dashboard Seat Arona 2017 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: SEAT, Model Year: 2017, Model line: Arona, Model: Seat Arona 2017Pages: 320, PDF Size: 6.73 MB
Page 4 of 320
Gerelateerde video's
De essentie: Openen en sluiten››› pag. 15De essentie: Interieur van de auto››› pag. 18
››› pag. 20
››› pag. 23
De essentie: Motorkap››› pag. 17De essentie: Wielen››› pag. 61
››› pag. 62
De essentie: Airconditioning››› pag. 49De essentie: Dashboard››› pag. 30
››› pag. 43
››› pag. 45
Page 23 of 320
De essentie
Voorairbags Afb. 20
Bestuurdersairbag in het stuurwiel. Afb. 21
Bijrijdersairbag in het dashboard. De voorairbag van de bestuurder bevindt zich
in het
s
t
uurwiel ››› afb. 20 en die van de bijrij-
der in het dashboard ››› afb. 21. De airbags
zijn gemarkeerd met het opschrift "AIRBAG".
De airbagafdekkingen worden bij het active-
ren van de bestuurders- en bijrijdersairbag
geopend en blijven aan het stuurwiel en het
dashboard zitten ››› afb. 20, ››› afb. 21.
Het voorairbagsysteem biedt in combinatie
met de veiligheidsgordels extra bescherming
op hoofd- en borsthoogte van de bestuurder
en bijrijder in geval van zware frontale bot-
singen. De speciaal ontwikkelde airbag maakt het
mogelijk d
at het gas onder het gewicht van
de inzittende gericht wegstroomt. Op deze
wijze worden het hoofd en het bovenlichaam
beschermd en door de airbag opgevangen.
Na een aanrijding is de luchtzak derhalve zo
ver leeggelopen dat het zicht naar voren weer
vrij is.
››› pag. 87 Voorairbag van de bijrijder buiten
w
erk
in
g stellen* Afb. 22
Schakelaar voorairbag aan bijrijders-
z ijde. Om de voorairbag van de bijrijder buiten
w
erk
in
g te stellen:
● Open het portier aan de voorpassagierszij-
de. » 21
Page 32 of 320
De essentie
De auto starten C ont
act
slot Afb. 35
Standen van de contactsleutel. Het contact inschakelen: steek de sleutel in
het
c
ont
act en start de motor.
Stuur ver- en ontgrendelen
● Het stuur vergrendelen: verwijder de con-
tactsl
eutel uit het contact en draai het stuur
tot het blokkeert. Bij wagens met automati-
sche versnellingsbak zet u voordat u de sleu-
tel verwijdert de keuzehendel in stand P. Zo
nodig drukt u op de toets voor keuzehendel-
vergrendeling en laat u die daarna los.
● Het stuur ontgrendelen: steek de sleutel in
het cont
act en draai de sleutel en gelijktijdig
het stuur in de richting van de pijl. Indien het
stuur niet gedraaid kan worden, komt dit mo-
gelijk omdat de blokkering actief is. Contact inschakelen/uitschakelen, voor-
gloeien
●
Het contact inschakelen: draai sleutel in
stand 2 .
● Het contact uitschakelen: draai sleutel in
s t
and 1 .
● Auto's met dieselmotor : bij in
g
escha-
keld contact wordt voorgegloeid.
Starten van de motor
● Handgeschakelde versnellingsbak: trap het
koppelin
gspedaal helemaal in en zet de ver-
snellingshendel in de vrijstand.
● Automatische versnellingsbak: trap het
rempedaal
in en zet de keuzehendel in stand
P of N.
● Sleutel naar stand 3 draaien. De contact-
s l
eut
el keert automatisch terug naar stand
2 . Hierbij geen gas geven.
St ar
t
-stopsysteem*
Bij het stoppen en loslaten van het koppe-
lingspedaal, zet het start-stopsysteem* de
motor uit. Het contact blijft ingeschakeld.
››› in Standen van de contactsleutel op
pag. 174
››› pag. 173 Lichten en zicht
Ger el
at
eerde video Afb. 36
Dashboard Lichtschakelaar
Afb. 37
Dashboard: lichtschakelaar. ●
Schakelaar naar de gewenste stand draai-
en ››
›
afb. 37. 30
Page 33 of 320
De essentieSym-
boolContact uitge-
schakeld.Contact aan
Mistlampen, dim-
licht en stadslicht
uit.Licht uit of daglicht
ontstoken.
De oriëntatielichten
"Coming home" en
"Leaving home"
kunnen branden.Automatische regeling
van het dimlicht en
daglicht.
Stadslichten aan.Dagrijverlichting inge-
schakeld.
Dimlicht uitDimlicht aan.
Mis
tlampen: trek de schakelaar naar het
eer
ste vanuit de standen , of .
Achterste mistlicht: trek de schakelaar vol-
ledig uit vanaf de standen , of .
Mistlampen uitschakelen: druk de schakelaar
in of draai hem naar stand .
››› pag. 142 Knipperlicht- en grootlichthendel
Afb. 38
Knipperlicht- en grootlichthendel. Hendel in de gewenste stand zetten:
Rec
ht
er knipperlicht: rechter parkeerlicht
(contact uitgeschakeld).
Linker knipperlicht: linker parkeerlicht
(contact uitgeschakeld).
Grootlicht ingeschakeld: controlelampje
brandt in het instrumentenpaneel.
Grootlichtsignaal: brandt met ingedrukte
hendel. Controlelampje brandt.
Hendel in basisstand voor uitgeschakeld.
››› in Knipperlicht- en grootlichthendel
op pag. 144
››› pag. 143 1
2
3
4 Alarmlichten
Afb. 39
Dashboard: schakelaar voor alarm-
lic ht
en. Ingeschakeld, bijvoorbeeld:
● Bij het naderen van een file
● In een noodsituatie
● Wagen staat stil wegens pech
● Bij het slepen of gesleept worden
››› in Alarmlichten op pag. 147
››› pag. 146 31
Page 45 of 320
De essentie
Snelheidsregelsysteem Ger el
at
eerde video Afb. 49
Dashboard Bediening van het snelheidsregelsysteem (SRS)*
Afb. 50
Links van de stuurkolom: schakelaar
en toetsen v
oor de bediening van het snel-
heidsregelsysteem. Afb. 51
Links van de stuurkolom: derde hen-
del v
oor de bediening van het snelheidsregel-
systeem. » 43
Page 47 of 320
De essentie
››› in Werking op pag. 206
››› pag. 205 Controlelampjes
Ger el
at
eerde video Afb. 52
Dashboard Op het instrumentenpaneel
Afb. 53
Instrumentenpaneel, in het dashboard. Rode lampjes
Middelste waarschuwingslampje:
extra weergave op het display van
het instrumentenpaneel–
parkeerrem ingeschakeld›››
pag.
181 niet verder rijden!
remvloeistofpeil te laag of storing
in het remsysteem››› pag.
180
››› pag.
181
» 45
Page 49 of 320
De essentie
Niet verder rijden!
Met de volgende melding:
portier(en), achterklep of mo-
torkap geopend of niet correct
gesloten.››› pag. 129
››› pag. 16
››› pag. 278
Ingeschakeld: Rijd niet ver-
der! Motorkoelvloeistofpeil te
laag, koelvloeistoftempera-
tuur te hoog
››› pag. 284
Knippert: Storing in het motor-
koelvloeistofsysteem.
Niet verder rijden!
De motoroliedruk is te laag.››› pag. 281
Storing aan de accu.›››
pag. 287
Rijlicht geheel of gedeeltelijk
defect.›››
pag. 104
Fout in het systeem van de
bochtenverlichting.››› pag. 142
Roetfilter verstopt.›››
pag. 201
Knippert: Storing bij de detec-
tie van het oliepeil. Handma-
tig controleren.
›››
pag. 281
Ingeschakeld: Motoroliepeil te
laag.
storing aan de versnellings-
bak.›››
pag. 196
Startblokkering actief.›››
pag. 174
Service-intervalindicatie.›››
pag. 41
Mobiele telefoon gekoppeld
via Bluetooth met origineel
handsfree apparaat.
›››
brochure
Radio of
››› brochure
Navigatie-
systeem
Indicatie ladingstoestand ac-
cu mobiele telefoon. Uitslui-
tend beschikbaar voor appa-
raten die zijn gemonteerd af
fabriek.
IJzelwaarschuwing. Buiten-
temperatuur is lager dan +4°C
(+39°F).›››
pag. 40
Start-stopsysteem ingescha-
keld.
›››
pag. 203 Start-stopsysteem niet be-
schikbaar.
Staat van rijden met laag ver-
bruik Op het dashboard
Afb. 55
Controlelampje voor het buiten werk-
in g s
t
ellen van de bijrijdersairbag.
De voorairbag van de bijrijder is
uitgeschakeld (
).
››› pag.
89
De voorairbag van de bijrijder is
ingeschakeld (
).
››› pag.
89
››› in Waarschuwingssymbolen op
pag. 120
››› pag. 119 47
Page 52 of 320
De essentie
De betreffende toets indrukken om een con-
c r
et
e functie in te schakelen. Om de functie
uit te schakelen, nogmaals op de toets druk-
ken. De led in elk bedieningselement gaat bran-
den om aan te gev
en dat de betreffende
functie van een bedieningselement ingescha-
keld is.
1TemperatuurDe linker- en rechterzijde kunnen afzonderlijk worden geregeld: draai aan de regelknop om de temperatuur in te stellen.
2AanjagerHet vermogen van de ventilator wordt automatisch geregeld. Druk op de knoppen om ook de ventilator handmatig te regelen.
3LuchtverdelingDe luchtstroom wordt automatisch ingesteld op een comfortabele waarde. Deze kan ook handmatig worden ingeschakeld met de knoppen 3.
4Weergave van de gekozen temperatuur voor de linker- en rechterzijde van de wagen en voor de ventilatorsnelheid.
OntwasemingsfunctieDe aangezogen buitenlucht wordt naar de voorruit geleid en de circulatiefunctie wordt automatisch uitgeschakeld. Om de voorruit sneller te ont-
wasemen, wordt vocht onttrokken aan de lucht bij temperaturen boven ca. 3°C (+38°F) en draait de aanjager op optimaal vermogen.
De lucht wordt via de roosters in het dashboard naar het bovenlichaam geleid.
Luchtverdeling naar de voetenruimte.
Luchtverdeling naar boven.
Achterruitverwarming: werkt enkel wanneer de motor draait en wordt pas na maximaal 10 minuten automatisch uitgeschakeld.
Luchtrecirculatie
Toets voor de stoelverwarming
De knop indrukken om het koelsysteem aan of uit te zetten.
Druk op de toets om de instelling aan de bestuurderszijde op de voorpassagierszijde toe te passen. Bedien de temperatuurregelaar voor de
passagierszijde als u de temperatuur aan die zijde afzonderlijk wilt instellen.
Automatische regeling van temperatuur, ventilatie en luchtverdeling.
50
Page 54 of 320
De essentie2AanjagerNiveau 0: uitgeschakelde aanjager en airconditioning (handmatig)
Niveau 4: maximale stand aanjager.
3Luchtverdeling
: Ontwasemingsfunctie. De luchtstroom wordt naar de voorruit geleid. De luchtcirculatiefunctie wordt automatisch uitgeschakeld of niet ge-
start. Verhoog het vermogen van de ventilator om de voorruit zo snel mogelijk te ontwasemen. Het aircosysteem wordt automatisch ingeschakeld
om de lucht te drogen.
: De lucht wordt via de roosters in het dashboard naar het bovenlichaam geleid.
: Luchtverdeling naar de voetenruimte.
: Luchtverdeling naar de voorruit en de voetenruimte.
Achterruitverwarming: werkt alleen wanneer de motor draait en wordt maximaal na 10 minuten automatisch uitgeschakeld.
Luchtrecirculatie
De knop indrukken om het koelsysteem aan of uit te zetten.
Toets voor de stoelverwarming
››› in Algemene aanwijzingen op
pag. 163
››› pag. 168 52
Page 55 of 320
De essentie
Hoe werken de verwarming en ventilatie? Afb. 62
In de middenconsole: bedieningselemen-
ten v
oor verwarming en ventilatie. De betreffende toets indrukken om een con-
c
r
et
e functie in te schakelen. Om de functie
uit te schakelen, nogmaals op de toets druk-
ken. De led in elk bedieningselement gaat bran-
den om aan te gev
en dat de betreffende
functie van een bedieningselement ingescha-
keld is.
1TemperatuurDraai aan de regelknop om de temperatuur in te stellen. De gewenste temperatuur mag niet lager zijn dan die van de buitenlucht, omdat dit
systeem de lucht niet kan koelen of ontvochtigen.
2AanjagerNiveau 0: uitgeschakelde aanjager en airconditioning (handmatig)
Niveau 4: maximale stand aanjager.
3Luchtverdeling
: Ontwasemingsfunctie. De luchtstroom wordt naar de voorruit geleid.
: De lucht wordt via de roosters in het dashboard naar het bovenlichaam geleid.
: Luchtverdeling naar de voetenruimte.
: Luchtverdeling naar de voorruit en de voetenruimte.
Achterruitverwarming: werkt alleen wanneer de motor draait en wordt maximaal na 10 minuten automatisch uitgeschakeld.»
53