sensor PEUGEOT 508 2023 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2023, Model line: 508, Model: PEUGEOT 508 2023Pages: 244, PDF Size: 7.37 MB
Page 149 of 244

147
Rijden
6Afhankelijk van de omstandigheden kiest het
systeem de beste weergave (standaard of
automatische zoom).
Het type weergave kan tijdens de manoeuvre altijd
worden gewijzigd.
De systeemstatus wordt niet opgeslagen bij het
afzetten van het contact.
Werkingsprincipe
Tijdens manoeuvres met een lage snelheid filmt de
camera de directe omgeving van de auto.
In realtime wordt een beeld van bovenaf van de auto
en de directe omgeving van de auto gecreëerd (en
weergegeven op de zijkant van het scherm) terwijl
de auto rijdt.
Deze weergave is handig om de auto recht in te
parkeren en om de obstakels in de directe omgeving
van de auto te zien. Dit beeld verdwijnt automatisch
als de auto langere tijd stilstaat.
Instellingen
In het zijmenu:In dit venster kunt u het volgende:–
het volume van het geluidssignaal aanpassen.
–
de camera wassen (afhankelijk van de uitvoering).
Met deze knop kunt u het geluidssignaal
dempen/weer laten horen.
Inschakelen/uitschakelen
Schakel de achteruitversnelling in om de camera in
te schakelen.
Het systeem wordt uitgeschakeld:
–
Als er uit de achteruitversnelling wordt
geschakeld.
–
Als op het kruis in de linkerbovenhoek van het
touchscreen wordt gedrukt.
Automatisch ingezoomde weergave
De camera achter registreert de omgeving tijdens
het manoeuvreren om een samengesteld beeld
van bovenaf van de achterzijde van de auto en van
zijn nabije omgeving te creëren zodat de obstakels
rondom de auto goed zichtbaar zijn.
Met behulp van de sensoren op de achterbumper
wordt de automatisch ingezoomde weergave
weergegeven wanneer de auto obstakels op de rode
lijn (minder dan 30 cm) tijdens de manoeuvre nadert.
Deze weergave is alleen automatisch beschikbaar.
De obstakels kunnen verder weg lijken dan
ze in werkelijkheid zijn.
Tijdens het manoeuvreren moet u de zijkanten
van de auto via de buitenspiegels in de gaten
houden.
De parkeersensoren geven ook extra informatie
over het gebied rondom de auto.
Standaardweergave
Het gebied achter de auto wordt weergegeven op
het scherm.
De blauwe lijnen (1 ) geven de breedte van de auto
weer met uitgeklapte buitenspiegels; ze verplaatsen
zich afhankelijk van de stand van het stuurwiel.
De rode lijn (2 ) geeft een afstand van 30
cm vanaf
de achterbumper weer; de twee blauwe lijnen (3 ) en
( 4 ) een afstand van respectievelijk 1 m en 2 m.
Deze weergave is automatisch beschikbaar of door
deze te selecteren in het zijmenu.
Page 150 of 244

148
Rijden
Panoramische weergave
Met de panoramische weergave kunt u een
parkeerplaats in de achteruitversnelling verlaten
waarbij u op de nadering van voertuigen,
voetgangers of fietsers kunt anticiperen.
Wij raden u aan om deze weergave niet tijdens de
gehele manoeuvre te gebruiken.
Deze weergave is alleen beschikbaar door deze te
selecteren in het zijmenu.
Visiopark 2
Raadpleeg voor meer informatie de algemene adviezen over het gebruik van
de rij- en parkeerhulpsystemen.
Met dit systeem kunt u de directe omgeving van uw
auto op het touchscreen bekijken met behulp van
camera's die aan de voorzijde en achterzijde van de
auto zijn geplaatst.
Het scherm is in 4 delen opgedeeld met twee
zijmenu's, de door de camera's geregistreerde
beelden en een weergave van de directe omgeving
van de auto van bovenaf gezien.
De informatie van de parkeerhulpsensoren vult het
beeld van bovenaf aan.
Afhankelijk van de weergavehoek die in het
menu links is gekozen, biedt het systeem
specifieke visuele ondersteuning voor bepaalde
rijomstandigheden, zoals het oprijden van een
onoverzichtelijk kruispunt of het manoeuvreren in
gebieden met verminderd zicht.
Voor de achterzijde of voorzijde zijn diverse
weergaven gebaseerd op de door de camera's
geregistreerde beelden beschikbaar:
–
Automatisch ingezoomde weergave.
–
Standaardweergave.
–
Panoramische weergave.
Afhankelijk van de omstandigheden kiest het
systeem de beste weergave (standaard of
automatische zoom).
Het type weergave kan tijdens de manoeuvre altijd
worden gewijzigd.
De systeemstatus wordt niet opgeslagen bij het
afzetten van het contact.
Werkingsprincipe
Gereconstrueerd beeld
De camera's worden ingeschakeld en een
reconstructie van een weergave van bovenaf van
uw auto in zijn directe omgeving wordt op het
touchscreen weergegeven.
Rechtstreekse weergave
De beelden van de voorzijde en achterzijde worden
automatisch in de weergave van bovenaf van de
auto opgenomen.
Elke weergave kan ook rechtstreeks worden
getoond door de betreffende zone te selecteren.
De weergave van de voorzijde kan worden
geselecteerd in een versnelling vooruit tot een
snelheid van 16 km/h.
De montage van een sneeuwscherm kan de weergave van de beelden van de camera
aan de voorzijde verstoren.
Page 151 of 244

149
Rijden
6Instellingen
In het zijmenu:In dit venster kunt u het volgende:– het volume van het geluidssignaal
aanpassen.
–
de helderheid aanpassen.
–
het contrast aanpassen.
–
de camera wassen (afhankelijk van de uitvoering).
Met deze knop kunt u het geluidssignaal dempen/weer laten horen.
Inschakelen / uitschakelen
Automatisch
Wanneer de motor draait en de auto stilstaat, wordt
de weergave achter automatisch via de camera
achter weergegeven als de achteruitversnelling
wordt ingeschakeld.
Wanneer de motor draait en de auto langzamer rijdt
dan 16 km/h, wordt de weergave vóór automatisch
via de camera vóór weergegeven als een versnelling
wordt ingeschakeld.
Handmatig
► In de app ADAS van het touchscreen
selecteert u Functies>Panoramische
camera
Het systeem wordt uitgeschakeld:
–
Automatisch voor de achterzijde wanneer uit de
achteruitversnelling wordt geschakeld.
–
Automatisch voor de voorzijde wanneer de
snelheid hoger is dan ongeveer 16 km/h.
– Als op het kruis in de linkerbovenhoek van het
touchscreen wordt gedrukt.
Automatisch ingezoomde weergave
De camera vóór of achter neemt tijdens de
manoeuvre de omgeving op om een weergave vóór
of achter van bovenaf gezien van de auto in zijn
directe omgeving te maken. Op deze manier kan
de auto langs de obstakels in de buurt van de auto
worden gemanoeuvreerd.
Met behulp van de sensoren op de voor- of
achterbumper wordt de automatisch ingezoomde
weergave weergegeven wanneer de auto een
obstakel op de rode lijn (minder dan 30 cm) tijdens
de manoeuvre nadert.
Deze weergave is alleen automatisch beschikbaar.
Afhankelijk van de uitvoering kan deze worden in- /
uitgeschakeld in de app ADAS van het touchscreen.
De obstakels kunnen verder weg lijken dan
ze in werkelijkheid zijn.
Tijdens het manoeuvreren moet u de zijkanten
van de auto via de buitenspiegels in de gaten
houden.
De parkeersensoren geven ook extra informatie
over het gebied rondom de auto.
Standaardweergave
Afhankelijk van de omstandigheden kan het gebied
achter of voor uw auto op het scherm worden
weergegeven.
De blauwe lijnen (aan de achterzijde) / oranje lijnen
(aan de voorzijde) (1 ) geven de breedte van de auto
weer met uitgeklapte buitenspiegels; ze verplaatsen
zich afhankelijk van de stand van het stuurwiel.
De rode lijn (2 ) geeft een afstand van 30 cm vanaf
de achter- of voorbumper aan; de twee blauwe lijnen
(aan de achterzijde) / oranje lijnen (aan de voorzijde)
( 3 en 4 ) geven een afstand van respectievelijk 1 m
en 2
m aan.
Deze weergave is automatisch beschikbaar of door
deze te selecteren in het zijmenu links.
Page 179 of 244

177
Praktische informatie
7► Draai de blauwe dop van de AdBlue®-tank
linksom en verwijder de dop.
►
Met een verpakking
AdBlue
®: controleer eerst
de uiterste houdbaarheidsdatum en lees daarna
zorgvuldig de instructies op het etiket voordat u de
inhoud van de verpakking in het AdBlue-reservoir
van de auto giet.
►
Bij een
AdBlue®-pomp: steek het vulpistool in de
vulpijp en blijf tanken totdat het vulpistool afslaat.
Om te voorkomen dat u het AdBlue®-
reservoir met te veel vloeistof vult:
–
V
ul 10 tot 13 liter bij met behulp van
AdBlue
®-verpakkingen.
–
Stop met bijvullen als het vulpistool voor het
eerst afslaat als u bij een tankstation tankt.
Het systeem kan alleen hoeveelheden van 5 liter
AdBlue
® of meer bij tussentijds vullen registreren.
Als het AdBlue®-reservoir helemaal leeg is,
wat wordt bevestigd met de melding
" Vul
AdBlue
bij: Starten niet mogelijk", dan
moet u minimaal 10 liter bijvullen.
De bijvuldetectie is mogelijk niet meteen
zichtbaar na het toevoegen. Soms moet de
auto enkele minuten rijden voordat de getankte
hoeveelheid wordt gedetecteerd.
Vrijloop
In bepaalde situaties moet de auto in de
vrijloopstand worden gezet (bijvoorbeeld bij slepen,
op een testbank, in een automatische wasstraat
(wasstand), of bij transport per trein of over zee).
Laat de auto nooit onbeheerd achter als deze in de vrijloop staat.
/
Procedure voor het activeren van de vrijloop
Terwijl de auto met draaiende motor stilstaat:
► T rap het rempedaal in en houd het ingetrapt.
►
Houd de modus
N op de drukknop geselecteerd.
►
Druk ongeveer 1 seconde op de toets
START/
STOP om de motor uit te schakelen (ter bevestiging
gaan de controlelampjes P en N knipperen).
►
Laat het rempedaal los om het contact in te
schakelen en de elektrische parkeerrem vrij te
geven.
Er wordt een melding op het instrumentenpaneel weergegeven om te
bevestigen dat de wielen 15 minuten worden
vrijgezet.
In de vrijloop kan het audiosysteem niet worden
bijgewerkt (melding weergegeven op het
instrumentenpaneel).
Na 15 minuten of terug naar de normale
werking.
► Houd het rempedaal ingetrapt, start de motor en
selecteer stand P .
Sleutelloos instap- en startsysteem
Trap het rempedaal niet in terwijl u het
contact aan en weer uit zet. Als u dat wel doet,
start de motor waardoor u de procedure opnieuw
moet uitvoeren.
Onderhoudstips
Algemene aanwijzingen
Houd u aan de volgende aanbevelingen om
beschadiging van de auto te voorkomen.
Buitenkant
Gebruik nooit een hogedrukspuit in de motorruimte - kans op schade aan
elektrische componenten!
Was de auto niet bij fel zonlicht of bij zeer lage
temperaturen.
Wanneer u de auto in een autowasstraat wast, vergrendel dan alle portieren en,
afhankelijk van de uitvoering, haal de
elektronische sleutel uit de detectiezone en
schakel de handsfree-functie (Handsfree toegang
achterklep) uit.
Wanneer u een hogedrukreiniger gebruikt,
houd de spuitmond dan op minimaal 30 cm
van de auto (vooral wanneer u gebieden met
beschadigde lak, sensoren of afdichtingen
reinigt).
Page 207 of 244

205
PEUGEOT i-Connect Advanced - PEUGEOT i-Connect
10PEUGEOT i-Connect
Advanced - PEUGEOT
i-Connect
Gps-navigatie - Apps -
Multimedia-audiosysteem
- Bluetooth
®-telefoon
De beschreven functies en instellingen verschillen afhankelijk van de uitvoering en
de configuratie van de auto, en van het land van
verkoop.
Om veiligheidsredenen en omdat deze handelingen de aandacht van de bestuurder
vereisen, moeten deze handelingen worden
uitgevoerd wanneer de auto stilstaat en het
contact is ingeschakeld:
–
Het koppelen van de smartphone met het
systeem via Bluetooth
®.
–
Het gebruik van de smartphone.
–
V
erbinding maken met Mirror Screen
(Apple
®CarPlay® of Android Auto).
–
Het wijzigen van de systeeminstellingen en de
configuratie.
De melding Eco-modus wordt weergegeven wanneer het systeem in
stand-by wordt gezet.
Ga voor informatie over de Eco-modus naar het
deel "Praktische informatie".
Waarschuwing Het navigatiesysteem is een rijhulp. Het
vervangt de bestuurder niet. De bestuurder
dient alle navigatie-instructies nauwkeurig te
controleren.
Als u de navigatie gebruikt, accepteert u de
volgende voorwaarden:
https://www.tomtom.com/en_gb/legal/
eula-automotive/?388448
De eerste stappen
Het systeem wordt ingeschakeld als het contact wordt aangezet.
Kort indrukken, contact uit: systeem aan / uit.
Kort indrukken, contact aan: geluid dempen /
herstellen.
Lang indrukken, contact aan: start stand-bymodus
(geluid dempen, schermen en klokweergave uit).
Draaien: volume instellen.
Informatie
Dit systeem biedt toegang tot:
– Bediening van audioapparatuur en telefoon met
weergave van bijbehorende informatie. –
Connected Services en weergave van de
bijbehorende informatie.
–
Bedieningsknoppen van het navigatiesysteem en
weergave van de bijbehorende informatie afhankelijk
van de uitvoering
–
Spraakherkenning (afhankelijk van de uitvoering).
–
T
ijd en buitentemperatuur.
–
Bediening van de verwarming / airconditioning en
weergave van de instellingen.
–
Instellingen voor rijhulpsystemen, comfort-
en veiligheidsfuncties, uitgebreid head-up
display (afhankelijk van uitrusting en uitvoering),
audiosysteem en digitaal instrumentenpaneel.
–
Instellingen van functies specifiek voor plug-in
hybrideauto's.
–
W
eergave van de parkeerhulpsystemen.
–
Interactief instructieboekje.
–
T
rainingsvideo's (bijvoorbeeld schermbeheer,
rijhulpsystemen, spraakherkenning).
Bovenste balk
Bepaalde informatie wordt permanent weergegeven
in de bovenste balk van het touchscreen:
–
De buitentemperatuur gedetecteerd door de
sensoren van de auto (er wordt een blauw symbool
weergegeven bij kans op gladheid).
–
Herinnering ingestelde temperatuur voor
de airconditioning aan de bestuurders- en
passagierszijde.
–
Laadstatus van de aangesloten smartphone.
–
Status voor systeemaansluiting (Bluetooth®, Wi-Fi,
mobiel netwerk).
–
Tijd.
Page 223 of 244

221
Registratie van autogegevens en privacy
11Registratie van
autogegevens en privacy
In de auto zijn elektronische regeleenheden
geïnstalleerd. Deze regeleenheden verwerken
gegevens die bijvoorbeeld van de sensoren van
de auto worden ontvangen, of gegevens die door
de eenheden zelf worden gegenereerd of die ze
met elkaar uitwisselen. Sommige regeleenheden
zijn vereist voor de juiste werking van uw auto,
andere eenheden helpen u bij het rijden (rij- of
parkeerhulpsystemen) en nog weer andere
eenheden bieden comfort- of infotainment-functies.
Hieronder staat algemene informatie over hoe
gegevens in de auto worden verwerkt.
U vindt aanvullende informatie over de specifieke
gegevens die worden gedownload, opgeslagen
en verstuurd naar derden en waarvoor ze
in uw auto worden gebruikt. Dit staat onder
"Gegevensbescherming". Deze informatie is direct
gekoppeld aan de referenties voor de betreffende
functies in het bijbehorende instructieboekje voor de
auto of in de algemene verkoopvoorwaarden.
Deze informatie staat ook online.
Werkingsgegevens van de
auto
De regeleenheden verwerken gegevens die voor de
werking van de auto worden gebruikt.
Deze gegevens omvatten onder meer:
–
Informatie over de toestand van de auto
(zoals snelheid, reistijd, zijdelingse acceleratie, draaisnelheid van de wielen en vastgemaakte
veiligheidsgordels).
–
Omgevingsfactoren (zoals temperatuur
,
regensensor en afstandssensor).
Over het algemeen zijn deze gegevens tijdelijk,
worden ze niet langer dan één werkingscyclus
opgeslagen en worden ze alleen in de auto zelf
gebruikt. De regeleenheden slaan deze gegevens
vaak op (inclusief de sleutel van de auto). Met deze
functie kan informatie over de toestand van de auto,
de belasting van componenten, servicevereisten,
gebeurtenissen en technische storingen tijdelijk of
permanent worden opgeslagen.
Afhankelijk van het uitrustingsniveau van de auto
worden de gegevens als volgt opgeslagen:
–
De bedrijfsstatus van systeemcomponenten
(zoals het vulniveau, de bandenspanning en de
laadtoestand van de accu).
–
Fouten en storingen in belangrijkste
systeemcomponenten (zoals lampen en remmen).
–
Reacties van systemen in specifieke rijsituaties
(zoals activering van een airbag of activering van
stabiliteitsregel- en remsystemen).
–
Informatie over gebeurtenissen die schade aan de
auto hebben veroorzaakt.
–
Bij elektrische en plug-in hybride auto's de
laadtoestand van de tractiebatterij en de geschatte
actieradius.
Onder specifieke omstandigheden (bijvoorbeeld
als de auto een storing heeft gedetecteerd) kan het
nodig zijn om gegevens te registreren die anders
niet worden opgeslagen. Wanneer u servicewerkzaamheden aan uw auto
laat uitvoeren (zoals reparatie of onderhoud), dan
kunnen de opgeslagen bedrijfsgegevens worden
uitgelezen, samen met het VIN-nummer van de
auto, en kunnen ze waar nodig worden gebruikt.
Personeel dat voor het servicenetwerk werkt (zoals
garages en fabrikanten) of derden (bijvoorbeeld
pechhulpverleners) kunnen de gegevens van de
auto uitlezen. Dit geldt ook voor werkzaamheden die
onder garantie en vanwege kwaliteitsmaatregelen
worden uitgevoerd.
Deze gegevens worden meestal uitgelezen via
de OBD-aansluiting (On-Board Diagnostics) die
wettelijk verplicht in de auto is. De gegevens
worden gebruikt voor meldingen over de technische
toestand van de auto of componenten van de auto
en maakt de diagnose van storingen gemakkelijker,
in overeenstemming met verplichtingen onder
garantie en voor verbetering van de kwaliteit. Deze
gegevens, met name informatie over belasting
van componenten, technische gebeurtenissen,
bedieningsfouten en andere storingen, worden
waar nodig naar de fabrikant gestuurd, samen met
het VIN-nummer van de auto. Er kan ook sprake
zijn van aansprakelijkheid van de fabrikant. De
fabrikant kan de bedrijfsgegevens die uit de auto
worden gehaald ook gebruiken voor terugroepacties
voor producten. De gegevens kunnen ook worden
gebruikt om de garantie van de klant en eventuele
garantieclaims na te kijken.
Elke storing die in de auto is opgeslagen, kan
door een servicepunt tijdens onderhouds- of
Page 230 of 244

228
Index
Oplaadbaar hybridemotor 9, 25,
169–170, 196, 201
Oplaadbaar hybridesysteem
6, 9, 25,
103, 112, 154
Opladen via normaal stopcontact
(plug-in hybride)
163–164
Opschakelindicator
11 3
Overzicht motoren ~ Motorenoverzicht
199–201
Overzicht van het verbruik
25
P
Panoramisch schuifdak 43–44
Parkeerhulp
144
Parkeerhulp achter
144
Parkeerhulp achter met grafische weergave en
geluidssignalen
144
Parkeerhulpsystemen (algemene adviezen)
11 7
Parkeerhulp vóór
145
Parkeerhulp zijkant
145
Parkeerlichten
70, 189
Persoonlijke instellingen
10
Peugeot Matrix-ledtechnologie
70, 72
Plafonniers
62
Plafonnier voor
62
Portieren
36
Portieren sluiten
30, 36
Profielen
206
Programmeerbare snelheidsregelaar
125
Programmeerbare verwarming
25, 58
Pyrotechnische gordelspanners
87
R
Radar (waarschuwingen) 11 7
Radio
216
Radiozender
216
READY (verklikkerlampje)
170
Recuperatief remmen (vertragen door
remmen op de motor)
109
Regeling luchtopbrengst ~ Aanjager,
regeling
54–55
Regeling luchtverdeling ~ Luchtverdeling
54–55
Regelmatige controles ~ Controles
173–174
Regelmatig onderhoud
118, 173, 175
Regeneratie roetfilter
174
Registratie van voertuigdata en privacy
221
Reinigen (adviezen)
155, 177–179
Rembekrachtigingsysteem
84
Remblokken
174
Remlichten
189
Remmen
109, 174
Remschijven
174
Remvloeistof
172
Reservewiel
174, 180–182, 184–185
Reservoir ruitensproeiers ~
Ruitensproeierreservoir
172
Resetten bandenspanningscontrolesysteem
11 6
Resetten van het traject
22–23
Richtingaanwijzers
70, 189
Rijadviezen
8, 101–102
Rijden
45–46, 101–102
Rijhulpcamera (waarschuwingen)
11 7
Rijhulpsystemen (algemene adviezen)
11 7
Rijstanden 11 0 – 111
Rijstrookcontrolesystemen
84
Rijverlichting
69, 72
Roetfilter
173–174
Ruitensproeier achter
77
Ruitensproeiers
77
Ruitensproeiers vóór
76
Ruitenwisser achter
77
Ruitenwisserbladen (vervangen)
77–78
Ruitenwisserbladen vervangen
77–78
Ruitenwissers
76, 79
Ruitenwisserschakelaar
76–79
Ruitenwissers vóór
76, 78
S
Schakelaars stoelverwarming ~
Stoelverwarming, schakelaars
48–49
SCR (Selective Catalytic Reduction)
21, 175
SCR-systeem
21, 175
Selectiehendel
107, 109–110, 113
Sensoren (waarschuwingen)
11 7
Serienummer auto
203
Set voor tijdelijke bandenreparatie ~
Bandreparatieset
180–182, 184
Sfeerverlichting
62
Signalering onoplettendheid
138–139
Sjorogen
64–65, 67
Skiluik
63
Slepen
195, 197
Slepen van de auto
195–197
Page 232 of 244

230
Index
Vermogensmeter (plug-in hybride) 9, 21
Versnellingshendel
11 3
Verversen
171
Vervoer van lange voorwerpen ~ Lange
voorwerpen vervoeren
63
Vervuiling van het roetfilter (diesel)
174
Verwarming
53
Vierwielaandrijving (4WD)
112, 169
Visiopark 1
146
Visiopark 1 - Visiopark 2
148
Voorruitverwarming
57
Voorstoelen
46–48
Voorverwarming/-koeling interieur
(plug-in hybride)
25, 58
Vrijloop activeren
177
W
Waarschuwing kans op aanrijding 135–136
Waarschuwing oplettendheid
bestuurder
138–139
Waarschuwing vergeten verlichting
69
Wallbox (plug-in hybride)
157–158, 163
Wassen
11 8
Wassen (adviezen)
155, 177–178
Wiel demonteren
186–187
Wiel monteren
186–187
Wielophanging
175
Wiel verwisselen
180–181, 184
Window-airbags
89–90
Z
Zekeringen 190
Zekeringen vervangen
190
Zicht
57
Zij-airbags
89–90
Zijspots
71
Zonneklep
59
Zonnescherm
43–44
Zonnesensor
53
Zuinig rijden
8