Seat Arona 2017 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: SEAT, Model Year: 2017, Model line: Arona, Model: Seat Arona 2017Pages: 320, PDF Size: 6.73 MB
Page 31 of 320
De essentie
Bevestiging van het kinderzitje met
de T op
T
ether-bevestigingsbanden* Afb. 33
Bevestigingsband: afstelling en mon-
t ag
e
volgens de Top Tether-gordel. Afb. 34
Stand van de Top Tether-ringen aan
de acht er
zijde van de achterbank. De kinderzitjes met Top Tether-systeem zijn
v
oor
z
ien van een bevestigingsband, waar-
mee het kinderzitje kan worden bevestigd
aan een verankeringspunt aan de achterzijde
van de achterbank.
Het doel van deze band is het verminderen
van de voorwaartse beweging van het kinder-
zitje bij een botsing, om zo bij te dragen aan
een vermindering van het risico op verwon-
dingen aan het hoofd door het stoten tegen
een onderdeel in het interieur van de wagen.
Gebruik van Top Tether voor zitjes die naar
achter wijzend worden gemonteerd
Er zijn momenteel slechts enkele kinderzitjes
die tegengesteld aan de rijrichting moeten
worden gemonteerd en gebruik maken van
Top Tether. Lees de instructies van de fabri-
kant van het zitje grondig door en volg deze nauwgezet op voor een correcte montage van
de Top
Tether gordel.
Bevestigingsband vastmaken
● Vouw de bevestigingsband van de Top Te-
ther van het
kinderzitje uit volgens de aanwij-
zingen van de fabrikant.
● Breng de band onder de hoofdsteun van de
zitpl
aats achterin ››› afb. 33 (volgens de in-
structies van het zitje tilt u de hoofdsteun zo
nodig op of verwijdert u hem).
● Schuif de band erdoor en maak hem goed
vas
t met het verankeringspunt aan de achter-
zijde van de rugleuning ››› afb. 34.
● Trek de band strak aan volgens de aanwij-
zing
en van de fabrikant.
Bevestigingsband losmaken
● Verminder de spanning van de band vol-
gens
de aanwijzingen van de fabrikant.
● Druk het slot in en haal de band uit de ver-
ankering
ssteun.
››› in Veiligheidsaanwijzingen op
pag. 92 29
Page 32 of 320
De essentie
De auto starten C ont
act
slot Afb. 35
Standen van de contactsleutel. Het contact inschakelen: steek de sleutel in
het
c
ont
act en start de motor.
Stuur ver- en ontgrendelen
● Het stuur vergrendelen: verwijder de con-
tactsl
eutel uit het contact en draai het stuur
tot het blokkeert. Bij wagens met automati-
sche versnellingsbak zet u voordat u de sleu-
tel verwijdert de keuzehendel in stand P. Zo
nodig drukt u op de toets voor keuzehendel-
vergrendeling en laat u die daarna los.
● Het stuur ontgrendelen: steek de sleutel in
het cont
act en draai de sleutel en gelijktijdig
het stuur in de richting van de pijl. Indien het
stuur niet gedraaid kan worden, komt dit mo-
gelijk omdat de blokkering actief is. Contact inschakelen/uitschakelen, voor-
gloeien
●
Het contact inschakelen: draai sleutel in
stand 2 .
● Het contact uitschakelen: draai sleutel in
s t
and 1 .
● Auto's met dieselmotor : bij in
g
escha-
keld contact wordt voorgegloeid.
Starten van de motor
● Handgeschakelde versnellingsbak: trap het
koppelin
gspedaal helemaal in en zet de ver-
snellingshendel in de vrijstand.
● Automatische versnellingsbak: trap het
rempedaal
in en zet de keuzehendel in stand
P of N.
● Sleutel naar stand 3 draaien. De contact-
s l
eut
el keert automatisch terug naar stand
2 . Hierbij geen gas geven.
St ar
t
-stopsysteem*
Bij het stoppen en loslaten van het koppe-
lingspedaal, zet het start-stopsysteem* de
motor uit. Het contact blijft ingeschakeld.
››› in Standen van de contactsleutel op
pag. 174
››› pag. 173 Lichten en zicht
Ger el
at
eerde video Afb. 36
Dashboard Lichtschakelaar
Afb. 37
Dashboard: lichtschakelaar. ●
Schakelaar naar de gewenste stand draai-
en ››
›
afb. 37. 30
Page 33 of 320
De essentieSym-
boolContact uitge-
schakeld.Contact aan
Mistlampen, dim-
licht en stadslicht
uit.Licht uit of daglicht
ontstoken.
De oriëntatielichten
"Coming home" en
"Leaving home"
kunnen branden.Automatische regeling
van het dimlicht en
daglicht.
Stadslichten aan.Dagrijverlichting inge-
schakeld.
Dimlicht uitDimlicht aan.
Mis
tlampen: trek de schakelaar naar het
eer
ste vanuit de standen , of .
Achterste mistlicht: trek de schakelaar vol-
ledig uit vanaf de standen , of .
Mistlampen uitschakelen: druk de schakelaar
in of draai hem naar stand .
››› pag. 142 Knipperlicht- en grootlichthendel
Afb. 38
Knipperlicht- en grootlichthendel. Hendel in de gewenste stand zetten:
Rec
ht
er knipperlicht: rechter parkeerlicht
(contact uitgeschakeld).
Linker knipperlicht: linker parkeerlicht
(contact uitgeschakeld).
Grootlicht ingeschakeld: controlelampje
brandt in het instrumentenpaneel.
Grootlichtsignaal: brandt met ingedrukte
hendel. Controlelampje brandt.
Hendel in basisstand voor uitgeschakeld.
››› in Knipperlicht- en grootlichthendel
op pag. 144
››› pag. 143 1
2
3
4 Alarmlichten
Afb. 39
Dashboard: schakelaar voor alarm-
lic ht
en. Ingeschakeld, bijvoorbeeld:
● Bij het naderen van een file
● In een noodsituatie
● Wagen staat stil wegens pech
● Bij het slepen of gesleept worden
››› in Alarmlichten op pag. 147
››› pag. 146 31
Page 34 of 320
De essentie
Binnenverlichting Afb. 40
Deel van de hemelbekleding: binnen-
v erlic
htin
g voorin.
KnopFunctie
De binnenverlichting in- of uitschakelen.
De portierschakeling in- of uitschakelen.
De binnenverlichting gaat automatisch
aan wanneer de wagen ontgrendeld, een
portier geopend of de sleutel uit het con-
tactslot genomen wordt.
De verlichting gaat na een paar secon-
den uit nadat alle portieren gesloten zijn,
de wagen vergrendeld is of het contact in
wordt geschakeld.
/ Het leeslampje in- en uitschakelen. Afhankelijk van de versie van de wagen kun-
nen de bedienin
g
sknop
pen van het licht ver-
schillen.
››› pag. 147 Ruitenwisser voor en achter
Afb. 41
Bediening van de ruitenwisser en rui-
t en
s
proeier.
Hendel in de gewenste stand zetten:
0 Ruitenwissers uit.
Hendel in de gewenste stand zetten:
1
Intervalwissen van de ruitenwissers.
Met de knop
››› afb. 41 A de intervalni-
veaus (bij wagens zonder regensensor) of
de gevoeligheid van de regensensor in-
stellen.
2 Langzaam wissen.
3
Snel wissen.
4
Tipwissen. Kort indrukken, kort wissen.
5
Wis-/was-automaat. Door de hendel naar
voren te verplaatsen, wordt de ruiten-
sproeifunctie geactiveerd; de ruitenwis-
sers gaan ook werken.
6
Intervalwissen bij de achterruit. De achter-
ruitwisser werkt ongeveer om de 6 secon-
den.
7
Door de hendel in te drukken, wordt de
ruitensproeifunctie geactiveerd; de ruiten-
wisser gaat ook werken.
››› in Ruitenwisser voor en achter op
pag. 148
››› pag. 148
››› pag. 70 32
Page 35 of 320
De essentie
Easy Connect In s
t
ellingen van het CAR-menu Afb. 42
Easy Connect: Hoofdmenu. Afb. 43
Easy Connect: Menu WAGEN Om de instelmenu's te selecteren, drukt u
n
aar
g
elang de uitvoering op de toets Easy
Connect en de functietoets
S
ETUP , OFWEL
op de t oets
en dan op SETUP .
Het aant
al
beschikbare menu's en de bena-
ming van de verschillende opties voor de me-
nu's hangt af van de elektronica en de uitrus-
ting van de wagen.
● Contact inschakelen. ●
Indien het is
uitgeschakeld, zet dan het in-
fotainmentsysteem aan.
● Druk op de toets van het systeem en
d aarn
a op de f
unctieknop Wagen
› ››
afb
. 42 of
de t
oets van het systeem om naar het
menu Wagen › ›
›
afb. 43 te gaan.
● Druk op de functieknop SETUP om het me-
nu Wageninstellingen › ›
›
afb. 43 te ope-
nen. ●
Om binnen het menu een f
unctie te selec-
teren, de betreffende knop indrukken.
Door te drukken op de menutoets wordt altijd
het laatst geselecteerde menu geactiveerd.
Als het selectievakje van de functietoets is
gemarkeerd , is de functie actief.
De wijzigingen in de instelmenu's worden au-
tomatisch opgeslagen bij het verlaten van de
menu's TERUG .
MenuSubmenuInstelling mogelijkBeschrijving
ESC-systeem:–Activering van het programma voor de Elektronische Stabiliserings Controle (ESC)›››
pag. 182» 33
Page 36 of 320
De essentieMenuSubmenuInstelling mogelijkBeschrijving
Banden
Controle bandenspanningOpslaan in het geheugen van de bandenspanningen (kalibreren)›››
pag. 293
WinterbandenIn- en uitschakelen van de snelheidswaarschuwing. Verstellen van de waarde van de
snelheidswaarschuwing››› pag. 295
Assistentie voor de
bestuurder
Front Assist (omgevingsbewa-
kingssysteem)Activering/deactivering: Front Assist, voorwaarschuwing, weergave van de waarschu-
wing voor de afstand››› pag. 211
ACC (automatische afstandsre-
geling)Inschakeling/uitschakeling: standaardinstelling afstandsniveau, rijprofielen.››› pag. 217
VermoeidheidsdetectieActivering / deactivering››› pag. 235
Parkeren en manoeu-
vrerenParkPilotAutomatische activering, volumen vóór, geluidsinstelling vóór, volume achter, geluids-
instelling achter, volume verlagen››› pag. 244
Verlichting
InterieurverlichtingInstrumenten- en schakelaarverlichting, verlichting van de voetenruimte››› pag. 147
Functie Coming home/Leaving
homeTijd van inschakeling functie "Coming home", tijd van inschakeling functie "Leaving
home"››› pag. 144
RuitenwissersRuitenwissersAutomatische ruitensproeiers, wissen bij achteruitrijden››› pag. 32
Openen en sluiten
AfstandsbedieningComfortopenen››› pag. 140
Centrale vergrendelingOntgrendelen van de portieren, automatisch vergrendelen/ontgrendelen, akoestische
bevestiging uitschakeling alarm››› pag. 129
Multifunctie-scherm–
Actueel brandstofverbruik, gemiddeld brandstofverbruik, te tanken hoeveelheid, com-
fortverbruikers, ECO aanwijzingen, rijtijd, afgelegde afstand, digitale snelheidsindica-
tie, gemiddelde snelheid, waarschuwing snelheid te hoog, olietemperatuur, koelvloei-
stoftemperatuur, reset gegevens "vanaf het vertrek", reset gegevens "totale bereke-
ning"
››› pag. 35
Datum en tijd–Bron voor de tijd, op de juiste tijd zetten, automatische omschakeling zomer- en win-
tertijd, tijdzone kiezen, tijdformaat, datum aanpassen, formaat datum–
Maateenheden–Afstand, snelheid, temperatuur, volume, verbruik– 34
Page 37 of 320
De essentieMenuSubmenuInstelling mogelijkBeschrijving
Service–Chassisnummer, datum volgende SEAT Controleservice, datum volgende Onderhouds-
service›››
pag. 41
Fabrieksinstellingen–Alle instellingen, hulpsystemen voor de bestuurder, parkeren en manoeuvreren, ver-
lichting, ruitenwissers, openen en sluiten, multifunctie-scherm kunnen teruggezet
worden–
››› in Menu WAGEN op pag. 121
›››
pag. 120 Bestuurdersinformatiesysteem
Inl eidin
gBij ingeschakeld contact is het mogelijk de
ver
s
chillende functies van het display te
raadplegen door te navigeren door de me-
nu's.
Bij wagens met multifunctiestuurwiel kan de
multifunctie-indicatie uitsluitend worden be-
diend via de knoppen aan dat stuurwiel.
Het aantal menu's dat weergegeven wordt op
het display van het instrumentenpaneel vari-
eert naargelang de elektronica en uitvoering
van de wagen.
Bij een gespecialiseerde dealer kunnen func-
ties geprogrammeerd of gewijzigd worden volgens de uitvoering van de wagen. Geadvi-
seerd w
or
dt om naar de werkplaats van een
officiële SEAT dealer te gaan.
Een aantal opties van het menu kan enkel ge-
raadpleegd worden wanneer het voertuig stil-
staat.
Zolang een waarschuwing met hoogste prio-
riteit 1 weergegeven wordt op het scherm,
kunnen de menu's niet getoond worden
››› pag. 39. Bepaalde waarschuwingen kun-
nen worden bevestigd via de ruitenwisser-
hendel of de knop op het multifunctiestuur-
wiel; deze verdwijnen dan.
Het informatiesysteem biedt ook de volgende
informatie en aanwijzingen (volgens de uit-
rusting van de wagen):
Ritgegevens ››› pag. 37
■ Multifunctie-indicatie vanaf het vertrek
■ Multifunctie-indicatie vanaf het tanken
■ Multifunctie-indicatie berekening totaal
Assistenten ››› pag. 38
Navigatie ››› brochure Navigatiesysteem Audio
››› brochure Radio of › ›› brochure Navi-
gatiesysteem
Telefoon ››› brochure Radio of ››› brochure Na-
vigatiesysteem
Staat van de wagen ››› pag. 33 ATTENTIE
Iedere afleiding kan tot een ongeval leiden
met het d
aaraan verbonden risico van ver-
wondingen.
● De knoppen e.d. van het instrumentenpa-
neel niet tijden
s het rijden bedienen. 35
Page 38 of 320
De essentie
Bediening menu's in het instrumen-
t enp
aneel Afb. 44
Ruitenwisserhendel: bedieningstoet-
sen. Afb. 45
Rechterdeel van het multifunctiestuur-
w iel: bedienin
g
stoetsen. Het informatiesysteem voor de bestuurder
w
or
dt
bediend met de knoppen van het mul-
tifunctiestuurwiel ››› afb. 45 of met de ruiten-
wisserhendel ››› afb. 44 (indien de wagen
niet is uitgerust met multifunctiestuurwiel). Hoofdmenu oproepen
● Contact inschakelen.
● Indien een bericht of het pictogram van de
wagen
verschijnt, drukt u op toets ››› afb. 44
1 op de ruitenwisserhendel of op toets
van het multifunctiestuurwiel
››
›
afb. 45.
● In geval van bediening met de ruitenwisser-
hendel:
om naar het hoofdmenu te gaan
››› pag. 36 of om terug te keren naar het
hoofdmenu vanuit een ander menu, drukt u
op de tuimelschakelaar ››› afb. 44 2 .
● In geval van bediening met het multifunc-
ti e
s
tuurwiel: de lijst van het hoofdmenu
wordt niet weergegeven. Om door het hoofd-
menu te stappen, drukt u een aantal keren
op toets
of
› ›
› afb
. 45.
Een submenu selecteren
● Duw de tuimelschakelaar ›››
afb. 44 2 van
de ruit en
w
isserhendel naar voren of achter of
draai aan het kartelwieltje van het multifunc-
tiestuurwiel ››› afb. 45 totdat de gewenste
menuoptie oplicht.
● De aangeduide optie wordt weergegeven
met een horizont
ale lijn eronder.
● Om de optie in het submenu op te vragen,
drukt u op toets
››› afb. 44 1 van de ruiten-
w i
s
serhendel of de toets van het multi-
f u
nctie
stuurwiel ›››
afb. 45. Instellingen uitvoeren naargelang het menu
● Met de tuimelschakelaar van de ruitenwis-
serhendel of het
kartelwieltje van het multi-
functiestuurwiel voert u de gewenste veran-
deringen uit. Draai sneller aan het kartelwiel-
tje als u sneller omhoog of omlaag wilt stap-
pen door de waarden.
● Markeer of bevestig de selectie met toets
›››
afb. 44 1 van de ruitenwisserhendel of
t oets
van het multifunctiestuurwiel
››
›
afb.
45.
Keuzemenu
MenuFunctie
Ritgege-
vensInformatie en configuratiemogelijkhe-
den van de multifunctie-indicatie
(MFA) ››› pag. 37, ››› pag. 120.
Assisten-
tenInformatie over en mogelijke configu-
raties van de systemen ter ondersteu-
ning van de bestuurder ››› pag. 38.
Navigatie *
Informatie van het geactiveerde navi-
gatiesysteem: met de routegeleiding
geactiveerd, worden de afslagpijlen en
de balken getoond. De weergave ver-
loopt via het Easy Connect-systeem.
Indien de routegeleiding niet geacti-
veerd is, wordt de rijrichting aangege-
ven (kompas) en de naam van de
straat waar men rijdt ››› brochure Navi-
gatiesysteem. 36
Page 39 of 320
De essentieMenuFunctie
Audio
Informatie over de radiozender,
naam van de track op de cd
of naam van de track in Media-stand
››› brochure Radio of ››› brochure Navi-
gatiesysteem.
Telefoon
Informatie en configuratiemogelijkhe-
den van de mobiele-telefoonvoorberei-
ding ››› brochure Radio of ››› brochure
Navigatiesysteem.
Staat van
de wagenWeergave van de actuele waarschu-
wingen of informatie en andere onder-
delen van het systeem afhankelijk van
het uitrustingsniveau ››› pag. 120. Ritgegevens
De multifunctie-indicatie geeft de afgelegde
af
s
t
and en het brandstofverbruik weer.
Wisselen tussen de weergavefuncties op de
multifunctie-indicatie ● Bij wagens zonder multifunctiestuurwiel:
druk op de tuimel
schakelaar van de rui-
t en
w
isserhendel ››› afb. 44.
● Bij wagens met multifunctiestuurwiel: draai
aan het k
artelwieltje ››› afb. 45.
Geheugen van de multifunctie-indicatie
De multifunctie-indicatie is voorzien van drie
geheugen die automatisch werken: Multi- functie-indicatie vanaf het vertrek, Multifunc-
tie-indicatie v
anaf het tanken, Multifunctie-
indicatie berekening totaal. Op het display
kunt u aflezen welk geheugen momenteel
wordt getoond.
Wisselen tussen geheugens met ingescha-
keld contact en getoond geheugen
Druk op de toets van de ruitenwisser-
hendel of
de t
oets op het multifunctie-
s t
uur
wiel.
MenuFunctie
Multifunc- tie-indica-
tie vanaf
het vertrek
Weergave en opslag in het geheu-
gen van de afgelegde afstand en het
brandstofverbruik vanaf het moment
dat de ontsteking werd ingescha-
keld totdat deze weer werd uitge-
schakeld.
Als u binnen 2 uur na uitschakelen
van het contact weer gaat rijden,
worden de nieuwe gegevens toege-
voegd aan de opgeslagen gegevens.
Bij een ritonderbreking van meer
dan twee uur wordt het geheugen
automatisch gewist.
Multifunc-
tie-indica-
tie vanaf
het tankenAanduiding en in geheugen opslaan
van waarden van afgelegd traject en
brandstofverbruik. Na brandstof tan-
ken wordt geheugen automatisch
gewist.
MenuFunctie
Multifunc-
tie-indica-
tie bereke-
ning totaal
In het geheugen worden de waarden
van een bepaald aantal deeltrajec-
ten geregistreerd, tot een totaal van
19 uur en 59 minuten of 99 uur en
59 minuten ofwel 1.999,9 km
of 9.999 km, afhankelijk van het mo-
del van het instrumentenpaneel. Bij
het bereiken van deze limietwaar-
den a)
, wordt het geheugen automa-
tisch gewist en telt het systeem op-
nieuw vanaf 0.
a) Dit is afhankelijk van het model van het instrumentenpaneel.
Een geheugen handmatig wissen
● Selecteer het geheugen dat u wenst te wis-
sen.
● Houd de toets
van de ruitenwisser-
hendel of
de t
oets op het multifunctie-
s t
uur
wiel ca. 2 seconden ingedrukt.
De aanwijzingen personaliseren
In het Easy Connect-systeem kunt u instellen
welke gegevens voor de multifunctie-indica-
tie (MFA) moeten worden weergegeven op
het display in het instrumentenpaneel; ge-
bruik hiertoe de toets en de functietoets
S ETUP
› ›
›
pag. 120. » 37
Page 40 of 320
De essentie
Overzicht van gegevensMenuFunctie
Huidig brand- stofverbruik
Het actueel verbruik wordt tijdens
het rijden gemeten in liters per
100 km; met de motor in werking
en de wagen in stilstand, in li-
ters/uur.
Gemiddeld ver-bruik
Het gemiddelde brandstofver-
bruik wordt na het inschakelen
van het contact al na ca. 300 me-
ter in liters per 100 km weergege-
ven. Tot dan worden streepjes ge-
toond. De aangegeven waarde
wordt ongeveer om de 5 secon-
den bijgewerkt.
Actieradius
Geschatte afstand in km die nog
afgelegd kan worden met de res-
terende brandstof in de tank als
dezelfde rijstijl aangehouden
wordt. Deze waarde wordt o.a. be-
rekend op basis van het actuele
brandstofverbruik.
Rijtijd
Geeft de uren (h) en minuten
(min) weer die verstreken zijn
sinds het contact werd ingescha-
keld.
Afgelegde af- standAfgelegde afstand in km sinds het
contact werd ingeschakeld.
MenuFunctie
Gemiddeldesnelheid
De gemiddelde snelheid wordt na
inschakeling van het contact al na
ongeveer 100 meter weergege-
ven. Tot dan worden streepjes ge-
toond. De aangegeven waarde
wordt ongeveer om de 5 secon-
den bijgewerkt.
Digitale indi- catie van de
snelheidActuele snelheid digitaal weerge-
geven.
Snelheidswaar-
schuwing bij
--- km/u of
Snelheidswaar-
schuwing bij
--- mphIndien de opgeslagen snelheid
(tussen 30-250 km/u of 19-155
mijl per uur) wordt overschreden,
klinkt een akoestisch signaal en
verschijnt een visuele waarschu-
wing.
Olietempera- tuurDigitale weergave van de actuele
motorolietemperatuur.
Koelvloeistof- temperatuurDigitale indicatie van actuele
koelvloeistoftemperatuur. Een snelheid opslaan met de snelheidswaar-
s
c
hu
wing
● Selecteer de weergave Snelheidswaar-
schuwing bij --- km/u.
● Druk op de t
oets van de ruitenwis-
serhendel of
de t
oets van het multifunc-
tie s
t
uurwiel om de actuele snelheid op te
slaan in het geheugen en de snelheidswaar-
schuwing te activeren. ●
Insc
hakelen: in dat geval moet u binnen 5
sec. de gewenste snelheid instellen via de
tuimelschakelaar van de ruitenwisser-
hendel of
door aan het
kartelwieltje van het
multifunctiestuurwiel te draaien. Druk vervol-
gens opnieuw op de toets of
, of
w ac
ht
een paar seconden. De snelheid wordt
opgeslagen en de snelheidswaarschuwing
wordt geactiveerd.
● Uitschakelen: druk op de toets of de
t oets
. De in het geheugen opgeslagen
s nelheid w
or
dt gewist.
Menu Assistenten
MenuFunctie
ACCWeergave van de automatische
afstandsregeling (ACC) ››› pag.
217.
Front AssistHet bewakingssysteem in- of uit-
schakelen ››› pag. 211.
Vermoeidheids-
detectie *Vermoeidheidsdetectie in- en uit-
schakelen (aanbeveling om te
pauzeren) ››› pag. 235. 38