dashboard Peugeot 508 RXH 2016 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2016, Model line: 508 RXH, Model: Peugeot 508 RXH 2016Pages: 364, PDF Size: 10.31 MB
Page 8 of 364

6
508_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed01-2016
Interieur
Voorzieningen bagageruimte (Berline) 112
- s
jorogen, haken, riemen
-
opbergbak
-
s
chotten, opbergvakken
-
verlichting
-
vloer
Voorzieningen bagageruimte (SW en R XH BlueHDi)
1
13
-
s
jorogen, haken
-
verlichting
-
vloer
-
12V-aansluiting
-
opbergvakken
Bagage-afdekking (SW en R XH BlueHDi)
1
14
Bagagenet voor hoge belading (SW en R XH BlueHDi)
1
15 -116
Gevarendriehoek
2
27
Additiefreservoir AdBlue
® 223-226
V
oorzieningen achter
1
11
-
mi
ddenarmsteun achter
-
skiluik Voor stoelen
75 -78
-
han
dmatig verstelbaar
-
e
lektrisch verstelbaar
-
in-/uitstapfunctie
-
hoofdsteunen
-
stoelverwarming
- massage
Conventionele kinderzitjes
1
43 -151, 157
Elektrische kinderbeveiliging
1
58Matten
1
00
Airbags
1
39-152
Voorzieningen vóór
9
9-101
-
zonneklep
-
v
erlicht dashboardkastje
-
12V-accessoireaansluiting
Middenconsole
10
7-108
-
mi
ddenarmsteun vóór
-
12V-accessoireaansluiting
- WIP-plug
Uitschakeling passagiersairbag
1
40, 146
Veiligheidsgordels
136-138
Achterzitplaatsen
109-110
ISOFIX- kinder zitjes
15
2-15 6, 157
Overzicht
Page 9 of 364

7
508_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed01-2016
Cockpit
Plafonniers 102
Pictogrammendisplay veiligheidsgordels/airbag aan
passagierszijde
1
37, 140
Binnenspiegel
82
Schuif-/kanteldak
104-105
Panoramadak (SW en R XH BlueHDi)
1
0 6
Noodoproep of pechhulpoproep
2
74
Buitenspiegels
80-81
Ruitbediening, blokkering
7
3-74
Handbediende parkeerrem
1
67 Verwarming, ventilatie
8
3-85
Handbediende airconditioning
8
6-87
Automatische airconditioning met gescheiden regeling
8
8-90
Airconditioning quadrizone voor
9
1-93
Ontwasemen/ontdooien
96
P
E
UGEOT
C
onnect USB
1
08
Elektrische
parkeerrem
168-173
Handgeschakelde zesversnellingsbak
174
Opschakelindicator
175
Automatische transmissie
1
76-179
Stop & Start-systeem
1
80 -182
Hill Start Assist
1
72, 183 Zekeringen achter
dashboardkastje
2
49, 251
Airconditioning quadrizone achter
94-95Touchscreen
2
77-335
Datum/tijd instellen
4
8
Autoradio
3
37-352
Datum/tijd instellen
4
7
Motorkapontgrendeling
214
Zekeringen dashboard
2
49-250
.
Overzicht
Page 10 of 364

8
508_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed01-2016
Alarmknipperlichten 132
Contactslot, Keyless entry and start, motor starten/afzetten
1
61-166
Stop & Start-systeem
1
80 -182
Elektrische parkeerrem
168-173
Instrumentenpaneel
1
3, 28 -29, 32-34
-
check/onderhoudsindicator/dagteller
-
d
immer dashboardverlichting
Verklikkerlampjes
14-27
Meters
29 -38
-
koelvloeistoftemperatuur/
motorolietemperatuur
-
motoroliepeil
-
a
ctieradius additief AdBlue
®
Schakelindicator
175
Ruitenwisserschakelaar
127-130
Boordcomputer
39- 42
Koplamphoogteverstelling
126Head- up display
18
4 -185
Touchscreen
4
3 - 46, 48, 277-335
Display C
4
7, 337-352
Cockpit (vervolg)
Lichtschakelaar
117-125
Richtingaanwijzers, parkeerverlichting
1
20, 125
Rijen drukschakelaars, knoppen
9
P
rogrammeerbare verwarming
9
7-98
Opslaan van snelheden
1
92
Snelheidsbegrenzer
1
88-189
Snelheidsregelaar
190-191
Stuurwiel verstellen
7
9
Cla xon
132
Overzicht
Page 19 of 364

17
508_nl_Chap01_instrument-bord_ed01-2016
ControlelampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Automatische
ruitenwissers permanent.
De ruitenwisserschakelaar is naar
beneden bewogen. De automatische stand van de ruitenwissers vóór is
geactiveerd.
Beweeg om de automatische stand van de
ruitenwissers te deactiveren de hendel omlaag of zet
de hendel in een andere stand.
Airbag aan
passagierszijde permanent op het
display van de
verklikkerlampjes voor
de veiligheidsgordels
en de airbag vóór aan
passagierszijde. De schakelaar in het dashboardkastje
staat in de stand "
ON".
De passagiersairbag vóór is
geactiveerd.
Plaats in dit geval geen kinderzitje met
de rug in de rijrichting op deze zitplaats. Zet de schakelaar in de stand "OFF"
om de
passagiersairbag vóór uit te schakelen.
U kunt een kinderzitje met de "rug in de rijrichting"
plaatsen, behalve in het geval van een storing in het
airbagsysteem (brandend waarschuwingslampje
Airbags).
Stop & Star t permanent.
Het Stop & Start-systeem heeft de motor
in de STOP-stand gezet (verkeerslicht,
stopbord, opstopping, enz.).Het lampje gaat uit en de motor wordt automatisch
gestart (START-stand) als u wilt wegrijden.
knippert enkele
seconden en gaat
dan uit. De STOP-stand is nu niet
beschikbaar.
of
De motor wordt automatisch in de
START-stand gezet. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het Stop & Start-systeem.
1
Instrumentenpaneel
Page 20 of 364

18
508_nl_Chap01_instrument-bord_ed01-2016
Verklikkerlampjes uitgeschakelde functies
De volgende verklikkerlampjes geven aan dat de desbetreffende functie handmatig is uitgeschakeld.
Soms klinkt er ook een geluidssignaal en verschijnt er een melding op het display van het instrumentenpaneel.Controlelampje StatusOorzaak Acties
/ Opmerkingen
Passagiersairbag permanent, op
het display van de
verklikkerlampjes voor
de veiligheidsgordels
en de airbag vóór aan
passagierszijde. De schakelaar in het dashboardkastje
staat in de stand "
OFF".
De airbag vóór aan passagierszijde is
uitgeschakeld.
U kunt een kinderzitje met de "rug
in de rijrichting" plaatsen, behalve
in het geval van een storing in
het airbagsysteem (brandend
verklikkerlampje Airbags). Zet de schakelaar in de stand "
ON" om de airbag vóór
aan passagierszijde in te schakelen.
Bevestig in dit geval op deze zitplaats geen kinderzitje
met de "rug in de rijrichting".
Elektronisch
stabiliteitsprogramma
(ESP
/ASR)permanent. De toets is ingedrukt en het
verklikkerlampje brandt.
De functie ESP/ASR is uitgeschakeld.
ESP: dynamische stabiliteitscontrole.
ASR: antislipregeling.Druk op de toets om de functie ESP/ASR in te schakelen. Het
verklikkerlampje dooft.
De functie ESP/ASR wordt automatisch ingeschakeld als de
motor wordt gestart.
Na uitschakelen van het systeem wordt het automatisch opnieuw
ingeschakeld bij snelheden hoger dan ongeveer 50 km/h.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over
het ESP-systeem (ESP/ASR).
Instrumentenpaneel
Page 34 of 364

32
508_nl_Chap01_instrument-bord_ed01-2016
* Volgens land van bestemming.
CHECK (automatische controle van de auto)
Automatische CHECK
Contact aan: alle pictogrammen van de
gecontroleerde functies worden weergegeven.
Na enkele seconden doven ze.
Gelijktijdig wordt automatisch een CHECK
(automatische controle van de auto) uitgevoerd.
In het geval van een storing
Er is een "kleine" storing gesignaleerd: de
desbetreffende waarschuwingslampjes gaan
branden en vervolgens weer uit.
U kunt de auto starten, maar raadpleeg zo
snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Er is een "grote" storing gesignaleerd: de
desbetreffende waarschuwingslampjes
blijven branden, in combinatie met het lampje
STOP of SERVICE.
Start de auto niet.
Neem zo snel mogelijk contact op met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Handmatige CHECK
Druk op de knop "CHECK" van het instrumentenpaneel om de
CHECK (automatische controle van de auto) handmatig te activeren.
Met behulp van deze functie kunnen op elk gewenst
moment (contact aan of bij draaiende motor) de aanwezige
waarschuwingsmeldingen worden weergegeven.
Zolang de airbag aan passagierszijde is uitgeschakeld*,
wordt het desbetreffende pictogram constant weergegeven.
Het display van het instrumentenpaneel geeft bij
draaiende motor en tijdens het rijden de pictogrammen
weer die een storing aangeven (in geval van een storing).
Als er geen storing wordt gesignaleerd, kunt u
de motor starten.
Dimmer verlichting
Hiermee kan de lichtsterkte van de
dashboardverlichting en de sfeerverlichting
worden ingesteld.
Bij auto's met een BlueHDi-motor:
door op de knop "CHECK" te drukken
wordt het geschatte aantal kilometers
weergegeven dat u kunt afleggen tot het
moment dat het starten van de motor
automatisch wordt geblokkeerd.
Raadpleeg voor meer informatie over
het additief AdBlue
® de desbetreffende
rubriek.
Werkt alleen als de verlichting van de
auto is ingeschakeld.
Druk, als de verlichting brandt, op de
knop B om de dashboardverlichting en de
sfeerverlichting sterker te laten branden of op
de knop A om de verlichting te dimmen.
Laat de knop los zodra de gewenste lichtsterkte
is bereikt.
Instrumentenpaneel
Page 87 of 364

85
508_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Gebruiksadviezen voor de verwarming, ventilatie en airconditioning
Het airconditioningssysteem is chloorvrij en is niet schadelijk voor de ozonlaag. Neem voor een optimale werking van de ver warming, ventilatie en airconditioning de volgende gebruiksadviezen in acht:
F
A
ls de binnentemperatuur zeer hoog blijft nadat de auto lang in de zon heeft gestaan, kunt u het passagierscompartiment kort ventileren.
Z
et de knop van de luchtopbrengst zodanig dat de interieurlucht goed ververst wordt.
F
L
et erop dat voor een gelijkmatige verdeling van de lucht naar het interieur de uitstroomopening onder de voorruit, de verschillende
luchtkanalen, ventilatieroosters en overige uitstroomopeningen en de ventilatieopening in de bagageruimte vrij blijven.
F
K
ies onder normale omstandigheden altijd voor de toevoer van buitenlucht; bij langdurig gebruik van de luchtrecirculatie in het interieur
kunnen de voorruit en de zijruiten beslaan.
F
L
et erop dat de zonnesensor op het dashboard niet wordt afgedekt. Deze sensor dient voor de regeling van de automatische
airconditioning.
F
Z
et de airconditioning 1 tot 2 keer per maand 5 tot 10 minuten aan om het systeem in per fecte staat te houden.
F
C
ontroleer regelmatig de staat van het interieur filter en laat de filterelementen periodiek vervangen (zie het hoofdstuk "Controles").
W
ij raden u een gecombineerd interieur filter aan. Dankzij het speciale toegevoegde actieve filter draagt het bij tot een gezuiverde lucht
voor de inzittenden en een schoon interieur (vermindering van allergische reacties, stank en vetaanslag).
F
A
ls de airconditioning werkt, gebruikt deze een klein deel van het motorvermogen. Dit heeft een hoger brandstofverbruik tot gevolg.
B
ij een zware belasting van de motor (trekken van een aanhanger op een steile helling bij een hoge buitentemperatuur) kan de
airconditioning tijdelijk worden uitgeschakeld voor een optimale trekkracht van de motor.
C
ondensvorming in de airconditioning kan ertoe leiden dat er zich een klein plasje water onder de auto vormt. Dit is een normaal
verschijnsel.
F
L
aat de airconditioning regelmatig controleren om het systeem in per fecte staat te houden.
F
G
ebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
3
Ergonomie en comfort
Page 101 of 364

99
508_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Voorzieningen vóór
1. Gekoeld dashboardkastje H
et dashboardkastje is voorzien van een
ventilatieopening* die met een draaiknop
kan worden afgesloten. Via deze opening
wordt koude lucht toegevoerd.
2.
O
pbergvakken
3.
W
egklapbare bekerhouders
D
ruk op het deksel om de bekerhouder te
openen.
4.
U
itneembare asbak
D
ruk op het deksel om de asbak te openen.
A
sbak legen: trek de asbak omhoog om
deze te verwijderen.
5.
S
chakelaars *
M
assagefunctie, Grootlichtassistent,
dodehoekbewaking, inbraakalarm,
PEUGEOT Connect SOS, PEUGEOT
Connect Assistance.
6.
O
pbergvak met schuifdeksel
7.
Mi
ddenarmsteun vóór
8.
1
2V-aansluitingen vóór (120 W) *
H
oud u aan het maximaal toegestane
vermogen om schade aan uw apparatuur
te voorkomen.
9.
P
EUGEOT Connect USB - USB-box
* Volgens uitvoering.
3
Ergonomie en comfort
Page 103 of 364

101
508_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Zonneklep
De zonnekleppen zijn voorzien van een make-
upspiegel met verlichting en een afdekkapje
en, aan bestuurderszijde, van een mogelijkheid
voor het opbergen van pasjes of kaartjes.
F
O
pen als het contact aan is het afdekkapje.
De verlichting van de make-upspiegel gaat
automatisch branden.
Dashboardkastje met verlichting12V-aansluiting
Houd u aan het maximaal toegestane vermogen
om schade aan uw apparatuur te voorkomen.
Het aansluiten van elektrische
apparatuur die niet door PEUGEOT is
goedgekeurd, zoals een lader met USB-
aansluitingen, kan leiden tot storingen
in de werking van de elektrische
componenten van de auto, zoals een
slechte radio-ontvangst of storingen in
de weergave van de displays.
In het dashboardkastje kan een fles
mineraalwater, de boorddocumentatie enz.
worden opgeborgen.
In het deksel zijn voorgevormde houders
aangebracht voor een pen, een bril, munten,
kaarten, een blikje enz.
F
T
rek de handgreep omhoog om het te
openen.
De verlichting van het dashboardkastje treedt
in werking zodra het wordt geopend.
In het dashboardkastje bevindt zich de
schakelaar voor het uitschakelen van de
frontairbag aan passagierszijde A .
Het bevat ook een afsluitbare
ventilatieopening
B . Via deze opening wordt
dezelfde gekoelde lucht als die voor het
interieur aangevoerd. F
O
pen, wanneer u een 12V-accessoire
(maximaal vermogen: 120 W) wilt
aansluiten, het kapje en sluit een geschikte
adapter aan.
3
Ergonomie en comfort
Page 141 of 364

139
508_nl_Chap05_securite_ed01-2016
Airbags
Algemeen
De airbags zijn speciaal ontworpen om de
veiligheid van de inzittenden (uitgezonderd
de middelste passagier achter) bij ernstige
aanrijdingen te verbeteren. De airbags
vormen een aanvulling op de werking van
de veiligheidsgordels met spanbegrenzers
(behalve bij de middelste passagier achter).
De elektronische schoksensoren registreren de frontale
en zijdelingse aanrijdingen waaraan de registratiezones
voor een aanrijding worden blootgesteld:
- bij een ernstige aanrijding gaan de airbags onmiddellijk af om de inzittenden van de
auto (uitgezonderd de middelste passagier
achter) te helpen beschermen. Direct
na de aanrijding ontsnapt het gas snel
uit de airbags, zodat het zicht niet wordt
belemmerd en de inzittenden de auto
eventueel kunnen verlaten,
-
b
ij een minder ernstige aanrijding of een
aanrijding van achteren en in bepaalde
gevallen waarbij de auto over de kop
slaat, treden de airbags niet in werking.
De veiligheidsgordels helpen u in deze
situaties voldoende te beschermen.
De airbags werken alleen als het
contact aan is. Het activeren van (een van) de airbags
gaat gepaard met wat rook en een
knal, als gevolg van de activering van
de pyrotechnische lading die in het
systeem is geïntegreerd.
De rook is niet schadelijk, maar kan
voor personen die hier gevoelig voor
zijn, irriterend zijn.
De knal die bij het afgaan wordt
geproduceerd, kan het gehoor
gedurende een korte periode enigszins
verminderen.
Registratiezones voor een
aanrijding
A. Impactzone vóór.
B. Imp
actzone opzij.
Frontairbags
Activering
De airbags worden opgeblazen, met
uitzondering van de airbag aan passagierszijde
als deze is uitgeschakeld, bij een ernstige
frontale aanrijding binnen (een gedeelte van)
de impactzone vóór (A) , in de lengterichting
van de auto en vanaf de voorzijde richting
de achterzijde van de auto, die zich op een
horizontale ondergrond moet bevinden.
De frontairbag wordt opgeblazen tussen de
bestuurder en het stuur of tussen de passagier
voorin en het dashboard om te verhinderen dat
deze naar voren wordt geslingerd. De frontairbags beschermen de bestuurder
en voorpassagier bij een ernstige frontale
aanrijding, om de kans op hoofd- en borstletsel
te verkleinen.
De bestuurdersairbag is geïntegreerd in
het stuur wiel en de passagiersairbag in het
dashboard boven het dashboardkastje.
De airbags werken slechts eenmaal.
Als er een tweede aanrijding plaatsvindt
(tijdens hetzelfde of een volgend
ongeval), worden de airbags niet meer
opgeblazen.
5
Veiligheid