reset Seat Ateca 2017 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: SEAT, Model Year: 2017, Model line: Ateca, Model: Seat Ateca 2017Pages: 348, PDF Size: 5.98 MB
Page 31 of 348

De essentieMenuSubmenuInstelling mogelijkBeschrijving
Openen en sluiten
AfstandsbedieningComfortopenen›››
pag. 133
Centrale vergrendelingOntgrendelen van de portieren, automatisch vergrendelen/ontgrendelen, akoestische be-
vestiging››› pag. 117
Multifunctie-
scherm–
Actueel brandstofverbruik, gemiddeld brandstofverbruik, te tanken hoeveelheid, comfort-
verbruikers, ECO aanwijzingen, rijtijd, afgelegde afstand, digitale snelheidsindicatie, gemid-
delde snelheid, waarschuwing snelheid te hoog, olietemperatuur, koelvloeistoftemperatuur,
reset gegevens "vanaf het vertrek", reset gegevens "totale berekening"
››› pag. 30
Datum en tijd–Bron voor de tijd, op de juiste tijd zetten, automatische omschakeling zomer- en wintertijd,
tijdzone kiezen, tijdformaat, datum aanpassen, formaat datum–
Meeteenheden–Afstand, snelheid, temperatuur, volume, verbruik–
Service–Chassisnummer, datum volgende SEAT Controleservice, datum volgende Onderhoudsservi-
ce››› pag. 37
Fabrieksinstel-
lingen–Alle instellingen, hulpsystemen voor de bestuurder, parkeren en manoeuvreren, verlichting,
achteruitkijkspiegels en ruitenwissers, openen en sluiten, multifunctie-scherm kunnen te-
ruggezet worden–
››› in Menu CAR (Setup) op pag. 113
›››
pag. 113 29
Page 39 of 348

De essentie
Service-intervallen De service-intervalindicatie wordt weergege-
ven in het in
s
trumentenpaneel ›››
afb.
115 3 .
Bij SEA T w
ordt een onderscheid gemaakt tus-
sen servicebeurten met motorolieverversing
(bijv. Kleine Onderhoud service) en service-
beurten zonder motorolieverversing (bijv. in-
spectiebeurt).
In wagens met Service volgens de tijd of de
kilometerstand zijn de service-intervallen al
vooraf ingesteld.
In wagens met LongLife Service worden de
intervallen afzonderlijk bepaald. Dankzij de
technische vooruitgang is het onderhouds-
werk aanzienlijk verminderd. Met de techno-
logie die SEAT toepast hoeft met deze service
enkel de olie ververst te worden wanneer de
wagen dat nodig heeft. Om deze verversing
te berekenen (max. 2 jaar), wordt rekening
gehouden met de gebruiksomstandigheden
van de wagen en de persoonlijke rijstijl. De
aankondiging van de service verschijnt voor
het eerst 20 dagen voor de berekende datum
voor de overeenkomstige service. De nog res-
terende kilometers worden steeds op 100 km
afgerond en de tijd op volledige dagen. Het
actuele servicebericht kan niet geraadpleegd
worden tot 500 km na de laatste service. Tot
dan verschijnen enkel streepjes op de indica-
tor. Herinnering voor onderhoudsbeurt
Wanneer het b
ijn
a tijd is voor een service,
verschijnt bij het inschakelen van het contact
een Serviceherinnering.
Voertuigen zonder tekstberichten : op het dis-
play van het instrumentenpaneel wordt een
steeksleutel getoond en een indicatie in
km .
Het aangegeven aantal km is de maximale af-
stand die nog kan worden afgelegd tot de
volgende service. Na enkele seconden veran-
dert de weergavefunctie. Er verschijnt een
kloksymbool en het aantal dagen tot de ko-
mende servicebeurt.
Voertuigen met tekstberichten : op het display
van het instrumentenpaneel wordt Service
in --- km of --- dagen weergegeven.
Datum van de onderhoudsbeurt
Wanneer de datum van de service bereikt
wordt, weerklinkt een akoestisch signaal bij
het inschakelen van het contact en knippert
de steeksleutel op het display gedurende
enkele seconden.
Voertuigen met tekstberichten : op het display
van het instrumentenpaneel wordt Service
nu weergegeven.
Een servicemededeling raadplegen
Wanneer het contact is ingeschakeld, de mo-
tor niet draait en de wagen stilstaat, kan de actuele servicemededeling geraadpleegd
worden:
Houd de knop ›
›› afb. 115
4 langer dan
5 sec onden in
gedrukt
om de servicemedede-
ling weer te geven.
Na het overschrijden van de servicedatum ,
wordt een minteken weergegeven voor de in-
dicatie van de kilometers of dagen.
Voertuigen met tekstberichten : op het display
wordt het volgende getoond: Service
sinds --- km of --- dagen .
De klok kan ook worden ingesteld via toets en de functieknop
Set
up in het Easy Con-
nect -
sy s
teem ›››
pag. 113.
Terugzetten van de service-intervalindicatie
Als de service niet uitgevoerd is in de werk-
plaats van een officiële SEAT dealer, kan de
indicatie op de volgende wijze gereset wor-
den: ● Zet het contact uit en houd de toets
››› afb
. 115 4 ingedrukt.
● Contact opnieuw inschakelen.
● Laat de toets 4
› ›
›
afb
. 115 los en ver-
v
olgens weer 20 seconden ingedrukt. Let op
● De serv ic
emelding verdwijnt na enkele se-
conden, bij het starten van de motor of het
drukken op de toets OK/RESET op de
» 37
Page 40 of 348

De essentie
ruitenwisserhendel resp. de toets
OK op het
multifu nctie
stuurwiel.
● In wagens met LongLife Service waarvan de
accu gedur
ende langere tijd losgekoppeld is
geweest, kan de datum van de volgende ser-
vice niet berekend worden. Daarom kunnen
de service-indicaties soms verkeerde bereke-
ningen tonen. Houd u in dat geval aan de
maximaal toegestane onderhoudsintervallen
››› brochure Onderhoudsprogramma.
● Indien de indicatie handmatig op nul wordt
gezet, wor
dt het volgende service-interval
weergegeven zoals in wagens met vaste ser-
vice-intervallen. Geadviseerd wordt daarom
om de service-intervallenindicatie uitsluitend
te laten resetten door een officiële SEAT-dea-
ler. Snelheidsregelsysteem
B edienin
g v
an het snelheidsregelsys-
teem (SRS)* Afb. 47
Links van de stuurkolom: bedienings-
s c
h ak
elaar en -elementen van de GRA. Afb. 48
Links van de stuurkolom: derde hen-
del
v oor bedienin
g van de GRA. Bediening met knipperlichthendel
● GRA aanzetten: schakelaar ››
›
afb
. 47 1 zetten op . Het
sy
st
eem is ingeschakeld.
Het systeem regelt niet omdat geen enkele
snelheid is geprogrammeerd.
● GRA activeren: knop ››› afb
. 47 2 indruk-
k en in het
deel
. De huidige snelheid
wordt opgeslagen en geregeld.
● GRA tijdelijk uitzetten: schakelaar ››› afb
.
47 1 zetten op
of r
em intrappen. Het
snelheidsregelsysteem wordt tijdelijk uitge-
schakeld.
● GRA opnieuw aanzetten: knop ››› afb
. 47 2 indrukken in
. D
e opgeslagen snelheid
wordt opnieuw bewaard en geregeld.
● Geprogrammeerde snelheid verhogen tij-
dens GRA-re
geling: drukken op de knop 2 in
. De wagen versnelt tot de nieuwe op-
g e
slagen snelheid.
● Geprogrammeerde snelheid verlagen tij-
dens GRA-re
geling: druk op de knop 2 in
om 1 km/u (1 mph) t e
verminder
en. De
snelheid wordt verlaagd tot de nieuwe opge-
slagen snelheid is bereikt.
● GRA uitschakelen: schakelaar ››› afb
. 47 1 zetten op . Het
sy
st
eem wordt uitgescha-
keld en de opgeslagen snelheid gewist. 38
Page 133 of 348

Openen en sluiten
● Druk op de t
oets
›
›› afb. 129 aan de
klep gedurende minstens 3 seconden.
De openingshoek wordt opgeslagen. Als het
opslaan voltooid is, wordt dit bevestigd door
knipperende alarmlichten en een akoestisch
signaal.
De openingshoek terugzetten en opslaan
Om het mogelijk te maken dat de achterklep
weer helemaal open kan gaan, moet de ope-
ningshoek worden teruggezet en opgesla-
gen.
● Ontgrendel de achterklep en open de ach-
terklep t
ot de opgeslagen hoogte.
● Til de achterklep met de hand op tot de
aanslag. Hier
voor is meer krachtsinspanning
nodig.
● Druk op de toets ››› afb
. 129 aan de
klep gedurende minstens 3 seconden.
● De af fabriek geprogrammeerde openings-
hoek wordt
teruggezet en opgeslagen. Als
het opslaan voltooid is, wordt dit bevestigd
door knipperende alarmlichten en een akoes-
tisch signaal.
Automatische bescherming tegen oververhit-
ting
Als het systeem herhaaldelijk snel na elkaar
wordt bediend, wordt het automatisch uitge-
schakeld om oververhitting te voorkomen. Zodra het systeem weer is afgekoeld, kunt u
de functie opnieuw g
ebruiken. Tot dan kan
de achterklep enkel handmatig geopend en
gesloten worden, door voldoende kracht uit
te oefenen.
Als met geopende achterklep de kabels van
de wagenaccu worden losgemaakt ››› pag.
307 of de overeenkomstige zekering door-
brandt ››› pag. 95, moet het systeem worden
gereset. Daarvoor moet de klep eenmaal vol-
ledig worden gesloten.
Noodontgrendeling
››› pag. 11 ATTENTIE
Als er veel sneeuw of zware lasten op de ach-
terkl ep lig
gen, kan het zijn dat de klep niet
kan worden geopend of na opening vanzelf
omlaag beweegt door het bijkomende ge-
wicht; dit kan ernstige letsels veroorzaken.
● Open de achterklep nooit wanneer er veel
sneeuw of een
zware last (bijv. dakdrager) op
ligt.
● Voordat u de klep opent, verwijdert u de
sneeuw of l
ast. ATTENTIE
Het verkeerd of onachtzaam sluiten van de
achterk l
ep kan leiden tot ernstige verwondin-
gen. ●
Laat de wag en nooit
onbeheerd achter en
laat kinderen er niet in of aan spelen, vooral
wanneer de achterklep openstaat. Kinderen
kunnen in de bagageruimte klimmen, de ach-
terklep sluiten en opgesloten komen te zit-
ten. In een afgesloten wagen kan het, afhan-
kelijk van het jaargetijde, zo extreem warm of
koud worden dat dit tot ernstig letsel, ziekte
of zelfs de dood kan leiden. VOORZICHTIG
Voordat u de achterklep opent of sluit, dient u
t e contr o
leren of er voldoende ruimte is om
dit te doen, bijv. wanneer een aanhangwagen
is aangekoppeld of de wagen in een garage
staat. Automatische blokkering van achter-
k
l
ep Als de achterklep geopend is en de wagen
v
er
gr endel
d, dan wordt deze automatisch
vergrendeld als er op de toets gedrukt is.
U k u
nt de f
unctie activeren om de limiet van
automatische blokkering van de achterklep
te verlengen. Als deze functie geactiveerd is,
is het mogelijk het portier te ontgrendelen
door op de toets van de afstandsbedie-
nin g
›
››
pag. 119 te drukken en de achterklep
opnieuw te openen.
Indien u dit wenst, kunt u de functie verlen-
ging van de automatische blokkeringslimiet »
131
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Vastzetten
Page 247 of 348

Systemen ter ondersteuning van de bestuurder
door op de knop te drukken op de rui-
t en
wi
sserhendel of de toets aan het multi-
f u
nctie- s
tuur ›››
pag. 30.
Via de multifunctie-indicatie ›››
pag. 30
kan worden teruggekeerd naar weergave van
het bericht op het display van het instrumen-
tenpaneel.
Bedrijfscondities
Het rijgedrag wordt uitsluitend berekend bij
snelheden tussen 65 km/u (40 mph) en ca.
200 km/u (125 mph).
Uit- en inschakelen
De detectie van vermoeidheid kan worden
geactiveerd en gedeactiveerd in het Easy
Connect-systeem met de toets en de
f u
nctiet oets
› ›
› p ag. 113. Een markering
g
eeft aan of de instelling is geactiveerd.
Beperkingen aan de werking
De detectie van vermoeidheid kent een aan-
tal beperkingen. In de volgende gevallen is
het mogelijk dat de detectie van vermoeid-
heid beperkt of niet werkt: ● Bij snelheden lager dan 65 km/h (40 mph).
● Bij snelheden hoger dan 200 km/h (125
mph).
● Op bochtige wegen.
● Op wegen met slecht wegdek. ●
Onder slecht
e klimatologische omstandig-
heden.
● Bij een sportieve rijstijl.
● Als de bestuurder in ernstige mate wordt
afgeleid.
D
e detectie van vermoeidheid wordt gereset
zodra de wagen langer dan 15 minuten heeft
stilgestaan, het contact wordt uitgeschakeld
of de bestuurder de veiligheidsgordel heeft
ontgrendeld en het portier heeft geopend.
Als gedurende langere tijd langzaam wordt
gereden (trager dan 65 km/u (40 mph)), re-
set het systeem de vermoeidheidsbereke-
ning automatisch. Zodra weer sneller wordt
gereden, wordt de rijstijl opnieuw berekend.
Inparkeersysteem (Park As-
sist)*
In
leiding tot thema
››› T
ab. op pag. 2
Het inparkeersysteem is een bijkomende
functie van ParkPilot ›››
pag. 253 en helpt de
bestuurder om:
● een geschikte plek te vinden om te parke-
ren
● een park eermodu
s te selecteren ●
recht en s
chuin achteruit te parkeren in een
geschikte plek
● recht vooruit te parkeren in een geschikte
plek
● vooruit
een rechte parkeerplaats te verlaten
In auto's met inp
arkeersysteem en in de fa-
briek ingebouwde radio worden het gebied
vooraan, achteraan en aan de zijkanten, als-
ook de positie van de obstakels ten opzichte
van de auto getoond.
Het inparkeersysteem heeft een aantal be-
perkingen die eigen zijn aan het systeem en
het gebruik ervan vereist bijzondere aan-
dacht door de bestuurder ››› .
ATTENTIE
De intelligente technologie in het inparkeer-
syst eem k
an de limieten opgelegd door de
natuurkundige wetten niet overwinnen en
werkt enkel binnen de eigen grenzen van het
systeem. Het grotere comfort dat het inpar-
keersysteem biedt mag nooit aanleiding zijn
tot het nemen van grotere risico's. Ondanks
het systeem moet de bestuurder te allen tijde
opmerkzaam blijven.
● Iedere onbedoelde beweging van de wagen
kan ernstig l
etsel tot gevolg hebben.
● De snelheid en de rijstijl aanpassen aan het
zicht, het w
eer, het wegdek en het verkeer.
● Het oppervlak van bepaalde voorwerpen en
kleding
stukken kan de signalen van de ultra-
soonsensoren niet weerkaatsen. Het systeem » 245
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Vastzetten
Page 337 of 348

Trefwoordenlijst
Keyless-Exit zie K
eyle
ss Access . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 121
Keyless Access bijzonderheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 124
Easy Open . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 121
Keyless-Entry . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 121
Keyless-Exit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 121
motor starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 178
Press & Drive . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 176
wagen ontgrendelen en vergrendelen . . . . . . 121
Kickdown automatische transmissie . . . . . . . . . . . . . . . . 191
schakelbak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 240
Kilometerteller . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 110 dagteller . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 107
resetknop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 110
totaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 107
Kinderslot elektrische ruitbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . 132
Kinderzitjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18, 84 indeling in groepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 85
ISOFIX-systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Top Tether-systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20, 23
vastmaken met veiligheidsgordel . . . . . . . . . . . 18
veiligheidsaanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . 18, 83
Kledinghaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 155
Klimaatregeling handmatige airconditioning . . . . . . . . . . . . . . . 46
verwarming en frisse lucht . . . . . . . . . . . . . . . . . 48
knieairbags veiligheidsaanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Knipperlichthendel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25, 138
Koeling Koelvloeistoftemperatuurmeter . . . . . . . . . . . . 110
Koelsysteem koelvloeistof bijvullen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 305
koelvloeistof controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . 305 Koelvloeistof
peil contr oleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 305
Kofferdeksel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Kogelkop controlelampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 274
elektrisch ontgrendelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 274
Koplampen een lamp vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 97
koplampsproeiers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 146
rijden in het buitenland . . . . . . . . . . . . . . . . . . 143
Koppeling (controlelampje) . . . . . . . . . . . . . . . . . 194
Krik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56, 87 steunpunten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57
Kunststofdelen: reinigen . . . . . . . . . . . . . . 286, 287
L Lade . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 154
Lading op dak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 163 technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 163
Lak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 285 code . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 320
schade . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 286
verzorgen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 285
Lampje mistlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 100
Lampjes vervangen achterlamp in de achterklep . . . . . . . . . . . . . . 102
achterlamp in het zijpaneel . . . . . . . . . . . . . . . 101
dimlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 98
grootlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 99
knipperlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 99
mistlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 100
Lane assist zie Lane Assist . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 226
Lane Assist . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 226 het gebied van de camera schoonmaken . . . . 285
Leaving Home . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 141
Leer: onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 288 Lekke band
wat te doen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54
Lendensteun . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 150
Lichtbundelhoogteverstelling . . . . . . . . . . . . . . . 144
Lichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24, 137 akoestische signalen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 137
alarmlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
AUTO . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 139
bediening van de lichten . . . . . . . . . . . . . . . . . 137
binnenverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 145
bochtenlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 141
coming home . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 141
cornering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 141
dagrijverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 138
dimlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 137
een lamp vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 97
grootlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25, 137
grootlichthendel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 138
knipperlichthendel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 138
leaving home . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 141
leeslampjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 145
Mistlamp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 140
parkeerlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 143
schakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
snelwegverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 143
stadslicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 137
Lichten inschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 137
Lichten uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 137
Light Assist . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 139
Looprichting banden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
Luchtroosters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 168
Luik voor het vervoer van lange voorwerpen . . . 158
M
Make-upspiegel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 145
Maximumsnelheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
335