PEUGEOT 508 2023 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2023, Model line: 508, Model: PEUGEOT 508 2023Pages: 244, PDF Size: 7.37 MB
Page 181 of 244

179
Praktische informatie
7Reageer meteen door de vlek van buiten naar binnen te verkleinen.
Verwijder vuil zo veel mogelijk met een lepel of
spatel en verwijder vloeistof zo veel mogelijk met
absorberend papier.
Te gebruiken product/procedure afhankelijk van het type vlek:
–
V
et, olie en inkt: schoonmaken met een
pH-neutraal schoonmaakmiddel.
–
Braaksel: schoonmaken met bruiswater
.
–
Bloed: meel over de vlek strooien en laten
drogen. Daarna verwijderen met een iets
vochtige doek.
–
Modder: laten drogen en daarna met een iets
vochtige doek verwijderen.
–
T
aart, chocolade, ijs: schoonmaken met lauw
water.
–
Suiker- en/of alcoholhoudende dranken:
schoonmaken met lauw water, of citroensap als
de vlek niet verdwijnt.
–
Haargel, koffie, tomatensaus, azijn:
schoonmaken met lauw water en citroensap.
Gebruik bij vaste stoffen een zachte borstel of
stofzuiger.
Gebruik bij vloeistoffen een vochtig
microvezeldoekje en droog daarna met een
ander doekje.
Alcantara®
Alcantara® is een elegant, praktisch materiaal dat
zeer slijtvast is en eenvoudig is te onderhouden.
Gebruik geen doekjes of absorberend papier met print.
Gebruik geen stoomreinigers.
Verwijder stof regelmatig met een droge doek, zachte borstel of stofzuiger van delen
van Alcantara
®.
Reinig de Alcantara®, zonder te hard te wrijven,
met een witte, katoenen, iets bevochtigde doek.
Als u wilt weten welke producten en methodes u
voor verschillende soorten vlekken kunt gebruiken,
zie dan het deel "Stof - Vlekken verwijderen".
Ga voor informatie naar de officiële website voor
Alcantara
®: www.alcantara.com.
Leder
Leder is een natuurproduct. Verzorg het op de juiste
manier zodat het lang meegaat.
Het moet worden beschermd en onderhouden met
een speciaal product voor leder, zodat het soepel
blijft en zijn oorspronkelijke uiterlijk behoudt.
Gebruik geen onderhoudsproducten die niet geschikt zijn voor het schoonmaken van
leder (zoals oplosmiddel, reinigingsmiddel,
wasbenzine of pure alcohol).
Gebruik geen bleek- of ontkleuringsproducten
(zoals perchloorethyleen).
Wanneer u onderdelen reinigt die gedeeltelijk van
leder zijn, zorg dan dat u de andere materialen
niet beschadigt met het speciale product voor
leder.
Veeg altijd eerst resten weg voordat u vetvlekken of vloeistoffen verwijdert.
Veeg voordat u begint met schoonmaken de
resten weg die het leder kunnen beschadigen.
Gebruik daarvoor een doek die is bevochtigd met
gedemineraliseerd water en vervolgens goed is
uitgeknepen.
Maak het leder schoon, maar veeg daarbij niet
te hard; gebruik een zachte doek die u vochtig
hebt gemaakt met zeepwater of een pH-neutraal
product.
Droog het af met een zachte, droge doek.
Page 182 of 244

180
In geval van pech
Gevarendriehoek
Deze reflecterende en inklapbare voorziening moet
langs de kant van de weg worden geplaatst bij pech
of schade aan de auto.
Voordat u uit de auto staptSchakel de alarmknipperlichten in en
doe het veiligheidsvest aan. Zet dan de
gevarendriehoek in elkaar en plaats deze.
Opbergruimte
In de binnenbekleding van de achterklep bevindt
zich een opbergvak voor de gevarendriehoek.
►
Open de achterklep en maak de afdekking los
door de schroef een kwart naar links te draaien.
De gevarendriehoek in elkaar
zetten en plaatsen
Zie de bovenstaande afbeelding voor uitvoeringen
met een gevarendriehoek als originele uitrusting.
Raadpleeg bij andere uitvoeringen de instructies
voor het uitvouwen in de gebruiksaanwijzing van de
gevarendriehoek.
►
Plaats de gevarendriehoek achter de auto en
houd u daarbij aan de ter plaatse geldende regels.
Brandstoftank leeg (diesel)
Bij een auto met dieselmotor moet het
brandstofsysteem worden ontlucht als de
brandstoftank leeg is.
Voordat u begint met het ontluchten van het
systeem, is het van groot belang om minimaal 5 liter
diesel in de brandstoftank te gieten.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer informatie over tanken en de
tankbeveiliging (Diesel).
►
Zet het contact aan (zonder de motor te starten).
►
W
acht ongeveer 1 minuut en zet het contact af.
►
Start de motor
.
Als de motor niet direct aanslaat, beëindig dan uw
startpoging en herhaal de procedure.
Boordgereedschap
Gereedschapsset die bij de auto wordt geleverd.
De samenstelling ervan is afhankelijk van de
uitrusting van uw auto:
–
Bandenreparatieset.
–
Reservewiel.
Dit gereedschap is specifiek voor de auto en kan afhankelijk van de uitvoering verschillen.
Gebruik het niet voor andere doeleinden.
Toegang tot het gereedschap
Het gereedschap bevindt zich in de bagageruimte,
onder de vloerplaat.
Page 183 of 244

181
In geval van pech
8
Sedan
Toegang:
►
Open de bagageruimte.
►
T
il de vloerplaat op en vouw hem op.
SW
Toegang:
►
Open de bagageruimte.
►
T
il de vloerplaat op.
► Plaats de haak van de vloerplaat in de bovenste
vergrendeling van de achterklep.
Met bandenreparatieset
Met reservewiel
De krik mag uitsluitend worden gebruikt voor het verwisselen van een wiel met een
beschadigde of lekke band.
Gebruik geen andere krik dan de door de
fabrikant geleverde krik.
Als de auto niet is voorzien van de originele krik,
neem dan contact op met een PEUGEOT-dealer
of een gekwalificeerde werkplaats om de door de
fabrikant voorgeschreven krik aan te schaffen.
De krik voldoet aan de Europese normen,
zoals gedefinieerd in Machinerichtlijn 2006/42/
CE, en voldoet ook aan UKCA-vereisten, zoals
gedefinieerd door de Supply of Machinery
(Safety) Regulations 2008 No.1597.
De krik is onderhoudsvrij.
Beschikbaar gereedschap
1. Blok om de auto tegen wegrollen te beveiligen
(afhankelijk van de uitvoering)
2. Dop voor het verwijderen van slotbouten (in het
dashboardkastje) (afhankelijk van de uitvoering)
Hiermee kunnen de speciale slotbouten met
behulp van de wielsleutel worden verwijderd.
3. Afneembaar sleepoog en gereedschap voor het
openen van het afdekkapje voor
Zie het betreffende deel voor meer informatie over
het slepen van de auto en het gebruik van het
afneembare sleepoog.
Page 184 of 244

182
In geval van pech
Met bandenreparatieset
4.Een 12V-compressor, een flacon afdichtmiddel
en een sticker met de snelheidslimiet
Voor het tijdelijk repareren en het op spanning
brengen van een band.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer informatie
over de bandenreparatieset.
Uitvoeringen met reservewiel
5. Wielsleutel
Hiermee kunt u de wielbouten verwijderen.
6. Krik met geïntegreerde slinger
Hiermee kan de auto worden opgekrikt.
7.Gereedschap voor het verwijderen van
wielboutendoppen
Hiermee kan de wieldop bij lichtmetalen velgen
worden verwijderd.
Zie het betreffende deel voor meer informatie over
het reservewiel.
Bandenreparatieset
Gebruik de link om video's met uitleg te
bekijken: http://q-r.to/bagGl9
U kunt de band tijdelijk repareren met een
compressor en een flacon met afdichtmiddel zodat u
naar de dichtstbijzijnde garage kunt rijden.
Ontworpen om algemene lekkages op het loopvlak
van een band te repareren.
De compressor kan via de 12 V-aansluiting lang genoeg op het elektrische systeem van
de auto worden aangesloten om een lekke band
weer op te pompen.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over de gereedschapsset.
Op deze sticker staat de bandenspanning aangegeven.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over de identificatie, vooral dit label.
Reparatiemethode
Verwijder het voorwerp (zoals een spijker of schroef) dat de lekkage heeft veroorzaakt
niet uit de band.
►
Parkeer de auto zonder het verkeer te
belemmeren en schakel de parkeerrem in.
►
V
olg de veiligheidsinstructies
(alarmknipperlichten, gevarendriehoek,
verkeersveiligheidsvest enz.) volgens de regelgeving
in het land waar u rijdt.
►
Zet het contact af.
Page 185 of 244

183
In geval van pech
8► Verwijder het transparante dopje van de fles met
afdichtmiddel.
►
T
il het transparante klepje op voordat u de fles
met afdichtmiddel op de compressor plaatst.
►
Draai de fles afdichtmiddel om en schroef deze
een kwartslag op de compressor.
►
Haal het dopje van het ventiel van de lekke band
en bewaar het op een schone plaats.
► Rol de slang uit die onder de compressor is
opgeborgen.
►
Sluit de slang van de compressor aan op het
ventiel van de lekke band en zet deze stevig vast.
►
Controleer of de schakelaar van de compressor
in stand "O " staat.
►
Rol de elektrische kabel, die onder de
compressor is opgeborgen, volledig uit.
►
Sluit de stekker van de compressor aan op de
12V-aansluiting in de auto.
► Bevestig de sticker met
snelheidslimiet.
De sticker met snelheidslimiet moet in de auto vlak bij de bestuurder worden geplakt
om hem / haar te herinneren aan het feit dat er
met een gerepareerde band wordt gereden.
►
Zet het contact aan.
► Schakel de compressor in door de schakelaar
in de stand "I " te zetten, totdat de bandenspanning
2 bar bedraagt. Het afdichtmiddel wordt onder druk
in de band gespoten; maak de slang gedurende
deze handeling niet los van de aansluiting (kans op
spatten).
Als er na ongeveer 7 minuten geen bandenspanning van 2 bar is bereikt, kan de
band niet met de bandenreparatieset worden
gerepareerd; neem contact op met een
PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats om u verder te helpen.
►
Zet de schakelaar in stand "
O".
►
Haal de stekker van de compressor uit de
12V-aansluiting in de auto.
►
V
erwijder de set.
►
V
ervang de dop op het ventiel.
►
V
erwijder de flacon met afdichtmiddel en berg
deze op.
Het afdichtmiddel is gevaarlijk bij inslikken en irriterend voor de ogen.
Houd het middel buiten het bereik van kinderen.
De uiterste gebruiksdatum van het middel staat
op de flacon vermeld.
Gooi de flacon na gebruik niet weg, maar lever
deze in bij een PEUGEOT-dealer of een officieel
inzamelpunt.
Vergeet niet om een nieuwe flacon met
afdichtmiddel bij een PEUGEOT-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats te kopen.
► Rijd direct ongeveer 5 kilometer met matige
snelheid (tussen 20 en 60 km/h), zodat het
afdichtmiddel het lek kan dichten.
►
Zet de auto stil en controleer de reparatie en
de bandenspanning met de set: •
Als de bandenspanning niet goed is, neem
contact op met een PEUGEOT-dealer om de
band te laten vervangen.
•
Als de bandenspanning goed is, rijd dan nog
ongeveer 5
kilometer bij een matige snelheid
(tussen 20 en 60
km/h) en stop dan weer om
Page 186 of 244

184
In geval van pech
de bandenspanning en dus of de band goed is
gerepareerd met de set te controleren.
Rijd niet sneller dan 80 km/h en niet meer
dan 200 km met een band die met dit type
set is gerepareerd.
U moet contact opnemen met een PEUGEOT-
dealer of gekwalificeerde werkplaats om de
reparatie na te laten kijken en de verwisselde
band waar nodig te vervangen.
De bandenspanning
controleren / aanpassen
De compressor kan worden gebruikt, zonder
afdichtmiddel in de band te spuiten, om de
bandenspanning te controleren en zo nodig te
corrigeren.
►
V
erwijder het dopje van het ventiel van de band
en bewaar het op een schone plaats.
►
Rol de slang uit die onder de compressor is
opgeborgen.
►
Sluit de slang aan op het ventiel en zet deze
stevig vast.
►
Controleer of de schakelaar van de compressor
in stand "O " staat.
►
Rol de elektrische kabel, die onder de
compressor is opgeborgen, volledig uit.
►
Sluit de stekker van de compressor aan op de
12V-aansluiting in de auto.
►
Zet het contact aan.
►
Schakel de compressor in door de schakelaar
in de stand "I " te zetten en breng de band op de
spanning die op de bandenspanningssticker van de
auto wordt aangegeven. U kunt de bandenspanning
verlagen door op de zwarte knop op de slang van
de compressor te drukken, bij de aansluiting op het
ventiel.
Als er na 7 minuten nog geen
bandenspanning van 2 bar is bereikt, kan de
band niet met de bandenreparatieset worden
gerepareerd; neem contact op met een
PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats om u verder te helpen.
►
Zet de schakelaar in stand "
O" zodra de
gewenste bandenspanning is bereikt.
►
V
erwijder de set en berg deze op.
►
V
ervang de dop op het ventiel.
Als de spanning van één of meer banden is aangepast, moet het
bandenspanningscontrolesysteem worden
gereset.
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over het
bandenspanningscontrolesysteem.
Reservewiel
Gebruik de link om video's met uitleg te bekijken: http://q-r.to/bagGl9
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over de gereedschapsset.
Toegang tot het reservewiel
Sedan
Page 187 of 244

185
In geval van pech
8
SW
Het reservewiel ligt onder de vloer van de
bagageruimte.
Zie het hoofdstuk Gereedschapsset voor toegang
tot het reservewiel.
Het reservewiel is een "noodreservewiel".
Het reservewiel monteren
► Draai de centrale moer los.
► V erwijder het bevestigingssysteem (moer en
bout).
►
T
il het reservewiel in de richting van de
achterzijde van de bagageruimte.
►
Neem het wiel uit de bagageruimte.
Het reservewiel terugplaatsen
Het wiel met de lekke band kan niet onder de vloerplaat van de bagageruimte geplaatst
worden.
Er ligt een blok van polystyreen onderin de ruimte. Het wiel ligt zo hoger en zorgt ervoor
dat de vloer van de bagageruimte niet omlaag
valt.
► Leg het reservewiel terug in de reservewielbak.
► Draai de moer op de bout een aantal slagen los.
►
Plaats het bevestigingssysteem (moer en bout)
op het midden van het wiel.
Sedan
SW
► Draai de centrale moer voldoende vast om het
wiel goed te bevestigen.
►
Berg de gereedschapskist in het midden van het
wiel op en klik de kist vast.
Page 188 of 244

186
In geval van pech
Verwijderen van het wiel
Parkeren van de autoParkeer de auto op een horizontale, stabiele
en stroeve ondergrond, op een plaats waar u het
verkeer niet hindert.
Bij een automatische transmissie moet u
stand P selecteren om de wielen te blokkeren,
de parkeerrem aantrekken, tenzij deze in
de automatische stand staat, en het contact
uitzetten.
Controleer of de controlelampjes van de
parkeerrem op het instrumentenpaneel
permanent branden.
De inzittenden moeten de auto hebben verlaten
en zich op een veilige plaats bevinden.
Plaats waar nodig een wielblok achter het wiel
kruislings tegenover het te verwisselen wiel.
Ga nooit onder een auto liggen die alleen op de
krik steunt; gebruik een bok.
Wiel met wieldop Bij het verwijderen van de wielen moet
u eerst de wieldop verwijderen door met twee
handen aan een van de bovenste armen te
trekken.
Monteren: haal de wielbouten aan en breng
daarna de wieldop aan; plaats de opening in lijn
met het ventiel en druk de wieldop vervolgens
rondom vast met de palm van uw hand.
– Als de auto is uitgerust met stalen velgen,
verwijdert u de wieldop.
–
Als de auto is uitgerust met lichtmetalen velgen,
verwijdert u de naafdop met het gereedschap (7 ).
–
Als uw auto is uitgerust met slotbouten, zet dan
de dop (2 ) op de wielsleutel (5 ) om de slotbout los
te draaien.
–
Draai de overige wielbouten iets los met alleen de
wielsleutel (5 ).
Gebruik nooit een momentsleutel op de
slotbout.
► Plaats het voetstuk van de krik ( 6) op de grond,
recht onder een van de twee krikpunten aan de
voorzijde (A ) of achterzijde (B ). Gebruik het krikpunt
aan de onderzijde van de auto dat zich het dichtste
bij het te verwisselen wiel bevindt.
► Draai de krik ( 6) uit totdat de kop van de krik
het krikpunt (A of B) raakt; het contactvlak van het
krikpunt (A of B) moet goed in het middelste deel
van de kop van de krik steken.
Page 189 of 244

187
In geval van pech
8► Krik de auto op totdat er voldoende ruimte
tussen het wiel en de grond is om het reservewiel te
monteren.
Zorg ervoor dat de krik stabiel staat. Op een gladde of zachte ondergrond kan de krik
wegschuiven of wegzakken - kans op letsel!
Plaats de krik precies onder een van de
krikpunten (A of B) onder de auto en controleer
of de kop van de krik goed tegen het midden van
het contactvlak van het krikpunt drukt. Anders
kan de auto beschadigd raken en/of kan de krik
wegzakken - Kans op letsel!
► Verwijder de wielbouten en leg ze op een schone
plaats.
►
V
erwijder het wiel.
Monteren van een wiel
Een reservewiel met stalen velg of noodreservewiel monteren
Als de auto is voorzien van lichtmetalen velgen,
raken de ringen (A ) de stalen velg of het
noodreservewiel niet. Het wiel wordt door het
conische contactvlak (B ) van elke bout op zijn
plek gehouden.
► Monteer het wiel op de naaf.
► Draai de bouten met de hand vast.
►
Draai de slotbout met de wielsleutel (
5) en de
dop
(2)
voorlopig vast.
►
Draai de overige wielbouten met alleen de
wielsleutel (5 ) handvast.
► Laat de auto weer volledig zakken.
► V ouw de krik (6 ) op en verwijder deze.
► Draai de slotbout met de wielsleutel ( 5) en de
dop (2 ) vast.
►
Draai de overige wielbouten met alleen de
wielsleutel (5 ) vast.
►
Bevestig de doppen op de wielbouten
(afhankelijk van de uitvoering).
►
Berg het gereedschap op.
Page 190 of 244

188
In geval van pech
Na het verwisselen van een wiel
Met een noodreservewiel
Schakel bepaalde rijhulpsystemen uit (Active
Safety Brake, Adaptieve snelheidsregelaar enz.).
Overschrijd de maximaal toegestane snelheid
van 80 km/h of de maximale afstand van 80 km
niet.
Het is niet toegestaan om met meer dan één
noodreservewiel te rijden.
Ga naar een PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde werkplaats.
Laat het aantrekkoppel van de bouten van het
reservewiel en de bandenspanning nakijken.
Laat de lekke band controleren. Na inspectie kan
de monteur u vertellen of de band kan worden
gerepareerd of moet worden vervangen.
Een lamp vervangen
Onder bepaalde weersomstandigheden (zoals een lage temperatuur of vocht) kan er
een laagje condens aan de binnenzijde van de
koplampen en de achterlichten ontstaan; dit
verdwijnt als de lampen enkele minuten branden.
De koplampunits zijn voorzien van glas van polycarbonaat met een speciale vernislaag:
–
Gebruik voor het schoonmaken van de
koplampen nooit een droge doek of een
schuur-, schoonmaak- of oplosmiddel.
–
Gebruik een spons met zeepwater of een
pH-neutraal product.
–
W
anneer u met een hogedrukreiniger
hardnekkig vuil probeert te verwijderen, houd
de straal dan nooit langdurig op de koplampen,
de achterlichten en de randen ervan gericht,
om beschadiging van de vernislaag en de
afdichtrubbers te voorkomen.
Bij het vervangen van lampen moet het contact en de koplampen/lampen minstens
enkele minuten zijn uitgeschakeld - risico op
ernstige brandwonden!
Raak de lamp niet met de vingers aan, maar
gebruik een niet-pluizende doek.
Het is van belang dat u uitsluitend lampen
van het type anti-ultraviolet (UV) gebruikt om
beschadiging van de koplamp te voorkomen.
Vervang een kapotte lamp altijd door een nieuwe
lamp met dezelfde specificaties. Vervang de
lampen per paar om onbalans in de verlichting te
voorkomen.
Na het verwisselen van een lamp Voer voor de montage de handelingen voor
het verwijderen in omgekeerde volgorde uit.
Sluit uiterst zorgvuldig de beschermkap om
ervoor te zorgen dat de lampen goed worden
afgedicht.
Koplampen en andere
verlichting met ledlampen
Afhankelijk van de uitvoering zijn de betreffende
typen (kop)lampen:
–
Peugeot Matrix LED
Technology 2.0-koplampen.
–
Afzonderlijke lampen voor de dagrijverlichting.
–
Zijrichtingaanwijzers.
–
V
erlichting zijkant.
–
3D-achterlichten.
–
Remlichten.
–
Derde remlicht.
–
Kentekenplaatverlichting.
Als u dit type gloeilamp moet vervangen, neem dan contact op met een PEUGEOT-
dealer of een gekwalificeerde werkplaats.
Raak gloeilampen met ledtechnologie niet aan -
gevaar van elektrocutie!
Kijk nooit van dichtbij in de lichtbundel van ledlampen. U kunt daarbij ernstig oogletsel
oplopen!