMER Duo Plus ISOFIX"
(lengtecategorie: B1)
Groep 1: van 9 tot 18 kg
" RÖMER Duo Plus ISOFIX"
(lengtecategorie: B1)
Groep 1: van 9 tot 18 kg
Alleen geschikt voor plaatsing met het gezicht in de rijrichting.
Het wordt aan de ringen (A ) en (B), en met de
bovenste riem, de TOP TETHER, bevestigd. Drie standen: rechtop, ruststand en ligstand. Dit kinderzitje kan ook worden gebruikt op
zitplaatsen die niet zijn voorzien van ISOFIX-
bevestigingspunten. In dat geval moet het zitje
met de driepuntsveiligheidsgordel op de stoel van de auto worden bevestigd. Stel de voorstoel zo
af dat de voeten van het kind de rugleuning niet kunnen raken.
i-Size-kinderzitjes
i-Size-kinderzitjes A) moeten worden bevestigd.
Deze i-Size-kinderzitjes zijn ook uitgerust met:
–
een bovenste bevestigingsriem die kan worden vastgemaakt aan bevestiging\
sring
B.
–
of een steun die op de vloer rust, vóór de voor i-Size-kinderzitje\
s geschikte zitplaats van de auto.
Ze voorkomen dat het kinderzitje bij een ongeval naar voren kantelt.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer informatie over
ISOFIX-bevestigingen.
Page 94 of 244

92
Veiligheid
Universele, ISOFIX- en i-Size-kinderzitjes plaatsen
In overeenstemming met de Europese regelgeving toont dit overzicht de mo\
gelijkheden voor het bevestigen van universeel goedgekeurde kinderzitjes (a) met de
veiligheidsgordel en van de grootste ISOFIX- en i-Size-kinderzitjes op plaatsen in de auto die zijn voorzien van ISOFIX-verankeringspunten.
Stoelnummer
Voorstoelen (d) Achterbank
(d)
1 3456
3 1456
Airbag vóór aan passagierszijde Uitgeschakeld "OFF"
(b) Ingeschakeld "ON"
(c)
Plaats geschikt voor een universeel (a)
kinderzitje nee
ja (f) (i) ja (f) (j) jaja (e) ja
Plaats geschikt voor een i-Size-kinderzitje neenee janee ja
Plaats voorzien van een Top Tether-haak nee nee janee ja
Kinderzitje van het type reiswieg neeneeneeneenee
ISOFIX-kinderzitje met de rug in de rijrichting neenee neeR3 (g) (h) nee R3 (g) (h)
ISOFIX-kinderzitje met het gezicht in de rijrichting nee
nee F3nee F3
Kinderzitje met zitverhoger neeB3B3nee B3
Page 95 of 244

93
Veiligheid
5Regels:
– Een plaats die geschikt is voor i-Size is ook
geschikt voor R1, R2 en F2X, F2, B2.
–
Een plaats die geschikt is voor
R3 is ook geschikt
voor R1 en R2.
–
Een plaats die geschikt is voor
F3 is ook geschikt
voor F2X en F2.
–
Een plaats die geschikt is voor
B3 is ook geschikt
voor B2.
(a) Universeel kinderzitje: kinderzitje dat in alle
auto's met de veiligheidsgordel kan worden
bevestigd.
(b) Wanneer u een kinderzitje met de rug in de
rijrichting op deze plaats wilt installeren,
dan moet de airbag vóór aan passagierszijde
worden uitgeschakeld ("OFF").
(c) Op deze plaats mag alleen een kinderzitje met
het gezicht in de rijrichting worden geplaatst
wanneer de airbag vóór aan passagierszijde is
ingeschakeld ("ON").
(d) Raadpleeg afhankelijk van de uitvoering de
wetgeving in uw land voordat u een kinderzitje
op deze zitplaats bevestigt.
(e) Plaats een kinderzitje met steun nooit op de
middelste zitplaats achter.
(f) Stel een stoel met hoogteverstelling in op
de hoogste stand en zet deze volledig naar
achteren.
(g) Zet de bestuurdersstoel in de hoogste stand. (h)
Zet de passagiersstoel in de middelste stand
van de verstelling in lengterichting.
(i) Voor een universeel kinderzitje met de rug
in de rijrichting en/of met het gezicht in de
rijrichting ( U) uit de groep 0 , 0+, 1, 2 of 3 .
(j) Voor een universeel kinderzitje met het gezicht
in de rijrichting ( UF) uit de groep 1 , 2 of 3 .
BelangrijkPlaatsen waar geen kinderzitje mag worden
geïnstalleerd.
Airbag vóór aan passagierszijde uitgeschakeld.
Airbag vóór aan passagierszijde ingeschakeld.
Plaatsen die geschikt zijn voor het installeren van een universeel goedgekeurd kinderzitje
dat met de veiligheidsgordel wordt bevestigd met de
rug en/of het gezicht in de rijrichting ( U), voor alle
lengtes en gewichtsgroepen.
Plaatsen die geschikt zijn voor het installeren van een kinderzitje met de veiligheidsgordel
en universeel goedgekeurd met het gezicht in de
rijrichting ( UF) alleen voor de groepen 1 , 2 en 3 .
Plaats goedgekeurd voor het plaatsen van
een i-Size-kinderzitje.
Plaatsen waar geen kinderzitje met steun
kan worden geplaatst.
Aanwezigheid van een Top Tether- verankeringspunt aan de achterzijde van de
rugleuning zodat een universeel ISOFIX-kinderzitje
kan worden gemonteerd.
ISOFIX-kinderzitje met de rug in de rijrichting:
–
R1
: ISOFIX-kinderzitje voor een baby.
–
R2
: ISOFIX-kinderzitje met kleiner formaat.
–
R3
: ISOFIX-kinderzitje met groot formaat.
ISOFIX-kinderzitje met het gezicht in de
rijrichting:
–
F2X
: ISOFIX-kinderzitje voor peuters.
–
F2
: ISOFIX-kinderzitje met lagere hoogte.
Page 96 of 244

94
Veiligheid
– F3: ISOFIX-kinderzitje met volledige hoogte.Zitverhoger:
–
B2
: lage zitverhoger.
–
B3
: hoge zitverhoger.
Plaats waar geen ISOFIX-kinderzitje mag
worden geplaatst.
Zie de tabel "Universele, ISOFIX- en i-Size-
kinderzitjes plaatsen" voor het afstellen van de
stoel.
Mechanische
kinderbeveiliging
Het systeem voorkomt dat een van de
achterportieren van binnenuit met de handgreep kan
worden geopend.
De knop bevindt zich op de zijkant van beide
achterportieren (aangegeven door een label op de
carrosserie).
Inschakelen / uitschakelen
► Draai de ingebouwde sleutel voor inschakelen
helemaal: •
Draai naar rechts op het achterportier links.
•
Draai naar links op het achterportier rechts. ►
V
oor uitschakelen draait u deze in de
tegenovergestelde richting.
Page 220 of 244

218
Index
Hoogte- en diepteverstelling stuurwiel ~
Stuurverstelling
45
Hulpoproep
76–77
Hybridemotor
9, 22, 168, 190, 194
I
Identificatiegegevens 195
Identificatieplaatjes constructeur
195
Identificatie (stickers)
195
Indeling achter
60
Indeling bagageruimte ~ Bagageruimte,
indeling
61
Indeling interieur ~ Interieurindeling
56
Inductielader
57
Infraroodcamera
69, 110
Inhoud brandstoftank ~
Brandstoftank (inhoud)
150
Instapverlichting
66
Instellen van de uitrustingen
10, 21
Instellingen bestuurder (opslaan) ~
Bestuurdersplaats (instellingen)
44
Instrumentenpaneel
10, 20, 111
Instrumentenpanelen
10
Interieurfilter
50, 171
Interieurfilter (vervangen)
171
Interieurverlichting
59–60
ISOFIX (bevestigingen)
89, 92–93
ISOFIX bevestigingen
89, 92–93
ISOFIX kinderzitjes
89–90, 92–93
K
Kaartleeslampjes 59
Keyless entry and start
24, 26–27, 97
Kilometerteller
19
Kinderbeveiliging
94
Kinderen
82, 89–91
Kinderen (veiligheid)
94
Kinderzitjes
82, 86–87, 89
Kinderzitjes (conventioneel)
89, 92–93
Kinderzitjes i-Size
91–93
Klep laadaansluiting
(plug-in hybride)
153, 158, 160
Klep van de laadaansluiting
161
Kleurcode lak
195
Klokje (instellen)
2 11
Koelvloeistof
170
Koelvloeistoftemperatuur
18
Koelvloeistoftemperatuurmeter
18
Kofferdeksel sluiten
27, 31
Koplampverstelling
65
Krik
175–176, 179
L
Laadkabel 156
Laadkabel (plug-in hybride)
153, 155, 160
Laadniveaumeter (plug-in hybride)
19
Laadstekker (plug-in hybride)
153, 158, 160
Laadtoestand van de tractiebatterij
22
Laden accu ~ Accu laden
184–185, 188
Laden tractiebatterij
156
Laden via een normaal stopcontact 156
Lader voor versneld laden (wallbox)
153, 155
Lak
173, 195
Lampen (vervangen)
182–183
Lampen vervangen
182–183
Lane Departure Warning System
138
Lane Keeping System
120, 125–127
Leder (onderhoud)
174
LED-verlichting
64, 183
Leeslampjes
59
Lekke band
176–177, 179
Lendensteun
43
Lendensteun, verstelling
43
Lichtschakelaar
63–64
Logboek waarschuwingsmeldingen
19
Lokaliseren van de auto
26
Luchtfilter
171
Luchtfilter (vervangen)
171
Luchtrecirculatie
52–53
Luidsprekers
58
M
Make-upspiegel 56
Massagefunctie
45
Massages op meerdere punten
45
Matten
59, 111
Mat verwijderen
59
Milieu
8, 30
Mistachterlicht
63, 183
Mobiele app
22–23, 54, 158, 161