Peugeot Boxer 2011.5 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2011.5, Model line: Boxer, Model: Peugeot Boxer 2011.5Pages: 184, PDF Size: 4.9 MB
Page 81 of 184

79
4
TECHNOLOGIE AAN BOOR
D
Achteruitrijcamera
ACHTERUITRIJCAMERA
De achteruitrijcamera (volgens uitvoering)
bevindt zich aan de achterzijde van de
bestelwagen, ter hoogte van het derde
remlicht.
De camerabeelden worden weergegeven
op een scherm in de cabine. Deze
beelden zijn een visueel hulpmiddel bij het
achteruitrijden.
Scherm
De camerabeelden worden weergegeven op een
verstelbaar 4 of 6,5 inch LCD-kleurenscherm dat
in de plaats komt van de binnenspiegel.
Druk de knop in en plaats het scherm op de
gewenste positie.
Inschakelen
Klap bij aangezet contact het scherm uit.
De camera wordt automatisch geactiveerd
zodra de achteruitversnelling wordt
ingeschakeld en blijft actief tot een snelheid
van ongeveer 15 km/h. Bij een snelheid hoger
dan 18 km/h wordt de camera gedeactiveerd.
Als een vooruitversnelling wordt
ingeschakeld, wordt het laatste beeld nog
ongeveer 5 seconden weergegeven en gaat
het scherm vervolgens uit.
Klap het scherm in.
Toetsen
Regeling lichtsterkte.
Regeling achtergrondverlichting.
Met de functie ON/OFF
kunnen de beelden van de
achteruitrijcamera worden
weergegeven zonder dat de
achteruitversnelling wordt
ingeschakeld.
Page 82 of 184

80
Achteruitrijcamera
Initialiseren
Zorg ervoor dat de
achteruitversnelling niet is
ingeschakeld en houd de toets
ON/OFF ongeveer 3 seconden
ingedrukt. Het lampje van de toets knippert
2 keer om het initialiseren te bevestigen.
Waarschuwingsmelding op het scherm
In de stand ON verschijnen bij het
achteruitrijden meldingen op het scherm:
- telkens als de achteruitversnelling wordt
ingeschakeld, verschijnt een melding
voordat het eerste camerabeeld te zien is,
- als met ingeschakelde
achteruitversnelling een snelheid van
18 km/h wordt bereikt, verdwijnt het
beeld op het scherm en gaat het scherm
stand-by. Zodra de snelheid weer lager
is dan 15 km/h, verschijnt het beeld
weer op het scherm.
Taal wijzigen
Zorg ervoor dat de achteruitversnelling niet
is ingeschakeld en druk gelijktijdig op de
toets ON/OFF en een willekeurige andere
toets.
Scroll in de lijst met talen door op ON/OFF
te drukken.
Wacht als de gewenste taal is geselecteerd
3 seconden om deze taal op te slaan.
Gebruiksvoorschrift
Onder optimale omstandigheden van de
auto (stand op het wegdek, belading)is het
bereik van de camera ongeveer 3 meter in
diepte en 5,5 meter in breedte.
Het beeldbereik is afhankelijk van de
(weers)omstandigheden buiten de auto
(lichtsterkte, regen, sneeuw, mist, ...), de
belading van de auto en de stand van de
auto ten opzichte van het wegdek.
Klap het scherm in als u het niet gebruikt.
Gebruik om de camera en het scherm te
reinigen geen schoonmaakmiddelen die
krassen op het glas kunnen veroorzaken.
Het is raadzaam hiervoor gebruik te maken
van een zachte doek of stoffer.
Als het scherm is beschadigd en
kristalvloeistof lekt, raak dit dan niet aan.
Spoel de huid bij contact met de vloeistof
onmiddellijk goed af met zeepwater.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk om het
scherm te laten repareren.
Page 83 of 184

81
4
TECHNOLOGIE AAN BOOR
D
Luchtvering
LUCHTVERING
Als uw auto is voorzien van luchtvering,
kunt u de hoogte van de wagenhoogte
achter wijzigen om het in- en uitladen te
vergemakkelijken.
Het bedieningspaneel bevindt zich op het
dashboard.
Naast de standaard wagenhoogte beschikt u
over 6 standen, omhoog (van +1 tot +3) en
omlaag (van -1 tot -3). De ingestelde stand
wordt aangegeven op het display van het
instrumentenpaneel.
Handmatig wijzigen van de
wagenhoogte achter
Wagenhoogte achter omhoog
Druk snel op de schakelaar om
een hogere stand te selecteren.
Elke keer dat op de schakelaar
wordt gedrukt (lampje brandt),
wordt de wagenhoogte achter
één stand verhoogd: +1 tot +3.
Door lang op de schakelaar te drukken
wordt de hoogste stand geselecteerd (+3).
Wagenhoogte achter omlaag
Druk snel op de schakelaar om
een lagere stand te selecteren.
Elke keer dat op de schakelaar
wordt gedrukt (lampje brandt),
wordt de wagenhoogte achter
één stand verlaagd: -1 tot -3.
Door lang op de schakelaar te drukken
wordt de laagste stand geselecteerd (-3).
Page 84 of 184

Luchtvering
Uitschakelen
Druk de twee schakelaars gelijktijdig lang in
om het systeem uit te schakelen. De lampjes
blijven branden.
Terugkeren naar de nominale
wagenhoogte achter
Druk op de schakelaar "omhoog" (bij een
lage stand van de vering) of "omlaag" (bij een
hoge stand) tot de optimale stand is bereikt.
Opnieuw inschakelen
Door de twee schakelaars opnieuw gelijktijdig
lang in te drukken, wordt het systeem weer
ingeschakeld. De lampjes gaan uit.
Automatisch wijzigen van de
wagenhoogte achter
Bij een wagensnelheid hoger dan 20 km/h,
wordt de wagenhoogte achter automatisch
op de nominale stand teruggebracht.
Verklikkerlampje
Raadpleeg in de rubriek 2 het gedeelte
"Cockpit".
Gebruiksvoorschrift
Het rijden met een te lage of te hoge
wagenhoogte kan schade aan de onderzijde
van de auto veroorzaken.
De wagenhoogte kan automatisch worden
bijgesteld afhankelijk van eventuele
wijzigingen in temperatuur of lading.
Gebruik dit systeem niet onder de volgende
omstandigheden:
- werkzaamheden onder de auto,
- het verwisselen van een wiel,
- vervoeren van de auto met een
vrachtauto, trein, ferryboat, veerpont, ...
Bij een wagensnelheid hoger dan
5 km/h, wordt het systeem weer
automatisch ingeschakeld.
Page 85 of 184

83
4
TECHNOLOGIE AAN BOOR
D
Tachograaf
TACHOGRAAF
De tachograaf (volgens uitvoering) is
een apparaat waarin een kaart met alle
gegevens met betrekking tot de auto wordt
bijgehouden.
Voorbeeld: aan het begin van een rit of bij
een chauffeurswissel. Als de kaart in de tachograaf is geplaatst,
kunnen alle gegevens:
- worden weergegeven op het scherm van
de tachograaf,
- worden afgedrukt,
- via een interface extern worden
opgeslagen. Raadpleeg voor meer informatie de
documentatie geleverd door de fabrikant van
de tachograaf.
Als uw auto is uitgerust met een tachograaf,
adviseren wij u de minpool van de accu los
te koppelen als u de auto langer dan
5 dagen niet gebruikt (de accu bevindt zich
links onder de vloer in het interieur).
Page 86 of 184

FM MUTE CD
AMAS
84
01 BASISFUNCTIES
Selecteren van het golfbereik FM1, FM2, FMt.
Automatisch opslaan van zenders (autostore).
1/2/3/4/5/6: selecteren van een voorkeuzezender.
Opslaan van een zender.
Toegang tot het menu.
Afzoeken van voorkeuzezenders. Handmatig zoeken naar
zenders in aflopende/
oplopende volgorde.
Selecteren programmatype REG .
Instellingen functies vorige/
volgende menu.
Volgende/vorige nummer
CD/CDMP3.
Snel terug-/
vooruitspoelen nummers
huidige CD/CDMP3. Automatisch zoeken naar
zenders in oplopende/
aflopende volgorde.
Audiofunctie hoger/
lager instellen.
Volgende/vorige functie menu. Uitwerpen van de CD. Selecteren van het golfbereik AM.
Audioinstellingen: bass
(lage tonen), treble (hoge tonen),
fader (voor/achter), balance
(links/rechts).
Loudness. Instellen geluidsvolume.
Aan.
Uit. Selecteren van de geluidsbron:
radio, CD,
CDMP3.
Geluid onderbreken.
Druk de toets lang in.
Page 87 of 184

Autoradio
85
402 STUURKOLOMSCHAKELAARS
Selecteren geluidsbron:
CD/CDMP3 of radio.
Automatisch zoeken naar
zenders in oplopende volgorde.
Selecteren volgende nummer
CD/CDMP3.
Automatisch zoeken naar
zenders in aflopende volgorde.
Selecteren vorige nummer
CD/CDMP3. Geluid onderbreken
(mute)/terugkeren naar
de geluidsweergave.
Pauze nummer
CD/CDMP3.
Volume verhogen.
Volume verlagen.
Page 88 of 184

AM
FMAMMAS
FMAMAS
FM
D
AAMAS
86
RADIO
SELECTEREN VAN EEN ZENDER
Druk herhaalde malen op de toets
FM AS (selecteren geluidsbron) om
een golfbereik te selecteren: FM1,
FM2, FMt.
Druk herhaaldelijk op de toets source
AM om een golfbereik te selecteren:
AM.
Druk kort op een van de toetsen om
automatisch naar zenders te zoeken.
Druk op een van de toetsen om
handmatig naar zenders te zoeken.
OPSLAAN VAN EEN ZENDER - HANDMATIG
Druk langer dan 2 seconden op een
van de toetsen om de weergegeven
radiozender onder de desbetreffende
toets op te slaan.
OPSLAAN VAN EEN ZENDER - AUTOMATISCH
Druk langer dan 2 seconden op de toets FM AS,
totdat een geluidssignaal klinkt.
De autoradio zoekt de sterkste zenders en slaat
deze onder de cijfertoetsen op.
Page 89 of 184

FM MUTE CD
AMAS
Autoradio
87
4
Openen en sluiten van menu's.
Bevestigen en opslaan van de geselecteerde
opties in het weergegeven menu. Scrollen in menu's .
Selecteren van letters (CD NAME).
Verhogen of verlagen van een band
van de equalizer (EQ SET). Selecteren van opties in het weergegeven
menu.
Overgaan naar een andere band van de
equalizer (EQ SET).
MENU
TECHNOLOGIE AAN BOOR
D
Page 90 of 184

Autoradio
88
Scrollen
Selecteren
Weergave
Selecteren
Weergave
Selecteren
Weergave
Selecteren
Weergave
Functie
IGN TIME 20 MIN 00 MIN
Instellen van de duur van de werking van de autoradio nadat het contact
in de stand "STOP" is gezet:
- 20 MIN voor een werking van 20 minuten,
- 00 MIN voor het onmiddellijk uitschakelen van de autoradio.
Zet het contact in de stand "MAR" om de autoradio weer te kunnen inschakelen.
NO HICUT HICUT ON
Selecteren van de dynamische afzwakking van hoge tonen:
- ON voor ja,
- NO voor nee.
VOICE 22 21 ... OFF Selecteren van de instelling van het volume:
- 1 tot 40,
- OFF voor onderbreking van het geluid.
SVC OFF SVC LOW SVC
HIGH
Selecteren van de automatische regeling van het
geluidsvolume afhankelijk van de wagensnelheid:
- LOW voor ja (lage gevoeligheid),
- HIGH voor ja (hoge gevoeligheid),
- OFF voor nee.
CD NAME
XYZ23ABC
ABCDEFG5
MENU
Selecteren en programmeren van de naam van de CD
(tijdens het afspelen) op het display:
- de eerder opgeslagen naam,
- 8 streepjes als de CD nog geen naam heeft.
Selecteer de letters met de 4 pijlen en sla ze op met de
toets MENU.
Druk om de naam te wissen lang op de toets "CLR".
Als een CD in de
speler is geplaatst,
wordt dit menu
weergegeven.
of
_ _ _ _ _
_ _ _