lamp Peugeot Expert 2019 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2019, Model line: Expert, Model: Peugeot Expert 2019Pages: 324, PDF Size: 13.19 MB
Page 18 of 324
16
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
OorzaakActies / Opmerkingen
+
+
SCR-
emissieregelsysteemBrandt permanent wanneer het
contact wordt aangezet, in combinatie
met van een geluidssignaal en een
melding. Er is een storing in het SCR-
emissieregelsysteem.
Deze waarschuwing verdwijnt zodra
de uitstoot van uitlaatgassen weer aan
de normen voldoet.
AdBlue
®-waarschuwingslampje
knippert zodra het contact is
aangezet, in combinatie met het
permanent branden van het lampje
SERVICE en het lampje Zelfdiagnose
motor, een geluidssignaal en een
melding met betrekking tot de
actieradius. Afhankelijk van het weergegeven
bericht kunt u nog 1.100
km rijden
voordat het systeem het starten van
de motor blokkeert. Voer (3) zo snel mogelijk uit om te
voorkomen dat het star ten wordt
geblokkeerd
.
AdBlue
®-waarschuwingslampje
knippert zodra het contact is
aangezet, in combinatie met het
permanent branden van het lampje
SERVICE en het lampje Zelfdiagnose
motor, een geluidssignaal en een
melding. Een startblokkering voorkomt het
opnieuw starten van de motor (limiet
toegestane rijfase overschreden na
bevestiging van een fout met het
emissieregelsysteem).
Start motor uitvoeren (2).
Zelfdiagnosesysteem
motorKnippert.
Er is een storing in het
motormanagementsysteem.De katalysator kan onherstelbaar
beschadigd raken.
Uitvoeren (2) zonder defect
.
Permanent. Er is een storing in de
emissieregeling.Het lampje moet na het starten van de
motor uitgaan.
Snel (3) uitvoeren.
+ Permanent.
Er is sprake van een kleine
motorstoring.Voer (3) uit.
+ Permanent.
Er is sprake van een ernstige
motorstoring.Voer (1) en dan (2) uit.
Instrumentenpaneel
Page 19 of 324
17
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties / Opmerkingen
Afstandswaarschuwing /
Active Safety BrakeKnippert.Het systeem is in werking. De auto remt kort af om de snelheid van de aanrijding
met de voorligger te beperken.
Permanent, in
combinatie met een
melding en een
geluidssignaal. Storing in het systeem.
(3) uitvoeren.
Afstandswaarschuwing /
Active Safety BrakePermanent, in
combinatie met de
weergave van een
melding.Het systeem is uitgeschakeld via het
configuratiemenu van de auto.
Dynamische
stabiliteitscontrole
(DSC) en
antispinregeling
(ASR) Knippert.
De afstelling van de DSC/ASR wordt
ingeschakeld als er sprake is van
verlies van grip of koersstabiliteit.
Permanent. Dit duidt op een storing in het ESP-/
ASR-systeem. (3) uitvoeren.
Dynamische
stabiliteitscontrole
(DSC)/
antispinregeling
(ASR) Permanent.
De functie wordt uitgeschakeld. De functie DSC/ASR wordt automatisch ingeschakeld
als de motor wordt gestart en bij ongeveer 50
km/h.
Bij snelheden tot 50
km/h kunt u het systeem
handmatig weer inschakelen.
(1 ) : zet de auto zo snel mogelijk stil op een
veilige plaats en zet het contact af. (2): neem contact op met een PEUGEOT-
dealer of een gekwalificeerde werkplaats. (3)
: ga naar een PEUGEOT-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats.
1
Instrumentenpaneel
Page 20 of 324
18
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties / Opmerkingen
Te lage
bandenspanning Permanent, in
combinatie met een
geluidssignaal en een
melding. De bandenspanning van een of
meerdere wielen is te laag.
Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning.
Reset na het afstellen van de druk het
controlesysteem.
+ Waarschuwingslampje
Bandenspanning te
laag knippert en brandt
vervolgens permanent
en waarschuwingslampje
Service brandt
permanent.Er zit een storing in de functie: de
bandenspanning wordt niet meer
gecontroleerd.
De werking van de bandenspanningscontrole kan niet
langer worden gegarandeerd.
Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning en
voer (3) uit.
Voorgloeien
dieselmotor Brandt tijdelijk.
Wanneer het contact wordt aangezet,
als de weersomstandigheden en de
motortemperatuur dit noodzakelijk
maken. Wacht met starten tot het lampje uitgaat.
Als de motor niet wil aanslaan, zet dan het contact af.
Zet het contact ver volgens weer aan en wacht opnieuw
tot het lampje uitgaat voordat u de motor start.
Airbag
voorpassagier
(ON) Permanent.
De airbag vóór aan passagierszijde is
geactiveerd.
De schakelaar staat in de stand " ON”. Plaats in dit geval GEEN kinderzitje met de "rug in
de rijrichting" op de voorpassagiersstoel - risico
op zwaar letsel!
Airbag
voorpassagier
(OFF) Permanent.
De airbag vóór aan passagierszijde is
uitgeschakeld.
De schakelaar staat in de stand
"OFF ”. U kunt een kinderzitje met de rug in de rijrichting
plaatsen, behalve in het geval van een storing in het
airbagsysteem (brandend waarschuwingslampje
Airbags).
Airbags Permanent. Een van de airbags of gordelspanners
is defect. (3) uitvoeren.
Instrumentenpaneel
Page 21 of 324
19
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
OorzaakActies / Opmerkingen
of Laag
brandstofniveau
Brandt permanent (lampje of LED),
met de naald in het rode gebied
(afhankelijk van de uitvoering), in
combinatie met een geluidssignaal en
een melding.
Het geluidssignaal en de melding
worden steeds vaker herhaald
naarmate het niveau in de tank verder
naar nul zakt. Als het lampje gaat branden, zit er
minder dan 8 liter brandstof in de
tank.
Tank bij de eerstvolgende gelegenheid
om een lege brandstoftank te
voorkomen.
Rijd nooit door tot de tank
helemaal leeg is
, hierdoor kunnen
het emissieregelsysteem en het
injectiesysteem beschadigd raken.
Aanwezigheid
van water in het
dieselfilter Permanent (met LCD-
instrumentenpaneel).
Het dieselfilter bevat water.
Risico van beschadiging van het
inspuitsysteem: voer onmiddellijk (2)
uit.
Roetfilter (diesel) Permanent, in combinatie met een
geluidssignaal en een melding van de
kans op verstopping van het roetfilter. Dit geeft aan dat het roetfilter verstopt
begint te raken.
Voer regeneratie van het roetfilter uit
door met een snelheid van minimaal
60
km/h rijden tot het lampje dooft.
Doe dit alleen als de omstandigheden
dat toelaten.
Permanent, in combinatie met een
geluidssignaal en de melding van
een te laag additiefniveau voor het
r o e t f i l t e r. Dit geeft aan dat het niveau in de
additieftank te laag is.
Voer (3) uit.
StuurbekrachtigingPermanent.
Er is een storing met betrekking tot de
stuurbekrachtiging.Rijd voorzichtig en met lage snelheid
en voer dan (3) uit.
Mistachterlicht Permanent. Het mistachterlicht is ingeschakeld.
(1 ) : zet de auto zo snel mogelijk stil op een
veilige plaats en zet het contact af. (2): neem contact op met een PEUGEOT-
dealer of een gekwalificeerde werkplaats. (3)
: ga naar een PEUGEOT-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats.
1
Instrumentenpaneel
Page 22 of 324
20
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties / Opmerkingen
Voet op de
koppeling Permanent.
Stop & Start: de overschakeling naar
de START-stand wordt afgewezen,
omdat het koppelingspedaal niet
volledig wordt ingetrapt. Trap het koppelingspedaal volledig in.
Groene verklikkerlampjes
Automatische
ruitenwissers
Permanent.
De automatische stand van de
ruitenwissers vóór is geactiveerd.
+
of Autom. dimmen
grootlicht
Permanent.
Het systeem is geactiveerd via het
touchscreen (menu Rijden / Auto ).
De lichtschakelaar staat in de stand
"AUTO ".
Voet op het
rempedaal
Brandt permanent.
Rempedaal niet of onvoldoende
stevig ingetrapt. Om bij uitvoeringen met een automatische transmissie,
bij draaiende motor en vóór het vrijzetten van de
parkeerrem, de selectiehendel uit stand P
te halen.
Om bij uitvoeringen met een elektronisch gestuurde
versnellingsbak, met de selectiehendel in stand N , de
motor te kunnen starten.
Voet op het
rempedaal Knippert.
Als u de auto met een elektronisch
gestuurde versnellingsbak op een
helling te lang probeert op zijn plaats
te houden door het gaspedaal in te
trappen, raakt de koppeling oververhit. Gebruik het rempedaal en/of de parkeerrem.
Instrumentenpaneel
Page 23 of 324
21
Stop & Star tPermanent. Wanneer de auto stopt, zet het Stop &
Start-systeem de motor in de STOP-
stand.
Verklikkerlampje
knippert tijdelijk. De STOP-modus is momenteel niet
beschikbaar of de START-modus
wordt automatisch geactiveerd.
DodehoekbewakingPermanent.
De functie is geactiveerd.
Waarschuwing
verlaten rijstrook Knippert in
combinatie met een
geluidssignaal. Er wordt een rijstrookmarkering
aan de rechterzijde (of linkerzijde)
overschreden. Stuur de andere kant op om de auto weer op de juiste
koers te brengen.
RichtingaanwijzersKnippert, met
geluidssignaal.
De richtingaanwijzers zijn
ingeschakeld.
Parkeerlichten Permanent. De lampen zijn ingeschakeld.
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampje
Status
Oorzaak Acties / Opmerkingen
Dimlicht Permanent. De lampen zijn ingeschakeld.
Mistlampen vóór Permanent. De mistlampen vóór zijn
ingeschakeld.
1
Instrumentenpaneel
Page 24 of 324
22
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties / Opmerkingen
Zwarte/witte waarschuwingslampjes
Voet op het
rempedaalBrandt permanent.
Rempedaal niet of onvoldoende
stevig ingetrapt. Om bij uitvoeringen met een automatische transmissie,
bij draaiende motor en vóór het vrijzetten van de
parkeerrem, de selectiehendel uit stand P
te halen.
Om bij uitvoeringen met een elektronisch gestuurde
versnellingsbak, met de selectiehendel in stand N , de
motor te kunnen starten.
Voet op het
rempedaal Knippert.
Als u de auto met een elektronisch
gestuurde versnellingsbak op een
helling te lang probeert op zijn
plaats te houden door het gaspedaal
in te trappen, raakt de koppeling
over verhit. Gebruik het rempedaal en/of de parkeerrem.
Blauwe verklikkerlampjes
Grootlicht
Permanent. Het grootlicht is ingeschakeld.
Instrumentenpaneel
Page 25 of 324
23
Meters
Onderhoudsindicator
De onderhoudsindicator wordt weergegeven op het instrumentenpaneel. Afhankelijk van de
uitvoering van de auto:
-
d
e kilometerteller geeft de resterende kilometers tot de eerstvolgende onderhoudsbeurt aan
of de afgelegde afstand sinds de vorige verstreken onderhoudsdatum, voorafgegaan door het
te ke n “ - ”.
-
e
en waarschuwingsmelding geeft de resterende kilometers en de tijd tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt aan of verstreken is.
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampje Status
OorzaakActies /
Opmerkingen
OnderhoudssleutelGaat tijdelijk branden
bij het aanzetten van
het contact.De afstand tot de
eerstvolgende beurt is
3.000 tot 1.000
km.
Permanent, bij het
aanzetten van het
contact. De onderhoudsbeurt
moet binnen 1.000
km
worden uitgevoerd. Laat spoedig een
onderhoudsbeurt aan
uw auto uitvoeren.
+
Onderhoudssleutel
knippertKnippert en brandt
vervolgens permanent,
bij het aanzetten van
het contact.
(Bij uitvoeringen met de
BlueHDi-dieselmotor,
in combinatie met het
lampje Service). Het inter val voor de
onderhoudsbeurt is
overschreden.
Laat zo spoedig
mogelijk een
onderhoudsbeurt aan
uw auto uitvoeren.
Op nul zetten van de
onderhoudsindicator
Na elke onderhoudsbeurt moet de
onderhoudsindicator weer op nul gezet worden.
F
Z
et het contact af.
F
H
oud deze knop ingedrukt.
F
Z
et het contact aan; de kilometerteller
begint terug te tellen,
F
L
aat de knop los als het display =0
aangeeft; de sleutel verdwijnt.
Als u na deze handeling de accu wilt
loskoppelen, vergrendel dan de auto en
wacht minimaal 5 minuten. Het op 0 zetten
van de onderhoudsindicator zal anders
niet worden opgeslagen.
Opvragen van onderhoudsinformatie
U kunt op elk moment de onderhoudsinformatie
weergeven.
F
D
ruk op deze toets.
De onderhoudsinformatie wordt enkele
seconden weergegeven en verdwijnt
vervolgens.
1
Instrumentenpaneel
Page 26 of 324
24
De weergegeven afstand (in kilometers
of mijlen) wordt berekend op basis
van het aantal afgelegde kilometers
en de verstreken tijd sinds de laatste
onderhoudsbeurt.
De waarschuwing kan ook worden
weergegeven als het einde van het
onderhoudsinterval in tijd nadert.
Koelvloeistoftemperatuur
Als bij draaiende motor de wijzer of het
staafdiagram (afhankelijk van de uitvoering)
zich bevindt:
-
i
n zone A , is de koelvloeistoftemperatuur in
orde,
-
zone B, is de koelvloeistoftemperatuur
te hoog. Het waarschuwingslampje
maximumtemperatuur en het
waarschuwingslampje STOP gaan branden,
in combinatie met een geluidssignaal en
een waarschuwingsmelding.
Zet de auto zo snel mogelijk op een veilige
plaats stil.
Controle
De temperatuur en de druk in het koelcircuit
beginnen na enkele minuten rijden te stijgen.
Om koelvloeistof bij te vullen:
F
l
aat de motor ten minste één uur afkoelen,
F
d
raai de dop twee omwentelingen los om de
druk te laten dalen,
F
v
erwijder vervolgens de dop,
F
v
ul bij tot aan het merkteken "MA X".
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het controleren van de
niveaus .
Wees voorzichtig bij het bijvullen van de
koelvloeistof: kans op brandwonden. Vul
niet bij tot boven het maximumniveau
(aangegeven op het reservoir).
Wacht enkele minuten voordat u de motor
afzet.
Neem contact op met het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Een controle van het olieniveau is alleen
betrouwbaar als de auto op een vlakke,
horizontale ondergrond staat en de motor
minstens 30 minuten niet heeft gedraaid.
Olieniveau correct
Dit wordt aangegeven met een melding op het
instrumentenpaneel.
Te laag olieniveau
Dit wordt aangegeven met een melding op het
instrumentenpaneel.
Controleer het olieniveau met de peilstok. Als
blijkt dat het olieniveau te laag is, moet olie
worden bijgevuld om te voorkomen dat ernstige
motorschade ontstaat.
Motorolieniveaumeter
Bij uitvoeringen met een motorolieniveaumeter
worden bij het aanzetten van het contact zowel
het motorolieniveau als de onderhoudsindicator
enkele seconden weergegeven.
Instrumentenpaneel
Page 27 of 324
25
Storing in motorolieniveaumeter
Dit wordt aangegeven met een melding op het
instrumentenpaneel. Neem contact op met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
de plaats van de peilstok en het bijvullen
van motorolie bij de dieselmotor .
AdBlue®-
actieradiusindicatoren
(BlueHDi)
De Diesel BlueHDi motoren zijn uitgerust
met een systeem waarbij het roetfilter wordt
gecombineerd met het SCR-systeem (Selective
Catalytic Reduction) voor de nabehandeling
van de uitlaatgassen. Deze kunnen niet
functioneren zonder de vloeistof AdBlue
®.
Zodra de reser vevoorraad van het AdBlue®-
reservoir is aangesproken (tussen 2.400 en
0
km), gaat bij het aanzetten van het contact
een verklikkerlampje branden dat aangeeft
hoeveel kilometer u nog ongeveer kunt rijden
voordat het opnieuw starten van de motor
automatisch wordt geblokkeerd.
Het wettelijk verplichte
startblokkeringssysteem wordt
automatisch geactiveerd zodra het
AdBlue
®-reser voir leeg is. De motor kan
pas weer worden gestart nadat AdBlue® is
bijgevuld tot het minimale peil.
Handmatige weergave van de
actieradius
Een actieradius van meer dan 2.400 km wordt
n iet automatisch weergegeven. Met touchscreen
Benodigde maatregelen vanwege
te weinig AdBlue®
De volgende verklikkerlampjes gaan branden
wanneer de hoeveelheid AdBlue® lager is
dan het reser vepeil dat overeenkomt met een
actieradius van 2.400
km.
Samen met de verklikkerlampjes herinneren
meldingen regelmatig aan het bijvullen om
te voorkomen dat de motor niet meer kan
worden gestart. Raadpleeg het hoofdstuk
Verklikkerlampjes voor informatie over de
weergegeven meldingen. U hebt toegang tot de informatie via
het menu “
Rijden/Auto ”.
F
D
ruk op deze knop om de actieradius
tijdelijk weer te geven.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over AdBlue
® (BlueHDi-
motoren) , in het bijzonder met betrekking
tot het bijvullen.
1
Instrumentenpaneel