air condition Peugeot iOn 2015 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2015, Model line: iOn, Model: Peugeot iOn 2015Pages: 176, PDF Size: 5.36 MB
Page 47 of 176

45
Ion_nl_Chap03_confort_ed01-2014
Schakel, zodra de omstandigheden
het toelaten, de achterruit- en
buitenspiegelverwarming uit, omdat een
geringer stroomverbruik de actieradius
van de auto vergroot.
Ontwasemen -
Ontdooien vóórAchterruitverwarmingDe achterruitver warming kan worden ingeschakeld met de toets op het buitenste gedeelte van de
middenconsole.
F
D
ruk op deze toets om de
achterruit en de buitenspiegels
(afhankelijk van de uitvoering) te
ontwasemen. Het controlelampje
van de toets gaat branden.
Zet de knop van de luchtverdeling in
deze stand.
AAN
UIT
De achterruitverwarming wordt automatisch
uitgeschakeld om onnodig stroomverbruik te
voorkomen.
F
U k
unt de achterruitver warming ook eerder
uitschakelen door nogmaals op de toets te
drukken. Het controlelampje van de toets
gaat uit.
Voor snel ontwasemen/ontdooien van
de voorruit en de zijruiten kunt u ook de
toets " MAX" indrukken.
De stand "Toevoer van buitenlucht" wordt
geselecteerd (verklikkerlampje uit) en,
volgens uitvoering, wordt de airconditioning
ingeschakeld (verklikkerlampje brandt).
Zet de knop van de
temperatuurregeling tussen
"●"
en
" H ".
Zet de knop van de
luchtopbrengstregeling
in de gewenste stand.
De ontwaseming/ontdooiing van de voorruit
en de zijruiten kan worden gebruikt zodra het
verklikkerlampje "Ready" brandt.
De achterruitverwarming werkt uitsluitend
zodra het controlelampje "Ready" brandt.
3
Comfort
Page 94 of 176

i
92
Ion_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2014
F Controleer of het laadstroomcontrolelampje op het
instrumentenpaneel constant brandt.
Het snelladen stopt automatisch
als de tractiebatterij voor ongeveer
80% geladen is. Begin de procedure
opnieuw als u de batterij tot 100%
wilt laden. Dit zal relatief gezien meer
tijd kosten: de snelheid van het laden
neemt af naarmate de tractiebatterij
voller wordt. Tijdens het snelladen kan de
airconditioning van de auto spontaan
gaan werken om de tractiebatterij te
koelen. Het is dan ook normaal dat
u het geluid van de ventilator in het
interieur hoort en dat er onder de auto
een plasje water ontstaat. Als de laadkabel op de aansluiting in
de auto is aangesloten, is het starten
van de motor om veiligheidsredenen
niet mogelijk.
Als u de motor toch probeert te starten,
zal de laadprocedure afgebroken
worden. U moet in dat geval de
stekker van de laadkabel losnemen en
opnieuw op de auto aansluiten om het
laden te hervatten.Als de buitenluchttemperatuur lager
is dan 0°C, duurt het laden mogelijk
langer dan normaal.
Als de buitenluchttemperatuur lager
is dan -25°C, is het laden wellicht niet
mogelijk.
Als dat niet het geval is, wordt er niet
geladen; volg de gebruiksaanwijzing van het
snellaadapparaat. Als het laadstroomcontrolelampje op het
instrumentenpaneel uitgaat, is het laden
voltooid.
F
M
aak de laadkabel los volgens
de gebruiksaanwijzing van het
snellaadapparaat.
F
S
luit de afdekkap van de stekkeraansluiting
in de auto en sluit dan het klepje.
Controleer na het laden altijd of
de afdekkap en het klepje van het
laadsysteem goed dicht zitten.
Let er goed op dat er geen stof of
water in de stekkeraansluiting op de
auto of de aansluiting van de kabel
terechtkomt, aangezien anders kans
bestaat op brand of elektrocutie.
Auto staat lange tijd stil
Laad de tractiebatterij eens in de
drie maanden helemaal op (normale
laadprocedure) als u de auto langere
tijd niet gebruikt.
Controleer eerst of de 12V-accu
aangesloten is en of deze niet leeg is.
Als dat wel het geval is, ga dan naar
het gedeelte "12V-accu" voor informatie
over het aansluiten en bijladen van
deze accu.
Praktische informatie
Page 95 of 176

93
Ion_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2014
12V- ac c u
Alle elektrische componenten van de auto
(met uitzondering van de elektromotor, de
verwarming en de airconditioning) worden door
een 12V-accu gevoed.
Deze accu bevindt zich in de ruimte onder
de voorklep en wordt door de tractiebatterij
geladen als de elektromotor werkt (lampje
"Ready" op het instrumentenpaneel) en tijdens
het opladen.Als de 12V-accu leeg is, kan de
elektromotor niet meer worden
ingeschakeld en wordt de tractiebatterij
niet meer bijgeladen. F
O
ntgrendel de voorklep met de hendel in
het interieur, maak de veiligheidshaak los
en open de klep.
F
P
laats de steun in een van de gaten om de
voorklep open te houden.
F
D
raai de moer 1 los.
F
V
erwijder de afdekplaat van de accu om bij
de klemmen te komen.Toegang tot de accu
Wij raden af om de accukabels los te
nemen.
Echter, als de auto langdurig (meer
dan een maand) wordt stilgezet, is het
vooral in de winter beter om de accu uit
de auto te nemen en deze vorstvrij op
te slaan.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats om
de elektronische regeleenheid te laten
resetten.
8
Praktische informatie
Page 117 of 176

115
Ion_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2014
Zekeringen dashboard
De zekeringkast bevindt zich in het onderste
deel van het dashboard aan de linkerzijde.Zekering Ampère
Functies
1 7, 5
A
Parkeerlichten vóór en linksachter.
2 15
A
12V-aansluiting.
3 -Niet gebruikt.
4 7, 5
A
Startmotor.
5 20 A
Audio-installatie.
6 -Niet gebruikt.
7 7, 5 A
Boorduitrusting, parkeerlichten vóór en rechtsachter.
8 7, 5
AElektrisch bediende buitenspiegels.
9 7, 5
ASupervisor.
10 7, 5
AAirconditioning.
11 10
AMistachterlicht.
12 15
ACentrale vergrendeling.
13 10
APlafonnier.
8
Praktische informatie
Page 130 of 176

128
Ion_nl_Chap09_verifications_ed01-2014
ControlesControleer, tenzij anders aangegeven, de onderdelen aan de hand van het onderhoudsschema van de fabrikant.
Laat anders de controles uitvoeren door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Interieurfilter
Laat het filter periodiek vervangen
volgens de in het onderhoudsschema
van de fabrikant aangegeven
intervallen.
De slijtage van de remblokken is
sterk afhankelijk van de rijstijl, vooral
bij stadsverkeer en veel korte ritten.
Hierdoor kan het noodzakelijk blijken
om de remblokken vaker, tussen
twee onderhoudscontroles door, te
laten controleren.
Remblokken
Gebruik uitsluitend door PEUGEOT
aanbevolen producten of gelijkwaardige
kwaliteitsproducten.
Om de werking van belangrijke organen
als het remsysteem te optimaliseren,
selecteert en biedt PEUGEOT
specifieke producten aan.
Handrem
Als de handrem een te grote slag
heeft of als het systeem minder goed
werkt, moet de handrem zelfs tussen
twee onderhoudscontroles door
worden afgesteld.
Staat van remschijven /
remtrommels
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats voor
informatie over het controleren van
de slijtage van de remschijven en/of
remtrommels.
Laat het systeem controleren door het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Als het remsysteem vrij is van lekkages, duidt
een te laag remvloeistofniveau erop dat de
remblokken versleten zijn. Als de omgeving (veel stof...) en het gebruik
(veel stadsverkeer...) daartoe aanleiding
geven, moet het filter twee keer zo vaak
vervangen worden
.
Een verstopt interieur filter kan de prestaties
van de airconditioning verstoren en
onaangename geuren veroorzaken.
Onderhoud
Page 163 of 176

161
Ion_nl_Chap12_recherche-visuelle_ed01-2014
Ruitbediening 29
Zekeringen dashboard
1
14-116
Ventilatie
4
0-41
Verwarming
42- 44
Airconditioning
4
2- 44
Ontwasemen/
ontdooien vóór
4
5
Achterruitverwarming
45
12V-aansluiting
38
Handbediende parkeerrem
4
8
Binnenspiegel
36
Peugeot Connect USB
3
9 Ontgrendeling voorklep
1
23
Cockpit
Openen klepjes laadsystemen 30 Audio-installatie
136-158
Selectiehendel
49-50
.
Visuele index
Page 166 of 176

164
Ion_nl_Chap13_index-alpha_ed01-2014
12V- ac c u ............................................... 93, 126
Aansluiting 12V ....................................... 37,
38
ABS
........
....................................................... 62
ABS met elektronische remdrukregelaar
..... 62
A
ccessoires ................................................. 120
Achtercompartiment
................................... 125
Achterlichten
............................................... 111
Achterruitverwarming
...................................45
Achteruitrijlicht
............................................ 112
Actieradius
.............................................. 20, 23
Afmetingen
.................................................. 13
1
Afstandsbediening
.................................. 24, 26
Airbags
.......................................................... 68
Airbags vóór
...............................
.............68, 71
Airconditioning
...............................
...41 , 42 , 44
Alarmknipperlichten
...................................... 56
Antiblokkeersysteem (ABS)
.......................... 62
A
ntispinregeling (ASR)
.................................64
Automatisch branden remlichten
..................56
Automatisch inschakelen verlichting
............53
Automatisch uitschakelen van de verlichting .....53
Autoradio
..................................................... 13 5CD MP3
................................................
140 -142
CD-/MP3 -speler
.................................
141, 142
Claxon
...........................................................
57
Controlepaneel
............................................. 87
C
ontroles
.............................................
124, 128
Derde remlicht
............................................. 11
3
Detectie te lage bandenspanning
..... 16,
23
, 58
Dimlicht
....................................................... 11
0
Dimmer dashboardverlichting
.................
20, 21
Display
....................................................
20, 21
Elektromotor ................................................
129
Elektronische remdrukregelaar (REF) .........62
Elektronische startblokkering
.................25, 26
Elektronisch stabiliteitsprogramma (ESP)
.....64
ESP/ASR
....................................................... 64
Gewichten
................................................... 13 0
Grootlicht
..................................................... 109
A
B
C
D
Banden .......................................................... 58
Bandenreparatieset ...................................... 97
Bandenspanning
................................... 58, 132
Bandenspanningscontrole (met set)
.............97
Bandenspanning te laag (detectie)
............... 58
B
ekerhouder
................................................. 37
Binnenspiegel
............................................... 36
Blokkering ruitbediening passagierszijde en achter
.......................... 29
B
luetooth (handsfree set)
........................... 14
6
Buitenspiegels ............................................... 35
E
G
Handrem ............................................... 48, 128
Handsfree set .............................................. 146
Hoofdsteunen
........................................... 31- 33
Hoofdsteunen verstellen
...............................31
Hulpoproep
................................... 57,
13 3, 13 4
H
Identificatiegegevens ..................................132
Identificatie (stickers) .................................. 13
2
Indeling interieur
........................................... 37
Inklappen/uitklappen buitenspiegels
............35
Instrumentenpaneel
........................................ 9
In
terieurfilter
................................................ 128
Interieurfilter (vervangen)
...........................128
ISOFIX (bevestigingen) ...........................81- 83
ISOFIX kinderzitjes
................................. 81- 83
Kentekenplaatverlichting
............................ 11
3
Kilometerteller
............................................... 20
K
inderbeveiliging
.................................... 83, 84
Kinderen
............................................ 79, 81 , 83
Kinderzitjes
.................................. 7
2 -74, 78, 79
Kinderzitjes (conventioneel)
.........................78
Klimaatregeling
....................................... 41, 42
Kofferdeksel sluiten
...................................... 28
Koplampen
...............................
...................10 6
Koplampverstelling
....................................... 53
Kri
k
.............................................................. 101
I
K
Index