sensor PEUGEOT EXPERT 2022 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2022, Model line: EXPERT, Model: PEUGEOT EXPERT 2022Pages: 324, PDF Size: 10.45 MB
Page 211 of 324

209
Praktische informatie
7Met automatische transmissie
en elektrische parkeerrem
/
Voor vrijgeven
► Zet de schakelhendel in N terwijl de motor draait
en u het rempedaal indrukt.
►
Houd het rempedaal ingetrapt en zet de motor
uit.
►
Laat het rempedaal los en zet het contact weer
aan.
►
Druk het rempedaal in en duw op de hendel om
de parkeerrem uit te schakelen.
►
Laat het rempedaal los en schakel het contact
uit.
Terug naar de normale werking
► Houd het rempedaal ingetrapt, start de motor en
selecteer stand P .
Met selectiehendel of
keuzeschakelaar van de
transmissie en elektrische
parkeerrem
/
Procedure voor het activeren van de vrijloop
► Trap het rempedaal in terwijl de auto stilstaat en
de motor draait, en selecteer stand
N.
Binnen 5 seconden:
► Houd het rempedaal ingetrapt en doe het
volgende in deze volgorde: zet de motor uit en
beweeg de selectieschakelaar naar voren of naar
achteren.
►
Laat het rempedaal los en zet het contact aan.
►
T
rap het rempedaal in en druk op de hendel van
de elektrische parkeerrem om deze vrij te zetten.
►
Laat het rempedaal los en schakel het contact
uit.
Er wordt een melding op het instrumentenpaneel weergegeven om te
bevestigen dat de wielen 15 minuten worden
vrijgezet.
In de vrijloop kan het audiosysteem niet worden
bijgewerkt (melding weergegeven op het
instrumentenpaneel).
Na 15 minuten of terug naar de normale
werking.
► Houd het rempedaal ingetrapt, start de motor en
selecteer stand P .
Keyless Entry and Start
Trap het rempedaal niet in terwijl u het
contact aan en weer uit zet. Als u dat wel doet,
start de motor waardoor u de procedure opnieuw
moet uitvoeren.
Onderhoudstips
Algemene aanwijzingen
Houd u aan de volgende aanbevelingen om
beschadiging van de auto te voorkomen.
Buitenkant
Gebruik nooit een hogedrukspuit in de motorruimte - kans op schade aan
elektrische componenten!
Was de auto niet bij fel zonlicht of bij zeer lage
temperaturen.
Wanneer u de auto in een autowasstraat wast, vergrendel dan alle portieren en,
afhankelijk van de uitvoering, haal de
elektronische sleutel uit de detectiezone en
schakel de handsfree-functie (Handsfree toegang
achterklep) uit.
Wanneer u een hogedrukreiniger gebruikt,
houd de spuitmond dan op minimaal 30 cm
van de auto (vooral wanneer u gebieden met
beschadigde lak, sensoren of afdichtingen
reinigt).
Verwijder meteen alle vlekken die chemicaliën
bevatten die de lak van uw auto kunnen
beschadigen (zoals boomhars, vogelpoep,
insectenafscheidingen, pollen en teer).
Afhankelijk van de omgeving moet u de
auto vaker wassen om zoutafzettingen (in
kustgebieden), roet (in industriële gebieden)
of modder/zout (in natte of koude gebieden)
Page 223 of 324

221
In geval van pech
8► Draai de overige wielbouten met alleen
wielsleutel 1 handvast.
► Laat de auto weer volledig zakken.
► V ouw krik 2 op en verwijder deze.
► Wanneer het wiel is voorzien van een slotbout,
moet u deze vastdraaien met wielsleutel 1 voorzien
van dop 4 .
►
Draai de overige wielbouten met alleen
wielsleutel
1
vast.
►
Berg het gereedschap op in de
gereedschapskist.
Een reservewiel met stalen velg of noodreservewiel monteren
Als de auto is voorzien van lichtmetalen velgen,
raken de ringen (A ) de stalen velg of het
noodreservewiel niet. Het wiel wordt door het
conische contactvlak (B ) van elke bout op zijn
plek gehouden.
Na het verwisselen van een wiel Berg het wiel met de lekke band op in de
reservewielhouder.
Ga meteen naar een PEUGEOT-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats.
Laat de lekke band controleren. Na inspectie kan
de monteur u vertellen of de band kan worden
gerepareerd of moet worden vervangen.
Bepaalde rijhulpsystemen moeten worden uitgeschakeld, bijvoorbeeld de Active Safety
Brake.
Als uw auto is uitgerust met een bandenspanningscontrolesysteem,
controleer dan de spanning van de banden en
reset het systeem.
Zie het betreffende hoofdstuk
voor meer informatie over het
bandenspanningscontrolesysteem.
BandenspanningscontrolesysteemHet stalen reservewiel is niet voorzien van
een bandenspanningssensor.
Wiel met naafdop Monteren: plaats de naafdop met de
inkeping tegenover het ventiel en druk de rand
ervan vervolgens rondom met de hand vast.
Een lamp vervangen
Onder bepaalde weersomstandigheden (zoals een lage temperatuur of vocht) kan er
een laagje condens aan de binnenzijde van de
koplampen en de achterlichten ontstaan; dit
verdwijnt als de lampen enkele minuten branden.
De koplampunits zijn voorzien van glas van polycarbonaat met een speciale vernislaag:
–
Gebruik voor het schoonmaken van de
koplampen nooit een droge doek of een
schuur-, schoonmaak- of oplosmiddel.
–
Gebruik een spons met zeepwater of een
pH-neutraal product.
Page 300 of 324

298
Event Data Recorders (EDR)
Gebeurtenisgegevens
opslaan
In de auto zijn elektronische regeleenheden
geïnstalleerd. Deze regeleenheden verwerken
gegevens die bijvoorbeeld van de sensoren van
de auto worden ontvangen, of gegevens die door
de eenheden zelf worden gegenereerd of die ze
met elkaar uitwisselen. Sommige regeleenheden
zijn vereist voor de juiste werking van uw auto,
andere eenheden helpen u bij het rijden (rij- of
parkeerhulpsystemen) en nog weer andere
eenheden bieden comfort- of infotainment-functies.
Hieronder staat algemene informatie over hoe
gegevens in de auto worden verwerkt.
U vindt aanvullende informatie over de specifieke
gegevens die worden gedownload, opgeslagen
en verstuurd naar derden en waarvoor ze
in uw auto worden gebruikt. Dit staat onder
"Gegevensbescherming". Deze informatie is direct
gekoppeld aan de referenties voor de betreffende
functies in het bijbehorende instructieboekje voor de
auto of in de algemene verkoopvoorwaarden.
Deze informatie staat ook online.
Werkingsgegevens van de
auto
De regeleenheden verwerken gegevens die voor de
werking van de auto worden gebruikt.
Deze gegevens omvatten onder meer:
–
Informatie over de toestand van de auto
(zoals snelheid, reistijd, zijdelingse acceleratie, draaisnelheid van de wielen en vastgemaakte
veiligheidsgordels).
–
Omgevingsfactoren (zoals temperatuur
,
regensensor en afstandssensor).
Over het algemeen zijn deze gegevens tijdelijk,
worden ze niet langer dan één werkingscyclus
opgeslagen en worden ze alleen in de auto zelf
gebruikt. De regeleenheden slaan deze gegevens
vaak op (inclusief de sleutel van de auto). Met deze
functie kan informatie over de toestand van de auto,
de belasting van componenten, servicevereisten,
gebeurtenissen en technische storingen tijdelijk of
permanent worden opgeslagen.
Afhankelijk van het uitrustingsniveau van de auto
worden de gegevens als volgt opgeslagen:
–
De bedrijfsstatus van systeemcomponenten
(zoals het vulniveau, de bandenspanning en de
laadtoestand van de accu).
–
Fouten en storingen in belangrijkste
systeemcomponenten (zoals lampen en remmen).
–
Reacties van systemen in specifieke rijsituaties
(zoals activering van een airbag of activering van
stabiliteitsregel- en remsystemen).
–
Informatie over gebeurtenissen die schade aan de
auto hebben veroorzaakt.
–
Bij elektrische en plug-in hybride auto's de
laadtoestand van de tractiebatterij en de geschatte
actieradius.
Onder specifieke omstandigheden (bijvoorbeeld
als de auto een storing heeft gedetecteerd) kan het
nodig zijn om gegevens te registreren die anders
niet worden opgeslagen. Wanneer u servicewerkzaamheden aan uw auto
laat uitvoeren (zoals reparatie of onderhoud), dan
kunnen de opgeslagen bedrijfsgegevens worden
uitgelezen, samen met het VIN-nummer van de
auto, en kunnen ze waar nodig worden gebruikt.
Personeel dat voor het servicenetwerk werkt (zoals
garages en fabrikanten) of derden (bijvoorbeeld
pechhulpverleners) kunnen de gegevens van de
auto uitlezen. Dit geldt ook voor werkzaamheden die
onder garantie en vanwege kwaliteitsmaatregelen
worden uitgevoerd.
Deze gegevens worden meestal uitgelezen via
de OBD-aansluiting (On-Board Diagnostics) die
wettelijk verplicht in de auto is. De gegevens
worden gebruikt voor meldingen over de technische
toestand van de auto of componenten van de auto
en maakt de diagnose van storingen gemakkelijker,
in overeenstemming met verplichtingen onder
garantie en voor verbetering van de kwaliteit. Deze
gegevens, met name informatie over belasting
van componenten, technische gebeurtenissen,
bedieningsfouten en andere storingen, worden
waar nodig naar de fabrikant gestuurd, samen met
het VIN-nummer van de auto. Er kan ook sprake
zijn van aansprakelijkheid van de fabrikant. De
fabrikant kan de bedrijfsgegevens die uit de auto
worden gehaald ook gebruiken voor terugroepacties
voor producten. De gegevens kunnen ook worden
gebruikt om de garantie van de klant en eventuele
garantieclaims na te kijken.
Elke storing die in de auto is opgeslagen, kan
door een servicepunt tijdens onderhouds- of
Page 308 of 324

306
Trefwoordenregister
S
Schakelaars stoelverwarming ~
Stoelverwarming, schakelaars
52
Schakel sneeuwketting
198, 219
Scheidingsnet
55–57
Schuifdeuren
40
SCR (Selective Catalytic Reduction)
20, 206
SCR-systeem
20, 206
Selectiehendel
150
Selectiehendel automatische transmissie ~
Schakelen automatische
versnellingsbak
150–152
Selectiehendel (elektrische auto)
153, 205
Selectiehendel handgeschakelde
versnellingsbak ~ Schakelen elektronisch
bediende versnellingsbak
149
Selectieve ontgrendeling
30–33
Sensoren (waarschuwingen)
159
Serienummer auto
244
Set voor tijdelijke bandenreparatie ~
Bandreparatieset
214–217
Sfeerverlichting
96
Sierdeel
221
Signalering onoplettendheid
176
Sjorogen
73
Sleepoog
232
Slepen
230, 232
Slepen van de auto
230, 232
Slepen van een auto
232
Sleutel
28–29, 31–33, 35
Sleutel met afstandsbediening
33, 141
Sleutel niet herkend
144
Smartphone
26
SMS 292
Sneeuwkettingen
157, 198, 219
Snelheidsbegrenzer
161, 163–165
Snelheidslimietherkenning
161–162, 164,
167, 170–171
Snelheidsregelaar
161, 163, 165–168
Snelheidsregeling met
snelheidslimietherkenning
163
Snelmenu's
25
Spaarfase
198
Sport-stand
154
Starten
227
Starten dieselmotor ~ Dieselmotor starten
184
Starten van de auto
142, 144, 148, 150–152
Starten van de motor
141, 143
Stickers
210
Stickerset
210
Stilzetten van de auto
143–144, 150–152
Stoelen achter ~ Achterbank
59–64, 114
Stoelen verstellen
49–51
Stoelverwarming
52
Stop & Start
24, 80, 155–156, 184, 200, 204, 230
Streaming audio Bluetooth
252, 264, 289
Stuurbekrachtigingsvloeistof
203
Stuurwiel (verstellen)
53
Supersnel laden (elektrische auto)
195–196, 240
Supervergrendeling
34
Synchroniseren afstandsbediening
37
Synchroniseren van de afstandsbediening ~
Afstandsbediening synchroniseren
37T
Tafeltje 50
Tafeltjes
71
Tankbeveiliging
185
Technische gegevens
234, 240
Te laag brandstofniveau ~
Brandstofniveau
184–185
Telefoon
253–255, 266–268, 289–292
Teller
159
Temperatuurregeling
82
Terugwinnen van energie
20, 154
Textuurlak
210
Thermische comfortfuncties
21
Thermisch isolerende voorruit
55
Tijdelijke bandenspanning (met set) ~ Banden,
noodreparatie
214, 216–217
Tijd instellen
27, 269, 294
TMC (verkeersinformatie)
281
Toegang tot de 3e zitrij
59, 61
Toegang tot het reservewiel
218–219
Toevoer van buitenlucht ~ Luchttoevoer
(bediening)
82–83
Touchscreen
24, 26, 88
Tractiebatterij (elektrische auto)
21, 26,
186–187, 240
Tractiebatterij opladen (elektrische auto)
20, 186,
193, 195–196
Trailer Stability Management (TSM)
105
Trekhaak
105, 198
Tweepersoons voorbank
51, 108
Page 309 of 324

307
Trefwoordenregister
U
Uitneembaar luik 55–57
Uitschakelen airbag passagier ~
Passagiersairbag uitschakelen
111 , 11 5
Uitschakelen ASR/CDS (ESC)
104
USB
250, 264–265, 283, 288
USB-aansluiting
72, 250, 264–265, 283, 288
USB-poort
250, 264, 288
V
Vaste achterstoel en -bank 58–59, 61–62
Veiligheidsgordels
107–109, 116
Veiligheidsgordels achter
108
Veiligheidsvoorzieningen voor
kinderen
111, 113–116, 125–127,
133, 134–135, 134–136
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen ~ Kinderen
(veiligheidsvoorzieningen)
111, 113–116,
125–127, 133, 134–135, 134–136
Vensters voor parkeer-/tolkaarten
55
Ventilatie
80–81, 85–87
Ventilatieroosters
80
Verbonden apps
285
Verbruikscijfers
26
Verbruiksmeter thermische comfortfuncties
(elektrische auto)
21
Vergrendelen
28–29, 33
Vergrendeling portieren ~ Portieren
vergrendelen
37–38
Vergrendeling van binnenuit
37–38
Verkeersinformatie (TA)
248
Verkeersinformatie (TMC) 281
Verklikkerlampjes
91
Verklikkerlampjes ~ Controlelampjes
11
Verklikkerlampjes ~ Waarschuwingslampjes
11
Verklikkerlampje veiligheidsgordel bestuurder niet
vastgemaakt ~ Gordellampje
109
Verklikkerlampje veiligheidsgordels ~ Gordel
(lampje)
109
Verlichting
91
Verlichting overdag ~
Dagrijverlichting
93, 222–223
Vermogen
20
Vermogensmeter (elektrische auto)
8, 20
Verversen
202
Vervuiling van het roetfilter (diesel)
204
Verwarmde bank
52
Verwarming
80–81, 84–87
Video
288
Visiopark 1
180
Volledig ontgrendeld
30–33
Voorstoelen
49–51
Voorverwarming/-koeling interieur
(elektrische auto)
26, 88
Vrijloop activeren
208, 231
W
Waarschuwing kans op aanrijding 171–173
Waarschuwing oplettendheid bestuurder
176
Waarschuwingssignaal sleutel in contact
143
Waarschuwing vergeten verlichting
92
Wallbox (elektrische auto)
189
Wassen 159
Wassen (adviezen)
187, 209–210
Webbrowser
281, 285
Wegklapbare verschuifbare tafel
77–79
Werktafel
58
Wiel demonteren
219–221
Wiel monteren
219–221
Wielophanging
206
Wiel verwisselen
217
WiFi-netwerkverbinding
286
Window-airbags
112–113
X
Xenonlampen 222
Z
Zekeringen 226
Zekeringen vervangen
226
Zij-airbags
111 – 11 2
Zijknipperlicht
224
Zijruiten achter
76
Zijschuifruit
76
Zonnescherm (panoramadak)
76
Zonnesensor
80
Zonwering
76
Zuinig rijden
7