audio PEUGEOT EXPERT 2021 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2021, Model line: EXPERT, Model: PEUGEOT EXPERT 2021Pages: 324, PDF Size: 10.89 MB
Page 238 of 324

236
In geval van pech
Een ander voertuig met startkabels
starten
Gebruik de 12V-accu niet om een ander
voertuig met startkabels te starten of de accu
van een ander voertuig op te laden.
De accu mag uitsluitend worden
vervangen door een exemplaar met
dezelfde eigenschappen.
Toegang tot de accu
De accu bevindt zich onder de motorkap.
► Open de motorkap met de hendel in
het interieur en gebruik vervolgens de
veiligheidshaak aan de buitenzijde.
► Bevestig de motorkapsteun.
► Verwijder, indien uw auto hiermee is
uitgerust, het kunststof kapje voor toegang tot de
pluspool (+).
De minpool (-) van de accu is niet bereikbaar.
Zekeringnr. Stroom- sterkte(A) Functies
F33 15 12V-aansluiting vóór.
F36 20 Audiosysteem,
touchscreen,
cd-speler,
navigatiesysteem.
Zekeringkast in de
motorruimte
De zekeringkast bevindt zich onder de motorkap,
naast de accu.
Toegang tot de zekeringen
► Maak de twee vergrendelingen A los.
► V erwijder het deksel.
►
V
ervang de zekering. ►
Sluit het deksel na het vervangen van
de zekering zorgvuldig en zet de twee
vergrendelingen A
vast voor een goede
afdichting van de zekeringkast.
De aanwezigheid van de hieronder beschreven
zekeringen is afhankelijk van de uitrusting van
uw auto.
Zekeringnr. Stroom- sterkte(A) Functies
F14 25 Ruitensproeierpomp
voor en achter.
F19 30 Ruitenwissermotor
vóór.
F20 15 Ruitensproeierpomp
voor en achter.
F22 15 Claxon.
F23 15 Grootlicht rechts.
F24 15 Grootlicht links.
12V-accu
Procedure voor het gebruik van een hulpaccu
voor het starten van de motor met behulp van
startkabels of voor het laden van een lege accu.
12V-loodaccu
Accu's bevatten giftige stoffen zoals
zwavelzuur en lood.
Ze moeten worden verwerkt conform de
regelgeving en mogen in geen geval met het
huishoudelijke afval worden weggegooid.
Lever lege batterijen en accu's in bij een
speciaal afvalstoffendepot.
Bescherm uw ogen en gezicht voordat u
handelingen aan de accu uitvoert.
Voer handelingen aan de accu uitsluitend uit
in een goed geventileerde ruimte, ver van
open vuur of vonken veroorzakende bronnen,
om elk risico van brand- of explosiegevaar uit
te sluiten.
Was uw handen als de werkzaamheden
beëindigd zijn.
Elektromotor
Lege 12V-accu
De motor kan niet meer worden gestart
en de tractiebatterij kan niet meer worden
opgeladen.
Voorzorgsmaatregelen bij
werkzaamheden aan de 12V-accu
Selecteer stand P, zet het contact af en
controleer of het instrumentenpaneel is
uitgeschakeld en de auto niet op een
laadpunt is aangesloten.
Page 239 of 324

237
In geval van pech
8Een ander voertuig met startkabels
starten
Gebruik de 12V-accu niet om een ander
voertuig met startkabels te starten of de accu
van een ander voertuig op te laden.
De accu mag uitsluitend worden
vervangen door een exemplaar met
dezelfde eigenschappen.
Toegang tot de accu
De accu bevindt zich onder de motorkap.
► Open de motorkap met de hendel in
het interieur en gebruik vervolgens de
veiligheidshaak aan de buitenzijde.
►
Bevestig de motorkapsteun.
► Verwijder, indien uw auto hiermee is
uitgerust, het kunststof kapje voor toegang tot de
pluspool (+).
De minpool (-) van de accu is niet bereikbaar.
In plaats daarvan kunt u gebruikmaken van een
massapunt aan de voorzijde van de auto.
Raadpleeg de desbetreffende rubrieken
voor meer informatie over de motorkap
en de motor.
Starten van de motor met
een hulpaccu en startkabels
Als de accu van uw auto leeg is, kan de motor
worden gestart met een hulpaccu (externe accu
of een accu van een andere auto) en startkabels
of met een startbooster.
Start de motor nooit als er een acculader
is aangesloten.
Gebruik nooit een startbooster van 24
V of
hoger.
Controleer eerst of de hulpaccu een nominale
spanning van 12
V en een capaciteit minimaal
gelijk aan die van de lege accu heeft.
De twee auto's mogen elkaar niet raken.
Schakel alle stroomverbruikers
(audiosysteem, ruitenwissers, verlichting
enz.) van beide auto's uit.
Zorg ervoor dat de startkabels zich niet in de
buurt van bewegende delen van de motor
(zoals ventilator en riemen) bevinden.
Maak de plusklem (+) niet los bij draaiende
motor.
► Beweeg het kunststof kapje van de pluspool
(+) omhoog, wanneer uw auto hiermee is
uitgerust.
►
Sluit de rode kabel aan op de pluspool (+)
van de ontladen accu ( A
) (bij het gebogen
metalen gedeelte) en vervolgens op de pluspool
(+) van de hulpaccu ( B) of de startbooster.
►
Sluit het ene uiteinde van de groene of
zwarte kabel aan op de minpool (-) van de
hulpaccu ( B
) of de startbooster (of op een
massapunt van de auto met de hulpaccu).
►
Sluit het andere uiteinde van de groene of
zwarte kabel aan op het massapunt C
.
►
Start de motor van de auto met de hulpaccu
en laat deze enkele minuten draaien.
►
Start de auto met de lege accu en laat de
motor draaien.
Als de motor niet direct start, zet dan het contact
af en wacht even voordat u een nieuwe poging
doet.
►
W
acht totdat de motor stationair draait.
Page 240 of 324

238
In geval van pech
De accu loskoppelen
We raden u aan om de accu los te koppelen als
de auto langere tijd niet wordt gebruikt, zodat de
accu voldoende lading behoudt om de motor te
starten.
Voer de volgende handelingen uit voordat u de
accu loskoppelt:
► Sluit alle te openen carrosseriedelen
(portieren/deuren, achterklep, ruiten).
► Schakel alle stroomverbruikende
voorzieningen uit (zoals audiosysteem,
ruitenwissers en lampen).
► Zet het contact uit en wacht 4 minuten.
Als u bij de accu bent, hoeft u alleen de klem van
de pluspool (+) los te halen.
Accupoolklem met snelsluiting
Loskoppelen van de plusklem (+)
► Afhankelijk van de uitrusting tilt u het plastic
kapje van de pluspool (+) op.
► Maak de startkabels vervolgens in
omgekeerde volgorde los.
►
Breng het kunststof kapje aan op de pluspool
(+), als uw auto hiermee is uitgerust.
►
Laat de motor minimaal 30 minuten draaien,
terwijl de auto stilstaat, om de accu voldoende
op te laden.
Wanneer u meteen gaat rijden zonder
dat de auto voldoende is opgeladen,
kunnen sommige functies mogelijk niet goed
werken.
Voer het loskoppelen uit in de
omgekeerde volgorde.
Automatische transmissie
Probeer de motor nooit te starten door de
auto aan te duwen.
Laden met behulp van een
acculader
Voor een optimale levensduur van de accu is het
noodzakelijk om ervoor te zorgen dat de accu
voldoende is opgeladen.
In sommige gevallen kan het dan ook nodig zijn
om de accu op te laden:
–
Als de auto vooral voor korte ritten wordt
gebruikt.
–
Als de auto meerdere weken niet wordt
gebruikt.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Als u de accu van uw auto zelf gaat opladen, gebruik dan uitsluitend een
lader die geschikt is voor loodaccu's en die
een nominale spanning van 12
V heeft.
Volg de aanwijzingen van de fabrikant
van de acculader.
Sluit de kabels nooit aan op de verkeerde
polen.
De accu hoeft niet te worden
losgekoppeld.
►
Zet het contact af.
►
Schakel alle stroomverbruikers uit
(audiosysteem, ruitenwissers, verlichting enz.).
► Schakel lader B uit voordat u de kabels
op de accu aansluit om gevaarlijke vonken te
voorkomen.
► Controleer of de kabels van de lader in goede
staat zijn.
►
Beweeg het kunststof kapje van de pluspool
(+) omhoog, wanneer uw auto hiermee is
uitgerust.
►
Sluit de kabels van lader B
als volgt aan:
•
de rode pluskabel (+) op de pluspool (+) van
de accu
A,
•
de zwarte minkabel (-) op het massapunt C
van de auto.
►
Zet na afloop van het laden eerst acculader B
uit voordat u de kabels loskoppelt van accu A.
Als deze sticker is aangebracht, mag er
uitsluitend een 12V-lader worden
gebruikt. Anders kunnen elektrische
onderdelen onherstelbaar beschadigd raken.
24V
12V
Probeer nooit om een bevroren accu te
laden - Risico op explosie!
Als de accu bevroren is geweest, laat deze
dan door het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats controleren op
beschadigingen van de inwendige delen en
op scheuren in de behuizing (kans op lekkage
van giftig en corrosief zuur).
Page 241 of 324

239
In geval van pech
8De accu loskoppelen
We raden u aan om de accu los te koppelen als
de auto langere tijd niet wordt gebruikt, zodat de
accu voldoende lading behoudt om de motor te
starten.
Voer de volgende handelingen uit voordat u de
accu loskoppelt:
►
Sluit alle te openen carrosseriedelen
(portieren/deuren, achterklep, ruiten).
►
Schakel alle stroomverbruikende
voorzieningen uit (zoals audiosysteem,
ruitenwissers en lampen).
►
Zet het contact uit en wacht 4 minuten.
Als u bij de accu bent, hoeft u alleen
de klem van
de pluspool (+) los te halen.
Accupoolklem met snelsluiting
Loskoppelen van de plusklem (+)
► Afhankelijk van de uitrusting tilt u het plastic
kapje van de pluspool (+)
op.
► Trek de hendel A zo ver mogelijk omhoog om
de accupoolklem B te ontgrendelen.
►
Beweeg de accupoolklem B
omhoog om hem
te verwijderen.
Weer aansluiten van de plusklem (+)
► Trek de hendel ( A) zo ver mogelijk omhoog.
► Plaats de geopende accupoolklem ( B
) op de
pluspool (+).
►
Druk de accupoolklem B
volledig omlaag.
►
Beweeg de hendel A
omlaag om de
accupoolklem B vast te zetten.
►
Afhankelijk van de uitrusting duwt u het
plastic kapje terug op de pluspool (+)
.
De hendel tijdens het vergrendelen niet
forceren omdat de klem dan mogelijk
verkeerd zit; start de procedure opnieuw.
Na het opnieuw aansluiten van de
accu
Als de accukabels weer zijn aangesloten,
moet u het contact aanzetten en vervolgens 1
minuut wachten voordat u de motor start, zodat
de elektronische systemen kunnen worden
geïnitialiseerd.
Wanneer er zich na deze handeling kleine
storingen blijven voordoen, neem dan
contact op met een PEUGEOT-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats.
Aan de hand van het betreffende hoofdstuk moet
u bepaalde uitrustingselementen resetten:
–
Afstandsbediening of elektronische sleutel
(afhankelijk van de uitvoering).
–
Elektrische ruitbediening.
–
Datum en tijd.
–
Voorkeuzezenders.
Tijdens de rit die volgt op het de eerste keer starten van de motor na het
aansluiten van de accukabels, werkt het Stop
& Start-systeem mogelijk niet.
Het systeem werkt dan pas weer als de auto
langere tijd heeft stilgestaan; hoe lang dat is,
is afhankelijk van de buitentemperatuur en de
laadtoestand van de accu (maximaal 8 uur).
Slepen
U kunt uw auto door een andere auto laten
slepen of uw auto gebruiken om een andere
Page 257 of 324

255
Bluetooth®-audiosysteem
10Bluetooth® audiosysteem
De beschreven functies en instellingen
kunnen afwijken van die van het systeem
in uw auto.
Om veiligheidsredenen mag de
bestuurder handelingen die de volle
aandacht vragen, zoals het koppelen van een
Bluetooth-telefoon aan het handsfreesysteem
met Bluetooth van het audiosysteem,
uitsluitend uitvoeren bij stilstaande auto en
ingeschakeld contact.
Het systeem is zodanig beveiligd dat het
uitsluitend in uw auto functioneert.
Werkzaamheden aan dit systeem
mogen uitsluitend door een dealer of
een gekwalificeerde werkplaats worden
uitgevoerd om elke kans op elektrocutie,
brand of mechanische storing te vermijden.
Het audiosysteem kan na het afzetten
van de motor na enkele minuten
automatisch worden uitgeschakeld om te
voorkomen dat de accu leeg raakt.
De eerste stappen
Drukken: Aan/uit.
Draaien: volume aanpassen.
Kort indrukken: geluidsbron wijzigen
(radio, USB-uitgang, AUX-uitgang (indien
draagbaar apparaat is aangesloten), CD-speler,
audiostreaming).
Lang indrukken: weergave van het menu
Telefoon (als een telefoon is aangesloten).
Audio-instellingen wijzigen:
fader voor/achter, balans links/rechts,
lage/hoge tonen, loudness, geluidssfeer.
Inschakelen/uitschakelen automatische
volumeregeling (gekoppeld aan rijsnelheid).
Radio:
Kort indrukken: zenderlijst weergeven.
Lang indrukken: zenderlijst bijwerken.
Media:
Kort indrukken: bestandsoverzicht weergeven.
Lang indrukken: sorteermogelijkheden
weergeven.
Selecteren van de weergave op het
scherm:
datum, audiofuncties, boordcomputer, telefoon.
Bevestigen of weergave van het
contextmenu.
Toetsen 1 - 6. Kort indrukken: voorkeuzezender
selecteren.
Lang indrukken: radiozender als
voorkeuzezender opslaan.
Radio:
Automatisch stapsgewijs zoeken naar
een radiozender met een lagere/hogere
frequentie.
Media:
Selecteren van het vorige/volgende nummer van
de CD, USB, Streaming audio.
Scrollen in een lijst.
Radio:
Handmatig stapsgewijs zoeken naar een
radiozender met een lagere/hogere frequentie.
Selecteren van de vorige/volgende
MP3-afspeellijst.
Media:
Vorige/volgende map/genre/artiest/afspeellijst
van het USB-apparaat selecteren.
Scrollen in een lijst.
Huidige bewerking annuleren.
Eén niveau omhooggaan in een structuur
(menu of map).
Toegang tot het hoofdmenu.
TA-functie (verkeersinformatie) in- of uitschakelen.
Lang indrukken: berichtensoort selecteren.
Selecteren van de golfbanden FM/DAB/
AM.
Page 258 of 324

256
Bluetooth®-audiosysteem
"Multimedia": Parameters media,
Radio-instellingen.
"Telefoon": Bellen, Beheer index,
Instelling telefoon, Gespr. beëindigen.
"Boordcomputer".
"Onderhoud": Diagnose, Logboek
waarschuw., ... .
"Verbindingen": Beheer van de
verbindingen, apparaten zoeken.
"Persoonlijke instelling - configuratie ":
Parameters van de auto definiëren,
Taalkeuze, Configuratie beeldscherm, Keuze van
eenheden, Datum en tijd instellen.
Druk op de toets "MENU".
Scrollen tussen de menu's.
Toegang tot een menu.
Radio
Een radiozender selecteren
Druk herhaaldelijk op de toets SOURCE
om de radiofunctie te selecteren.
Druk op deze toets om het golfbereik te
selecteren (FM / AM / DAB).
Druk op een van de toetsen voor
automatisch zoeken naar een
radiozender.
Stuurkolomschakelaars
Bedieningsfuncties op het
stuurwiel - Type 1
Radio:
Vorige/volgende voorkeuzezender
selecteren.
Vorige/volgende item uit een menu of lijst
selecteren.
Media:
Vorig/volgend nummer selecteren.
Vorige/volgende item uit een menu of lijst
selecteren.
Radio:
Kort indrukken: zenderlijst weergeven.
Lang indrukken: zenderlijst bewerken.
Media:
Kort indrukken: bestandsoverzicht weergeven.
Lang indrukken: sorteermogelijkheden
weergeven.
Bij ander gebruik dan telefoon:
Kort indrukken: geluidsbron wijzigen
(radio, USB-uitgang, AUX-uitgang (indien
draagbaar apparaat is aangesloten, CD-speler,
audiostreaming), bevestiging als het menu
"Telefoon" is geopend.
Lang indrukken: openen van het menu
"Telefoon".
Bij een binnenkomend gesprek: Kort indrukken: gesprek aannemen.
Lang indrukken: gesprek weigeren.
Tijdens het gebruik van de telefoon:
Kort indrukken: openen van het menu "Telefoon".
Lang indrukken: gesprek beëindigen
Een selectie bevestigen.
Verhogen van het geluidsvolume.
Verlagen van het geluidsvolume.
Geluid onderbreken/weer inschakelen
door het gelijktijdig indrukken van de
volumetoetsen.
Bedieningsfuncties op het
stuurwiel - Type 2
Toegang tot het hoofdmenu.
Verhogen van het geluidsvolume.
Geluid onderbreken/herstellen.
Verlagen van het geluidsvolume.
Bij ander gebruik dan telefoon:
Kort indrukken: geluidsbron wijzigen
(radio, USB-uitgang, AUX-uitgang (indien
draagbaar apparaat is aangesloten, CD-speler, audiostreaming), bevestiging als het menu
"Telefoon" is geopend.
Lang indrukken: openen van het menu
"Telefoon".
Bij een binnenkomend gesprek:
Kort indrukken: gesprek aannemen.
Lang indrukken: gesprek weigeren.
Tijdens het gebruik van de telefoon:
Kort indrukken: openen van het menu "Telefoon".
Lang indrukken: gesprek beëindigen
Starten van de spraakherkenning van uw
smartphone via het systeem.
Radio:
Kort indrukken: zenderlijst weergeven.
Lang indrukken: zenderlijst bewerken.
Media:
Kort indrukken: bestandsoverzicht weergeven.
Lang indrukken: sorteermogelijkheden
weergeven.
Radio:
Vorige/volgende voorkeuzezender
selecteren.
Vorige/volgende item uit een menu of lijst
selecteren.
Media:
Vorig/volgend nummer selecteren.
Vorige/volgende item uit een menu of lijst
selecteren.
Indrukken van de draaiknop: bevestigen.
Menu's
Afhankelijk van de uitvoering.
Page 259 of 324

257
Bluetooth®-audiosysteem
10"Multimedia": Parameters media,
Radio-instellingen.
"Telefoon": Bellen, Beheer index,
Instelling telefoon, Gespr. beëindigen.
"Boordcomputer".
"Onderhoud": Diagnose, Logboek
waarschuw., ... .
"Verbindingen": Beheer van de
verbindingen, apparaten zoeken.
"Persoonlijke instelling - configuratie ":
Parameters van de auto definiëren,
Taalkeuze, Configuratie beeldscherm, Keuze van
eenheden, Datum en tijd instellen.
Druk op de toets "MENU".
Scrollen tussen de menu's.
Toegang tot een menu.
Radio
Een radiozender selecteren
Druk herhaaldelijk op de toets SOURCE
om de radiofunctie te selecteren.
Druk op deze toets om het golfbereik te
selecteren (FM / AM / DAB).
Druk op een van de toetsen voor
automatisch zoeken naar een
radiozender.
Druk op een van de toetsen om
handmatig naar hogere/lagere frequenties
te zoeken.
Druk op deze toets voor een lijst van de
beschikbare zenders in het gebied waar u
zich bevindt.
Druk langer dan 2 seconden op de toets om
deze lijst bij te werken. Tijdens het bijwerken is
de geluidsweergave uitgeschakeld.
RDS
Er kunnen storingen in de ontvangst
optreden door obstakels in de omgeving
(bergen, gebouwen, tunnels, parkeergarages,
enz.), ook als de RDS-functie is ingeschakeld.
Dit is een normaal verschijnsel en duidt niet
op een storing in het audiosysteem.
Als de RDS-functie niet beschikbaar is, worden de letters RDS doorgestreept
weergegeven op het display.
Als de RDS-functie is ingeschakeld, zoekt de radio steeds naar de sterkste
frequentie van een zender, zodat u ernaar
kunt blijven luisteren. Onder bepaalde
omstandigheden zijn sommige RDS-zenders
echter niet in het hele land te ontvangen
doordat de zenders niet het hele land dekken.
Dit verklaart dat de zender tijdens het rijden
kan wegvallen.
Korte procedure
Druk in modus " Radio" op OK om de RDS-
functie direct in of uit te schakelen.
Lange procedure
Druk op de toets MENU.
Selecteer "Audiofuncties".
Druk op OK.
Selecteer de functie "Voorkeuze
FM-band".
Druk op OK.
Selecteer "Frequentie volgen (RDS)".
Druk op OK, RDS verschijnt op het
scherm.
TA-berichten beluisteren
De TA-functie (Traffic Announcement)
geeft voorrang aan het luisteren naar de
verkeersinformatie. Voor een correcte werking
van deze functie is een goede ontvangst van
een radiozender nodig die deze berichten
uitzendt. Zodra er een bericht wordt
uitgezonden, wordt de geluidsbron die op dat
moment wordt weergegeven (Radio, CD, ...)
automatisch onderbroken en wordt de
verkeersinformatie doorgegeven. Zodra dit
Page 260 of 324

258
Bluetooth®-audiosysteem
Digitale radio
Dankzij de digitale radio kunt u genieten
van een optimale geluidskwaliteit en van
extra categorieën informatie (TA INFO).
Via "multiplex/bundel" kunt u kiezen uit
radiozenders die op alfabetische volgorde zijn
gerangschikt.
Wijzigen van het golfbereik (FM1, FM2,
DAB,...)
Wijzigen van een zender binnen dezelfde
"multiplex/bundel".
Zoeken naar de vorige/volgende
"multiplex/bundel".
Lang indrukken: selecteren van de
gewenste categorie berichten uit
Transport, Actualiteiten, Entertainment en
Speciale Flash-berichten (afhankelijk van de
zender).
Druk op "OK" zodra de radiogegevens
op het scherm worden weergegeven om
naar het contextmenu te gaan.
(Zendervolgsysteem (RDS), Volgsysteem
digitale zender / FM, Zenderinfo (TXT),
Zenderinformatie,...)
Volgsysteem DAB/FM
"DAB" dekt niet het hele land.
Als het digitale signaal niet goed is, kunt
u met " -Volgsysteem digitale zender / FM"
bericht is afgelopen, wordt de weergave van
de oorspronkelijke geluidsbron hervat.
Wees voorzichtig met het verhogen van
het geluidsvolume tijdens het beluisteren
van verkeersinformatie. Als het systeem
terugkeert naar de oorspronkelijk geluidsbron
kan het geluidsvolume te hoog zijn.
Druk op TA om de weergave van
verkeersinformatie in- of uit te schakelen.
Verkeersberichten
ontvangen via de functie
INFO
De functie INFO geeft voorrang aan
verkeersberichten. Voor een correcte
werking van deze functie is een goede
ontvangst van een radiozender nodig die
deze berichten uitzendt. Zodra er een bericht
wordt uitgezonden, wordt de geluidsbron die
op dat moment wordt weergegeven (Radio,
CD, USB,...) automatisch onderbroken en
wordt het verkeersbericht doorgegeven.
Zodra dit bericht is afgelopen, wordt de
weergave van de oorspronkelijke geluidsbron
hervat.
Houd deze toets lang ingedrukt voor een
overzicht van categorieën.
Selecteer één of meerdere categorieën of
maak een selectie ongedaan.
Schakel de ontvangst van de
desbetreffende berichten in of uit.
Tekstberichten weergeven
Tekstberichten worden door een radiozender tijdens het luisteren naar het
programma meegestuurd.
Druk op "OK" zodra de zendergegevens
op het scherm worden weergegeven om
naar het contextmenu te gaan.
Selecteer "Zenderinfo (TXT) " en bevestig
uw keuze met OK.
Digitale radio
(DAB, Digital Audio
Broadcasting)
Afhankelijk van de uitvoering
Als de DAB-zender waarop is afgestemd niet beschikbaar is in FM, dan is de optie
"DAB FM" doorgestreept.
1 Optieweergave: doorgestreept bij actief maar
niet beschikbaar.
2 Weergave van de naam van de radiozender
waarop is afgestemd.
3 Opgeslagen radiozender, toetsen 1 t/m 6.
Kort indrukken: voorkeuzezender selecteren.
Lang indrukken: opslaan van een radiozender.
4 De naam van de gebruikte multiplexdienst
wordt weergegeven.
5 Weergave van RadioText (TXT) van de
radiozender waarop is afgestemd.
6 Geeft de kwaliteit van het signaal op de
beluisterde band weer.
Wanneer u naar een andere regio rijdt,
raden wij u aan om de lijst met ingestelde
radiozenders bij te werken.
Volledige lijst met radiozenders en
"multiplexen".
Page 261 of 324

259
Bluetooth®-audiosysteem
10Digitale radio
Dankzij de digitale radio kunt u genieten
van een optimale geluidskwaliteit en van
extra categorieën informatie (TA INFO).
Via "multiplex/bundel" kunt u kiezen uit
radiozenders die op alfabetische volgorde zijn
gerangschikt.
Wijzigen van het golfbereik (FM1, FM2,
DAB,...)
Wijzigen van een zender binnen dezelfde
"multiplex/bundel".
Zoeken naar de vorige/volgende
"multiplex/bundel".
Lang indrukken: selecteren van de
gewenste categorie berichten uit
Transport, Actualiteiten, Entertainment en
Speciale Flash-berichten (afhankelijk van de
zender).
Druk op "OK" zodra de radiogegevens
op het scherm worden weergegeven om
naar het contextmenu te gaan.
(Zendervolgsysteem (RDS), Volgsysteem
digitale zender /
FM, Zenderinfo (TXT),
Zenderinformatie,...)
Volgsysteem DAB/FM
"DAB" dekt niet het hele land.
Als het digitale signaal niet goed is, kunt
u met " -Volgsysteem digitale zender /
FM"
dezelfde zender blijven beluisteren doordat
het systeem automatisch overschakelt op de
desbetreffende analoge "FM"-zender (indien
beschikbaar).
Als het "Volgsysteem digitale zender /
FM"
is ingeschakeld, wordt automatisch de DAB-
zender geselecteerd.
Druk op de toets MENU.
Selecteer "Multimedia" en bevestig uw
keuze.
Selecteer "Volgsysteem digitale zender
/ FM" en bevestig uw keuze.
Als "Volgsysteem digitale zender / FM" is
geactiveerd, kan er sprake zijn van een
vertraging van enkele seconden als het
systeem overschakelt op de analoge
"FM"-radiozender en kan het geluidsvolume
soms veranderen.
Als de "DAB"-zender waarnaar u luistert niet beschikbaar is als "FM"-zender
(optie "DAB/FM" doorgestreept) of als
"Volgsysteem digitale zender /
FM" niet is
geactiveerd, wordt het geluid onderbroken als
het digitale signaal te zwak wordt.
Media
USB-aansluiting
Steek de USB-stick in de USB-aansluiting
of sluit het USB-apparaat via een kabel
(niet meegeleverd) op de USB-aansluiting aan.
Het systeem schakelt automatisch over op de
USB-bron.
Gebruik geen USB-verdeelstekker om
beschadiging van het systeem te
voorkomen.
Apparaten die op het systeem worden aangesloten, moeten voldoen aan de
norm die van toepassing is op het product en/
of aan de norm IEC 60950-1.
Het systeem maakt afspeellijsten aan (in het
tijdelijke geheugen). Het aanmaken van deze
lijsten kan enkele seconden of soms enkele
minuten duren nadat het apparaat voor de eerste
keer is aangesloten.
Verminder het aantal niet-muziekbestanden en
het aantal mappen om de wachttijd te verkorten.
Telkens wanneer er een nieuwe USB-stick
wordt aangesloten, worden de afspeellijsten
bijgewerkt.
Tijdens het gebruik van de USB- aansluiting wordt de draagbare
apparatuur automatisch opgeladen.
Page 262 of 324

260
Bluetooth®-audiosysteem
de toets SOURCE om de functie "CD" te
selecteren.
Druk op een van de toetsen voor het
selecteren van een nummer op de CD.
Druk op de toets LIJST voor een lijst van
de beschikbare nummers op de CD.
Houd een van de toetsen ingedrukt voor
snel vooruit/achteruit zoeken.
Een MP3-compilatie
afspelen
Plaats een MP3-CD in de CD-speler.
Het audiosysteem scant de CD tot alle nummers
zijn gevonden, hierdoor kan het enkele tot
enkele tientallen seconden duren voordat het
afspelen begint.
Op een enkele disc kan de CD-speler tot
255 MP3-bestanden lezen, verspreid
over 8 niveaus.
Het is echter raadzaam het aantal
afspeellijsten tot twee te beperken om een
lange laadtijd van de CD te voorkomen.
Bij het afspelen wordt geen rekening
gehouden met de mappenstructuur.
Alle bestanden worden op hetzelfde niveau
weergegeven.
Als er al een CD in het apparaat zit die u wilt beluisteren, druk dan herhaaldelijk op
de toets SOURCE om de functie "CD" te
selecteren.
Afspeelmethode
Er zijn verschillende afspeelmethodes:
– Normaal : de nummers worden in de normale
volgorde volgens de afspeellijst afgespeeld.
–
Shuffle : de nummers van een album of
een map worden in een willekeurige volgorde
afgespeeld.
–
W
illekeurig voor alle media : alle nummers
van alle mediaspelers worden in een willekeurige
volgorde afgespeeld.
–
Herhaling
: alleen de nummers van dit album
of deze map worden afgespeeld.
Druk op deze toets om naar het
contextmenu van de functie Media te
gaan.
Druk op deze toets om de gekozen
afspeelmethode te selecteren.
Druk op deze toets om te bevestigen.
De keuze wordt boven in het scherm getoond.
Een nummer selecteren voor afspelen
Druk op een van deze toetsen om naar
het vorige/volgende nummer te gaan.
Druk op een van deze toetsen om naar
de vorige/volgende map te gaan.
Indelen van bestanden
Houd deze toets enige tijd ingedrukt om
de verschillende indelingsmogelijkheden
te bekijken.
* Afhankelijk van de beschikbaarheid en het type randapparatuur.
Kies per "Map" / "Artiest" / "Genre" /
"Afspeellijst".
Afhankelijk van de beschikbaarheid en het type
randapparatuur.
Druk op OK om de gekozen indeling te
selecteren en vervolgens opnieuw op OK
om uw keuze te bevestigen.
Bestanden afspelen
Druk deze toets kort in om de gekozen
indeling weer te geven.
Scroll door de lijst met de toetsen links/
rechts en omhoog/omlaag.
Bevestig de selectie door op OK te
drukken.
Druk op een van deze toetsen om naar
het vorige/volgende nummer te gaan.
Houd een van de toetsen ingedrukt voor snel
vooruit/achteruit zoeken.
Druk op een van deze toetsen om naar
volgende/vorige " Map" / "Artiest" /
"Genre" / "Afspeellijst” te gaan*
Ingang AUX-aansluiting
(AUX)
Afhankelijk van de uitrustingSluit een draagbaar apparaat (zoals een
mp3-speler) met een audiokabel (niet
meegeleverd) aan op de AUX-aansluiting.
Apparaten die op het systeem worden aangesloten, moeten voldoen aan de
norm die van toepassing is op het product en/
of aan de norm IEC 60950-1.
Druk herhaaldelijk op de toets SOURCE
om "AUX" te selecteren.
Stel eerst het volume van het externe apparaat
af (hoog geluidsniveau). Stel vervolgens het
volume van het audiosysteem af. De bediening
vindt plaats via het draagbare apparaat.
Sluit een extern apparaat niet op zowel
de AUX-aansluiting als de USB-
aansluiting aan.
CD-speler
Gebruik alleen ronde CD's.
Bepaalde systemen voor kopieerbeveiliging op
de originele CD of zelfgebrande CD's kunnen
storingen veroorzaken die niets te maken
hebben met de kwaliteit van de oorspronkelijke
CD-speler.
Bij het invoeren van een CD start het afspelen
automatisch.
Het systeem herkent geen externe
CD-spelers die op de USB-aansluiting
worden aangesloten.
Als er al een CD in het apparaat zit die u wilt beluisteren, druk dan herhaaldelijk op