dashboard Peugeot Partner Tepee 2010 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2010, Model line: Partner Tepee, Model: Peugeot Partner Tepee 2010Pages: 210, PDF Size: 7.16 MB
Page 22 of 210
![Peugeot Partner Tepee 2010 Handleiding (in Dutch) 26
Toegang tot de auto
CENTRALE VERGRENDELING Druk één keer op de
schakelaar om de complete
auto te vergrendelen, als alle
portieren zijn gesloten.
Druk nogmaals op de schakelaar om
de co Peugeot Partner Tepee 2010 Handleiding (in Dutch) 26
Toegang tot de auto
CENTRALE VERGRENDELING Druk één keer op de
schakelaar om de complete
auto te vergrendelen, als alle
portieren zijn gesloten.
Druk nogmaals op de schakelaar om
de co](/img/29/16139/w960_16139-21.png)
26
Toegang tot de auto
CENTRALE VERGRENDELING Druk één keer op de
schakelaar om de complete
auto te vergrendelen, als alle
portieren zijn gesloten.
Druk nogmaals op de schakelaar om
de complete auto te ontgrendelen.
De schakelaar werkt niet als de auto
van buitenaf is vergrendeld met de
afstandsbediening of met de sleutel in
het portierslot.
De portieren kunnen altijd van
binnenuit worden geopend.
Verklikkerlampje geopende portieren
Het lampje van de schakelaar:
- knippert als de portieren zijn
vergrendeld bij stilstaande auto en
afgezette motor,
- gaat branden als de portieren zijn vergrendeld en als het contact
wordt aangezet. Anti-overvalsysteem
Controleer als dit lampje
brandt of alle deuren van uw
auto goed zijn gesloten.
Vergrendeling tijdens het rijden
Dit systeem vergrendelt alle portieren
zodra sneller wordt gereden dan
ongeveer 10 km/h. U kunt dat horen
aan het kenmerkende geluid van
de centrale vergrendeling. Op het
middenpaneel van het dashboard gaat
het lampje van de schakelaar branden.
Als vervolgens een van de portieren
wordt geopend, worden alle portieren
weer ontgrendeld.
In het geval van een ernstige aanrijding
worden de portieren automatisch
ontgrendeld, zodat de hulpdiensten
de portieren van de auto van buitenaf
kunnen openen.
Activeren/deactiveren
van de functie
Houd bij aangezet contact
deze knop lang ingedrukt
om de functie te activeren of
deactiveren.
Page 23 of 210
![Peugeot Partner Tepee 2010 Handleiding (in Dutch) VOORDAT U GAAT RIJDEN
22
Cockpit
INSTRUMENTENPANEEL Displays
COCKPIT
Displays
De informatie die op het
instrumentenpaneel wordt weergegeven
hangt af van de uitrusting van de auto. Peugeot Partner Tepee 2010 Handleiding (in Dutch) VOORDAT U GAAT RIJDEN
22
Cockpit
INSTRUMENTENPANEEL Displays
COCKPIT
Displays
De informatie die op het
instrumentenpaneel wordt weergegeven
hangt af van de uitrusting van de auto.](/img/29/16139/w960_16139-22.png)
VOORDAT U GAAT RIJDEN
22
Cockpit
INSTRUMENTENPANEEL Displays
COCKPIT
Displays
De informatie die op het
instrumentenpaneel wordt weergegeven
hangt af van de uitrusting van de auto.
Klokken
1. Kilometer-/mijlenteller.
2. Display.
3. Brandstofniveaumeter,
koelvloeistoftemperatuurmeter.
4. Toerenteller.
5. Nulstelling dagteller/
onderhoudsindicator.
6. Dimmer dashboardverlichting. - Snelheidsbegrenzer/-regelaar.
- Afgelegde afstand in km/mijl.
- Onderhoudsindicator,
motorolieniveaumeter, kilometer-/
mijlenteller.
- W a t e r i n b r a n d s t o f fi l t e r .
- Voorgloeien diesel.
Page 28 of 210
![Peugeot Partner Tepee 2010 Handleiding (in Dutch) ABS
32
Cockpit
Verklikkerlampje status signaleert Oplossing - actie
Stuurbekrachtiging brandt. een storing in het systeem. De conventionele werking van de stuurinrichtin Peugeot Partner Tepee 2010 Handleiding (in Dutch) ABS
32
Cockpit
Verklikkerlampje status signaleert Oplossing - actie
Stuurbekrachtiging brandt. een storing in het systeem. De conventionele werking van de stuurinrichtin](/img/29/16139/w960_16139-27.png)
ABS
32
Cockpit
Verklikkerlampje status signaleert Oplossing - actie
Stuurbekrachtiging brandt. een storing in het systeem. De conventionele werking van de stuurinrichting,
zonder bekrachtiging, blijft behouden. Laat uw
auto controleren door het PEUGEOT-netwerk.
Geopend
portier brandt in
combinatie
met melding
op het display. een niet goed gesloten
portier.
Controleer of alle portieren goed zijn gesloten.
ABS blijft branden. een storing in het
antiblokkeersysteem. De conventionele werking van het remsysteem,
zonder bekrachtiging, blijft behouden.
Het PEUGEOT netwerk raadplegen.
ESP knippert.
een ingreep van de ASR of
het ESP. Dit systeem verdeelt de aandrijfkracht optimaal
over de wielen en verbetert zo de koersvastheid
van de auto. Zie in de rubriek 4 het gedeelte
"Veilig rijden".
blijft branden. een storing in het
systeem. Bijv.: een te lage
bandenspanning. Controleer de bandenspanning. Raadpleeg het
PEUGEOT-netwerk. (Wielsensor, hydraulisch
regelorgaan, ...).
blijft branden in
combinatie met het
verklikkerlampje
van de knop (op
het dashboard). dat het systeem is
uitgeschakeld op verzoek
van de bestuurder. Het systeem is uitgeschakeld en wordt
automatisch weer ingeschakeld zodra de
snelheid boven de 50 km/h komt of na het
indrukken van de knop (op het dashboard).
Page 34 of 210
![Peugeot Partner Tepee 2010 Handleiding (in Dutch) 38
Cockpit Nulstelling dagteller
Als u na deze handeling de accu
wilt loskoppelen, vergrendel
dan de auto en wacht minimaal
vijf minuten. Het resetten van de
onderhoudsindicator zal anders nie Peugeot Partner Tepee 2010 Handleiding (in Dutch) 38
Cockpit Nulstelling dagteller
Als u na deze handeling de accu
wilt loskoppelen, vergrendel
dan de auto en wacht minimaal
vijf minuten. Het resetten van de
onderhoudsindicator zal anders nie](/img/29/16139/w960_16139-33.png)
38
Cockpit Nulstelling dagteller
Als u na deze handeling de accu
wilt loskoppelen, vergrendel
dan de auto en wacht minimaal
vijf minuten. Het resetten van de
onderhoudsindicator zal anders niet
worden opgeslagen.
Op 0 zetten
Het PEUGEOT-netwerk zet de
onderhoudsindicator na elke
onderhoudscontrole weer op 0.
Als u zelf de onderhoudscontrole
van uw auto heeft uitgevoerd, kan de
onderhoudsindicator op de volgende wijze
op 0 gezet worden:
- zet het contact af,
- druk op de resetknop van de dagteller
en houd deze ingedrukt,
- zet het contact aan.
De kilometerteller begint terug te tellen.
Laat de knop los als de onderhoudsindicator
"=0" aangeeft; de sleutel verdwijnt.
Motorolieniveaumeter
Bij het aanzetten van het contact
wordt eerst de onderhoudsindicator
weergegeven en vervolgens
gedurende enkele seconden het
motorolieniveau. Olieniveau correct
Te weinig olie
Als de aanduiding
"OIL" knippert in
combinatie met het
verklikkerlampje
service, een geluidssignaal en
een melding op het display, is het
motorolieniveau te laag, waardoor
ernstige motorschade kan ontstaan.
Controleer het olieniveau met de
peilstok. Als blijkt dat het olieniveau te
laag is, moet olie worden bijgevuld.
Storing
motorolieniveaumeter
Als de aanduiding
"OIL--" knippert, duidt
dit op een storing in
de motorolieniveaumeter. Raadpleeg
het PEUGEOT-netwerk.
Een controle van het olieniveau
is alleen betrouwbaar als de
auto op een vlakke, horizontale
ondergrond staat en de motor
minstens 15 minuten niet heeft
gedraaid. Oliepeilstok
A = maxi, het oliepeil mag nooit
boven dit niveau uitkomen. Een
te hoog oliepeil kan schade aan
de motor veroorzaken.
Raadpleeg in dat geval zo snel
mogelijk het PEUGEOT-netwerk .
B = mini, als het oliepeil niet
boven dit niveau uitkomt, moet
het voor de motor van uw auto
voorgeschreven type motorolie
worden bijgevuld via de vuldop.
Dimmer dashboardverlichting Druk, terwijl het contact
aan is, de knop in tot de
nullen verschijnen.
Druk, tijdens het branden
van de verlichting, op de
knop om de sterkte van
de dashboardverlichting
te veranderen. Als de
verlichting de zwakste
(of felste) stand heeft
bereikt, laat dan de knop los en druk deze
vervolgens opnieuw in om de verlichting
weer feller (of zwakker) te maken.
Laat de knop los zodra de gewenste
lichtsterkte is bereikt.
Page 53 of 210
![Peugeot Partner Tepee 2010 Handleiding (in Dutch) Ventilatie
55
ERGONOMIE
en
COMFORT
3
Gebruiksvoorschrift
Om het interieur maximaal te koelen
of te verwarmen kan de temperatuur
lager dan 15 worden ingesteld door de
knop naar links Peugeot Partner Tepee 2010 Handleiding (in Dutch) Ventilatie
55
ERGONOMIE
en
COMFORT
3
Gebruiksvoorschrift
Om het interieur maximaal te koelen
of te verwarmen kan de temperatuur
lager dan 15 worden ingesteld door de
knop naar links](/img/29/16139/w960_16139-52.png)
Ventilatie
55
ERGONOMIE
en
COMFORT
3
Gebruiksvoorschrift
Om het interieur maximaal te koelen
of te verwarmen kan de temperatuur
lager dan 15 worden ingesteld door de
knop naar links te draaien tot LO wordt
weergegeven of hoger dan 27 worden
ingesteld door de knop naar rechts te
draaien tot HI wordt weergegeven.
Als de temperatuur in de auto bij
het instappen veel lager of hoger
is dan de ingestelde waarde, heeft
het geen zin om voor het gewenste
comfort de ingestelde waarde te
wijzigen. Het systeem compenseert
automatisch en zo snel mogelijk het
temperatuurverschil.
AUTOMATISCHE AIRCONDITIONING MET GESCHEIDEN REGELING
Automatische werking
Automatisch programma "comfort"
Dit is de normale gebruiksstand van de
airconditioning. Ingestelde waarde bestuurders- of
passagierszijde
De op het display weergegeven waarde
heeft betrekking op een bepaald
comfortniveau en niet op de temperatuur
in graden Celsius of Fahrenheit.
Draai deze knop naar links of
naar rechts om de waarde te
verlagen of te verhogen. Voor
een optimaal comfort wordt
de waarde 21 aanbevolen.
Niettemin is afhankelijk van uw wensen
een afstelling tussen
18 en 24 gebruikelijk.
Zorg ervoor dat de zonnesensor
op het dashboard niet wordt
afgedekt.
Druk op deze toets. Het
symbool AUTO verschijnt.
Afhankelijk van de gekozen
instellingen regelt het
systeem de luchtverdeling, de
luchtopbrengst en de luchttoevoer om
het comfort en de luchtcirculatie in het
interieur optimaal te houden. U hoeft het
systeem niet meer zelf bij te regelen. Om bij koude motor de toevoer van
koude lucht te beperken, wordt de
luchtopbrengst geleidelijk op het
optimale niveau gebracht.
Voor uw comfort worden de instellingen
tussen twee startmomenten
opgeslagen.
De automatische stand wordt
uitgeschakeld zodra u de instellingen
handmatig wijzigt (AUTO verdwijnt).
BESTUURDER EN PASSAGIER
Page 54 of 210
![Peugeot Partner Tepee 2010 Handleiding (in Dutch) Ventilatie
56
Handmatig verstellen
Al naar gelang uw wensen kunt u
de automatische bediening van het
systeem handmatig aanpassen. De
overige functies worden automatisch
geregeld. Bij h Peugeot Partner Tepee 2010 Handleiding (in Dutch) Ventilatie
56
Handmatig verstellen
Al naar gelang uw wensen kunt u
de automatische bediening van het
systeem handmatig aanpassen. De
overige functies worden automatisch
geregeld. Bij h](/img/29/16139/w960_16139-53.png)
Ventilatie
56
Handmatig verstellen
Al naar gelang uw wensen kunt u
de automatische bediening van het
systeem handmatig aanpassen. De
overige functies worden automatisch
geregeld. Bij het indrukken van de
toets AUTO zal het systeem weer
volledig automatisch functioneren.
Regeling luchtverdeling
Druk deze toets herhaalde
malen in om de luchtstroom
te verdelen naar:
- de voorruit,
- de voorruit en de beenruimte,
- de beenruimte,
- de linker, rechter en middelste ventilatieroosters en de beenruimte,
- de linker, rechter en middelste ventilatieroosters. Regeling luchtopbrengst
De luchtopbrengst kan vergroot
of verkleind worden door
respectievelijk de toets
"kleine
propeller" of "grote propeller"
in te drukken.
Het symbool van de luchtopbrengst op het
display, de propeller, wordt afhankelijk van
de ingestelde waarde geleidelijk voller.
Airconditioning AAN/UIT
Druk op deze toets: het symbool
A/C wordt weergegeven
en de airconditioning wordt
geactiveerd.
Uitschakelen van het systeem Druk op de toets
"kleine propeller"
van de luchtopbrengstregeling tot
het symbool van de propeller van het
display is verdwenen.
Alle functies van de airconditioning
worden dan uitgeschakeld,
behalve de luchtrecirculatie en de
achterruitverwarming (volgens uitvoering).
De ingestelde waarde wordt niet meer
geregeld en verdwijnt van het display. Toevoer van buitenlucht/
luchtrecirculatie
Bij het indrukken van deze toets
wordt de lucht in het interieur
gerecirculeerd. Het symbool van de
luchtrecirculatie wordt weergegeven.
Druk op de toets
"grote
propeller" of op de toets
AUTO om het systeem weer
met de laatst ingestelde
waarden in te schakelen.
De luchtrecirculatie dient om de toevoer
van buitenlucht bij stank en stofoverlast
af te sluiten. Gebruik de luchtrecirculatie
alleen als dit echt nodig is (om te
voorkomen dat de ruiten beslaan en de
luchtkwaliteit in het interieur achteruitgaat).
Druk de toets zodra de luchtrecirculatie
niet meer nodig is nogmaals in om de
toevoer van buitenlucht te hervatten.
Druk nogmaals op deze toets om de
aircondioning uit te schakelen.
De ventilatieopening in het
dashboardkastje verspreidt koele
lucht (als de airconditioning is
ingeschakeld), onafhankelijk van de
ingestelde temperatuur in het interieur
en de buitentemperatuur.
Het is raadzaam om niet langdurig met
uitgeschakelde airconditioning te rijden.
Page 74 of 210
![Peugeot Partner Tepee 2010 Handleiding (in Dutch) Praktische voorzieningen
76
INDELING VOORCOMPARTIMENT
1. Onderste opbergvak
Dit opbergvak kan, afhankelijk van de
uitvoering, van een deksel zijn voorzien.
Bovenste opbergvak
Het Peugeot Partner Tepee 2010 Handleiding (in Dutch) Praktische voorzieningen
76
INDELING VOORCOMPARTIMENT
1. Onderste opbergvak
Dit opbergvak kan, afhankelijk van de
uitvoering, van een deksel zijn voorzien.
Bovenste opbergvak
Het](/img/29/16139/w960_16139-73.png)
Praktische voorzieningen
76
INDELING VOORCOMPARTIMENT
1. Onderste opbergvak
Dit opbergvak kan, afhankelijk van de
uitvoering, van een deksel zijn voorzien.
Bovenste opbergvak
Het opbergvak bevindt zich bovenop
het dashboard, achter het stuurwiel.
Het optillen van het deksel wordt
vergemakkelijkt door een uitsparing.
Beweeg het deksel met de hand
omhoog tot deze volledig geopend is.
Beweeg om het opbergvak te sluiten
het deksel omlaag en druk vervolgens
kort op het midden van het deksel.
Het morsen van vloeistof kan
kortsluiting veroorzaken, wat tot brand
kan leiden. 3. Opbergvak aan de zijkant
4. Tashaak
H a n g u i t s l u i t e n d fl e x i b e l e e n n i e t t e
zware tassen aan de haak.
2. Opbergvak en flessenhouder
(1,5 L)
Page 75 of 210
![Peugeot Partner Tepee 2010 Handleiding (in Dutch) Praktische voorzieningen
77
en
COMFORT
3
Dakconsole
De dakconsole bevindt zich boven de
zonnekleppen, hierin kan bijvoorbeeld
een trui, een map of handschoenen
worden opgeborgen.
Peugeot Partner Tepee 2010 Handleiding (in Dutch) Praktische voorzieningen
77
en
COMFORT
3
Dakconsole
De dakconsole bevindt zich boven de
zonnekleppen, hierin kan bijvoorbeeld
een trui, een map of handschoenen
worden opgeborgen.](/img/29/16139/w960_16139-74.png)
Praktische voorzieningen
77
en
COMFORT
3
Dakconsole
De dakconsole bevindt zich boven de
zonnekleppen, hierin kan bijvoorbeeld
een trui, een map of handschoenen
worden opgeborgen.
Door de openingen in de dakconsole
achter de zonnekleppen zijn de
voorwerpen zichtbaar waardoor ze
gemakkelijk bereikbaar zijn.
In totaal mag niet meer dan 5 kg in de
dakconsole worden opgeborgen.
Berg er geen voorwerpen in op die
gevaar voor de inzittenden kunnen
opleveren.
Middenconsole met opbergruimte
Dankzij deze console is er
aanmerkelijk meer opbergruimte: de
console is uitneembaar en wordt op
een steun vastgezet waarin in het
achterste gedeelte twee bekerhouders
aanwezig zijn.
C o n t r o l e e r o f h e t fl e s j e o f b l i k j e s t e v i g
in de bekerhouder op zijn plaats wordt
gehouden en tijdens het rijden niet kan
omvallen.
Gemorste vloeistof kan bij contact met
schakelaars op het dashboard en de
middenconsole storingen veroorzaken.
Wees daarom voorzichtig met het
gebruik van de bekerhouder. Zonneklep
Klap om verblinding te voorkomen bij
laagstaande zon de zonneklep omlaag.
In de zonneklep aan bestuurderszijde
is een vakje aanwezig waarin
bijvoorbeeld tol- of parkeerkaarten
opgeborgen kunnen worden.
Page 110 of 210
![Peugeot Partner Tepee 2010 Handleiding (in Dutch) 111
VEILIGHEID
4
111
Airbags
Gebruiksvoorschrift
Maak er een gewoonte van om normaal rechtop in de voorstoelen te zitten.
Draag altijd een correct afgestelde veiligheidsgordel.
Zorg da Peugeot Partner Tepee 2010 Handleiding (in Dutch) 111
VEILIGHEID
4
111
Airbags
Gebruiksvoorschrift
Maak er een gewoonte van om normaal rechtop in de voorstoelen te zitten.
Draag altijd een correct afgestelde veiligheidsgordel.
Zorg da](/img/29/16139/w960_16139-109.png)
111
VEILIGHEID
4
111
Airbags
Gebruiksvoorschrift
Maak er een gewoonte van om normaal rechtop in de voorstoelen te zitten.
Draag altijd een correct afgestelde veiligheidsgordel.
Zorg dat er zich niets bevindt tussen de airbag en de inzittenden (kinderen, huisdieren, objecten...). Dit kan de goede werking van de airbag belemmeren en/of de inzittende bij het opblazen van de airbag verwonden.
Laat na een aanrijding of diefstal van uw auto de airbagsystemen controleren.
Het is beslist niet toegestaan om werkzaamheden uit te voeren aan airbagsystemen, raadpleeg hiervoor het PEUGEOT -netwerk.
Zelfs als alle bovenstaande voorschriften worden nageleefd, blijft de kans bestaan op letsel of lichte brandwonden aan het hoofd, de borst of de armen als de airbag wordt geactiveerd. De airbag wordt namelijk zeer snel opgeblazen (binnen enkele milliseconden) en loopt vervolgens even snel leeg, waarbij de warme gassen via de daarvoor bestemde openingen naar buiten stromen.
Zij-airbags
Bedek de stoelen uitsluitend met de goedgekeurde stoelhoezen. Deze belemmeren het activeren van de zij-airbags niet. Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk.
Bevestig nooit iets aan de rugleuning van de stoelen, dit zou bij het afgaan van de airbags kunnen leiden tot verwondingen aan armen of middel.
Ga niet onnodig dicht tegen het portierpaneel zitten.
Airbags vóór
Houd het stuurwiel niet aan de spaken vast en laat uw handen niet op het stuurwielkussen rusten.
Zorg ervoor dat de passagier zijn voeten niet op het dashboard laat rusten, hij kan anders ernstig letsel oplopen als de airbag wordt opgeblazen.
Het is raadzaam niet te roken in de auto. Als de airbag wordt opgeblazen, kunnen brandende sigaretten of een pijp brandwonden of ander letsel veroorzaken.
Verwijder het stuurwiel nooit, maak geen gaten in de stuurwielbekleding en sla er niet op.
De airbags werken alleen als het contact aan is.
De airbags werken slechts eenmaal. Als er een tweede aanrijding plaatsvindt (tijdens hetzelfde of een volgend ongeval), werken de airbags niet meer.
Het activeren van de airbags gaat gepaard met wat onschadelijke rook en een knal, als gevolg van de activering van de pyrotechnische lading die in het systeem is geïntegreerd.
De rook is niet schadelijk, maar kan voor gevoelige personen irriterend zijn.
De knal die bij de ontsteking wordt geproduceerd, kan het gehoor gedurende een korte periode enigszins verminderen.
Wanneer een kinderzitje met de rug in de rijrichting op de passagiersstoel is geplaatst, moet de airbag aan passagierszijde zijn uitgeschakeld. Zie in rubriek 4 het gedeelte "Kinderen aan boord".
Page 111 of 210
![Peugeot Partner Tepee 2010 Handleiding (in Dutch) 113
VEILIGHEID
4
113
Airbags
Airbags vóór
Deze zijn voor de bestuurder in het midden van het stuurwiel en voor de passagier in het dashboard aangebracht.
Activering
Ze worden tegeli Peugeot Partner Tepee 2010 Handleiding (in Dutch) 113
VEILIGHEID
4
113
Airbags
Airbags vóór
Deze zijn voor de bestuurder in het midden van het stuurwiel en voor de passagier in het dashboard aangebracht.
Activering
Ze worden tegeli](/img/29/16139/w960_16139-110.png)
113
VEILIGHEID
4
113
Airbags
Airbags vóór
Deze zijn voor de bestuurder in het midden van het stuurwiel en voor de passagier in het dashboard aangebracht.
Activering
Ze worden tegelijkertijd geactiveerd, behalve als de airbag aan passagierszijde is uitgeschakeld, bij een ernstige frontale aanrijding binnen de impactzone A , in de lengterichting van de auto en vanaf de voorzijde richting de achterzijde van de auto, die zich op een horizontale ondergrond moet bevinden.
De airbag vóór wordt opgeblazen tussen de inzittende vóór en het dashboard om te voorkomen dat de inzittende naar voren wordt geworpen.
Uitschakelen
Alleen de airbag aan passagierszijde kan worden uitgeschakeld:
- Zet het contact af , steek de sleutel in de schakelaar voor uitschakelen van de airbag aan passagierszijde,
- draai deze in de stand "OFF" ,
- verwijder de sleutel zonder de stand van de sleutel te veranderen.
Het verklikkerlampje op
het instrumentenpaneel
brandt zolang de airbag is
uitgeschakeld.
Als de twee verklikkerlampjes airbag permanent branden, plaats dan geen kinderzitje met de rug in de rijrichting. Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk.
Storing airbag vóór
Schakel voor de veiligheid van uw kind de airbag aan passagierszijde altijd uit als u een kinderzitje met de rug in de rijrichting op de voorstoel plaatst. Anders kan een kind bij het afgaan van de airbag levensgevaarlijk gewond raken.
Inschakelen
In de stand "OFF" werkt de airbag aan passagierszijde bij een eventuele aanrijding niet.
Als u het kinderzitje hebt verwijderd, zet dan de schakelaar weer op "ON" om de airbag opnieuw in te schakelen en zo de veiligheid van uw passagier te garanderen.
Als dit verklikkerlampje op
het instrumentenpaneel gaat
branden in combinatie met
een geluidssignaal en een
melding op het display, laat
het systeem dan controleren
door het PEUGEOT-netwerk .