USB Peugeot Boxer 2020 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2020, Model line: Boxer, Model: Peugeot Boxer 2020Pages: 196, PDF Size: 5.19 MB
Page 6 of 196

4
Overzicht
Cockpit
1.Zekeringkast
2. Extra programmeerbare verwarming
3. Pneumatische ophanging / leeslampjes /
extra ventilatie achterin
4. Schakelaars snelheidsregelaar/-begrenzer
5. Voertuigconfiguratie / hoogte van de
koplampen / mistlampen voor/achter
6. Lichtschakelaar en richtingaanwijzerhendel
7. Instrumentenpaneel met display
8. Schakelaar ruitenwissers/ruitensproeiers/
boordcomputer
9. Contact
10. Bestuurdersairbag / claxon 11 .
Knoppen op het stuurwiel voor het
audiosysteem
Middenconsole
1.Audiosysteem / navigatiesysteem
2. Verwarming / airconditioning
3. Opbergruimte / verwijderbare asbak
4.
12 V-aansluiting (max. 180 W)
5. USB-aansluiting / sigarettenaansteker
6. Dynamic Stability Control (DSC/ASR) /
Intelligent Traction Control
7. Hill Assist Descent Control
8. Lane Departure Warning System
9. Alarmknipperlichten
10. Centrale verrgrendeling / controlelampje
vergrendeling
11 . Ontdooien / ontwasemen
12. Selectiehendel
Page 44 of 196

42
Ergonomie en comfort
Als uw voertuig is uitgerust met een extra
verwarmingssysteem, dan moet u dit
uitschakelen om de ruiten snel te ontwasemen /
ontdooien.
Achterruitverwarming en/of verwarmde
buitenspiegels
► Druk op deze toets om achterruitverwarming en verwarmde
buitenspiegels in of uit te schakelen. Het
controlelampje brandt als de functie is
ingeschakeld.
Deze functie wordt automatisch uitgeschakeld
om te voorkomen dat de accu leeg loopt.
De achterruitverwarming werkt uitsluitend
bij draaiende motor.
Bij auto's met een Stop & Start-systeem
geldt dat zolang de achterruitverwarming
in werking is, de STOP-stand niet
beschikbaar is.
Indeling van de cabine
Zonneklep
► Klap de zonneklep omlaag om verblinding
door de zon te voorkomen.
De zonnekleppen zijn voorzien van vakken voor
het opbergen van bijvoorbeeld tolkaarten en
kaartjes.
Middelste opbergruimte
De open opbergruimte bevindt zich onder het
paneel van de middenconsole.
Hier vindt u extra aansluitingen (aansluiting en
USB) voor het overdragen van gegevens naar
het audiosysteem.
Afhankelijk van de uitrusting kan het voertuig ook
zijn voorzien van een dubbele bekerhouder en/of
een houder voor een smartphone.
Opbergruimte bij de
voorstoel
Onder de bestuurdersstoel bevindt zich een
vaste opbergbak.
De stoel met instelbare schokdemping
heeft geen opbergruimte.
Onder de passagiersstoel bevindt zich een
gereedschapsset, met gereedschappen voor
bijvoorbeeld het verwisselen van een wiel, het
Page 46 of 196

44
Ergonomie en comfort
► Haal de klep van de steun om deze uit te klappen.► Kantel de zijhendel om de bovenste en onderste klemmen los te halen.► Open de klemmen om het apparaat te plaatsen.► Til de zijhendel omhoog om de klemmen vast
te zetten.
Verwijder het mobiele apparaat door
dezelfde handelingen in omgekeerde
volgorde uit te voeren voordat u de steun
opklapt.
Druk op de klep van de steun om deze op te
klappen.
Opbergvakken in de
voorportieren
Afhankelijk van het land van bestemming kan in
een van de opbergvakken van de voorportieren
de bandenreparatieset zijn opgeborgen.
Gekoeld dashboardkastje
Dit bevindt zich in het bovenste deel van het
dashboard, aan passagierszijde.
De lucht die in het dashboardkastje wordt
gecirculeerd is dezelfde lucht die uit de
ventilatieopeningen stroomt.
USB-aansluiting
Deze-aansluiting is uitsluitend bestemd voor de voeding en het opladen van de aangesloten
draagbare apparatuur.
12 V-aansluiting
Maximaal vermogen: 180 W.
Het aansluiten van elektrische
apparatuur die niet door PEUGEOT is
goedgekeurd, zoals een lader met USB-
aansluitingen, kan leiden tot storingen in de
werking van de elektrische componenten van
de auto, zoals een slechte radio-ontvangst of
storingen in de weergave van de displays.
Page 47 of 196

45
Ergonomie en comfort
3Deze-aansluiting is uitsluitend bestemd voor
de voeding en het opladen van de aangesloten
draagbare apparatuur.
12 V-aansluiting
Maximaal vermogen: 180 W.
Het aansluiten van elektrische
apparatuur die niet door PEUGEOT is
goedgekeurd, zoals een lader met USB-
aansluitingen, kan leiden tot storingen in de
werking van de elektrische componenten van
de auto, zoals een slechte radio-ontvangst of
storingen in de weergave van de displays.
Aansteker
► Houd deze enkele seconden ingedrukt voor automatische activering.
Opbergruimte boven de
voorruit
Deze bevindt zich boven de zonnekleppen.
Maximale belasting: ongeveer 20 kg.
Leeslampjes
De leeslampjes kunnen met een schakelaar
worden in- en uitgeschakeld.
Met de schakelaar aan bestuurderszijde kunnen
beide leeslampjes gelijktijdig worden bediend.
Met de schakelaar aan passagierszijde
kunnen de leeslampjes aan bestuurders- en
passagierszijde afzonderlijk worden in- en
uitgeschakeld.
De bestuurder kan met behulp van de
bediening aan de onderzijde aan de
bestuurderszijde van het dashboard het lampje
aan passagierszijde in-/uitschakelen.
Page 48 of 196

46
Ergonomie en comfort
Plafonnier
Deze kan worden ingeschakeld:– met de schakelaars op de plafonnier, bij aangezet contact (stand RUN),– door het openen of sluiten van de voorportieren,– door het vergrendelen/ontgrendelen van de auto.
De plafonnier gaat automatisch uit:
– als zowel de rechter als de linker schakelaar niet is ingedrukt,– in alle gevallen na 15 minuten, als de deuren geopend blijven,– of zodra het contact is aangezet.
Voorzieningen achter
Sjorogen
Er zijn sjorogen in de vloer gemonteerd om
ladingen te bevestigen: 8, bij voertuigen met
lengte L1 of L2; 10, bij voertuigen met lengte L3
of L4.
Op de scheidingswand achter de cabine zijn
twee extra ringen gemonteerd.
Maximale belasting: 500 kg.
Om veiligheidsredenen (noodstop) raden
wij u aan om de zwaarste lading zo dicht
mogelijk bij de cabine te plaatsen.
Steun voor sjorrail
Aan weerszijden van de laadruimte bevinden
zich boven de bekleding steunen voor de
bevestiging van een sjorrail.
Maximale belasting: 200 kg.
Zijbekleding
De wanden van de laadruimte zijn aan de
onderzijde bekleed om beschadiging door lading
te voorkomen.
12 V-aansluiting
Maximaal vermogen: 180 W.
Het aansluiten van elektrische
apparatuur die niet door PEUGEOT is
goedgekeurd, zoals een lader met USB-
aansluitingen, kan leiden tot storingen in de
werking van de elektrische componenten van
de auto, zoals een slechte radio-ontvangst of
storingen in de weergave van de displays.
Aansteker
Page 49 of 196

47
Ergonomie en comfort
312 V-aansluiting
Maximaal vermogen: 180 W.
Het aansluiten van elektrische
apparatuur die niet door PEUGEOT is
goedgekeurd, zoals een lader met USB-
aansluitingen, kan leiden tot storingen in de
werking van de elektrische componenten van
de auto, zoals een slechte radio-ontvangst of
storingen in de weergave van de displays.
Aansteker
► Houd deze enkele seconden ingedrukt voor automatische activering.
Binnenverlichting
Wanneer aanwezig in het voertuig zijn er een of
twee plafonniers boven de achter- en zijdeuren
geplaatst.
Ze kunnen als volgt worden geactiveerd:– Door de plafonniers te kantelen (naar links of rechts); – Door de achter- of zijdeuren te openen of te sluiten.
De lampen gaan automatisch na een paar
minuten uit als de deuren open blijven.
Leeslampjes
Deze bevinden zich boven elke rij zitplaatsen.
Binnenimperiaal
Deze opbergruimte bevindt zich in de laadruimte,
boven de cabine. De inhoud is afhankelijk van
de hoogte van de bestelwagen (uitvoering H2
of H3).
Berg om veiligheidsredenen geen zware
voorwerpen op in de opbergruimte boven
de cabine.
Laadschot
Het schot achter de voorstoelen beschermt de
bestuurder en voorpassagiers tegen schuivende
lading.
Page 162 of 196

160
Audiosysteem
Audiosysteem
Multimedia audiosysteem
- Bluetooth
®-telefoon
Het systeem is zodanig beveiligd dat het
uitsluitend in uw auto functioneert.
Uit veiligheidsoverwegingen moet de
bestuurder handelingen die veel
aandacht vergen altijd uitvoeren als het
voertuig stilstaat.
Als de motor is afgezet, schakelt het
systeem zichzelf uit nadat de eco-mode is
ingeschakeld om te voorkomen dat de accu
leeg raakt.
De eerste stappen
Aan/uit en volumeregeling.
Selecteren van het golfbereik FM en AM.
Selecteren van de bron USB of AUX.
Toegang tot de lijst van aangesloten
telefoons.
Draaien: scrollen door de lijst of
afstemmen op een radiozender.
Drukken: bevestigen van de op het scherm
weergegeven optie.
Informatie over de op dat moment
beluisterde radiozender of het op dat
moment gebruikte medium.
Selecteren van opgeslagen zenders.
FM-A, FM-B, FM-C, AM-A, AM-B, AM-C.
Weergeven van het menu en instellen
van de opties.
Toetsen 1 t/m 6 autoradio: Selecteren van een voorkeuzezender.
Ingedrukt houden: opslaan van een zender als
voorkeuzezender.
Afspelen in willekeurige volgorde.
Herhaald afspelen.
Geluid onderbreken/pauzeren.
Automatisch zoeken naar lagere
frequentie. Selecteren van de vorige afspeellijst van het
USB-apparaat.
Ingedrukt houden: terugspoelen.
Automatisch zoeken naar hogere
frequentie.
Selecteren van de volgende afspeellijst van het
USB-apparaat.
Ingedrukt houden: vooruitspoelen.
Huidige bewerking afbreken.
Eén niveau omhooggaan in een structuur
(menu of map).
Stuurkolomschakelaars
De pauzefunctie van USB/iPod, AUX en
Bluetooth®-bronnen inschakelen/
uitschakelen.
De dempingsfunctie van de radio inschakelen/
uitschakelen.
De microfoon tijdens een telefoongesprek
inschakelen/uitschakelen.
Omhoog of omlaag: verhoog of verlaag
het volume van gesproken meldingen en
muziek, de handsfree functie en leesfunctie voor
tekstberichten.
Stemherkenning inschakelen.
Een gesproken bericht onderbreken om
een nieuw gesproken commando te geven.
Stemherkenning onderbreken.
Een inkomende oproep aannemen.
Een tweede inkomende oproep
aannemen en het huidige gesprek in de wacht
zetten.
Stemherkenning inschakelen voor de telefoonfunctie.
Een gesproken bericht onderbreken om een
ander gesproken commando te geven.
Stemherkenning onderbreken.
Radio, omhoog of omlaag: volgende/vorige zender selecteren.
Radio, continu omhoog of omlaag: omhoog of
omlaag door frequenties scannen totdat u de
toets loslaat.
Media, omhoog of omlaag: het volgende/vorige
nummer selecteren.
Media continu omhoog of omlaag: snel vooruit of
achteruit totdat u de toets loslaat.
Een inkomende oproep weigeren.Telefoongesprek beëindigen.
Radio
Een radiozender selecteren
Er kunnen storingen in de ontvangst
optreden door obstakels in de omgeving
(bergen, gebouwen, tunnels, parkeergarages,
enz.), ook als de RDS-functie is ingeschakeld.
Dit is een normaal verschijnsel voor
radiogolven en kan in geen enkel opzicht
worden gezien als een defect van de
autoradio.
Druk op de toets "RADIO" om het
golfbereik FM of AM te selecteren.
Page 164 of 196

162
Audiosysteem
functie is een goede ontvangst vereist van
een radiozender die deze berichten uitzendt.
Zodra er een bericht wordt uitgezonden,
wordt de geluidsbron die op dat moment
wordt weergegeven (radio, CD enz.)
automatisch onderbroken en wordt de
verkeersinformatie doorgegeven. Zodra het
bericht is afgelopen, wordt de weergave van
de oorspronkelijke geluidsbron hervat.
Druk op de toets "MENU".
Selecteer "Verkeersinformatie (TA)" en
druk vervolgens om de ontvangst van
verkeersinformatie te activeren of deactiveren.
Media
USB-aansluiting
Steek de USB-stick in de aansluiting of
sluit het apparaat met een geschikte
kabel (niet meegeleverd) aan op de USB-
aansluiting in het middelste opbergvak , dat
speciaal is bedoeld voor het overdragen van
gegevens naar het systeem.
Gebruik geen USB-hub om beschadiging
van het systeem te voorkomen.
Het systeem maakt afspeellijsten aan (in het
tijdelijke geheugen). Het aanmaken van deze
lijsten kan enkele seconden of soms enkele minuten duren nadat het apparaat voor de eerste
keer is aangesloten.
Verminder het aantal niet-muziekbestanden en
het aantal mappen om de wachttijd te verkorten.
Elke keer als het contact wordt aangezet of als
er een nieuwe verbinding via de USB-stick wordt
gemaakt, worden de afspeellijsten bijgewerkt. De
lijsten worden in het geheugen opgeslagen: als
deze niet zijn gewijzigd, is de laadtijd korter.
USB-aansluiting
Deze aansluiting op de middenconsole
is uitsluitend bestemd voor de voeding en
het opladen van het aangesloten externe
apparaat.
Extra-aansluiting (AUX)
Sluit een draagbaar apparaat
(bijvoorbeeld een mp3-speler) met een
audiokabel (niet meegeleverd) aan op de
jack-aansluiting.
Stel eerst het volume van het externe apparaat
af (hoog geluidsniveau). Stel vervolgens het
volume van het audiosysteem af.
De bediening vindt plaats via het draagbare
apparaat.
De functies van het apparaat dat op de
AUX-aansluiting is aangesloten moeten
via dit apparaat worden bediend: het is
dus niet mogelijk om met de toetsen op het
bedieningspaneel van het voertuig of de
stuurkolomschakelaars een ander nummer,
een andere map of een andere afspeellijst te
selecteren, of het afspelen te starten, te stoppen
of te onderbreken.
Laat de kabel van het externe apparaat na
het loskoppelen niet aangesloten op de AUX-
aansluiting om te voorkomen dat er ruis via de
luidsprekers hoorbaar is.
Informatie en tips
Het systeem is geschikt voor externe USB-
geluidsdragers, Blackberry's® of apparatuur van
Apple® die op de USB-aansluitingen kunnen
worden aangesloten (kabel niet meegeleverd).
Andere apparatuur, die bij het aansluiten niet
door het systeem wordt herkend, moet met een
kabel (niet meegeleverd) met Jack-plug op de
AUX-aansluiting worden aangesloten.
Gebruik voor bestandsnamen maximaal 20
karakters en vermijd speciale tekens (bijv.: " "
? . ; ù) om problemen met het afspelen of de
weergave te voorkomen.
Gebruik uitsluitend USB-sticks die geformatteerd
zijn naar FAT32 (File Allocation Table).
Gebruik geen USB-verdeelstekker om
beschadiging van het systeem te
voorkomen.
Als tegelijkertijd twee identieke apparaten zijn aangesloten (twee USB-sticks of
twee Apple
®-spelers), werkt het systeem niet.
Het is wel mogelijk om tegelijkertijd een
USB-stick en een Apple
®-speler aan te
sluiten.
Gebruik voor een correcte werking de originele USB-kabels van Apple®.
Apple®-speler aansluiten
Sluit de Apple-speler met een geschikte kabel (niet
meegeleverd) aan op de USB-aansluiting.
Het afspelen begint automatisch.
De bediening gebeurt via de audio-installatie in
de auto.
De beschikbare indeling is die van het
aangesloten apparaat (artiesten/albums/
types/nummers/afspeellijsten/audioboeken/
podcasts).
Standaard wordt er op artiest gesorteerd. U
kunt het sorteren aanpassen door eerst naar
het begin van het menu te gaan en dat de
gewenste sortering te kiezen (bijvoorbeeld
afspeellijsten). Bevestig dit om naar het
gewenste nummer te gaan.
De softwareversie van het audiosysteem
is mogelijk niet geschikt voor gebruik met
de generatie van uw Apple
®-player.
* , als uw telefoon volledig compatibel is
Page 165 of 196

163
Audiosysteem
11Gebruik voor een correcte werking de
originele USB-kabels van Apple®.
Apple®-speler aansluiten
Sluit de Apple-speler met een geschikte kabel (niet
meegeleverd) aan op de USB-aansluiting.
Het afspelen begint automatisch.
De bediening gebeurt via de audio-installatie in
de auto.
De beschikbare indeling is die van het
aangesloten apparaat (artiesten/albums/
types/nummers/afspeellijsten/audioboeken/
podcasts).
Standaard wordt er op artiest gesorteerd. U
kunt het sorteren aanpassen door eerst naar
het begin van het menu te gaan en dat de
gewenste sortering te kiezen (bijvoorbeeld
afspeellijsten). Bevestig dit om naar het
gewenste nummer te gaan.
De softwareversie van het audiosysteem
is mogelijk niet geschikt voor gebruik met
de generatie van uw Apple
®-player.
* , als uw telefoon volledig compatibel is
Telefoon
Bluetooth®-telefoon
koppelen
Het koppelen van de Bluetooth®-telefoon
aan de handsfree set van uw autoradio
mag om veiligheidsredenen en vanwege het
feit dat deze handeling de volledige aandacht
van de bestuurder vraagt, uitsluitend worden
uitgevoerd als de auto stilstaat en bij
aangezet contact.
Activeer de Bluetooth
®-functie van uw
telefoon en zorg ervoor dat deze "zichtbaar" is
(configuratie van de telefoon).
Druk op de toets "Phone".
Als er nog geen enkele mobiele telefoon
in het systeem is geregistreerd, wordt een
speciale pagina op het scherm weergegeven.
Selecteer "Telefoon verbinden" om de
registratieprocedure te starten en zoek
vervolgens de naam van het systeem op de
mobiele telefoon.
Voer via het toetsenbord van uw telefoon de
op het scherm van het systeem weergegeven
pincode in of bevestig op de mobiele telefoon de
weergegeven pincode. Tijdens de registratie wordt een schermpagina
weergegeven waarop de voortgang van de
bewerking kan worden bekeken.
Als de procedure voor het koppelen niet is
gelukt, wordt geadviseerd de Bluetooth®-
functie van uw telefoon even uit te zetten en
opnieuw te activeren.
Als de registratieprocedure succesvol is voltooid, wordt een schermpagina
weergegeven met de tekst " Verbinding
geslaagd”:
Bevestig om de menu's weer te geven.
Via het telefoonmenu hebt u onder
andere toegang tot de volgende functies:
"Lijst oproepen ", "Contacten"*,"Digitaal
toetsenbord".
Een gesprek aannemen
Als u gebeld wordt, klinkt een beltoon en
verschijnt een pop-upvenster op het scherm.
Druk op deze toets om het gesprek aan te
nemen.
Of druk op deze stuurwieltoets om het
gesprek te weigeren.
Een gesprek beëindigen
Druk op deze stuurwieltoets om een
gesprek te weigeren.
Page 166 of 196

164
Audiosysteem
Bellen
Selecteer "Lijst oproepen" om de lijst
met recent gebelde nummers te bekijken.
Selecteer "Contacten" om het
telefoonboek te openen, en scroll
vervolgens met de draaiknop door het
telefoonboek.
Gebruik de functie "Toetsenbord" van het
systeem om een nummer in te toetsen.
Configuratie
Systeeminstellingen
Druk op de toets "MENU".
Selecteer "Systeeminstellingen" en druk
dan op deze toets om de lijst met
instellingen te bekijken en opties in of uit te
schakelen:
– "Standaardwaarde herstellen"– "20 min. vertraging voor uitschakelen "– "Laag volume bij opstarten"
– "Automatisch"
Audio
Druk op de toets "MENU".
Selecteer "Audio" en druk vervolgens om
de lijst met instellingen weer te geven en
de opties te activeren of deactiveren:
– "Hoge tonen "
– "Middelhoge tonen "– "Lage tonen"– "Balans"– "Volume afhankelijk van wagensnelheid "– "Loudness"
De audio-instellingen zijn voor elke
geluidsbron verschillend en onafhankelijk
in te stellen.
Gesproken commando's
Informatie - het systeem
gebruiken
U kunt het systeem in plaats van met de
toetsen van het scherm ook bedienen via
gesproken commando's.
Neem de volgende aanwijzingen in acht
om ervoor te zorgen dat het systeem uw
gesproken commando's altijd herkent:
– spreek op een normale manier ,– wacht voordat u spreekt altijd op de "piep" (geluidssignaal),– het systeem kan gesproken commando's herkennen ongeacht of ze worden
uitgesproken door een man of een vrouw en
ongeacht de toon en de klankkleur van de
stem,
– beperk zo veel mogelijk de bijgeluiden in het interieur,
– vraag alvorens een commando uit te spreken of de andere passagiers een
moment willen zwijgen. Het systeem herkent
namelijk commando's ongeacht door wie ze
worden uitgesproken; als meerdere personen
gelijktijdig praten, kan het systeem andere
of meerdere, niet-bedoelde commando's
herkennen,
– voor een optimale werking is het raadzaam de ruiten en eventueel het schuif-/kanteldak
(indien aanwezig) te sluiten om verstoringen
van buitenaf te voorkomen.
Schakelflippers aan de
stuurkolom
Met deze toets kan de
spraakherkenningsmodus "Telefoon"
worden geactiveerd waarmee u kunt bellen,
recente/ontvangen/verstuurde oproepen kunt
laten weergeven, het telefoonboek kunt bekijken
enz.
Met deze toets kan de
spraakherkenningsmodus "Radio/media"
worden geactiveerd waarmee u kunt afstemmen
op een specifieke radiozender of een specifieke
AF/FM-frequentie, en waarmee u een track of
een album op een USB-stick/iPod/MP3-CD kunt
laten afspelen.
De communicatie kan versneld
plaatsvinden door deze toetsen tijdens
een gesproken bericht van het systeem
ingedrukt te houden. U kunt dan direct een gesproken commando geven.
Bijvoorbeeld: als het systeem bezig is een
hulpbericht uit te spreken en u weet welk
commando u het systeem wilt geven, dan
kunt u door op deze toetsen te drukken het
bericht onderbreken en direct het commando
uitspreken (om te voorkomen dat u het
volledige hulpbericht moet beluisteren).
Als het systeem wacht op een gesproken
commando van de gebruiker, kunt u door
op deze toetsen te drukken de sessie van
gesproken commando's afsluiten.
Elke keer dat een toets wordt ingedrukt,
klinkt er een geluidssignaal en wordt een
schermpagina met suggesties voor
gesproken commando's weergegeven.
Algemene gesproken commando's
Deze commando's kunnen vanaf
elke schermpagina worden
gegeven nadat er op de stuurwieltoets
"Spraakherkenning" of "Telefoon" wordt gedrukt,
behalve als er een telefoongesprek bezig is.
Help
* Deze functie is alleen beschikbaar als de telefoon die met het systeem is verbonden geschikt is voor het downloaden van contacten en de lijst met recente oproepen, en als deze gegevens werkelijk zijn gedownload.