airbag Peugeot Partner 2011 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2011, Model line: Partner, Model: Peugeot Partner 2011Pages: 200, PDF Size: 6.5 MB
Page 96 of 200
94
Kinderen aan boord
ALGEMENE INFORMATIE
MET BETREKKING TOT
KINDERZITJES
Hoewel PEUGEOT bij het ontwerp van
uw auto veel aandacht heeft besteed
aan veiligheidsvoorzieningen voor uw
kinderen, is hun veiligheid natuurlijk
ook afhankelijk van uzelf.
Volg voor een optimale veiligheid de
volgende adviezen op:
- kinderen jonger dan 12 jaar
of kleiner dan 1,50 meter
dienen in goedgekeurde,
aan het lichaamsgewicht
aangepaste kinderzitjes op met
veiligheidsgordels of
ISOFIX-bevestigingen uitgeruste
plaatsen te worden vervoerd,
- de veiligste plaats voor het
vervoeren van een kind is volgens
de statistieken een plaats op de
achterbank van uw auto,
- kinderen tot 9 kg moeten zowel
voor- als achterin met de rug in de
rijrichting worden vervoerd,
- een kind mag nooit op de schoot
van een passagier worden
vervoerd.
KINDERZITJE VÓÓR
“Met de rug in de rijrichting”
Aanbevolen op de zitplaatsen achter
tot 2 jaar.
Wanneer een kinderzitje met de rug
in de rijrichting op de passagiersstoel
vóór wordt geplaatst, moet de airbag
aan passagierszijde zijn uitgeschakeld.
Anders kan het kind bij het afgaan van
de airbag levensgevaarlijk gewond
raken.
“Met het gezicht in de rijrichting”
Aanbevolen op de zitplaatsen achter
vanaf 2 jaar.
Wanneer een kinderzitje met
het gezicht in de rijrichting op de
passagiersstoel vóór wordt geplaatst,
mag de airbag aan passagierszijde niet
worden uitgeschakeld.
De regels voor het vervoeren
van kinderen zijn per land
verschillend. Raadpleeg hiervoor de wetgeving in uw land.
Raadpleeg de lijst met de voor uw
land goedgekeurde kinderzitjes.
De aanwezigheid van
ISOFIX-bevestigingen,
achterzitplaatsen en een
(uitschakelbare) passagiersairbag is
afhankelijk van de uitvoering.
Page 97 of 200
95
VEILIGHEID
4
Kinderen aan boord
Zie rubriek 4, gedeelte “Airbags”.
De procedure voor kinderzitjes
en de functie uitschakelen van de
airbag aan passagierszijde zijn
gelijk voor het hele
PEUGEOT-gamma.
Als de airbag aan passagierszijde
niet kan worden uitgeschakeld, is het
absoluut verboden een kinderzitje
“met de rug in de rijrichting” op de
zitplaatsen voor te bevestigen.
DOOR PEUGEOT AANBEVOLEN UNIVERSELE KINDERZITJES
PEUGEOT levert een complete reeks kinderzitjes met een artikelnummer van
Peugeot die met een driepunts veiligheidsgordel
kunnen worden vastgemaakt:
Groep 0: vanaf de geboorte tot 10 kg
Groep 0+: vanaf de geboorte tot 13 kg
L1
"RÖMER Baby-Safe Plus"
Wordt met de rug in de rijrichting geplaatst.
Groep 1, 2 en 3: van 9 tot 36 kg
L2
"KIDDY Life"
Het gebruik van de gordelbeschermer is verplicht voor het vervoeren van jonge kinderen (van 9 tot 18 kg).
Groep 2 en 3: van 15 tot 36 kg
L3
"RECAROStart".
L4
"KLIPPAN Optima"
Vanaf 6 jaar (ongeveer 22 kg):gebruik alleen dezitverhoging.
Page 99 of 200
97
VEILIGHEI
D
4
Kinderen aan boord
ADVIEZEN VOOR
KINDERZITJES
De onjuiste bevestiging van eenkinderzitje brengt de veiligheid van
het kind in gevaar in geval van een
botsing.
Zor
g ervoor dat de veiligheidsgordels
of het tuigje van het kinderzitje, zelfs bij korte ritten, worden vastgemaakt
waarbij de spelingten opzichte vanhet lichaam van het kind zoveelmogelijk moet worden beperkt .
Zor
g er voor een optimale bevestigingvan het kinderzitje "met het gezicht in
de rijrichting" voor dat de rugleuning
van het zitje tegen de rugleuning van de stoel van de auto aandrukt en dat
de hoofdsteun geen belemmering
vormt.
Als de hoo
fdsteun verwijderd moet
worden, berg deze dan zorgvuldig op om te voorkomen dat de hoofdsteun
door de auto vliegt bij krachtigafremmen.
Kinderen
jonger dan 10 jaar
mogen niet met het gezicht in de
rijrichting op de passagiersstoel voor
worden vervoerd, behalve als de
achterzitplaatsen al bezet zijn door andere kinderen of als de achterbank
niet bruikbaar, neergeklapt of niet
aanwezig is.
Schakel de airba
g aan passagierszijde
uit zodra een kinderzitje met de rug in de rijrichting op de voorstoel wordt geplaatst.
Het kind kan anders bi
j het afgaan van
de airbag levensgevaarlijk gewond
r
aken.
Laat uit veiligheidsoverwegingen:
-
geen kinderen zonder toezichtachter in een auto,
- n
ooit een kind of een dier in eenauto achter wanneer alle ruiten gesloten zijn en de auto in de zon
staat,
-
de sleutels nooit binnen bereik vande kinderen achter in de auto.
Gebruik de kindersloten om te
voorkomen dat de portieren per
ongeluk worden geopend.
Zor
g er voor dat de achterzijruitenniet verder dan voor 1/3 deel wordengeopend.
Plaats zonneschermen om uw jongekinderen tegen de zon te beschermen.
Plaatsen van een stoelverhoger
Het bovenste gedeelte van de
veiligheidsgordel moet over de schouder van het kind liggen zonder de hals te raken.
Controleer of de heup
gordel goed over
de bovenbenen van het kind ligt.
PE
UGEOT beveelt aan eenstoelverhoger met rugleuning
te gebruiken voorzien van eengordelgeleider ter hoogte van deschouder.
Page 102 of 200
100
Uitrusting
Inbraakalarm, graveren
van ruiten, verbanddoos,
veiligheidsvest, parkeerhulp
achter, gevarendriehoek,
slotbouten voor lichtmetalen
wielen...
Stoelhoezen geschikt voor
voorstoelen met zij-airbags,
passagiersbank, rubber
mat, moquettestoffen mat,
sneeuwkettingen, zonnescherm,
fi etsendrager op achterklep,...
Autoradio's, handsfree-sets,
luidsprekers, CD-wisselaar,
navigatiesysteem USB-box,
Videoset, ... Om te voorkomen dat de werking van
de pedalen wordt gehinderd:
- controleer of de mat goed op zijn
plaats ligt en goed bevestigd is,
- gebruik nooit meer dan één mat per
plaats.
Voordat nieuwe audio- en/of
telematica-apparatuur wordt
gemonteerd, moet aan de hand
van de specifi caties altijd worden
gecontroleerd of deze kan
worden gecombineerd met de
standaarduitrusting van de auto en of
het elektrische systeem van de auto er
niet door wordt overbelast. Raadpleeg
eerst het PEUGEOT-netwerk.
Maximaal toegestaan gewicht op
dakdragers
- Imperiaal: 120 Kg.
- Dwarsstangen op het dak: 100 Kg.
- Dwarsstangen op in lengte
gemonteerde dakstangen: 75 Kg.
Monteren van zenders voor
radiocommunicatie
Alvorens achteraf een zender voor
radiocommunicatie in te bouwen met
externe antenne op uw auto, adviseren
wij u contact op te nemen met een
vertegenwoordiger van het merk
PEUGEOT.
Het PEUGEOT-netwerk zal u
informeren over de gegevens van
de zenders (frequentie, maximum
vermogen, stand antenne, specifi eke
montagevoorschriften) die kunnen
worden gemonteerd, conform
de Richtlijn Elektromagnetische
compatibiliteit automobielen
(2004/104/CE).
Spatlappen vóór, spatlappen
achter, 15/17 inch lichtmetalen
velgen, bekleding van
wielkasten, lederen stuurwiel, ...
Ruitensproeiervloeistof,
reinigings-/
onderhoudsmiddelen voor
interieur en exterieur, lampen, ...
Het monteren van elektrische
uitrustingen of accessoires die
niet onder een artikelnummer
in het assortiment van PEUGEOT
voorkomen, kan storingen in het
elektronische systeem van uw
auto veroorzaken. Houd rekening
met deze bijzonderheid en wij
raden u aan contact op te nemen
met een vertegenwoordiger van
het Merk om u te laten informeren
over het assortiment uitrustingen
en accessoires voorzien van een
artikelnummer.
Afhankelijk van het land van
bestemming is de aanwezigheid
van een veiligheidsvest, een
gevarendriehoek en een lampenset in
de auto verplicht.
Telematica-eenheid "Active Fleet
Data"
De telematica-eenheid die via het
"Full CAN"-netwerk rechtstreeks met
het hart van de auto verbonden is, is
onmiddellijk in staat om de volgende
informatie te geven:
- afgelegde afstand,
- nog af te leggen afstand voor de
volgende onderhoudsbeurt,
- waarschuwingen en storingen
(oliepeil, koelvloeistofniveau,
olietemperatuur,
koelvloeistoftemperatuur, enz...).
Fleetowners kunnen hiermee hun
bedrijfswagenpark beter volgen en
beheren.
Raadpleeg, afhankelijk van het
land, voor meer informatie het
PEUGEOT-netwerk.
Page 125 of 200
123
SNEL WEER OP WE
G
7
Zekering vervangen
ZEKERINGEN DASHBOARD
Kantel het deksel om bij de zekeringen
te komen. Zekering
F
Ampère
A
Functies
1 15 Ruitenwisser achter
2 - Vrij
3 5 Airbag
4 10 Airconditioning, diagnoseaansluiting, bediening
buitenspiegel, hoogteverstelling koplampen
5 30 Ruitbediening
6 30 Sloten
7 5 Plafonnier achter, kaartleeslamp vóór, dakconsole
8 20 Autoradio, display, waarschuwing lage
bandenspanning, alarm en sirene
9 30 12V-aansluiting voor en achter
10 15 Middenkolom
11 15 Contactslot (zwakstroom)
12 15 Regen- en lichtsensor, airbag
13 5 Instrumentenpaneel
14 15 Parkeerhulp, bediening automatische airconditioning,
handsfree set
15 30 Sloten
16 - Vrij
17 40 Achterrruit-/spiegelverwarming
Page 138 of 200
9.2
URGENCE-OPROEP OF ASSISTANCE-OPROEP
URGENCE-OPROEP
Druk in geval van nood langer dan 2 seconden op deze
toets. Het knipperen van het groene LED-lampje en een geluidssignaal bevestigen dat de oproep naar de helpdesk
PEUGEOT Urgence is gedaan * .
Door deze toets meteen o
pnieuw in te drukken, wordt de oproepgeannuleerd. Het groene LED-lampje dooft.
ASSISTANCE-OPROEP
Wanneer u uw auto buiten het PEUGEOT-netwerk hebt gekocht, raden
wij u aan de aanwezigheid van deze diensten bij het netwerk te latencontroleren en eventueel confi gureren. In een meertalig land kunt u het
systeem laten confi gureren in de offi ciële landstaal van uw voorkeur.
Bi
j het aanzetten van het contact, gaat het groene lampje 3 seconden branden. Dit duidt op een goede werking van hetsysteem.
Door deze toets meteen opnieuw in te drukken, wordt de aanvraag geannuleerd.
Dit wordt bevestigd door een gesproken bericht.
Druk lan
ger dan 2 seconden op deze toets voor het
aanvragen van hulp bij het stranden van de auto.
Een
gesproken bericht bevestigt dat de oproep is gedaan*.
WERKING VAN HET SYSTEEM Het groene LED-lampje blijft branden (zonder te knipperen) wanneer de
verbinding tot stand is gebracht. Aan het einde van het gesprek gaat het lampje uit.
Deze oproep wordt beheerd door de PEU
GEOT Urgence helpdesk die de
informatie over de lokalisatie van de auto ontvangt en een waarschuwingkan zenden naar de gekwalifi ceerde hulpdiensten. In landen waar de
helpdesk niet operationeel is of wanneer de lokalisatie uitdrukkelijk is geweigerd, wordt de oproep meteen doorgestuurd naar de hulpdiensten(11 2), zonder lokalisatie.
Wanneer de airbagcomputer een botsing hee
ft waargenomen,
wordt onafhankelijk van het eventueel afgaan van de airbags,
automatisch een noodoproep gedaan.
Het oran
je lampje knippert: er is een storingin het systeem.
Het oran
je lampje blijft branden: denoodbatterij moet vervangen worden.
Raadplee
g in beide gevallen het PEUGEOT- netwerk.
*
Deze dienst is afhankelijk van bepaalde voorwaarden en beschikbaarheid.
Raadplee
g het PEUGEOT-netwerk.
Page 195 of 200
137
Cockpit
WEGWIJZER
10
Binnenspiegel 78
Parkeer-/tolkaarten 78
Technologie aan boord Rubriek 9
- PC Sound
- PC Nav
Schakelaars
- centrale vergrendeling 24
- vergrendeling laadruimte 24
- elektrisch bedienbare ruiten 79
- alarmknipperlichten 80
Noodoproep of
hulpoproep Rubriek 9
Elektronisch bediende
versnellingsbak 38
Verwarming, ventilatie
- verwarming 57
- airconditioning 58
Automatische
airconditioning 59-60
Ontdooien/ontwasemen 61-62
"Grip control" 85-86
Plafonniers 70, 119
Indeling cabine 68-69
- dashboardkastje,
- dakconsole,
- console,
- zonneklep,
- fl essenhouder,
- tassenhouder,
- opbergvakken onder de stoelen,
- opbergvakjes.
Displays,
schermbericht 25, Rubriek 9
Klok instellen via display Rubriek 9
Uitschakelen
passagiersairbag 93
Page 196 of 200
138
Interieur
Binnenspiegel 78
Parkeer-/tolkaart 78
Plafonnier vóór 70
Gloeilampen plafonnier
vervangen 119
Reservewiel, krik, wiel
verwisselen,
gereedschap 112-116
Airbags vóór, zijairbags 90-93
Uitschakelen
passagiersairbag 93
Accu, laden, starten 111
Motorkapontgrendeling 102
Zekeringen trekhaakaansluiting,
carrosserieopbouw, plancher
cabine 124
Elektrisch verstelbare
voorstoelen, hoofdsteun 63-64
Multi-fl ex
bankPassagiersbank 65-66
Indeling stoelen, bank 67
Veiligheidsgordels 88-89
Accessoires 99
INTERIEUR
Plafonnier achter 70
Gloeilampen plafonnier
vervangen 119
Laadruimte 74-75
- sjorogen,
- laadschot bekleding,
-
Bekleding
- 12V-aansluiting,
- scheidingsraster of
scheidingswand,
- uitneembaar luik
Kinderzitjes 94-97
Handrem 80
Slepen, takelen, trekken 98, 127
Aanhangergewichten 133