adblue PEUGEOT EXPERT 2021 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2021, Model line: EXPERT, Model: PEUGEOT EXPERT 2021Pages: 324, PDF Size: 10.89 MB
Page 5 of 324

3
Inhoudsopgave
  
  
 
 
 
 
Stop & Start  162
Bandenspanningscontrolesysteem  164
Rij- en parkeerhulpsystemen - Algemene  
adviezen 
 166
Head-up display  167
Snelheden opslaan  168
Snelheidslimietherkennings- en 
snelheidsadviessysteem 
 169
Snelheidsbegrenzer  171
Snelheidsregelaar - specifieke adviezen  173
Snelheidsregelaar  174
Adaptieve cruise control  176
Active Safety Brake met Distance Alert en 
Intelligente noodremassistentie 
 180
Lane Departure Warning System  183
Systeem voor detecteren van onoplettendheid  183
Dodehoekbewaking  185
Parkeerhulp  186
Visiopark 1  188
 7Praktische informatieCompatibiliteit van brandstoffen  192
Tanken  192
Tankbeveiliging diesel  194
Laadsysteem (elektrisch)  194
De tractiebatterij laden (elektrisch)  200
Eco-stand  204
Sneeuwkettingen  204
Trekhaak  205
Dakdragers / imperiaal  205
Motorkap  206
Onder de motorkap  207
Niveaus controleren  208
Controles  210
AdBlue® (BlueHDi)  213
Vrijloop  215
Onderhoudstips  216
 8In geval van pechGevarendriehoek  219
Brandstoftank leeg (diesel)  219
Gereedschapskist  220
Bandenreparatieset  221
Reservewiel  224
Een lamp vervangen  229
Een zekering vervangen  234
Accu van 12 V / Hulpaccu  236
Slepen  239
 9Technische gegevensTechnische gegevens motoren en 
aanhangergewichten  242
Dieselmotoren  243
Elektromotor  249
Afmetingen  251
Identificatie  253
 10Bluetooth®-audiosysteemDe eerste stappen  255
Stuurkolomschakelaars  256
Menu's  256
Radio  257
Digitale radio (DAB, Digital Audio  
Broadcasting) 
 258
Media  259
Telefoon  262
Veelgestelde vragen  265
 11PEUGEOT Connect RadioDe eerste stappen  267
Stuurkolomschakelaars  268
Menu's  269
Applicaties  270
Radio  271
Digitale radio (DAB, Digital Audio  
Broadcasting)  272
Media  273
Telefoon  274
Configuratie  277
Veelgestelde vragen  279
 12PEUGEOT Connect NavDe eerste stappen  281
Stuurkolomschakelaars  282
Menu's  283
Gesproken commando's  284
Navigatie  288
Online navigatie  290
Applicaties  293
Radio  296
Digitale radio (DAB, Digital Audio  
Broadcasting) 
 297
Media  297
Telefoon  299
Configuratie  302
Veelgestelde vragen  304
  ■
Trefwoordenregister 
bit.ly/helpPSA 
Toegang tot aanvullende video's  
Page 13 of 324

11
Instrumentenpaneel
11.Instellingen snelheidsregelaar of 
snelheidsbegrenzer
Weergave van verkeersborden met een 
snelheidslimiet
2. Schakelindicator (diesel)
Ingeschakelde versnelling automatische 
transmissie (diesel) of positie aandrijfhendel 
(elektrisch)
3. Digitale snelheidsmeter (km/h of 
mph) met lcd-instrumentenpaneel en 
instrumentenpaneel met lcd-tekstdisplay 
(Diesel)
Weergavegedeelte bij instrumentenpaneel 
met matrixdisplay: waarschuwingsmeldingen 
of meldingen over de status van functies, 
boordcomputer, digitale snelheidsmeter 
(km/h of mph), energiestromen/laadtoestand 
(elektrische auto) enz.
4. Onderhoudsindicator en vervolgens 
kilometerteller (km of mijl)
Dagteller (km of mijl) (diesel)
Resterende actieradius/rijmodus 
geselecteerd (elektrisch)
Display bij instrumentenpaneel met lcd-
tekstdisplay: waarschuwingsmeldingen 
of meldingen over de status van functies, 
boordcomputer enz. ...
5. Koelvloeistoftemperatuurmeter
6. Motorolieniveaumeter
7. BrandstofniveaumeterToetsen 
 
Met lcd-display 
 
Met lcd-tekstdisplay 
 
Met matrixdisplay 
 
Met matrixdisplay (elektrische auto) 
 
A.Onderhoudsindicator resetten.
Tijdelijke herinnering onderhoudsinformatie.
Herinnering  actieradius AdBlue
®-systeem.
Afhankelijk van de uitvoering: terugkeren 
naar een bovenliggend niveau of annuleren 
van huidige bewerking. B.
Dimfunctie verlichting.
Afhankelijk van de uitvoering: door een menu 
of lijst bladeren, of een waarde wijzigen.
C. Dagteller resetten.
Afhankelijk van de uitvoering: openen van 
het configuratiemenu (lang indrukken), 
bevestigen van een keuze (kort indrukken).
D. Herinnering onderhoudsinformatie of de 
actieradius met het SCR-systeem en 
de   AdBlue
®.
De geselecteerde functie resetten 
(onderhoudsindicator of dagteller).
Afhankelijk van de uitvoering: openen van 
het configuratiemenu (lang indrukken), 
bevestigen van een keuze (kort indrukken).
Op het touchscreen kunt u ook de 
dimfunctie voor de verlichting aanpassen.
Toerenteller 
 
Toerenteller (x 1000 t/min).
Vermogensmeter 
(elektrische auto)
 
 
Vermogensmeter  CHARGE, ECO, POWER of 
NEUTRAAL.   
Page 16 of 324

14
Instrumentenpaneel
onderhoudssleutel knippert, en brandt 
vervolgens permanent.
Het interval voor de onderhoudsbeurt is 
overschreden.
Laat de onderhoudsbeurt van uw auto zo snel 
mogelijk uitvoeren.
Alleen bij BlueHDi-dieselmotoren.
Antiblokkeersysteem (ABS)Permanent.
Er is een storing in het 
antiblokkeersysteem.
De normale remwerking van uw auto blijft 
behouden.
Rijd voorzichtig en met lage snelheid en dan (3).
AdBlue® (Euro 6.1)Brandt zodra het contact is ingeschakeld, 
in combinatie met een geluidssignaal en 
een melding van het aantal kilometers dat u nog 
kunt rijden.
De actieradius ligt tussen de 2400 en 600 km.
Vul  meteen AdBlue
® bij of zie (3).Het AdBlue®-waarschuwingslampje 
knippert en het lampje Service 
brandt permanent, in combinatie met een 
geluidssignaal en een melding van het aantal 
kilometers dat u nog kunt rijden.
De actieradius is minder dan 600
  km.
U moetAdBlue
® bijvullen  om te voorkomen dat 
de motor niet meer gestart kan worden of zie 
(3).
Het AdBlue®-waarschuwingslampje 
knippert en het lampje Service  brandt permanent, in combinatie met een 
geluidssignaal en een melding dat het starten is 
geblokkeerd.
De AdBlue
®-tank is leeg: de wettelijk verplichte 
startblokkering voorkomt dat de motor kan 
worden gestart.
Vul AdBlue
® bij of voer (2) uit om de motor 
opnieuw te kunnen starten.
U moet het reservoir met minimaal 5 liter 
AdBlue
® bijvullen.
AdBlue® (Euro 6.2/6.3)Brandt ongeveer 30 seconden nadat de 
motor is gestart, in combinatie met een 
melding over het aantal kilometers dat u nog 
kunt rijden.
De actieradius ligt tussen de 2400 en 800 km.
Vul AdBlue
® bij.Brandt permanent nadat het contact is 
aangezet, in combinatie met een 
geluidssignaal en een melding over het aantal 
kilometers dat u nog kunt rijden.
De actieradius ligt tussen de 800 en 100
  km.
Vul AdBlue
® meteen bij of voer (3) uit.
Knippert, in combinatie met een 
geluidssignaal en een melding van het 
aantal kilometers dat u nog kunt rijden.
De actieradius is minder dan 100
  km.
U moetAdBlue
® bijvullen om te  voorkomen dat 
het starten wordt geblokkeerd of (3) uitvoeren.
Knippert, in combinatie met een 
geluidssignaal en een melding dat het 
starten van de motor wordt geblokkeerd.
De AdBlue
®-tank is leeg: de wettelijk verplichte 
startblokkering voorkomt dat de motor kan 
worden gestart.
Vul AdBlue
® bij om de motor opnieuw te kunnen 
starten of voer (2) uit.
De tank moet worden bijgevuld met minimaal 5 
liter AdBlue
®.
SCR-emissieregelsysteem (BlueHDi)Brandt permanent wanneer 
het contact wordt aangezet, 
in combinatie met een geluidssignaal en een 
melding.
Er is een storing in het
  SCR 
-emissieregelsysteem gedetecteerd.
Deze waarschuwing verdwijnt zodra de uitstoot 
van uitlaatgassen weer aan de normen voldoet.
Het AdBlue®-
waarschuwingslampje 
knippert zodra het contact wordt aangezet, in 
combinatie met het permanent branden van het 
lampje Service en het lampje Zelfdiagnose 
motor, een geluidssignaal en een melding met 
betrekking tot de actieradius.
Afhankelijk van de weergegeven melding 
kan het mogelijk zijn om nog maximaal 1.100 
km te rijden voordat de startblokkering wordt 
geactiveerd.
Voer (3) direct uit, om te voorkomen dat de 
motor niet kan worden gestart .   
Page 17 of 324

15
Instrumentenpaneel
1Het AdBlue®-
waarschuwingslampje 
knippert zodra het contact is aangezet, in 
combinatie met het branden van het lampje 
Service en het lampje Zelfdiagnose motor, een 
geluidssignaal en een melding die aangeeft dat 
de motor niet kan worden gestart.
De startonderbreker van de motor voorkomt dat 
de motor weer kan worden gestart (toegestane 
rijlimiet overschreden na bevestiging van een 
storing in het emissieregelsysteem).
Start de motor en zie (2).
Zelfdiagnosesysteem motorKnippert.
Er is een storing in het 
motormanagementsysteem.
De katalysator kan onherstelbaar beschadigd 
raken.
Uitvoeren (2)  zonder defect.
Permanent.
Er is een storing in de emissieregeling.
Het lampje moet na het starten van de motor 
uitgaan.
Snel (3) uitvoeren.
Brandt permanent.
Er is sprake van een kleine 
motorstoring.
Voer (3) uit.
Brandt permanent.
Er is sprake van een ernstige 
motorstoring.
Voer (1) en dan (2) uit.
Uitschakeling van de automatische 
functies (met elektrische parkeerrem)
Brandt permanent.
De functies "automatisch aantrekken" 
(bij het afzetten van de motor) en "automatisch 
vrijzetten" (bij het wegrijden) zijn uitgeschakeld.
Als automatisch aantrekken/vrijzetten niet meer 
mogelijk is:
►
 
Start de motor
 .
►
 
Gebruik de hendel om de parkeerrem aan te 
trekken.
►
 
Laat het rempedaal volledig los.
►
 
Houd de hendel 10 tot 15 seconden in de 
richting voor het vrijzetten.
►
 
Laat de hendel los.
►
 
T
rap het rempedaal in en houd het ingetrapt.
►
 
Houd de hendel 2 seconden in de richting 
voor het aantrekken.
►
 
Laat de hendel en het rempedaal los.
Storing (met elektrische parkeerrem)Brandt permanent, in combinatie 
met de melding "Storing 
parkeerrem".
De auto kan niet stil blijven staan terwijl de motor 
draait.
Als de parkeerrem niet handmatig kan worden 
in- en uitgeschakeld, dan is de hendel van de 
elektrische parkeerrem defect.
De automatische functies moeten te allen 
tijde worden gebruikt: ze worden automatisch 
geactiveerd bij een storing in de hendel.
Zie (2).
Brandt permanent, in 
combinatie met de melding 
"Storing parkeerrem".
De parkeerrem is defect; de handmatige en 
elektrische bediening werken mogelijk niet meer.
Om de auto bij stilstand op zijn plaats te houden:
►
 
T
rek aan de hendel en houd deze ongeveer 
7 tot 15 seconden aangetrokken tot het 
controlelampje op het instrumentenpaneel gaat 
branden.
Als deze procedure niet werkt, beveilig uw auto 
dan op de volgende wijze tegen wegrollen:
►
 
Parkeer de auto op een vlakke ondergrond.
►
 
Bij auto's met een handgeschakelde 
versnellingsbak: schakel een versnelling in.
►
 
Bij auto's met een automatische transmissie 
of selectiehendel (elektrisch): selecteer  P
 en 
plaats het meegeleverde wielblok tegen een van 
de wielen.
Zie (2).
RemsysteemBrandt permanent.
Er is een kleine storing in het remsysteem 
gedetecteerd.
Rijd voorzichtig.
Voer (3) uit.
Distance Alert/Active Safety BrakeKnippert.
Het systeem activeert en remt de auto 
kort af om de snelheid te verlagen.  
Page 22 of 324

20
Instrumentenpaneel
Het wettelijk verplichte 
startblokkeringssysteem wordt 
automatisch geactiveerd zodra het AdBlue
®-
reservoir leeg is. De motor kan weer worden 
gestart  nadat AdBlue
® is bijgevuld tot het 
minimale niveau.
Handmatige weergave van de 
actieradius
Een actieradius van meer dan 2.400 km wordt 
niet automatisch weergegeven.
 
 
 
 
►  Druk op deze knop om de actieradius tijdelijk 
weer te geven.
Met touchscreen
U kunt informatie over de actieradius 
weergegeven in het menu 
"Rijverlichting/Auto ".
Benodigde maatregelen vanwege te 
weinig AdBlue®
De volgende waarschuwingslampjes gaan 
branden wanneer de hoeveelheid AdBlue® 
Controle
De temperatuur en de druk in het koelcircuit 
beginnen na enkele minuten rijden te stijgen.
Om koelvloeistof bij te vullen:
►
 
laat de motor ten minste één uur afkoelen,
►
 
draai de dop twee omwentelingen los om de 
druk te laten dalen,
►
 
verwijder vervolgens de dop,
►
 
vul bij tot aan het merkteken "MAX".
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor 
meer informatie over het  controleren van de 
niveaus
.
Wees voorzichtig bij het bijvullen van de 
koelvloeistof: kans op brandwonden. Vul 
niet bij tot boven het maximumniveau 
(aangegeven op het reservoir).
Motorolieniveaumeter
(Afhankelijk van de uitvoering)
Bij uitvoeringen met een elektrische 
motorolieniveaumeter worden bij het aanzetten 
van het contact zowel het motorolieniveau als 
de onderhoudsindicator enkele seconden op het 
instrumentenpaneel weergegeven.
Een controle van het olieniveau is alleen 
betrouwbaar als de auto op een vlakke 
ondergrond staat en de motor minstens 30 
minuten niet heeft gedraaid.
Olieniveau correct 
 
Dit wordt aangegeven met een melding op het 
instrumentenpaneel.
Te laag olieniveau 
 
Dit wordt aangegeven met een melding op het 
instrumentenpaneel.
Controleer het olieniveau met de peilstok. Als 
blijkt dat het olieniveau inderdaad te laag is, 
moet olie worden bijgevuld om te voorkomen dat 
ernstige motorschade ontstaat.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer 
informatie over het  controleren van de 
niveaus.
Storing in de olieniveaumeter 
 
Dit wordt aangegeven met een melding op het 
instrumentenpaneel.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een 
gekwalificeerde werkplaats.
Bij een storing in de elektrische 
motorolieniveaumeter wordt het 
motorolieniveau niet meer gecontroleerd.
Bij een storing in het systeem moet u het 
motorolieniveau met de peilstok in de 
motorruimte controleren.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer 
informatie over het  controleren van de 
niveaus.
AdBlue®-
actieradiusindicatoren 
(BlueHDi)
De BlueHDi-dieselmotoren zijn uitgerust 
met een systeem waarbij het roetfilter 
(FAP) wordt gecombineerd met het SCR-
emissieregelsysteem (Selective Catalytic 
Reduction) voor de nabehandeling van de 
uitlaatgassen. Deze kunnen niet functioneren 
zonder AdBlue
®-vloeistof.
Zodra de reservevoorraad van het AdBlue®-
reservoir is aangesproken (tussen 2400 en 
0 km), gaat bij het aanzetten van het contact 
een verklikkerlampje branden en wordt een 
melding weergegeven die aangeeft hoeveel 
kilometer u nog ongeveer kunt rijden voordat het 
opnieuw starten van de motor automatisch wordt 
geblokkeerd.  
Page 23 of 324

21
Instrumentenpaneel
1Het wettelijk verplichte 
startblokkeringssysteem wordt 
automatisch geactiveerd zodra het AdBlue
®-
reservoir leeg is. De motor kan weer worden 
gestart  nadat AdBlue
® is bijgevuld tot het 
minimale niveau.
Handmatige weergave van de 
actieradius
Een actieradius van meer dan 2.400 km wordt 
niet automatisch weergegeven.
 
 
 
 
► Druk op deze knop om de actieradius tijdelijk 
weer te geven.
Met touchscreen
U kunt informatie over de actieradius 
weergegeven in het menu 
"Rijverlichting/Auto ".
Benodigde maatregelen vanwege te 
weinig AdBlue®
De volgende waarschuwingslampjes gaan 
branden wanneer de hoeveelheid AdBlue® 
minder is dan de reservevoorraad die goed is 
voor een actieradius van 2.400 km.
Samen met de waarschuwingslampjes 
herinneren meldingen u er regelmatig aan 
dat u het reservoir moet bijvullen om te 
voorkomen dat de motor niet meer kan worden 
gestart. Zie het hoofdstuk Waarschuwings- 
en controlelampjes voor informatie over de 
weergegeven meldingen.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer 
informatie over AdBlue® (BlueHDi) en 
met name over het bijvullen ervan.
Met BlueHDi (Euro 6.1) motoren
Waarschu-
wings-/contro- lelampjes aan Actie Resterende 
actieradius
 
 
Vul zo snel 
mogelijk bij.Tussen 
2.400 km 
en 600 km
 
 
Bijvullen is 
noodzakelijk
; 
de kans 
bestaat dat 
de motor 
niet meer 
kan worden 
gestart. Tussen 600 
km en 0 km
Waarschu-
wings-/contro- lelampjes aan Actie Resterende 
actieradius
 
 
De motor 
kan pas weer 
starten als er 
minimaal 5 
liter AdBlue
® 
aan het 
reservoir is 
toegevoegd. 0 km
Bij BlueHDi-motoren (Euro 6.2/6.3)
Waarschu-
wings-/contro- lelampjes aan Actie Resterende 
actieradius
 
 
Vul bij. Tussen 2.400 km 
en 800 km
 
 
Vul zo snel 
mogelijk bij.Tussen 
800 km en 
100
  km  
Page 24 of 324

22
Instrumentenpaneel
Vermogensmeter 
(elektrisch)
 
 
CHARGE
Tractiebatterij laadt op tijdens het vaart minderen 
en remmen.
ECO
Beperkt energieverbruik en optimale actieradius.
POWER
Energieverbruik door de aandrijflijn tijdens het 
accelereren
NEUTRAAL
Als het contact is aangezet, verbruikt of 
genereert de elektrische aandrijflijn van de auto 
geen energie: nadat de naald van de meter is 
uitgeslagen, gaat deze terug naar de neutrale 
stand.
Wanneer bij afgezet contact het 
bestuurdersportier wordt geopend, wordt 
Waarschu-
wings-/contro- lelampjes aan Actie Resterende 
actieradius
 
 
Bijvullen is 
noodzakelijk; 
de kans 
bestaat dat 
de motor 
niet meer 
kan worden 
gestart. Tussen 100 
en 0 km
 
 
De motor 
kan pas weer 
starten als er 
minimaal 5 
liter AdBlue
® 
aan het 
reservoir is 
toegevoegd. 0 km
Storing in het 
SCR-emissieregelsysteem
Storingsdetectie
 
 
Als er een storing wordt 
gedetecteerd, gaan deze 
waarschuwingslampjes 
branden in combinatie 
met een geluidssignaal 
en de melding "Storing 
emissieregeling" of "NO 
START IN".
De waarschuwing wordt tijdens het rijden 
gegeven zodra de storing voor de eerste keer 
wordt gedetecteerd en vervolgens steeds bij het 
inschakelen van het contact zolang de storing 
niet is verholpen.
Bij een tijdelijke storing verdwijnt de 
waarschuwing tijdens de volgende rit na 
de zelfdiagnose van het 
SCR-emissieregelsysteem.
Storing bevestigd tijdens de toegestane 
rijfase (tussen 1.100 en 0   km)
Als de storingsmelding na 50 km rijden nog 
steeds wordt weergegeven, wordt de storing in 
het SCR-systeem bevestigd.
Het AdBlue-waarschuwingslampje knippert en 
de melding "Storing emissieregeling: Starten 
verboden binnen X kilometer" of "NO START 
INX kilometer" wordt weergegeven, dus de 
actieradius in mijl of kilometer.
Tijdens het rijden wordt de melding elke 30 
seconden weergegeven. De waarschuwing 
wordt opnieuw weergegeven zodra het contact 
wordt aangezet.
U kunt nog 1.100
  km rijden voordat het systeem 
het starten van de motor blokkeert.
Laat het systeem zo snel mogelijk 
controleren door een PEUGEOT-dealer 
of gekwalificeerde werkplaats.
Starten geblokkeerd
Wanneer het contact is ingeschakeld, wordt 
de melding "Storing emissieregeling: Starten 
verboden" of "NO START IN" weergegeven.
Wanneer u de motor weer wilt starten, 
moet u contact opnemen met een 
PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde 
werkplaats.  
Page 212 of 324

210
Praktische informatie
Koelvloeistof
(Diesel)
Het is normaal dat tussen twee 
onderhoudsbeurten door koelvloeistof 
moet worden bijgevuld.
De motor moet koud zijn als u het peil controleert 
en koelvloeistof bijvult.
Bij te weinig koelvloeistof kan er grote schade 
aan de motor ontstaan, dus zorgt dat het peil bij 
de markering " MAX" staat, maar nooit erboven.
Als het peil zich dicht bij of onder de markering 
"MIN" bevindt, moet u koelvloeistof bijvullen.
Als de motor warm is, wordt de temperatuur van 
de koelvloeistof geregeld door de koelventilator.
Het koelsysteem staat onder druk. Wacht 
daarom na het afzetten van de motor ten minste 
één uur voordat u er werkzaamheden aan 
uitvoert.
Wanneer u met spoed moet bijvullen, neem dan 
om brandwonden te voorkomen een doek en 
draai de dop twee slagen los om de druk te laten 
dalen.
Als de druk is gedaald, verwijder de dop en vul 
bij tot het vereiste peil.
(Elektrisch)
Vul geen koelvloeistof bij.
Als het peil zich dicht bij of onder de 
markering " MIN"
  bevindt, neem dan contact 
op met een PEUGEOT-dealer of een 
gekwalificeerde werkplaats.
Ruitensproeiervloeistof
Vul het reservoir bij wanneer dit nodig is.
Type vloeistof
De vloeistof moet worden bijgevuld met een 
kant-en-klaar mengsel.
In de winter (bij temperaturen onder nul) 
moet er een vloeistof met antivries (geschikt 
voor de temperatuur) worden gebruikt om de 
componenten van het systeem (pomp, tank, 
kanalen, verstuivers) te beschermen.
Vul het reservoir nooit bij met kraanwater 
(kans op bevriezing, kalkafzetting enz.).
Dieselbrandstofadditief 
(dieseluitvoering met 
roetfilter)
 of Wanneer het minimumpeil in 
het additiefreservoir van het 
roetfilter is bereikt, gaat dit waarschuwingslampje 
permanent branden, in combinatie met een 
geluidssignaal en een waarschuwingsmelding.
Bijvullen
Dit additief moet snel worden bijgevuld.
Ga naar het PEUGEOT-netwerk of een 
gekwalificeerde werkplaats.
AdBlue® (BlueHDi)
Er verschijnt een waarschuwing zodra het 
reserveniveau is bereikt.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer 
informatie over de  indicatoren en met name de 
indicatoren voor de AdBlue-actieradius.
Vul het AdBlue-reservoir bij om te voorkomen dat 
de motor om wettelijke redenen niet meer kan 
worden gestart.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer 
informatie over  AdBlue
® (BlueHDi) en met 
name de toevoer van AdBlue.
Controles
Zie voor het controleren van deze onderdelen 
het onderhoudsschema van de fabrikant voor uw 
motor, tenzij anders aangegeven.
Laat de controles eventueel uitvoeren door 
een PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde 
werkplaats.
Gebruik uitsluitend door PEUGEOT 
aanbevolen producten of gelijkwaardige 
kwaliteitsproducten.
Voor een optimale werking van belangrijke 
onderdelen zoals het remsysteem selecteert 
en biedt PEUGEOT specifieke producten aan.  
Page 215 of 324

213
Praktische informatie
7aan de aanbevolen vervangingsintervallen, 
aangegeven in kilometers of tijd, afhankelijk van 
welke als eerste wordt bereikt.
AdBlue® (BlueHDi)
PEUGEOT heeft ervoor gekozen om zijn auto's 
met dieselmotor te voorzien van een systeem 
waarbij het roetfilter (FAP) wordt gecombineerd 
met een SCR-systeem (Selective Catalytic 
Reduction) voor de nabehandeling van de 
uitlaatgassen zonder dat de prestaties afnemen 
of het brandstofverbruik toeneemt, om het milieu 
zo min mogelijk te belasten en om aan de Euro 
6-norm te voldoen.
SCR-systeem
Met behulp van een vloeistof die AdBlue® wordt 
genoemd en ureum bevat, kan een katalysator 
tot 85% van de stikstofoxide (NOx) omzetten in 
stikstof en water (deze stoffen zijn niet schadelijk 
voor de gezondheid en het milieu).
De AdBlue® bevindt zich in  een specifiek 
reservoir  van ongeveer 20 liter.
 Met deze inhoud kan de auto ongeveer 
5.000
 
km rijden ( hierbij spelen uw rijstijl en  het 
model van uw auto ook een grote rol). Wanneer 
u met de resterende hoeveelheid nog maximaal 
ongeveer 2.400
 
km kunt rijden totdat het 
reservoir helemaal leeg is, wordt er automatisch 
een waarschuwingssysteem geactiveerd.
In de resterende 2.400
  km worden er nog 
diverse waarschuwingen gegeven voordat 
het reservoir leeg is en de auto niet meer kan 
worden gestart.
Als u verwacht tussen twee periodieke 
onderhoudscontroles meer dan 5.000
  km te 
rijden, moet AdBlue tussentijds worden bijgevuld.
Zie de betreffende hoofdstukken voor 
meer informatie over de 
waarschuwings- en controlelampjes  en 
bijbehorende waarschuwingen of de  lampjes.
Wanneer  het AdBlue®-reservoir leeg is, 
voorkomt een wettelijk verplichte 
startblokkeringssysteem dat de motor 
opnieuw wordt gestart.
Als het SCR-systeem niet goed werkt, 
stoot de auto te veel schadelijke stoffen 
uit, waardoor hij niet meer aan de Euro 
6-emissienorm voldoet.
Wanneer er een storing in het SCR-systeem 
wordt geconstateerd, is het essentieel om 
contact op te nemen met een PEUGEOT-
dealer of gekwalificeerde werkplaats. 
Na 1.100 km wordt er automatisch een 
voorziening geactiveerd die voorkomt dat de 
motor kan starten.
In beide gevallen geeft een 
actieradiusindicator aan hoever u nog kunt 
rijden voordat de auto wordt stilgezet.
Bevriezing van AdBlue®
AdBlue® bevriest bij temperaturen lager 
dan ongeveer -11°C.
Het SCR-systeem is voorzien van een 
voorverwarmingssysteem voor het AdBlue®-
reservoir waardoor u ook in zeer koude 
omstandigheden kunt blijven rijden.
Bijvullen van AdBlue®
Het is raadzaam om zo snel mogelijk AdBlue® bij 
te vullen zodra de eerste waarschuwing wordt 
gegeven dat het minimumniveau is bereikt.
Voor een goede werking van het 
SCR-systeem:
–
 
Gebruik 
 alleen AdBlue
®-vloeistof die aan de 
norm ISO 22241 voldoet.
–
 
Als AdBlue® niet in de originele verpakking 
wordt bewaard, verliest het zijn zuiverheid.
–
 
V
erdun AdBlue
® nooit met water.
AdBlue
® is verkrijgbaar bij een PEUGEOT-dealer 
of een gekwalificeerde werkplaats, maar ook bij 
tankstations  met AdBlue
®-pompen die speciaal 
voor personenauto's zijn bedoeld.
Vul  nooit AdBlue® bij met een vulsysteem 
dat voor vrachtwagens is bedoeld.
Voorschriften voor opslag
AdBlue® bevriest bij temperaturen lager dan 
ongeveer -11 °C en verliest zijn kwaliteit bij 
temperaturen vanaf +25 °C. We raden u aan om 
flacons koel en buiten direct zonlicht te bewaren.
Onder deze omstandigheden is de vloeistof ten 
minste één jaar houdbaar.  
Page 216 of 324

214
Praktische informatie
Als de vloeistof bevroren is geweest, kan 
deze weer worden gebruikt nadat deze bij 
kamertemperatuur volledig is ontdooid.
Bewaar flacons met AdBlue® nooit in uw 
auto.
Gebruiksvoorschriften
AdBlue® is een oplossing op ureumbasis. 
Deze vloeistof is niet ontvlambaar, kleurloos 
en geurloos (indien de vloeistof koel wordt 
bewaard).
Als de vloeistof in contact komt met de huid, 
moet u de huid wassen met kraanwater en zeep. 
Als de vloeistof in de ogen komt, spoel de ogen 
dan onmiddellijk en grondig gedurende ten 
minste 15 minuten met kraanwater of met een 
oogspoelmiddel. Raadpleeg een arts bij een 
blijvend branderig gevoel of blijvende irritatie.
Als AdBlue wordt ingeslikt, spoel de mond dan 
met schoon water en drink vervolgens een ruime 
hoeveelheid water.
Onder bepaalde omstandigheden (bijvoorbeeld 
bij een hoge omgevingstemperatuur) kan het 
risico van het vrijkomen van ammoniakdampen 
niet worden uitgesloten: adem deze niet in. 
Dampen met ammoniak werken irriterend op de 
slijmvliezen (ogen, neus en keel).
Bewaar AdBlue® buiten het bereik van 
kinderen, in de originele flacon.
Procedure
Controleer voordat u gaat bijvullen of de auto op 
een vlakke en horizontale ondergrond staat.
Controleer 's winters of de 
omgevingstemperatuur van de auto hoger is dan 
-11 °C. Als het kouder is, bevriest de AdBlue
® 
waardoor u het niet in het reservoir kunt gieten. 
Laat de auto enkele uren op een warmere plaats 
staan en vul vervolgens het reservoir bij.
Giet  nooit AdBlue® in de tank voor diesel.
Als  er AdBlue® op de carrosserie of op 
een andere plaats is gemorst, spoel deze 
dan onmiddellijk weg met koud water of veeg 
het weg met een vochtige doek.
Gekristalliseerde vloeistof moet worden 
verwijderd met een spons en warm water.
Belangrijk: als u AdBlue hebt bijgevuld 
nadat het reservoir leeg is geraakt, 
moet u ongeveer 5 minuten wachten voordat 
u het contact weer aanzet, zonder het 
bestuurdersportier te openen, de auto te 
ontgrendelen, de sleutel in het contactslot 
te steken of de sleutel van het "Keyless 
entry and start"-systeem in het interieur te 
brengen.
Zet vervolgens het contact aan en start na 10 
seconden de motor.
►
 
Zet het contact af en verwijder de sleutel uit 
het contactslot om de motor af te zetten. of
►
 
Druk bij Keyless entry and start op de toets 
"
 START/STOP" om de motor af te zetten.
Toegang tot het AdBlue®-reservoir 
 
► Open het portier linksvoor voor toegang tot 
het AdBlue®-reservoir.
► Trek de zwarte afdekplaat 
aan de onderzijde los.
►
 
Draai de blauwe dop een 6e slag linksom.
►
 Haal de dop naar boven los.
►
 
Met een verpakking 
AdBlue
®: controleer eerst 
de uiterste houdbaarheidsdatum en lees daarna 
zorgvuldig de instructies op het etiket voordat 
u de inhoud van de verpakking in het AdBlue-
reservoir van de auto giet.
►
 
Bij een
 
AdBlue®-pomp: steek het vulpistool 
in de vulpijp en blijf tanken totdat het vulpistool 
afslaat.
►
 
V
oer na het bijvullen dezelfde handelingen in 
omgekeerde volgorde uit.