display PEUGEOT 5008 2017 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2017, Model line: 5008, Model: PEUGEOT 5008 2017Pages: 404, PDF Size: 15.44 MB
Page 40 of 404

38
Monochroom display C
WeergaveToetsen
Afhankelijk van de geselecteerde functie wordt
het volgende weergegeven:
-
d
e tijd,
-
d
e datum,
-
de
buitentemperatuur (de temperatuur
knippert bij kans op gladheid),
-
d
e informatie van de parkeerhulp,
-
d
e geluidsbron waarnaar geluisterd wordt,
-
d
e informatie van de telefoon of de
handsfree set,
-
d
e configuratiemenu's van het display en de
uitrusting van de auto.
Druk op het bedieningspaneel van de autoradio op:
F d e toets " MENU" om het hoofdmenu weer te
geven,
F
d
e toets " 5" of " 6" om door de items op het
display te scrollen,
F
d
e toets " 7" of " 8" om de waarde van een
instelling te wijzigen,
F
d
e toets " OK" om te bevestigen,
of
F
d
e toets " Te r u g" om de uitgevoerde handeling
af te breken.
Hoofdmenu
F Druk op de toets MENU :
- "Multimedia",
-
"Telefoon",
-
"Verbindingen",
-
"
Persoonlijke instelling - configuratie",
F
D
ruk op de toets " 7" of " 8" om het
gewenste menu te selecteren en bevestig
door op de toets " OK" te drukken.
Menu "Multimedia"
Als de autoradio is ingeschakeld,
kunt u via dit menu de functies van
de radio (Zendervolgsysteem (RDS),
Volgsysteem digitale zender/FM,
Zenderinfo (TXT)) in- of uitschakelen
en kunt u kiezen op welke manier de
media moeten worden afgespeeld
(Normaal, Shuffle, Shuffle uitgebreid,
Herhaling).
Zie voor meer informatie over de toepassing
"Multimedia" de rubriek "Audio en telematica".
Menu "Telefoon"
Als de autoradio is ingeschakeld
en dit menu is geselecteerd, kunt u
het gesprekkenlogboek weergeven
en de adresboeken van de telefoon
opvragen.
Zie voor meer informatie over de toepassing
"Telefoon" de rubriek "Audio en telematica".
Instrumentenpaneel
Page 41 of 404

39
Menu "Verbindingen"
Als de autoradio is ingeschakeld,
kunt u via dit menu een Bluetooth-
apparaat aankoppelen (telefoon,
mediaspeler) en de aansluitmodus
ervan instellen (handsfree,
audiobestanden afspelen).
Zie voor meer informatie over de toepassing
"Verbindingen" de rubriek "Audio en
telematica".
Menu "Persoonlijke
instelling - configuratie"
Als dit menu is geselecteerd, hebt u
toegang tot de volgende functies:
-
"
Parameters van de auto
instellen",
-
"Taalkeuze",
-
"
Configuratie display".
Parameters van de auto instellen
Via dit menu kunnen verschillende systemen
van de auto in- en uitgeschakeld worden
(afhankelijk van de uitvoering):
-
"
Toegang tot de auto" :
•
"Afstandsbd.".
Raadpleeg voor meer informatie over de
afstandsbediening en in het bijzonder over de
selectieve ontgrendeling van het bestuurdersportier
de rubriek "Toegang tot de auto".
- "Comfort" :
• " Ruitenw. aan bij achteruit".
Raadpleeg voor meer informatie over de
ruitenwissers de rubriek " Verlichting en
zic ht ".
•
"Parkeerhulp".
Raadpleeg voor meer informatie over de
parkeerhulp de rubriek "Rijden".
•
"
Detectie verslapping aandacht".
Raadpleeg voor meer informatie over de
detectie verslapping aandacht de rubriek
"Rijden".
-
"
Hulp bij het rijden" :
•
"
Autom. noodremfunctie".
Raadpleeg voor meer informatie over
Active Safety Brake de rubriek "Rijden".
•
"Snelheidsadviezen".
Raadpleeg voor meer informatie over de
snelheidslimietherkenning de rubriek
"Rijden".
•
"Bandenspanning".
Raadpleeg voor meer informatie over het
bandenspanningscontrolesysteem en
in het bijzonder over het resetten er van de
rubriek "Rijden".
Ta a l k e u z e
Als dit menu is geselecteerd, kan de taal
van de weergave van het display en het
instrumentenpaneel worden geselecteerd uit
een lijst van talen.
Configuratie display
Als dit menu is geselecteerd, hebt u toegang tot
de volgende instellingen:
-
"
Keuze van eenheden",
-
"
Datum en tijd instellen",
-
"
Instellingen display",
-
"Lichtsterkte".
Datum en tijd instellen
F
D
ruk op de knop " 7" of " 8" om het menu
"Configuratie display" weer te geven en
druk ver volgens op OK.
F
D
ruk op de knop " 5" of " 6" om de regel
"Datum en tijd instellen" te selecteren en
druk ver volgens op OK.
F
D
ruk op de knop " 7" of " 8" om de te
wijzigen instelling te selecteren. Bevestig
door op OK te drukken, wijzig de instelling
en bevestig opnieuw om de wijziging op te
slaan.
F
P
as de instellingen één voor één aan en
bevestig met de knop OK.
F
D
ruk op de knop " 5" of " 6" en ver volgens
op de knop OK om het vakje OK te
selecteren en bevestig of druk op de knop
Terug om te annuleren.
Uit veiligheidsoverwegingen moet de
bestuurder handelingen die veel aandacht
vergen altijd bij stilstaande auto uitvoeren.
1
Instrumentenpaneel
Page 60 of 404

58
Synchroniseren van de
afstandsbediening
Na het ver vangen van de batterij of in het geval
van een storing moet de afstandsbediening
gesynchroniseerd worden.
Zonder centrale vergrendeling
Volg deze procedures in de volgende gevallen:
- storing van de centrale vergrendeling;
-
a
ccu losgekoppeld of ontladen.
Bestuurdersportier
F Draai de sleutel in de richting van de achterzijde van de auto om deze te
vergrendelen, of in de richting van de
voorzijde om de auto te ontgrendelen.
Overige portieren
Ontgrendelen van een portier
F T rek aan de binnenportiergreep van het
portier.
Vergrendelen
Vervangen van de batterij
Een melding op het display van het
instrumentenpaneel geeft aan dat u de batterij
moet vervangen.
F
O
pen de portieren.
F
C
ontroleer of de kinderbeveiliging van de
achterportieren niet geactiveerd is. Raadpleeg de desbetreffende rubriek.
F
V
er wijder de zwarte dop op de zijkant van
het portier met behulp van de sleutel.
F
S
teek de sleutel zonder te forceren in het
gat en beweeg, zonder de sleutel te draaien,
de pal zijwaarts richting de binnenzijde van
het portier.
F
V
er wijder de sleutel en breng de zwarte dop
aan.
F
S
luit de portieren en controleer van buitenaf
of de auto goed is vergrendeld.
Uitvoering zonder Keyless entr y and star t
Batterijtype: CR1620/3 V. Uitvoering met Keyless entr y and star t
Batterijtype: CR2032/3 V.
F
W ip het deksel met een kleine
schroevendraaier bij de uitsparing los.
F
V
erwijder het deksel.
F
V
er wijder de lege batterij uit de houder.
F
P
laats een nieuwe batterij met de juiste
polariteit in de houder.
F
D
ruk het deksel vast.
Na het ver vangen van de batterij moet de
afstandsbediening worden gesynchroniseerd.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het synchroniseren van
de afstandsbediening.
Toegang tot de auto
Page 111 of 404

109
F Voor uitschakelen van de programmeer functie drukt u op de toets 4
tot de melding " OK" verschijnt.
Als tijdens deze handelingen de melding
" FA I L " verschijnt, is het signaal niet
ontvangen. Herhaal de procedure nadat u
de positie hebt gewijzigd.
Uitschakelen van de verwarming
F Druk op de toets 5 .
Wijzigen van het
ver warmingsniveau
Het systeem heeft 5 verwarmingsniveaus: C1
(laagste niveau) tot en met C5 (hoogste niveau).
F
D
ruk, nadat de het ver warmingsniveau is
weergegeven met toets 1 , gelijktijdig op de
toetsen 4 en 5 .
De letter " C" knippert.
Dit symbool zal verdwijnen.
Dit symbool blijft weergegeven
worden.
Dit verklikkerlampje gaat uit. F
W
ijzig het verwarmingsniveau door op de
toets 1 te drukken.
F
D
ruk gelijktijdig op de toetsen 4 en 5 om het
geselecteerde niveau op te slaan. De letter " C" verschijnt.
De ingestelde waarde worden door
de nieuwe invoer overschreven.
De
geprogrammeerde tijden worden
opgeslagen tot de volgende wijziging.
Als de starttijd is geactiveerd, kan het
verwarmingsniveau niet worden gewijzigd.
Deactiveer dan eerst de starttijd.
Storingen
Als de programmeerbare extra verwarming niet
werkt, neem dan contact op met het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Vervangen van de batterij
De afstandsbediening wordt gevoed door een
meegeleverde 6V-28L-batterij.
Als de batterij moet worden ver vangen, wordt
dit aangegeven op het display.
F
M
aak de behuizing los.
F
V
er vang de batterij; let daarbij op de
polariteit.
F
S
ynchroniseer de afstandsbediening.
Synchroniseren van de
afstandsbediening
Na het losnemen en weer aansluiten van
de accukabels of het ver vangen van de
batterij van de afstandsbediening moet de
afstandsbediening worden gesynchroniseerd.
F
D
ruk binnen 5 seconden na het aanzetten
van het contact op de toets 4 en houd de
toets 1 seconde ingedrukt. Als het synchroniseren is gelukt, wordt de
melding " OK" weergegeven op het display
van de afstandsbediening.
Als het niet is gelukt, wordt de melding
" FA I L " weergegeven.
F
V
oer de handelingen nogmaals uit.Gooi lege batterijen niet weg,
maar lever ze in bij een speciaal
verzamelpunt.
3
Ergonomie en comfort
Page 113 of 404

111
Zonneklep
De zonneklep kan zowel omlaag als naar opzij
worden geklapt en is voorzien van een make-
upspiegel met verlichting.
Dashboardkastje
F Trek de handgreep omhoog om het dashboardkastje te openen.
De verlichting van het dashboardkastje treedt
in werking zodra het wordt geopend.
F
O
pen als het contact aan is het afdekkapje.
De verlichting van de make-upspiegel gaat
automatisch branden.
De zonneklep bevat tevens een mogelijkheid
voor het opbergen van pasjes. Hierin bevindt zich de schakelaar A voor het
uitschakelen van de passagiersairbag.
Het dashboardkastje biedt tevens toegang
tot de behuizing voor de patronen van de
parfumeur B.
Rijd nooit met een geopend dashboardkastje
als er iemand op de voorpassagiersstoel zit
- bij een noodstop of een aanrijding kan dit
leiden tot ernstig letsel!
Aansteker/12V-
aansluiting(en)
U kunt bijvoorbeeld een telefoonlader of een
flessenwarmer op deze aansluiting aansluiten.
Plaats na het gebruik de aansteker direct terug.
Het aansluiten van elektrische apparatuur
die niet door PEUGEOT is goedgekeurd,
zoals een lader met USB-aansluitingen,
kan leiden tot storingen in de werking
van de elektrische componenten van de
auto, zoals een slechte radio-ontvangst of
storingen in de weergave van de displays.
F
O
m de aansteker te gebruiken deze
indrukken en enkele seconden wachten tot
de aansteker uit zichzelf naar buiten springt.
F
V
er wijder, wanneer u een 12V-accessoire
(maximaal vermogen: 120 W) wilt
aansluiten, de aansteker en sluit een
geschikte adapter aan.
3
Ergonomie en comfort
Page 121 of 404

119
12V-aansluiting
F Open, wanneer u een 12V-apparaat (maximaal vermogen: 120 W) wilt aansluiten,
het kapje en sluit een geschikte adapter aan.
Het aansluiten van elektrische apparatuur
die niet door PEUGEOT is goedgekeurd,
zoals een lader met USB-aansluitingen,
kan leiden tot storingen in de werking
van de elektrische componenten van de
auto, zoals een slechte radio-ontvangst of
storingen in de weergave van de displays.
UitklaptafeltjesZonneschermen voor de zijruiten
Beweeg het zonnescherm altijd
voorzichtig omhoog of omlaag met de lip.
F
G
ebruiken: beweeg het tafeltje zo ver
mogelijk naar beneden, tot het in de laagste
stand vergrendeld is.
F
O
pbergen: klap het tafeltje omhoog, voorbij
het zware punt, tot in de hoogste stand.
Vergeet niet het tafeltje aan
passagierszijde in te klappen alvorens de
stoel in de "tafelstand" te zetten.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de voorstoelen en
in het bijzonder over het in de "tafelstand"
zetten van de rugleuning.
Plaats geen zware of harde voor werpen
op de tafel.
Ze kunnen bij een noodstop of een aanrijding
veranderen in gevaarlijke projectielen.
De zonneschermen voor de zijruiten van de 2e
zitrij beschermen het interieur tegen de zon.
F
T
rek aan het middelste lipje om het
zonnescherm uit te rollen.
F
B
evestig de klem van het zonnescherm aan
de haak.
3
Ergonomie en comfort
Page 125 of 404

123
12V-aansluiting
Het aansluiten van elektrische apparatuur
die niet door PEUGEOT is goedgekeurd,
zoals een lader met USB-aansluitingen,
kan leiden tot storingen in de werking
van de elektrische componenten van de
auto, zoals een slechte radio-ontvangst of
storingen in de weergave van de displays.
Verlichting bagageruimte
F Aansluiten van een 12V-apparaat (max. vermogen: 120 W): ver wijder de dop en sluit
een geschikte adapter aan.
F
Z
et het contact aan. De verlichting van de bagageruimte gaat
automatisch branden zodra de bagageruimte
wordt geopend en dooft zodra deze wordt
gesloten.
De brandduur van de bagageruimteverlichting
hangt af van de situatie:
-
b
ij afgezet contact: ongeveer 10 minuten,
-
i
n de eco-mode: ongeveer 30 seconden,
-
b
ij draaiende motor: onbeperkt.
3
Ergonomie en comfort
Page 153 of 404

151
Waarschuwingen losgemaakte/
niet vastgemaakte
veiligheidsgordel(s)
Waarschuwingslampje veiligheidsgordel(s)
losgemaakt/niet vastgemaakt
Positie-indicator losgemaakte/niet
vastgemaakte veiligheidsgordel(s)
Waarschuwing veiligheidsgordels
vóór niet vastgemaakt
Als het contact wordt aangezet, gaan het
lampje op het instrumentenpaneel en de
desbetreffende positie-indicator(en) branden
als de bestuurder en/of de voorpassagier zijn
veiligheidsgordel niet heeft vastgemaakt.
Bij een wagensnelheid hoger dan 20 km/h
knipperen deze lampjes gedurende 2 minuten
in combinatie met een geluidssignaal.
Daarna blijven de lampjes branden tot de
veiligheidsgordels zijn vastgemaakt.
Waarschuwing veiligheidsgordels
achter niet vastgemaakt
Als het contact wordt aangezet, bij draaiende
motor of bij een wagensnelheid hoger dan
20 km/h gaan het lampje en de positie-
indicatoren gedurende ongeveer 30 seconden
branden als één of meer veiligheidsgordels
achter niet zijn vastgemaakt.
Waarschuwing veiligheidsgordels
losgemaakt
Dit lampje gaat branden op zowel
het instrumentenpaneel als op
het pictogrammendisplay voor de
veiligheidsgordels en de airbag vóór
aan passagierszijde als het systeem
heeft gedetecteerd dat een van de
veiligheidsgordels is losgemaakt of
niet is vastgemaakt.
Deze indicator gaat branden op
het pictogrammendisplay: het
geeft aan van welke zitplaats de
veiligheidsgordel is losgemaakt
of niet is vastgemaakt. Nadat het contact is aangezet gaan het lampje
en de desbetreffende positie-indicatoren
branden als de bestuurder en/of één of meer
passagiers hun veiligheidsgordels losmaken.
Bij een wagensnelheid hoger dan 20 km/h
knipperen deze lampjes gedurende 2 minuten
in combinatie met een geluidssignaal.
Daarna blijven de lampjes branden tot de
veiligheidsgordels weer zijn vastgemaakt.
5
Veiligheid
Page 156 of 404

154
Uitschakelen van de airbag vóór
aan passagierszijde
Bij het aanzetten van het contact
brandt dit waarschuwingslampje in
het pictogrammendisplay voor de
veiligheidsgordels. Het blijft branden
zolang de airbag is uitgeschakeld.
Schakel voor de veiligheid van uw kind de
airbag aan passagierszijde altijd uit als u
een kinderzitje met de rug in de rijrichting
op de voorstoel plaatst.
Het kind kan anders bij het afgaan van de
airbag levensgevaarlijk gewond raken.
Opnieuw inschakelen airbag vóór
aan passagierszijde
Als u het kinderzitje hebt ver wijderd, zet dan
met afgezet contact de schakelaar weer op
ON om de airbag vóór aan passagierszijde
opnieuw in te schakelen en zo de veiligheid van
uw voorpassagier te garanderen.
Bij het aanzetten van het contact gaat
dit lampje in het pictogrammendisplay
voor de veiligheidsgordels gedurende
ongeveer één minuut branden om
aan te geven dat de airbag vóór aan
passagierszijde weer is ingeschakeld.
Storingen
Als dit lampje gaat branden
raadpleeg dan altijd het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats om het systeem te laten
controleren.
De kans bestaat dat de airbags bij een ernstige
aanrijding niet worden geactiveerd.
Zijairbags
Activering
De zijairbags worden aan de desbetreffende
zijde opgeblazen bij een ernstige zijdelingse
aanrijding binnen (een gedeelte van) de
impactzone opzij, loodrecht op de lengteas
van de auto en vanaf de buitenzijde richting de
binnenzijde van de auto.
De zijairbag wordt opgeblazen tussen de
inzittende voorin en het desbetreffende
portierpaneel.
F
Z
et het contact af en steek de sleutel in
de schakelaar voor het uitschakelen van de
airbag vóór aan passagierszijde.
F
D
raai deze in de stand OFF
.
F
V
er wijder de sleutel zonder de stand van de
schakelaar te veranderen. De zijairbags beschermen de bestuurder en
de voorpassagier bij een ernstige zijdelingse
aanrijding en verkleinen de kans op letsel.
De zijairbags zijn aangebracht in het frame van
de rugleuning, aan de portierzijde.
Veiligheid
Page 198 of 404

196
Waarschuwing te lage
bandenspanning
Deze waarschuwing wordt aangegeven
door permanent branden van het
lampje, een geluidssignaal, afhankelijk
van de aangebrachte uitrusting en een
melding op het scherm.
F Verminder onmiddellijk uw snelheid en vermijd plotselinge stuurbewegingen en
krachtig remmen.
F
Z
et de auto zo snel mogelijk stil op een
veilige plaats.
Een te lage bandenspanning is niet altijd
aan de band te zien.
Een visuele controle is dus niet
voldoende.
F
C
ontroleer als u een compressor in
de auto hebt (bijvoorbeeld die van de
bandenreparatieset) de spanning van de
vier banden als deze zijn afgekoeld.
F
R
ijd voorzichtig verder als het niet mogelijk
is om deze controle onmiddellijk uit te
voeren.
of
F
G
ebruik in het geval van een lekke band
de bandenreparatieset of het reservewiel
(volgens uitvoering). De waarschuwing blijft actief tot het
systeem wordt gereset.
Reset
Elke keer nadat u een of meer banden op
spanning hebt gebracht en na het verwisselen
van een of meer wielen, moet u het systeem
resetten.
Controleer voordat u het systeem
gaat resetten of de spanning van
de vier banden overeenkomstig de
gebruiksomstandigheden van de auto
en de voorschriften op de sticker met de
bandenspanningen is.
Het bandenspanningscontrolesysteem
is alleen betrouwbaar als de vier banden
tijdens het resetten de juiste spanning
hebben.
Het bandenspanningscontrolesysteem
geeft geen meldingen als de
bandenspanning bij het resetten onjuist is. F
S
electeer het menu "
Parameters van de
auto definiëren ".
F S electeer het menu "Hulp bij het rijden".
F
S
electeer het menu "Banden oppompen ".
F
Sel
ecteer de functie "Resetten".
F
Sel
ecteer "Ja" om te bevestigen.
Het resetten wordt bevestigd door een
geluidssignaal.
Touchscreen
F Selecteer in het menu het tabblad "Voertuiginstellingen".
F
S
electeer op deze pagina de functie
" Bandenspan.contr. ".
F
Sel
ecteer " Ja" om te bevestigen.
Er klinkt een geluidssignaal en er wordt een
melding weergegeven om aan te geven dat het
resetten is gelukt.
Monochroom display C
Deze functie kan worden gereset via
het menu " Persoonlijke instelling -
configuratie " van het scherm.
Het resetten van de functie kan worden
uitgevoerd via het menu Auto/Rijden van
het touchscreen.
Rijden