ESP Peugeot Bipper 2014 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2014, Model line: Bipper, Model: Peugeot Bipper 2014Pages: 192, PDF Size: 9.72 MB
Page 26 of 192
24
Cockpit
Verklikkerlampje
status
signaleert
Wat te doen
Motorolie
gaat tijdens het rijden branden,
met een melding op het display. een te lage oliedruk.
Stop de auto, zet het contact af en neem contact op met het
PEUGEOT-netwerk of met een gekwalifi ceerde werkplaats.
knippert, met een
melding op het display
(uitsluitend 1.3 HDi 75). dat de motorolie
verouderd/vervuild is. Laat de motorolie zo snel mogelijk verversen om
motorschade te voorkomen.
Acculading brandt. een storing in het
laadcircuit. Controleer de accuklemmen... Rubriek 7,
onderwerp "Accu".
blijft branden,
ondanks controle.
een storing in het laadcircuit,
ontstekings- of injectiesysteem. Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Stop & Start brandt. een storing in het Stop &
Start-systeem.
Laat het systeem zo snel mogelijk controleren door het
PEUGEOT-netwerk of door een gekwalifi ceerde werkplaats.
Detectie geopend
portier brandt.
dat een portier of
achterdeur niet goed is
gesloten. Controleer of de portieren, zij- en achterdeuren
gesloten zijn. brandt, met een
melding op het display.
Autogordel niet
vastgemaakt brandt en gaat daarna
knipperen.
dat de bestuurder de autogordel
niet heeft vastgemaakt. Trek aan de gordel en steek de gesp in de
houder.
brandt in combinatie met een
geluidsignaal en blijft daarna branden. dat de auto rijdt terwijl de autogordel
van de bestuurder niet is vastgemaakt. Controleer of de gordel is vastgeklikt door er aan
te trekken. Rubriek 5, onderwerp "Autogordels".
knippert, met een
geluidssignaal .
dat de voorpassagier de
autogordel niet heeft vastgemaakt. Trek aan de gordel en steek de gesp in de
houder.
Page 27 of 192
25
1
VOORDAT u GAAT RIJDEN
Cockpit
Verklikkerlampje
status
signaleert
Wat te doen
Airbag vóór
Zijairbag knippert of blijft
branden. een defecte airbag. Zo snel mogelijk laten controleren door het
PEUGEOT-netwerk of door een gekwalifi ceerde
werkplaats. Rubriek 5, onderwerp "Airbags".
Airbag passagier
uitgeschakeld brandt.
dat de airbag bewust is uitgeschakeld
i.v.m. plaatsing van een kinderzitje
met de rug in de rijrichting. In te stellen in het menu MENU van de
boordcomputer. Rubriek 3, onderwerp "Menu".
ABS blijft branden. een storing in het
systeem.
Het remsysteem werkt normaal, maar zonder bekrachtiging.
Wij raden u aan te stoppen en het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalifi ceerde werkplaats te raadplegen.
blijft branden, samen met het
waarschuwingslampje parkeerrem. een storing in de elektronische
remdrukregelaar.
Stop de auto, zet het contact af en neem contact op met het
PEUGEOT-netwerk of met een gekwalifi ceerde werkplaats.
Stabiliteitscontrolesysteem
knippert enkele seconden.
een ingreep van het ESP. Ingreep van het systeem waardoor de koers van
de auto wordt gecorrigeerd.
brandt in combinatie met
het controlelampje van de
toets "ASR OFF"
en een
melding op het display.
een storing in het ESP. Neem contact op met het PEUGEOT-netwerk of
met een gekwalificeerde werkplaats.
brandt, met een melding
op het display. een storing in de ASR/
MSR. Neem contact op met het PEUGEOT-netwerk of
met een gekwalificeerde werkplaats.
brandt. een storing in de Intelligent
Traction Control. Neem contact op met het PEUGEOT-netwerk of
met een gekwalificeerde werkplaats.
Hill holder brandt. een storing in de hill
holder. Neem contact op met het PEUGEOT-netwerk of
met een gekwalificeerde werkplaats.
Remblokken vóór brandt. dat de remblokken
versleten zijn. Laat de remblokken vervangen door het PEUGEOT-
netwerk of door een gekwalifi ceerde werkplaats.
Page 47 of 192
45
1
VOORDAT u GAAT RIJDEN
Stuurkolomschakelaars
Opnieuw activeren
- Druk nogmaals op de
toets op het uiteinde van
de hendel.
of
- Trap het gaspedaal
in tot een snelheid is
bereikt die dicht bij de
ingestelde snelheid ligt.
- Schakel de versnelling in die was ingeschakeld
toen de snelheid werd ingesteld.
De auto neemt de laatst ingestelde snelheid
weer aan. Als de functie wordt ingeschakeld, wordt
het pictogram "Snelheidsregelaar" op het
instrumentenpaneel weergegeven:
SNELHEIDSREGELAAR
Voor het instellen van de gewenste
wagensnelheid.
Met dit systeem kan de bestuurder bij
normaal doorstromend verkeer met een
constante zelf ingestelde snelheid rijden
zonder dat het gaspedaal ingetrapt hoeft te
worden.
Deze voorziening werkt alleen bij snelheden
boven 30 km/h en met minimaal de tweede
versnelling ingeschakeld.
Selecteren van de
functie
- Zet de ring in de
stand ON
. De
snelheidsregelaar is
geselecteerd, maar nog
niet geactiveerd en er
is nog geen snelheid
ingesteld.
Eerste keer activeren /
Instellen van een
snelheid
- Breng uw auto met
het gaspedaal op de
gewenste snelheid.
- Beweeg de hendel gedurende minimaal
één seconde omhoog (+) en laat
vervolgens de hendel los.
De snelheid is nu in het geheugen opgeslagen.
U kunt het gaspedaal loslaten, deze snelheid
wordt door de auto gehandhaafd.
Tijdelijk overschrijden
van de ingestelde
snelheid
Het is mogelijk gas te
geven
en tijdelijk met een
hogere snelheid dan de
ingestelde snelheid te rijden (bijvoorbeeld
om een inhaalmanoeuvre uit te voeren).
Als het gaspedaal wordt losgelaten, wordt
de ingestelde snelheid weer aangenomen.
Uitschakelen
- Druk op de toets op
het uiteinde van de
hendel.
of
- Trap op het rem- of
koppelingspedaal.
De snelheidsregelaar wordt ook uitgeschakeld
als het ABS of het ESP ingrijpt.
Page 57 of 192
55
1
VOORDAT u GAAT RIJDEN
Versnellingsbak en stuurwiel
HILL HOLDER
Deze functie, die is geïntegreerd in het ESP,
vergemakkelijkt het wegrijden op een helling
door uw auto, nadat u het rempedaal hebt
losgelaten, ongeveer 2 seconden op zijn
plaats te houden. In die tijd kunt u uw voet
naar het gaspedaal verplaatsen.
Deze functie is alleen actief:
- als de auto volledig stilstaat terwijl u het
rempedaal intrapt,
- bij draaiende motor,
- op hellingen met een percentage van
minimaal 5%,
Werking
Als de auto met draaiende motor op een
helling stilstaat, wordt deze even op zijn
plaats gehouden als u het rempedaal
loslaat en:
- bij een handgeschakelde versnellingsbak
de eerste versnelling of de neutraalstand
hebt ingeschakeld,
- bij een gestuurde handgeschakelde
versnellingsbak de stand A
of M
hebt
geselecteerd.
Als de auto met draaiende motor
bergafwaarts stilstaat en de
achteruitversnelling ingeschakeld
is, wordt de auto even op zijn plaats
gehouden als u het rempedaal loslaat.
Als het gaspedaal niet binnen
2 seconden wordt ingetrapt, wordt
het systeem automatisch uitgeschakeld en
valt de remdruk geleidelijk weg. Tijdens
deze fase wijst een mechanisch geluid erop
dat de remmen loskomen en de auto in
beweging begint te komen.
Verlaat de auto niet in de korte periode
dat u de hill holder gebruikt.
Als u de auto moet verlaten terwijl de motor
draait, trek dan de handrem aan. Controleer
of het verklikkerlampje van de handrem op
het instrumentenpaneel constant brandt.
Storing
Bij een storing in de systeem
gaan op het instrumentenpaneel
deze verklikkerlampjes branden.
Raadpleeg het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats om het systeem te
laten controleren.
In de STOP-stand van het Stop &
Start-systeem is de hill holder
uitgeschakeld.
Page 73 of 192
71
3
TECHNOLOGIE AAN BOORD
Menu
Menu...
Druk op...
Submenu...
Druk op...
Selecteer...
Bevestig
en stop
Om...
3
Tijd instellen Uren Verhogen
De tijd in te stellen .
Verlagen
Weergave 24 h
De weergave van de uren op
het klokje te selecteren.
12 h
4
Datum
instellen Jaar/Maand/
Dag Verhogen
De datum in te stellen.
Verlagen
5
Radio
weergeven ON
De naam van het radiostation weer
te geven.
Het nummer van de track van de
CD weer te geven. OFF
6
Autoclose Tijdens het
rijden ON
Het automatisch vergrendelen
van de portieren vanaf 20 km/h
te activeren/deactiveren. OFF
7
Eenheid Afstanden Km
De eenheid voor de weergave
van de afstanden te selecteren.
Mijl
Temperatuur °C De eenheid voor de weergave
van de temperatuur te
selecteren. °F
Brandstofverbruik km/l De eenheid voor de weergave
van het brandstofverbruik te
selecteren. l/100 km
8
Taal Lijst met
beschikbare talen De taal van de weergave te
kiezen.
9
Volume
gesproken
berichten Verhogen
Het volume van de geluidssignalen en de
waarschuwingsmeldingen te verhogen
of verlagen (het volume wordt direct
aangepast als op de toets wordt gedrukt).
Verlagen
Page 79 of 192
2 1
77
3
TECHNOLOGIE AAN BOORD
Autoradio
CD
EEN CD OF MP3-CD AFSPELEN
Gebruik alleen CD's met een ronde vorm.
Bepaalde beveiligingssystemen op
de originele CD of zelfgebrande CD's
kunnen storingen veroorzaken, ongeacht de kwaliteit van de
CD-speler.
Zodra een CD of MP3-CD in de
CD-speler wordt gestoken, zal deze
de CD automatisch afspelen.
Als er al een CD in het apparaat zit,
druk dan op de toets CD.
Druk op een van de toetsen om een
nummer van de CD te selecteren.
Het formaat MP3 (afkorting van MPEG 1, 2 & 2.5 Audio
Layer 3) is een standaard voor het comprimeren van geluid
die de mogelijkheid biedt enkele tientallen speellijsten op één
CD te plaatsen.
MP3
Selecteer bij het branden van een CD-R of CD-RW de
standaard ISO 9660 niveau 1, 2 of bij voorkeur Joliet om deze
te kunnen afspelen.
Als de CD in een ander formaat is gebrand, kan het zijn dat
deze niet goed wordt afgespeeld.
Het is raadzaam voor één CD niet meer dan één standaard
voor het branden te gebruiken. Stel de laagst mogelijke
snelheid in (maximaal 4 x) voor een optimale geluidskwaliteit.
Voor het branden van een multisessie-CD is het raadzaam de
standaard Joliet te gebruiken.
De autoradio speelt uitsluitend bestanden met de extensie
".mp3" en een sampling frequentie van 22,05 kHz of 44,1 kHz
af. Geluidsbestanden met een andere extensie (.wma, .mp4,
.m3u...) kunnen niet worden afgespeeld.
Gebruik voor bestandsnamen maximaal 20 karakters
en verwijder speciale tekens (bijv.: ()" ", ?, ù, spatie) om
problemen met het afspelen of de weergave te voorkomen.
Page 80 of 192
78
Bluetooth handsfree systeem
INTRODUCTIE
Dit systeem biedt de volgende mogelijkheden:
- bellen en gebeld worden via de Bluetooth® verbinding van uw mobiele telefoon,
- weergeven van de naam van uw contacten en de nummers van de contactenlijst van uw mobiele telefoon op het display van het
instrumentenpaneel,
- gebruiken van gesproken commando's voor het bellen en het beheren van uw contacten, zodat u uw handen aan het stuur kunt
houden,
- beluisteren van uw sms-berichten dankzij de in het systeem ingebouwde spraaksynthese,
- afspelen van audiobestanden (MP3, WMA, AAC, M4A, MP4 en WAV) via een USB-opslagmedium,
- weergeven van informatie over het muziekstuk dat wordt afgespeeld op het display van de autoradio (titel, artiest, enz.),
- aansturen van externe apparatuur (zoals een iPod
®) via spraakcommando's,
- opladen van externe apparatuur (zoals een iPod
®) via de USB-aansluiting.
BLUETOOTH HANDSFREE SYSTEEM
LEGENDA
Geeft aan dat een toets ingedrukt gehouden moet worden om de omschreven actie uit te voeren.
Functie gesproken commando's
Spreek het beschreven gesproken commando duidelijk uit.
Vereist het indrukken van de toets "gesproken commando's" op het stuurwiel alvorens het gewenste gesproken commando kan worden uitgesproken.
Page 82 of 192
80
Bluetooth handsfree systeem
PRESENTATIE
Volumeregeling van de functies:
handsfree set, audiospeler en
gesproken sms-berichten, gesproken
berichten.
Pauzeren/hervatten van het afspelen
(draagbare speler).
USB-aansluiting. Verwijder het plastic kapje om uw
draagbare speler aan te sluiten.
Weergave van de menu's en indexen van
de speellijsten die worden afgespeeld
(USB-opslagmedium).
- Scrollen door de menuopties.
- Selecteren van de af te spelen
speellijsten (draagbare speler).
- Scrollen door de sms-berichten in
de lijst.
- Activeren van de spraakherkenning.
- Onderbreken van het gesproken bericht om
een nieuw gesproken commando te geven.
- Uitschakelen van de spraakherkenning.
- Onderbreken van het gesproken bericht.
- Verlaten van het hoofdmenu.
- Verlaten van een submenu en
terugkeren naar het vorige menu.
- Verlaten zonder opslaan.
- Deactiveren/weer activeren van de
microfoon tijdens een telefoongesprek.
- Nulstelling volume beltoon inkomende oproep.
- Bevestigen van de opties in het weergegeven menu.
- Overbrengen van het telefoongesprek van de
handsfree set naar de mobiele telefoon en andersom.
- Selecteren van de audiobron.
- Selecteren van het weergegeven sms-bericht.
- Activeren van het hoofdmenu.
- Bevestigen van de opties in het
weergegeven menu.
- Accepteren van een inkomend gesprek.
- Wisselen tussen telefoongesprekken.
- Selecteren van het weergegeven bericht.
- Weigeren van een inkomend gesprek.
- Beëindigen van een telefoongesprek.
Beschrijving van de bediening via de stuurkolomschakelaars
- Herhalen van het laatste gesproken bericht.
Page 83 of 192
81
TECHNOLOGIE AAN BOORD
Bluetooth handsfree systeem
3
PRESENTATIE
Beschrijving van de gesproken commando's
Door op deze toets te drukken en het woord "HELP" uit te spreken krijgt u op elk gewenst moment toegang tot de lijst met beschikbare
gesproken commando's. U kunt ook toegang krijgen tot de lijst door het woord "HELP" uit te spreken na een melding van het systeem.
Dit zijn de belangrijkste gesproken commando's om in het menu te navigeren: U kunt het hoofdmenu van het systeem oproepen via een gesproken commando door op deze toets te drukken.
*
Als het systeem is geactiveerd.
**
Niet beschikbaar bij een iPod
®.
LAST CALLS
HENK JANSEN
OK ANDRÉ CHRISTIAANSEN
123456789
PHONEBOOK HENK JANSEN
OK
ANDRÉ CHRISTIAANSEN
123456789
MESS. READER READ LAST
IN BOX OK VIS+ACOUST
DELETE ALL VIS. SIGNAL
OK SIGNAL TYPE READER OFF
MEDIA PLAYER USB OPTION * OK PLAY ANYTHING
OK SET USB FOLDERS **
ARTISTS
GENRES
ALBUMS
PLAYLISTS
OK TRACK PLAY
SHUFFLE
TRACK LOOP
SETTINGS OK USER DATA OK COPY PHONEBOOK
PAIRING DELETE USERS
ADVANCED OPTIONS DELETE PHONEBOOK
EXIT DELETE ALL
ADD CONTACTS
Page 86 of 192
84
Bluetooth handsfree systeem
Opbellen door een nummer te kiezen
Gesprek beëindigen
Inkomende oproep
"Dial"\
Spreek het nummer karakter
voor karakter (+, #, *) en cijfer
voor cijfer (0 t/m 9) uit.
Het systeem geeft het
herkende nummer weer en
spreekt het uit.
Zeg "CALL" als het nummer correct is.
of
"Cancel" om het kiezen van het
nummer te annuleren.
"Start over" om het nummer te
wissen en een nieuw nummer te
kiezen.
"Repeat" om het nummer opnieuw
te horen. Als de contactpersoon
is opgeslagen in de
index, wordt zijn naam
weergegeven.
Indrukken om de oproep te
accepteren.
Lang indrukken om de oproep te
weigeren.
Indrukken om de oproep te
negeren, waarbij de oproep wordt
opgeslagen in de lijst laatste
inkomende oproepen.
In het geval van een nieuwe oproep
tijdens een gesprek.
Alleen met gesproken commando's Lang indrukken.
Indrukken, om het gesprek te
wisselen en de andere persoon in
de wacht te zetten.