Peugeot Boxer 2010 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2010, Model line: Boxer, Model: Peugeot Boxer 2010Pages: 163, PDF Size: 4.29 MB
Page 91 of 163

93
4
TECHNOLOGIE AAN BOORD
Mobiele telefoon met handsfree-functie
Kopiëren van uw telefoonindex
2 mogelijkheden:
1 - Na het opslaan van uw telefoon vraagt
het systeem of u de telefoonindex naar
het systeem van de auto wilt kopiëren. Opbellen van een contactpersoon in de index
Dit is uitsluitend mogelijk als de index van
uw telefoon naar het systeem van de auto is
gekopieerd.
"Call [Naam van de contactpersoon]"\
wacht tot de gegevens van de
contactpersoon in beeld verschijnen
(naam, tel.nr., ...)\
"Yes" om de persoon op te bellen of
"No" om te annuleren.
Bevestig door op deze toets te
drukken.
"Yes" start het kopiëren. Weiger door op deze toets te
drukken.
"No" om niet te kopiëren.
2 - U kunt de index op een later tijdstip
alsnog kopiëren via het menu:
Activeer het hoofdmenu.
Selecteer achtereenvolgens
SETTINGS, USER DATA en
PHONE BOOK.
"Settings"\"User data"\"Download
phone book". Activeer het hoofdmenu.
Selecteer PHONEBOOK.
Bevestig.
Selecteer de groep waartoe uw
contactpersoon behoort.
Bevestig.
Selecteer de naam.
Bevestig om de contactpersoon
op te bellen, indien er voor
deze persoon één nummer is
opgeslagen.
Indien er voor de contactpersoon meerdere
nummers zijn opgeslagen:
Selecteer het nummer.
Bevestig om de contactpersoon
op te bellen.
Geef de nadere informatie
"Home" of "Work" of anders
""Next" of "Previous".
Druk op OK om de
contactpersoon op te bellen.
Page 92 of 163

94
Mobiele telefoon met handsfree-functie
Opbellen door een nummer te kiezen Gesprek beëindigen
Lang indrukken. Inkomende oproep
Als de contactpersoon is
opgeslagen in de index, wordt
zijn naam weergegeven.
"Dial"\
Spreek het nummer karakter
voor karakter (+, #, *) en cijfer
voor cijfer (0 t/m 9) uit.
Het systeem geeft het
herkende nummer weer en
spreekt het uit.
Zeg "Call" als het nummer correct is.
of
"Cancel" om het kiezen van het nummer te
annuleren.
"Start over" om het nummer te wissen en
een nieuw nummer te kiezen.
"Repeat" om het nummer opnieuw te
horen. Indrukken om de oproep te
accepteren.
Lang indrukken om de oproep te
weigeren.
Indrukken om de oproep te
negeren, waarbij de oproep wordt
opgeslagen in de lijst laatste
inkomende oproepen.
In het geval van een nieuwe oproep
tijdens een gesprek. Indrukken, om het gesprek te
wisselen en de andere persoon in
de wacht te zetten.
Alleen met gesproken commando's
Page 93 of 163

95
4
TECHNOLOGIE AAN BOORD
Mobiele telefoon met handsfree-functie
Overdracht van een lopend gesprek
2 mogelijkheden:
1 - Van de mobiele telefoon naar het
handsfree-systeem
Als het contact in de stand MAR staat,
probeert het systeem verbinding te
maken tussen de mobiele telefoon en het
audiosysteem van de auto.
Bevestig deze verbinding met de toetsen
van de mobiele telefoon.
Vervolgens is de overdracht van een lopend
gesprek mogelijk.
In de wacht zetten van een gesprek Laatste oproepen
Met behulp van deze functie kunt u naar het nummer
van
een van de laatste 10 ontvangen oproepen, naar een
van de laatste 10 gekozen nummers of naar het numme r
van een van de laatste 5 gemiste oproepen bellen.
2 - Van het handsfree-systeem naar de
mobiele telefoon
Indrukken: de gesproken
commando's van het systeem
blijven actief.
Indrukken: de microfoon
wordt uitgeschakeld en uw
gesprekspartner wordt in de
wacht gezet.
Nogmaals indrukken: het gesprek
wordt hervat. Activeer het hoofdmenu.
Selecteer CALL REGISTER.
Bevestig.
Selecteer het te bellen nummer.
Bevestig. "Callback" voor de laatste
persoon die u gebeld heeft, of
"Redial" voor de laatste persoon
die u zelf hebt gebeld.
"Yes" of "No" om te bevestigen/
annuleren.
Tevens kan het commando "Call
back" worden gebruikt.
Het systeem zal opnieuw vragen
"Redial, of, Call back?".
"Call back" voor de laatste
persoon die u gebeld heeft.
"Redial" voor de laatste persoon
die u zelf hebt gebeld.
Mode "Conferentie"
Met behulp van deze functie kunt u tijdens
een gesprek een tweede persoon bellen.
Volg de procedure in de rubriek "Opbellen
van een contactpersoon in de index" of
"Opbellen door een nummer te kiezen".
Page 94 of 163

96
Draagbare audiospeler
Het systeem kan audiobestanden in het
formaat .mp3, .wma en .wav en speellijsten
(mediabibliotheek) in het formaat .wpl, .m3u
afspelen. Selecteren van bestanden
DRAAGBARE AUDIOSPELER
Automatisch afspelen
USB-aansluiting Sluit het apparaat rechtstreeks
of met een geschikte kabel
(niet bijgeleverd) aan op de
USB-aansluiting.
Als het contact in de stand MAR wordt
gezet:
- maakt het systeem verbinding met de speler en wordt automatisch een
mediabibliotheek opgestart,
- of begint het systeem automatisch met afspelen als het hierop is ingesteld.
Selecteer anders een af te spelen
bestand via MENU.
Raadpleeg voor meer informatie over
de stand MAR van het contact het
gedeelte "Starten en stoppen" in rubriek 2. Activeer het hoofdmenu.
Selecteer achtereenvolgens
SETTINGS, MEDIA PLAYER en
AUTOPLAY.
Bevestig.
Selecteer ON of
OFF.
Bevestig.
Activeer het hoofdmenu.
Selecteer MEDIA PLAYER.
Bevestig.
Selecteer een van de volgende
selectiecriteria:
FOLDERS, ARTISTS, GENRES,
ALBUMS, PLAYLISTS, PLAY
ANYTHING (willekeurig afspelen van de
bestanden in de mediabibliotheek).
"Folders", "Artists", ...
Met de functie PLAY ALL kan
de volledige inhoud van een
selectiecriterium (folders, artists, ...) worden
afgespeeld.
Page 95 of 163

CD
97
4
TECHNOLOGIE AAN BOORD
Draagbare audiospeler
Weergeven van informatie over het bestand Vorige bestand
Bevestig.
Onderbreken/hervatten van het afspelen
Bevestig.
Volgende bestand Stoppen met afspelen
Alleen met gesproken commando's
Wijzigen van de geluidsbron
Selecteer het bestand.
Begin met afspelen.
Activeer het hoofdmenu.
Selecteer MEDIA PLAYER.
Bevestig.
Selecteer NOW PLAYING. "Now playing".
Indrukken:
- binnen 3 seconden na het begin van het afspelen: om het vorige bestand af te spelen.
- na 3 seconden: om terug te gaan naar het begin van het huidige bestand.
"Previous".
Indrukken om naar het volgende
bestand te gaan.
"Next". "Stop".
Indrukken om de radio te
selecteren.
Indrukken om het afspelen te
onderbreken of te hervatten .
Indrukken om de CD te selecteren.
Page 96 of 163

102
VEILIGHEID TIJDENS HET RIJDEN
HANDREM ALARMKNIPPERLICHTEN
Druk deze knop in, de richtingaanwijzers
knipperen tegelijkertijd.
De alarmknipperlichten werken ook als het
contact is afgezet.
Gebruik de alarmknipperlichten alleen
bij een noodsituatie, een noodstop of in
uitzonderlijke omstandigheden.
Aantrekken
Trek aan de hendel van de handrem om de
auto op de handrem te zetten.
Controleer voordat u uitstapt of de handrem
goed is aangetrokken. Als de handrem nog (iets) is
aangetrokken, wordt dit aangegeven
door dit verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel.
Als de auto stilstaat op een helling, draai
dan de wielen richting trottoir en trek de
handrem aan.
Het is zeker bij een beladen auto niet
voldoende een versnelling in te schakelen
bij het parkeren van de auto.
Loszetten
Trek aan de hendel van de handrem en druk
op de knop om de handrem los te zetten.
Veiligheid tijdens het rijden
Page 97 of 163

103
5
VEILIGHEID
CLAXON
Druk op het midden van het stuurwiel.
ANTIBLOKKEERSYSTEEM (ABS - REF)
Het ABS zorgt samen met de elektronische
remdrukregelaar (REF) tijdens het
remmen voor een betere stabiliteit en
bestuurbaarheid van uw auto, vooral op een
slecht of glad wegdek.
Het ABS voorkomt het blokkeren van de
wielen, terwijl de remdrukregelaar de
remdruk over de vier wielen verdeelt.
NOODREMASSISTENTIE (AFU)
Dit systeem zorgt ervoor dat in noodgevallen
de optimale remdruk sneller wordt bereikt:
trap het rempedaal volledig in zonder het los
te laten.
Het systeem wordt ingeschakeld als de
snelheid waarmee het rempedaal wordt
ingetrapt groot is en zorgt ervoor dat de
benodigde bedieningskracht verandert.
Houd het rempedaal ingetrapt om de
werking van de noodremassistentie voort te
zetten.
Gebruiksvoorschrift
Het ABS treedt automatisch in werking als
één van de wielen dreigt te blokkeren. Het
systeem zorgt niet voor een kortere remweg.
Op een erg glad wegdek (sneeuw, olie, enz.)
kan de remweg door de werking van het
ABS langer zijn. Trap het rempedaal bij een
noodstop krachtig en volledig in en laat het
niet los, ook niet op een glad wegdek. Het
ABS zorgt er dan voor dat u om het obstakel
heen kunt sturen.
De normale werking van het ABS-systeem
kan merkbaar zijn door het trillen van het
rempedaal.
Zorg er bij vervanging van de wielen
(banden en velgen) voor dat er wielen
worden gemonteerd die aan de voorschriften
van de constructeur voldoen.
Als dit verklikkerlampje gaat
branden, duidt dit op een storing
in het antiblokkeersysteem
(ABS). Door deze storing zou u
tijdens het remmen de controle
over uw auto kunnen verliezen.
Als dit verklikkerlampje gaat
branden in combinatie met het
verklikkerlampje remsysteem,
duidt dit op een storing in de
elektronische remdrukregelaar.
Door deze storing zou u tijdens
het remmen de controle over uw
auto kunnen verliezen.
Stop onmiddellijk op een veilige plaats.
Raadpleeg in beide gevallen het
PEUGEOT-netwerk.
Veiligheid tijdens het rijden
Page 98 of 163

104
ANTISPINREGELING (ASR) EN ELEKTRONISCH
STABILITEITSPROGRAMMA (ESP)
Deze systemen staan in verbinding met het
ABS en zijn hier een aanvulling op.
De ASR zorgt voor een optimale
overbrenging van de aandrijfkracht op de
weg, zodat wordt voorkomen dat u tijdens
het accelereren de controle over de auto
verliest.
Het systeem past de aandrijfkracht aan om
het doorspinnen van de wielen te voorkomen
via de remmen van de aangedreven wielen
en de motor. Het systeem zorgt ook voor
meer koersstabiliteit bij het accelereren.
Houd als het ESP is ingeschakeld in een
bocht het stuurwiel altijd in de gewenste
richting en stuur niet tegen. Het ESP-systeem grijpt automatisch in
via het remsysteem en de motor als de
koers van de auto afwijkt van de door de
bestuurder gewenste richting.
In bijzondere omstandigheden (als de auto
vastzit in de modder, sneeuw, in mulle
grond, ...) kan het nuttig zijn het ASR uit te
schakelen, zodat de wielen kunnen slippen
en weer grip kunnen krijgen.
Werking van het ASR- en ESP-systeem
Het lampje knippert tijdens een
ingreep van de ASR of het ESP.
Druk op deze toets.
Het lampje van de toets gaat branden: de
ASR heeft geen invloed meer op de werking
van de motor, maar blijft wel actief via het
remsysteem.
STORING
Bij een storing in de ASR
zal dit verklikkerlampje gaan
branden in combinatie met een
geluidssignaal en een melding op
het display.
Veiligheid tijdens het rijden
Page 99 of 163

5
VEILIGHEID
VASTE SNELHEIDSBEGRENZER
De vaste snelheidsbegrenzer (volgens
uitvoering) begrenst de maximumsnelheid
van de auto op 90 of 100 km/h. Deze
maximumsnelheid kan niet worden
gewijzigd.
Deze maximumsnelheid staat aangegeven
op een sticker in het interieur.
Deze vaste snelheidsbegrenzer werkt
niet volgens het principe van een
snelheidsregelaar. De functie kan niet tijdens
het rijden worden in- en uitgeschakeld.
Bij een storing in het ESP
zal dit verklikkerlampje gaan
branden in combinatie met een
geluidssignaal en een melding op
het display.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk om het
systeem na te laten kijken.
Het ASR-/ESP-systeem zorgt voor meer
veiligheid tijdens het rijden. De bestuurder
mag zich echter nooit laten verleiden tot
het nemen van meer risico's en het te hard
rijden.
De goede werking van het systeem wordt
verzekerd onder voorwaarde dat de
voorschriften van de constructeur op het
gebied van wielen (banden en velgen),
onderdelen van het remsysteem en
elektronische onderdelen worden nageleefd
en dat de procedures voor montage en het
uitvoeren van werkzaamheden door het
PEUGEOT-netwerk worden opgevolgd.
Laat deze systemen na een aanrijding
controleren door het PEUGEOT-netwerk.
Veiligheid tijdens het rijden
Page 100 of 163

5
VEILIGHEID
VASTE SNELHEIDSBEGRENZER
De vaste snelheidsbegrenzer (volgens
uitvoering) begrenst de maximumsnelheid
van de auto op 90 of 100 km/h. Deze
maximumsnelheid kan niet worden
gewijzigd.
Deze maximumsnelheid staat aangegeven
op een sticker in het interieur.
Deze vaste snelheidsbegrenzer werkt
niet volgens het principe van een
snelheidsregelaar. De functie kan niet tijdens
het rijden worden in- en uitgeschakeld.
Bij een storing in het ESP
zal dit verklikkerlampje gaan
branden in combinatie met een
geluidssignaal en een melding op
het display.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk om het
systeem na te laten kijken.
Het ASR-/ESP-systeem zorgt voor meer
veiligheid tijdens het rijden. De bestuurder
mag zich echter nooit laten verleiden tot
het nemen van meer risico's en het te hard
rijden.
De goede werking van het systeem wordt
verzekerd onder voorwaarde dat de
voorschriften van de constructeur op het
gebied van wielen (banden en velgen),
onderdelen van het remsysteem en
elektronische onderdelen worden nageleefd
en dat de procedures voor montage en het
uitvoeren van werkzaamheden door het
PEUGEOT-netwerk worden opgevolgd.
Laat deze systemen na een aanrijding
controleren door het PEUGEOT-netwerk.
Veiligheid tijdens het rijden