dashboard PEUGEOT 5008 2017 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2017, Model line: 5008, Model: PEUGEOT 5008 2017Pages: 404, PDF Size: 15.44 MB
Page 4 of 404

2
.
.
Digitaal instrumentenpaneel 8
W aarschuwings- en verklikkerlampjes 1 2
Indicatoren
28
Handmatige check
3
4
Kilometerteller/dagteller
35
Dimmer dashboardverlichting
3
5
Boordcomputer
36
Monochroom display C
3
8
Touchscreen
40
Afstandsbediening
49
Keyless entry and start
5
2
Noodprocedures
5
7
Centrale vergrendeling
6
0
Alarm
61
Portieren
63
Bagageruimte
6
4
Handsfree achterklep
6
5
Elektrisch bedienbare ruiten
6
9
Panoramisch schuif-/kanteldak
7
0Zitpositie
7
4
Voor stoelen
7
6
Stuurwielverstelling
83
Spiegels
83
Achterstoelen
8
5
Modulariteit van de stoelen
9
2
Functie i- Cockpit Amplify
9
3
Verwarming en ventilatie
9
4
Handbediende airconditioning 9 6
Semi-automatische airconditioning met
centrale regeling
9
7
Automatische airconditioning
met gescheiden regeling
9
9
Ontwasemen - ontdooien voorruit
en voorste zijruiten
1
03
Voorruitverwarming
104
Achterruitverwarming
104
Programmeerbare verwarming
1
05
Voorzieningen vóór
1
10
Plafonniers
116
Sfeerverlichting interieur
1
17
Voorzieningen achter
1
18
Voorzieningen bagageruimte
1
20Lichtschakelaar
1
24
Richtingaanwijzers
127
Koplampen verstellen
1
28
Automatisch inschakelen van
de verlichting
1
28
Grootlichtassistent
1
31
Statische bochtverlichting
1
33
Ruitenwisserschakelaar
134
Automatische ruitenwissers 1 36
Algemene aanbevelingen met
betrekking tot de veiligheid
1
38
Alarmknipperlichten
1
39
Cla xon
13 9
Noodoproep of pechhulpoproep
1
39
Elektronisch stabiliteitsprogramma
1
42
Advanced Grip Control
1
45
Hill Assist Descent Control
1
47
Veiligheidsgordels
148
Airbags
1
53
Kinderzitjes
1
57
Uitschakelen airbag aan passagierszijde
1
58
ISOFIX-kinderzitjes
166
i-Size-kinderzitjes
170
Kinderbeveiliging
173
Overzicht
Instrumentenpaneel Ergonomie en comfort
Veiligheid
Toegang tot de auto Verlichting en zicht
Eco-rijden
Inhoudsopgave
Page 6 of 404

4
Cockpit
1.Bediening schuifdak en zonnescherm
2. Interieurverlichting vóór/kaartleeslampjes
3. Pictogrammendisplay veiligheidsgordels
en airbag vóór aan passagierszijde
Toetsen noodoproep en pechhulpoproep
4. Binnenspiegel
5. Digitaal head-up instrumentenpaneel
6. Claxon
Bestuurdersairbag
7. Bedieningspaneel buitenspiegels en
elektrisch bedienbare ruiten
8. Monochroom display bij audiosysteem
Bluetooth
of
Touchscreen bij PEUGEOT Connect
Radio of PEUGEOT Connect Nav
9. Alarmknipperlichten
10. Bediening airconditioning
11. 12V-aansluiting/USB-aansluiting
Draadloze lader
12 . Advanced Grip Control
Hill Assist Descent Control
13. Contactslot
of
"START/STOP"-knop
14 . Versnellingsbakbediening
Toets "Sport"
15. Elektrische parkeerrem
16. Airbag vóór aan passagierszijde
17. Dashboardkastje
Uitschakelen airbag aan passagierszijde
Overzicht
Page 11 of 404

9
Toetsen
Weergaves
De meeste waarschuwings- en
verklikkerlampjes hebben geen vaste positie.
De waarschuwings- en verklikkerlampjes van
de tweede rij worden van rechts naar links
weergegeven, in volgorde van belangrijkheid.
De verklikkerlampjes A AN en UIT van
bepaalde functies worden op dezelfde positie
weergegeven.
Permanente weergave
Ongeacht de geselecteerde weergavemodus
toont het instrumentenpaneel:
-
o
p vaste posities:
•
d
e informatie met betrekking tot de
versnellingsbak en de schakelindicator;
•
d
e brandstofniveaumeter;
•
de
koelvloeistoftemperatuurmeter;
•
d
e kilometer- en dagteller;
-
op
variabele posities:
•
d
e digitale snelheidsmeter;
•
s
tatus- resp. waarschuwingsmeldingen
die kortstondig worden weergegeven.
Optionele informatie
Afhankelijk van de geselecteerde
weergavemodus en de ingeschakelde functies
kan het volgende worden weergegeven:
-
d
e toerenteller;
-
de
boordcomputer;
-
d
e rijhulpsystemen;
-
de
snelheidsbegrenzer of -regelaar;
-
d
e ingeschakelde audiobron;
-
d
e aanwijzingen van het navigatiesysteem;
-
m
otorinformatie afkomstig van het Driver
Sport Pack.
A.
Dimmer van de dashboardverlichting en de
verlichting van de bedieningselementen*
(beschikbaar in de nachtmodus).
of
Sfeerverlichting van het dashboard**.
*
U
itvoeringen met monochroom scherm.
**
U
itvoeringen met touchscreen.
B.
Kort indrukken: start van een handmatige
check.
Lang indrukken: resetten van de
onderhoudsindicator of de dagteller
(afhankelijk van de geselecteerde functie).
Persoonlijke instellingen
voor het instrumentenpaneel
U kunt het uiterlijk van het instrumentenpaneel
aanpassen door een keuze te maken uit:
-
d
e kleur van de weergave op het
instrumentenpaneel**,
-
d
e weergavemodi.
Schermtaal en eenheden
Deze zijn afhankelijk van de configuratie van het
multifunctionele display (configuratiemenu).
Wanneer u reist naar een land met een andere officiële
eenheid voor de afstanden en snelheidslimieten
(km
of miles, km/h of mph), dient u de configuratie van
het multifunctionele display te wijzigen.
Voer deze handelingen om
veiligheidsredenen uitsluitend uit bij
stilstaande auto.
**
V
ersies met touchscreen.
Keuze van de schermkleur
Deze is afhankelijk van de sfeer die is
geactiveerd met de functie i- Cockpit Amplify.
U kunt kiezen uit de volgende sferen:
F "Relax ": grijs,
F
"Boost ": rood,
F
"Normaal " (geen sfeer geactiveerd): blauw.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de functie i-Cockpit
Amplify .
1
Instrumentenpaneel
Page 20 of 404

18
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Airbags Brandt tijdelijk. Het lampje brandt gedurende
enkele seconden en dooft als
het contact wordt aangezet. Het lampje moet doven zodra de motor wordt gestart.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
Permanent. Er is een storing in een van de
airbags of de pyrotechnische
gordelspanners. Laat ze controleren door het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Bandenspanning
te laag
Permanent.
De bandenspanning van een of
meerdere wielen is te laag. Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning.
De controle dient bij voorkeur bij koude banden te
worden uitgevoerd.
+
Knipperend en
vervolgens permanent,
in combinatie met het
lampje Service.Er is een storing in het
bandenspanningscontrolesysteem. De werking van de bandenspanningscontrole kan niet
langer worden gegarandeerd.
Laat uw auto controleren door het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Airbag vóór aan
passagierszijde
permanent op het
pictogrammendisplay
voor de
veiligheidsgordels en
de airbag vóór aan
passagierszijde.De schakelaar in het
dashboardkastje staat in de
stand " OFF".
De airbag vóór aan
passagierszijde is uitgeschakeld.
U kunt een kinderzitje met de
"rug in de rijrichting" plaatsen,
behalve in het geval van een
storing in het airbagsysteem
(brandend lampje Airbags). Zet de schakelaar in de stand "
ON" om de airbag
vóór aan passagierszijde in te schakelen. Plaats in dit
geval geen kinderzitje met de rug in de rijrichting op
deze zitplaats.
Instrumentenpaneel
Page 21 of 404

19
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Airbag vóór aan
passagierszijde Permanent op het
pictogrammendisplay
voor de
veiligheidsgordels en
de airbag vóór aan
passagierszijde. De schakelaar in het
dashboardkastje staat in de
stand "
ON".
De airbag vóór aan
passagierszijde is geactiveerd.
Plaats in dit geval geen kinderzitje met de rug in de
rijrichting op deze zitplaats.
Zet de schakelaar in de stand OFF om de
passagiersairbag vóór uit te schakelen. U kunt een
kinderzitje met de "rug in de rijrichting" plaatsen, behalve
in het geval van een storing in het airbagsysteem
(brandend lampje Airbags).
Laag
brandstofniveau Permanent, terwijl
de resterende
hoeveelheid
brandstof in het rood
wordt weergegeven,
in combinatie met
de weergave van
een melding en een
geluidssignaal. Als het lampje gaat branden
zit er nog ongeveer 6 liter
brandstof in de tank.
Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomen dat u
met een lege tank strandt.
Dit lampje gaat elke keer na het aanzetten van het
contact branden in combinatie met een melding
en een geluidssignaal zolang er niet voldoende
brandstof getankt is.
Dit geluidssignaal en deze melding worden met een
toenemende frequentie herhaald naarmate het niveau
daalt en dichter bij de "0" komt.
Inhoud brandstoftank: ongeveer 56 liter.
Rijd nooit door tot de tank helemaal leeg is,
hierdoor kunnen het emissieregelsysteem en het
injectiesysteem beschadigd raken.
Zelfdiagnose
motor Knippert.
Er is een storing in het
motormanagementsysteem. De kans is aanwezig dat de katalysator onherstelbaar
wordt beschadigd.
Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-
netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Permanent. Er is een storing in de
emissieregeling. Het lampje moet doven als de motor draait.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
1
Instrumentenpaneel
Page 26 of 404

24
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Mistlampen
vóór Permanent.
De mistlampen vóór zijn
ingeschakeld met de ring van de
lichtschakelaar. Draai de ring van de lichtschakelaar eenmaal naar
achteren om de mistverlichting uit te schakelen.
Richtingaanwijzer
links Knippert, met
geluidssignaal. Als u de lichtschakelaar omlaag
beweegt.
Richtingaanwijzer
rechtsKnippert, met
geluidssignaal.Als u de lichtschakelaar omhoog
beweegt.
AlarmknipperlichtenKnippert, met
geluidssignaal.De schakelaar voor de
alarmknipperlichten op het
dashboard is ingedrukt. De richtingaanwijzers links en rechts en de
bijbehorende waarschuwingslampjes knipperen
tegelijkertijd.
Parkeerlicht Permanent. De lichtschakelaar staat in de
stand "Parkeerlichten".
Dimlicht Permanent. De lichtschakelaar staat in de
stand "Dimlicht".
Grootlicht Permanent. U hebt de lichtschakelaar naar u
toe getrokken. Trek aan de lichtschakelaar om terug te schakelen
naar dimlicht.
Instrumentenpaneel
Page 37 of 404

35
Kilometerteller/dagteller
De kilometerteller en dagteller worden
gedurende 30 seconden weergegeven bij het
afzetten van het contact, bij het openen van het
bestuurdersportier en bij het vergrendelen en
ontgrendelen van de auto.Voor reizen in het buitenland kan
de eenheid van de afstand worden
aangepast: de snelheid moet namelijk
worden weergegeven in de officiële
eenheid van het land (km of mijl).
U kunt bij stilstaande auto de eenheid
voor snelheid wijzigen via het
configuratiemenu.
Kilometerteller
Deze teller geeft de totale kilometerstand van
de auto aan.
Dagteller
Deze teller geeft het aantal gereden kilometers
weer sinds de bestuurder de teller op 0 heeft
gezet.
Op 0 zetten van de dagteller
F
D
ruk bij aangezet contact op de knop tot de
dagteller op 0 staat.
Dimmer
dashboardverlichting
Uitvoering met monochroom
display
Werkt alleen als de verlichting van de auto is
ingeschakeld (nachtmodus).
De lichtsterkte van de verlichting van de
instrumenten en bedieningselementen kan
worden afgesteld. F
D
ruk op deze knop om de
lichtsterkte af te stellen.
F
L
aat de knop los als de laagste
stand van de lichtsterkte is bereikt
en druk nogmaals op de knop om
de lichtsterkte te verhogen.
Sfeerverlichting van het
instrumentenpaneel
Uitvoering met touchscreen
Hiermee kan de sfeer verlichting van het
instrumentenpaneel worden ingeschakeld of
uitgeschakeld. of
F
L
aat de knop los als de hoogste stand van
de lichtsterkte is bereikt en druk nogmaals
op de knop om de lichtsterkte te verlagen.
F
L
aat de knop los zodra de gewenste
lichtsterkte is bereikt.
F
D
ruk op deze knop.
1
Instrumentenpaneel
Page 49 of 404

47
PEUGEOT Connect Radio
De via de bovenste menubalk toegankelijke functies zijn in de volgende tabel
weergegeven.
To e t s Aanwijzingen
Uitschakelen van het scherm (zwart scherm).
Druk op het zwarte scherm of op een van de menutoetsen om terug te gaan
naar de oorspronkelijke weergave.
Instellen van de lichtsterkte van de sfeer verlichting van het dashboard.
Selecteren en configureren van de drie gebruikersprofielen.
Instellingen van het touchscreen en het digitale instrumentenpaneel.
Activering en configuratie van de wifi-instellingen.
1
Instrumentenpaneel
Page 53 of 404

51
Supervergrendeling
F Druk binnen vijf seconden nogmaals op deze knop om de
supervergrendeling van de auto
in te schakelen.
Bij uitvoeringen zonder alarmsysteem geeft het
gedurende enkele seconden branden van de
richtingaanwijzers tijdens het de tweede keer
indrukken van de vergrendelknop aan dat de
supervergrendeling is ingeschakeld. Sluiten van de ruiten en het schuifdak
Als u de voorportiergreep of de
vergrendelknop op de achterklep
ingedrukt houdt, worden de ruiten
en, afhankelijk van de uitvoering,
het schuifdak gesloten tot u de knop
loslaat.
Hierbij wordt ook het zonnescherm
van het schuifdak gesloten.
Lokaliseren van de auto
Met deze functie kunt u uw auto op afstand
lokaliseren, wat vooral praktisch is bij weinig
licht. Uw auto moet zijn vergrendeld.
F
D
ruk op deze toets. Gedurende ongeveer tien seconden
gaan de plafonniers en de verlichting in
de buitenspiegels branden en gaan de
richtingaanwijzers knipperen.
Instapverlichting
De beschikbaarheid van deze functie is
afhankelijk van de uitvoering.
F
D
ruk kort op deze toets van de
afstandsbediening.
Door de toets nogmaals in te drukken ter wijl
de verlichting nog brandt, wordt de verlichting
onmiddellijk uitgeschakeld. De parkeerlichten, het dimlicht, de
kentekenplaatverlichting en de instapverlichting
in de buitenspiegels gaan gedurende
30
seconden branden.
Het automatisch inklappen en uitklappen
van de buitenspiegels bij het vergrendelen
en ontgrendelen met de afstandsbediening
kan worden uitgeschakeld door het
PEUGEOT-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Als de supervergrendeling
is ingeschakeld, werken de
binnenportiergrepen niet.
Ook de toets van de centrale
vergrendeling, op het dashboard, werkt
dan niet meer.
Schakel daarom nooit de
supervergrendeling in als er zich iemand
in de auto bevindt. Let erop dat niets het correcte sluiten van
de ruiten en het schuifdak in de weg staat.
Als u bij een uitvoering met alarmsysteem
de ruiten en/of het schuifdak bij het
verlaten van de auto op een kier wilt laten
staan, moet u eerst de interieurbeveiliging
van het alarmsysteem uitschakelen.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het alarmsysteem
.
2
Toegang tot de auto
Page 57 of 404

55
Supervergrendeling
Het gedurende enkele seconden branden
van de richtingaanwijzers tijdens het de
eerste keer drukken op de portiergreep of de
vergrendelknop van de achterklep geeft aan
dat:
-
d
e auto is vergrendeld (uitvoeringen zonder
alarmsysteem),
-
h
et alarmsysteem is ingeschakeld (overige
uitvoeringen).
Afhankelijk van de uitvoering worden de
buitenspiegels ingeklapt.
Het gedurende enkele seconden branden
van de richtingaanwijzers tijdens het de
tweede keer drukken op de portiergreep of
de vergrendelknop van de achterklep geeft
aan dat de super vergrendeling van de auto is
ingeschakeld.
F
D
ruk, als de elektronische sleutel zich in
de detectiezone A bevindt, met een vinger
op de portiergreep (bij de merktekens)
van een van de voorportieren of op de
vergrendelknop op de achterklep (rechts). F
D
ruk binnen vijf seconden nogmaals op de
portiergreep of op de vergrendelknop van
de achterklep om de supervergrendeling in
te schakelen.
Laat omwille van de veiligheid en ter
voorkoming van diefstal de elektronische
sleutel nooit in de auto achter, ook niet
wanneer u in de buurt bent.
Het is raadzaam de sleutel bij u te houden.
Vuil (vocht, stof, modder, zout...) op de
binnenzijde van de portiergreep kan de
detectie negatief beïnvloeden.
Als na het reinigen van de binnenzijde
van de portiergreep met een doek
de detectie niet verbetert, raadpleeg
dan het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Plotseling contact met water (waterstraal,
hogedrukspuit...) kan door het systeem
worden beschouwd als een verzoek om
ontgrendelen van de auto. Als de supervergrendeling
is ingeschakeld, werken de
binnenportiergrepen niet.
Ook de toets van de centrale
vergrendeling, op het dashboard, werkt
dan niet meer.
Schakel daarom nooit de
supervergrendeling in als er zich iemand
in de auto bevindt.
2
Toegang tot de auto