banden Peugeot Expert Tepee 2011 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2011, Model line: Expert Tepee, Model: Peugeot Expert Tepee 2011Pages: 268, PDF Size: 9.92 MB
Page 5 of 268
INHOU
D
Inhoud
3
In de rubriek "Technologie
aan boord" maakt u kennis
met de nieuwe radio- en
navigatiesystemen.
Trekken van een aanhanger 109Overige accessoires 111
Motorkap openen 112Dieselmotoren 113Benzinemotor 114Niveaus 115Controles 117Brandstof 120Brandstoftoevoer uitgeschakeld 121Handopvoerpomp diesel 121
Accu 123Bandenreparatieset 124Wiel verwisselen 126Afneembaar sneeuwscherm 130Lampen vervangen 131Zekerkingen 136
Wisserbladen vervangen 140Slepen van de auto 141Milieu 143
Afmetingen 144Gewichten 148Motoren 149Identificatie 150
Urgence-oproep of Assistance-oproep 9.1Peugeot Connect Com 9.3Peugeot Connect Nav 9.49Peugeot Connect Sound 9.83
9. TECHNOLOGIE aanBOORD 5. ACCESSOIRES
109-111
6. ONDERHOUD 112-122
7. SNEL WEER OP WEG 123-143
8. TECHNISCHEGEGEVENS 144-150
10. WEGWIJZER151-157
De rubriek "Wegwijzer"
biedt u de mogelijkheid om
de schakelaars, functies en
desbetreffende paginanummers
terug te vinden op de
schematische afbeeldingen van
de auto (visuele index).
WIP (World In Peugeot) is
de nieuwe overkoepelende
naam voor alle nieuwe
radio-/navigatiesystemen.
In Nederland zal deze naam
echter niet gevoerd worden.
Exterieur 151Cockpit 152Interieur 154
Technische gegevens - Onderhoud 155Type variant uitvoering 156
Page 20 of 268
18
Beperk de oorzaken
van een hoger
brandstofverbruik
Verdeel het gewicht evenwichtig over de
auto: plaats de zwaarste voorwerpen in
de bagageruimte, zo dicht mogelijk bij de
achterbank.
Beperk de belading en de luchtweerstand
(dakdragers, imperiaal, fietsendrager,
aanhanger, enz.) van uw auto. Gebruik
liever een dakkoffer.
Verwijder na gebruik de dakdragers en het
imperiaal.
Vervang na de winter zo snel mogelijk de
winterbanden door zomerbanden.
Houd u aan de
onderhoudsvoorschriften
Controleer regelmatig de bandenspanning
(bij koude banden), houd u daarbij aan
de bandenspanning die staat vermeld
op de sticker op de portiersponning aan
bestuurderszijde.
Controleer de bandenspanning met name:
- voor een lange rit,
- bij de wisseling van de seizoenen,
- als de auto gedurende langere tijd niet
is gebruikt.
Vergeet niet de bandenspanning van
het reservewiel en van de wielen van de
aanhanger of de caravan te controleren.
Laat uw auto regelmatig onderhouden (olie
verversen, oliefilter en luchtfilter vervangen,
enz.) en houd u daarbij aan het door de
fabrikant voorgeschreven interval.
Laat bij het tanken het vulpistool niet meer
dan drie keer afslaan; zo voorkomt u dat
brandstof uit de tank stroomt.
U zult bij een nieuwe auto merken
dat pas na 3000 km het gemiddelde
brandstofverbruik zich stabiliseert.
Page 33 of 268
ABS
ESP
31
Cockpit
VOORDAT
u GAAT RIJDE
N
2
Verklikkerlampje
status
signaleert
Wat te doen
Stuurbekrachtiging
brandt. een storing in het systeem. De conventionele werking van de stuurinrichting, zonder
bekrachtiging, blijft behouden. Laat het systeem controleren
door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalifi ceerde werkplaats.
Geopend portier
brandt in
combinatie met
een melding op
het display. een niet goed gesloten portier,
deur of motorkap. Controleer of de portieren van de cabine, de achterdeuren,
de schuifdeuren en de motorkap (als de auto is voorzien
van een alarmsysteem) goed zijn gesloten.
Achtervering
met luchtvering knippert. een abnormaal verschil tussen
de gedetecteerde en de
optimale wagenhoogte. Automatische regeling: rijd stapvoets (tot ongeveer
10 km/h) tot het lampje uitgaat.
Handmatige regeling: stel de wagenhoogte, die in de
onderste of bovenste stand stond, optimaal in. Zie in de
rubriek 3 het gedeelte "Achtervering".
brandt bij het
wegrijden of
tijdens het rijden. een storing in de luchtvering. Stop onmiddellijk. Raadpleeg het PEUGEOT of een
gekwalificeerde werkplaats.
ABS blijft branden. een storing in het
antiblokkeersysteem. De conventionele werking van het remsysteem, zonder
bekrachtiging, blijft behouden. Het is echter raadzaam
de auto stil te zetten en contact op te nemen met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
ESP knippert. een ingreep van het ESP-
systeem. Dit systeem verdeelt de aandrijfkracht optimaal over de
wielen en verbetert zo de richtingsstabiliteit van de auto.
Zie in de rubriek 4 het gedeelte "Veilig rijden".
blijft branden. een storing in het systeem. Bijv.:
een te lage bandenspanning.
Bijv.: controleer de bandenspanning. Laat het systeem controleren
door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalifi ceerde werkplaats.
blijft branden
in combinatie
met het
verklikkerlampje
van de knop (op
het dashboard). dat het systeem op verzoek van
de bestuurder is uitgeschakeld. Het systeem is uitgeschakeld.
Het systeem wordt automatisch weer ingeschakeld als
de auto sneller dan 50 km/h rijdt of als de knop op het
dashboard wordt ingedrukt.
Page 94 of 268
ABS
ABS
Veiligheid tijdens het rijden
CLAXON
Druk op het midden van het stuurwiel.
ANTIBLOKKEERSYSTEEM (ABS - REF)
Het ABS zorgt samen met de elektronische
remdrukregelaar (REF) tijdens het
remmen voor een betere stabiliteit en
bestuurbaarheid van uw auto, vooral op een
slecht of glad wegdek.
Het ABS voorkomt het blokkeren van de
wielen, terwijl de remdrukregelaar de
remdruk over de vier wielen verdeelt.
Gebruiksvoorschrift
Het ABS treedt automatisch in werking als
één van de wielen dreigt te blokkeren. Het
systeem zorgt niet voor een kortere remweg.
Op een erg glad wegdek (sneeuw, olie, enz.)
kan de remweg door de werking van het
ABS langer zijn. Trap het rempedaal bij een
noodstop krachtig en volledig in en laat het
niet los, ook niet op een glad wegdek. Het
ABS zorgt er dan voor dat u om het obstakel
heen kunt sturen.
De normale werking van het
antiblokkeersysteem kan merkbaar zijn door
het trillen van het rempedaal.
Zorg er bij vervanging van de wielen
(banden en velgen) voor dat er wielen
worden gemonteerd die zijn voorzien van
een artikelnummer van PEUGEOT. Als dit verklikkerlampje gaat
branden in combinatie met de
verklikkerlampjes remsysteem
en STOP, een geluidssignaal en
een melding op het display, duidt dit op een
storing in de elektronische remdrukregelaar.
Door deze storing zou u tijdens het remmen
de controle over uw auto kunnen verliezen.
Stop onmiddellijk op een veilige plaats.
NOODREMASSISTENTIE (AFU)
Dit systeem zorgt ervoor dat in noodgevallen
de optimale remdruk sneller wordt bereikt:
trap het rempedaal volledig in zonder het los
te laten.
Het systeem wordt ingeschakeld als de
snelheid waarmee het rempedaal wordt
ingetrapt groot is en zorgt ervoor dat de
benodigde bedieningskracht verandert. Als dit verklikkerlampje gaat
branden in combinatie met een
geluidssignaal en een melding
op het display, duidt dit op een
storing in het antiblokkeersysteem. Door
deze storing zou u tijdens het remmen de
controle over uw auto kunnen verliezen. Raadpleeg in beide gevallen het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Houd het rempedaal ingetrapt om de
werking van de noodremassistentie voort te
zetten.
Page 95 of 268
ESP
93
Veiligheid tijdens het rijden
VEILIGHEI
D
4
ANTISPINREGELING(ASR) EN ELEKTRONISCH
STABILITEITSPROGRAMMA (ESP)
Deze systemen staan in verbinding met het
ABS en zijn hier een aanvulling op.
De ASR zorgt voor een optimale
overbrenging van de aandrijfkracht op de
weg, zodat wordt voorkomen dat u tijdens
het accelereren de controle over de auto
verliest.
Het systeem past de aandrijfkracht aan om
het doorspinnen van de wielen te voorkomen
via de remmen van de aangedreven wielen
en de motor. Het systeem zorgt ook voor
meer koersstabiliteit bij het accelereren. in via het remsysteem en de motor als
de koers van de auto afwijkt van de
door de bestuurder gewenste richting.
Uitschakelen ASR/ESP
In bijzondere omstandigheden (als de auto
vastzit in de modder, sneeuw, in mulle
grond, ...) kan het nuttig zijn het ASR/ESP
uit te schakelen, zodat de wielen kunnen
slippen en weer grip kunnen krijgen.
- Druk op de knop die zich op de
middenconsole bevindt.
- Het verklikkerlampje gaat branden:
de systemen ASR en ESP zijn
uitgeschakeld.
Controle van werking
Gebruiksvoorschrift
Het ASR-/ESP-systeem zorgt voor meer
veiligheid tijdens het rijden. De bestuurder
mag zich echter nooit laten verleiden tot het
nemen van meer risico's en het te hard rijden.
De goede werking van het systeem wordt
verzekerd onder voorwaarde dat de
voorschriften van de constructeur op het
gebied van wielen (banden en velgen),
onderdelen van het remsysteem en
elektronische onderdelen worden nageleefd
en dat de procedures voor montage en het
uitvoeren van werkzaamheden door het
worden opgevolgd.
Laat deze systemen na een aanrijding
controleren door het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Werking van het ASR-en ESP-systeem
Het lampje knippert tijdens een
ingreep van de ASR of het ESP.
De systemen worden opnieuw:
- automatisch ingeschakeld als de
wagensnelheid hoger wordt dan
50 km/h,
- handmatig ingeschakeld door nogmaals
op de knop te drukken.
Bij een storing in de systemen
zal het verklikkerlampje gaan
branden in combinatie met een
geluidssignaal en een melding op
het display.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats om het
systeem na te laten kijken.
Het verklikkerlampje kan ook gaan
branden in het geval van een te lage
bandenspanning. Controleer van alle
banden de bandenspanning.
Houd als het ESP is ingeschakeld in een
bocht het stuurwiel altijd in de gewenste
richting en stuur niet tegen.
Het ESP-
systeem grijpt automatisch
Page 112 of 268
11 0
Trekken van een aanhanger
Gebruik daarom een zo hoog mogelijke
versnelling om het toerental te beperken en
pas uw snelheid aan.
Let in elk geval goed op de aanwijzing van
de koelvloeistoftemperatuurmeter.
Banden
Controleer de bandenspanning van
de auto (zie rubriek 8 in het gedeelte
"Identificatie") en de aanhanger en breng
deze indien nodig op de juiste waarde.
Trekhaak
Wij raden u aan gebruik te maken van
originele PEUGEOT-trekhaken en hun
kabelset, die tijdens de ontwikkeling
van uw auto uitgebreid zijn getest en
gehomologeerd en de montage hiervan toe
te vertrouwen aan het PEUGEOT-netwerk.
In geval van montage buiten het PEUGEOT-
netwerk, moet deze montage worden
uitgevoerd met gebruikmaking van de
voorbereide geïntegreerde elektrische
voorzieningen aan de achterzijde van
de auto en de voorschriften van de
constructeur.
Conform de algemene voorschriften die
hierboven zijn vermeld, attenderen wij u
op het risico dat het monteren van een
trekhaak of elektrisch accessoire zonder
artikelnummer van PEUGEOT met zich
meebrengt. Hierdoor kunnen storingen in het
elektrisch systeem van uw auto ontstaan.
Raadpleeg eerst de fabrikant. Als het verklikkerlampje van
de koelvloeistoftemperatuur
gaat branden, stop dan zo snel
mogelijk en zet de motor af.
Gebruiksvoorschrift
Onder zeer zware gebruiksomstandigheden
(het trekken van het maximale
aanhangergewicht op een steile helling bij
hoge temperatuur) wordt de airconditioning
automatisch uitgeschakeld, zodat de prestaties
van de motor weer kunnen worden verhoogd.
Zie in de rubriek 6 het gedeelte
"Niveaus".
Remmen
Het trekken van een aanhanger vergroot de
remweg. Rijd met matige snelheid, schakel
tijdig terug, rem geleidelijk.
Zijwind
De zijwindgevoeligheid van de auto is groter.
Rijd daarom soepel en met matige snelheid.
ABS/ESP
Het ABS of ESP werkt uitsluitend op de auto
en niet op de aanhanger.
Parkeerhulp achter
Bij het trekken van een aanhanger is de
parkeerhulp uitgeschakeld.
Page 126 of 268
124
Wiel repareren
BANDENREPARATIESET
De bandenreparatieset bevindt zich links
achter in de auto.
De set voor voorlopige bandenreparatie
bestaat uit een compressor en een flacon
(dat een afdichtmiddel bevat).
Gebruik van de set
- zet het contact af,
- plak de sticker met de snelheidslimiet op
het stuurwiel om u er aan te herinneren
dat u met een tijdelijk gerepareerd wiel
rijdt.
- controleer of de schakelaar A
in de
stand "0"
staat.
- sluit de slang van de flacon 1
aan op het
ventiel van de lekke band,
- sluit de stekker van de compressor aan
op de 12V-aansluiting van de auto,
- start de motor en laat deze draaien,
- activeer de compressor door op de
schakelaar A
in de stand "1"
te drukken
tot de bandenspanning 2,0 bar bedraagt.
klkjlk te drukken tot de bandenspanning
2,0 bar bedraagt
,
- verwijder de compressor, maak de
flacon los en berg deze op in een
lekvrije tas zodat de vloeistof geen
vlekken achterlaat in uw auto.
- rijd onmiddellijk ongeveer drie kilometer
met beperkte snelheid (tussen 20 en
60 km/u), zodat het afdichtingsproduct
het lek kan dichten,
- zet de auto stil en controleer de
reparatie en de bandenspanning,
Auto's die voorzien zijn van een
bandenreparatieset hebben geen
reservewiel, noch gereedschap (krik,
slinger, ...). Als deze spanning na ongeveer vijf tot
tien minuten niet bereikt kan worden,
kan de band niet worden gerepareerd;
raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats om u te helpen.
Page 127 of 268
Wiel repareren
SNEL WEER OP WE
G
7
Let op: de flacon met vloeistof bevat
ethyleenglycol, dit middel is schadelijk
bij inname en irriterend voor de ogen.
Houd het middel buiten bereik van kinderen.
De uiterste gebruiksdatum van de vloeistof
staat vermeld op de flacon.
De flacon is voor eenmalig gebruik; eenmaal
geopend moet de flacon vervangen worden.
Werp de flacon na gebruik niet weg, maar
lever deze in bij het PEUGEOT-netwerk of
een officieel inzamelpunt.
Vergeet niet een nieuwe flacon met
afdichtingsproduct aan te schaffen,
verkrijgbaar bij het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
- breng de band op de voorgeschreven
spanning met behulp van de compressor
(op spanning brengen: schakelaar A
in
de stand " 1
" ; spanning verminderen:
schakelaar A
in de stand " 0
" en
knop B
indrukken), zoals vermeld
op de bandenspanningssticker (op
de portierstijl aan bestuurderszijde);
vergeet vervolgens niet te controleren
of het lek goed is gedicht (geen lagere
bandenspanning na enkele kilometers),
- verwijder de compressor en berg de
complete set op,
- rijd met matige snelheid (maximaal
80 km/u) over een afstand van maximaal
ongeveer 200 km,
- neem zo snel mogelijk contact op
met het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats om de band
door een technicus te laten repareren of
te laten vervangen.
- sluit de slang van de compressor direct
aan op het ventiel van de gerepareerde
band,
- sluit de stekker van de compressor
opnieuw aan op de 12V-aansluiting van
de auto,
- start de motor opnieuw en laat deze
draaien,
Page 132 of 268
130
Sneeuwscherm
AFNEEMBAAR SNEEUWSCHERM
Afhankelijk van het land van bestemming
wordt het afneembare sneeuwscherm op
het onderste gedeelte van de voorbumper
geplaatst om een opeenhoping van sneeuw
bij de koelventilateur van de radiateur te
voorkomen.
PLAATSEN
- Breng het afneembare sneeuwscherm
aan in de richting van de centreerstift A
op de voorbumper.
- Zet het scherm vast door de vier hoeken
aan te drukken ter hoogte van de clips B .
Vergeet niet het sneeuwscherm te
verwijderen als de buitentemperatuur hoger
is dan 10°C (en er geen kans op sneeuw
meer is) of als de auto een aanhanger trekt.
VERWIJDEREN
- Steek een schroevendraaier in de
opening ter hoogte van de clips.
- Wip de vier clips B één voor één los.
6. MONTEREN VAN HETGEREPAREERDE WIEL
Het wiel dient op dezelfde manier te
worden gemonteerd als bij stap 5. Vergeet
bovendien niet de sierdop te monteren.
Zie in de rubriek 8 het gedeelte
"Identificatie" voor de plaats van de
sticker met informatie over de banden.
Het noodreservewiel is niet geschikt
voor het afleggen van lange afstanden,
laat zo snel mogelijk het aanhaalmoment
van de wielbouten en de bandenspanning
van het noodreservewiel door het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats controleren. Laat bovendien de
lekke band zo spoedig mogelijk repareren
en het oorspronkelijke wiel in de plaats
van het reservewiel monteren door het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Page 152 of 268
150
Identificatie
IDENTIFICATIE GEGEVENS
A. Constructeursplaatje
1 - Serienummer VF.
2 - Maximum technisch toegestane massa
totaal.
3 - Maximum toegestaan treingewicht.
4.1 - Maximum aslast vóór.
4.2 - Maximum aslast achter.
B. Serienummer op de carrosserie.
Gebruik het platte uiteinde van het sleepoog
om het klepje te openen.
C. Banden en kleurcode van de lak.
De sticker C op het voorportier geeft de
volgende informatie:
- de maat van de velgen en banden,
- de door de constructeur goedgekeurde
bandenmerken,
- de bandenspanning (deze moet
minstens eens per maand bij koude
banden gecontroleerd worden),
- de kleurcode van de lak.