Peugeot iOn 2015 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2015, Model line: iOn, Model: Peugeot iOn 2015Pages: 176, PDF Size: 5.36 MB
Page 91 of 176

89
Ion_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2014
Laad de tractiebatterij eens in de
14 dagen helemaal op; hiermee zorgt
u voor een optimale levensduur van
de tractiebatterij.
Volg de procedure voor normaal
laden om de batterij (via het gewone
lichtnet) helemaal op te laden tot
het systeem zichzelf automatisch
uitschakelt (laadstroomlampje op het
instrumentenpaneel uit).
Daarnaast dient u elke 3
maanden de
tractiebatterij vanaf een laadniveau
van maximaal 2
segmenten volledig
op te laden .Auto staat lange tijd stil
Laad de tractiebatterij eens in de
drie maanden helemaal op (normale
laadprocedure) als u de auto langere
tijd niet gebruikt.
Controleer eerst of de 12V-accu
aangesloten is en of deze niet leeg is.
Als dat wel het geval is, ga dan naar
het gedeelte "12V-accu" voor informatie
over het aansluiten en bijladen van
deze accu.
Bij een aanrijding of een schok tegen
de onderzijde van de auto (hoog trottoir,
paaltje, straatmeubilair, enz.), kan het
elektrische circuit of de tractiebatterij
beschadigd zijn geraakt. Laat uw
auto controleren door het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Raak nooit de 300V-componenten of de
oranje kabels aan.
Raak de vloeistof niet aan die
eventueel uit een ernstig beschadigde
tractiebatterij lekt.
Bij contact met de vloeistof moet u de
betrokken lichaamsdelen met ruim
water afspoelen en zo snel mogelijk een
arts raadplegen.
8
Praktische informatie
Page 92 of 176

90
Ion_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2014
Gebruik van een openbaar laadpunt voor normaal laden
Bepaalde openbare laadpunten zijn voorzien van een laadkabel.
Gebruik in dat geval de kabel van het laadpunt.
Er bestaan meerdere typen stopcontacten voor het opladen van uw auto.
Bekijk het onderstaande schema om te bepalen om welk stopcontact het gaat en pak de desbetreffende laadkabel alvorens de laadprocedure te starten.
Standaard stopcontact Stopcontact "mode 3 - Type 2"
Stopcontact "mode 3 - Type 3"
Kabel "mode 2"
(meegeleverd met de auto) Kabel "mode 3 - Type 2"
(verkrijgbaar als accessoire) Kabel "mode 3 - Type 3"
(verkrijgbaar als accessoire)
Praktische informatie
Page 93 of 176

91
Ion_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2014
Controleer of het snellaadapparaat met
de kabel geschikt is voor uw auto.F
D
ruk de borglip 4 opzij om de afdekkap te
openen.
F
C
ontroleer of er geen vuil of vreemde delen
in de stekkeraansluiting zitten.
Snelladen*
F Zet de selectiehendel in stand P en trek de parkeerrem stevig aan.
F
S
chakel alle verbruikers uit en zet het
contact van uw auto in de stand "LOCK" .
F
T
rek aan de hendel 3 aan de linkerzijde
onder de bestuurdersstoel om het klepje
van de snellaadaansluiting (linkerzijde van
de auto) te openen. Raak de metalen uiteinden van de
beide stekkers van de kabel niet aan.
Anders bestaat de kans op elektrocutie
en/of storingen door schade.F
S
luit de laadkabel op de aansluiting in de
auto aan volgens de gebruiksaanwijzing
van het snellaadapparaat.
* Volgens uitvoering.
8
Praktische informatie
Page 94 of 176

i
92
Ion_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2014
F Controleer of het laadstroomcontrolelampje op het
instrumentenpaneel constant brandt.
Het snelladen stopt automatisch
als de tractiebatterij voor ongeveer
80% geladen is. Begin de procedure
opnieuw als u de batterij tot 100%
wilt laden. Dit zal relatief gezien meer
tijd kosten: de snelheid van het laden
neemt af naarmate de tractiebatterij
voller wordt. Tijdens het snelladen kan de
airconditioning van de auto spontaan
gaan werken om de tractiebatterij te
koelen. Het is dan ook normaal dat
u het geluid van de ventilator in het
interieur hoort en dat er onder de auto
een plasje water ontstaat. Als de laadkabel op de aansluiting in
de auto is aangesloten, is het starten
van de motor om veiligheidsredenen
niet mogelijk.
Als u de motor toch probeert te starten,
zal de laadprocedure afgebroken
worden. U moet in dat geval de
stekker van de laadkabel losnemen en
opnieuw op de auto aansluiten om het
laden te hervatten.Als de buitenluchttemperatuur lager
is dan 0°C, duurt het laden mogelijk
langer dan normaal.
Als de buitenluchttemperatuur lager
is dan -25°C, is het laden wellicht niet
mogelijk.
Als dat niet het geval is, wordt er niet
geladen; volg de gebruiksaanwijzing van het
snellaadapparaat. Als het laadstroomcontrolelampje op het
instrumentenpaneel uitgaat, is het laden
voltooid.
F
M
aak de laadkabel los volgens
de gebruiksaanwijzing van het
snellaadapparaat.
F
S
luit de afdekkap van de stekkeraansluiting
in de auto en sluit dan het klepje.
Controleer na het laden altijd of
de afdekkap en het klepje van het
laadsysteem goed dicht zitten.
Let er goed op dat er geen stof of
water in de stekkeraansluiting op de
auto of de aansluiting van de kabel
terechtkomt, aangezien anders kans
bestaat op brand of elektrocutie.
Auto staat lange tijd stil
Laad de tractiebatterij eens in de
drie maanden helemaal op (normale
laadprocedure) als u de auto langere
tijd niet gebruikt.
Controleer eerst of de 12V-accu
aangesloten is en of deze niet leeg is.
Als dat wel het geval is, ga dan naar
het gedeelte "12V-accu" voor informatie
over het aansluiten en bijladen van
deze accu.
Praktische informatie
Page 95 of 176

93
Ion_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2014
12V- ac c u
Alle elektrische componenten van de auto
(met uitzondering van de elektromotor, de
verwarming en de airconditioning) worden door
een 12V-accu gevoed.
Deze accu bevindt zich in de ruimte onder
de voorklep en wordt door de tractiebatterij
geladen als de elektromotor werkt (lampje
"Ready" op het instrumentenpaneel) en tijdens
het opladen.Als de 12V-accu leeg is, kan de
elektromotor niet meer worden
ingeschakeld en wordt de tractiebatterij
niet meer bijgeladen. F
O
ntgrendel de voorklep met de hendel in
het interieur, maak de veiligheidshaak los
en open de klep.
F
P
laats de steun in een van de gaten om de
voorklep open te houden.
F
D
raai de moer 1 los.
F
V
erwijder de afdekplaat van de accu om bij
de klemmen te komen.Toegang tot de accu
Wij raden af om de accukabels los te
nemen.
Echter, als de auto langdurig (meer
dan een maand) wordt stilgezet, is het
vooral in de winter beter om de accu uit
de auto te nemen en deze vorstvrij op
te slaan.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats om
de elektronische regeleenheid te laten
resetten.
8
Praktische informatie
Page 96 of 176

94
Ion_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2014
F Ver wijder het afdekkapje van de (+) klem.F
S
luit de rode kabel op de (+) klem van de
lege accu A aan en dan op de (+) klem van
de hulpaccu B .
Starten met een hulpaccu
F Sluit de groene of zwarte kabel aan op de
(–) klem van de hulpaccu B .
F
S
luit het andere uiteinde van de groene of
zwarte kabel aan op het massapunt C in
uw auto.
Controleer of het elektrolyt niet
bevroren is.
Controleer het elektrolytniveau en vul
dit bij met gedestilleerd water indien
noodzakelijk (raadpleeg de paragraaf
"Niveaus controleren" in dit boekje).
Controleer of de hulpaccu wel een
12V- ac c u is.
Praktische informatie
Page 97 of 176

95
Ion_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2014
Accu laden met een
acculader
F Start de auto met de hulpaccu en wacht enkele minuten.
F
Z
et het contact van uw auto aan en wacht
tot het lampje "Ready" gaat branden.
F
N
eem de kabels in de omgekeerde
volgorde los.
F
P
laats de afdekplaat van de accu terug en
draai de moer vast.
Als het verklikkerlampje "Ready" niet gaat
branden:
F
L
aat de kabels aangesloten.
F
Z
et het contact van uw auto in de stand
" LOCK ".
F
L
aad de tractiebatterij via de normale
laadprocedure op (raadpleeg de paragraaf
"Tractiebatterij opladen").
F
A
ls het laadstroomcontrolelampje op het
instrumentenpaneel constant brandt, kunt
u de kabels losnemen.
F
W
acht nog minstens één uur.
F
Z
et het contact van uw auto aan tot het
lampje "Ready" brandt.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als het probleem
blijft bestaan. F
V erwijder de afdekplaat van de accu.
Controleer of het elektrolyt niet
bevroren is.
Controleer het elektrolytniveau en vul
dit bij met gedestilleerd water indien
noodzakelijk (raadpleeg de paragraaf
"Niveaus controleren"). F
D
raai de moer 1 los en til de beugel op.
8
Praktische informatie
Page 98 of 176

96
Ion_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2014
Laad de accu nooit bij zonder de
accukabels los te nemen en de accu uit
de ruimte onder de voorklep te halen.
Neem de accukabels niet los als het
verklikkerlampje "Ready" brandt en ook
niet als de tractiebatterij geladen wordt.
Vóór het losnemen van de
kabels
Wacht 2 minuten na het afzetten van
h et contact alvorens de accukabels los
te nemen. Accu's bevatten giftige stoffen zoals
lood en zwavelzuur en mogen nooit
bij het gewone afval gezet worden.
Lever oude accu's daarom altijd in bij
een erkend bedrijf dat accu's op een
milieuverantwoorde wijze afvoert.
F
N
eem de minkabel (–) van de accu los.
F
V
erwijder het afdekkapje 2
van de (+) klem.
F
D
raai de moer 3
los.
F
N
eem de pluskabel (+) van de accu los.
F
V
erwijder de accu.
F
L
aad de accu op volgens de instructies van
de fabrikant van de acculader.
F
P
laats de accu in de auto en sluit de kabels
aan, te beginnen met de pluskabel (+).
Na het aansluiten van de
kabels
Zet na het aansluiten van de kabels
het contact aan en wacht één minuut
voordat u start zodat de elektronische
systemen gereset kunnen worden.
Als er zich na deze handelingen toch
nog problemen voordoen, raadpleeg
dan het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Vergeet niet de radio zelf opnieuw
in te stellen, raadpleeg daarvoor het
desbetreffende hoofdstuk.
Controleer of de accupolen en de klemmen
schoon zijn. Als dat niet het geval is (witte of
groene aanslag, roest) maak dan de kabels los
en maak de polen en de klemmen goed schoon.
Praktische informatie
Page 99 of 176

97
Ion_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2014
Deze set bevindt zich in het opbergvak aan de
rechterzijde onder de achterbank.
Om bij de set te komen moet u de zitting van de
achterbank verwijderen. De complete set bestaat uit een compressor
en een flacon met afdichtmiddel. Hiermee
kunt u de band tijdelijk repareren, zodat u de
dichtstbijzijnde garage kunt bereiken.
Met deze reparatieset kunnen de meeste lekke
banden worden gerepareerd, als het lek zich in
het loopvlak of de hiel van de band bevindt.
Bandenreparatieset
Toegang tot de set
Zitting van achterbank
verwijderen
F Trek de bediening A naar voren om de zitting los te trekken.
Metalen afdekplaat verwijderen
F Draai de vier vleugelmoeren los.
F V erwijder de metalen afdekplaat.
U kunt nu bij de reparatieset.
F
T
il de zitting aan de voorzijde op en kantel
deze omhoog.
8
Praktische informatie
Page 100 of 176

98
Ion_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2014
1. 12V-compressor met een manometer voor het meten en corrigeren van de
bandenspanning.
Samenstelling bandenreparatieset
2. Flacon met afdichtmiddel voor tijdelijke reparatie van de band.
3.
S
lang voor het injecteren van
afdichtmiddel.
4.
S
lang voor het aanzuigen van
afdichtmiddel, indien noodzakelijk.
5.
Z
akje met reserveventiel, een
ventieltrekker en een sticker met een
snelheidslimiet.
De sticker met de snelheidslimiet moet
op het stuur wiel worden geplakt om u
te herinneren aan het feit dat de band
tijdelijk is gerepareerd.
Rijd na het repareren met behulp van
de bandenreparatieset niet sneller dan
80
km/h.
Zitting van achterbank
terugplaatsen
F Breng de metalen afdekplaat weer op zijn plaats.
F
D
raai de vier vleugelmoeren vast.
F
S
teek de metalen haken in de rugleuning
van de achterbank.
F
K
antel de zitting omlaag en druk deze in de
vergrendeling.
Let er bij het terugplaatsen van de
zitting op dat de veiligheidsgordels niet
klem komen te zitten.
Praktische informatie