ESP Seat Ateca 2018 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: SEAT, Model Year: 2018, Model line: Ateca, Model: Seat Ateca 2018Pages: 364, PDF Size: 7.42 MB
Page 18 of 364
De essentie
● Voer de s
l
eutelbaard in de slotcilinder en
ontgrendel of vergrendel de wagen.
Bijzonderheden
● Het alarmsysteem blijft geactiveerd bij ont-
grendelde w
agens. Het alarm zal echter nog
niet afgaan ›››
pag. 132.
● Na het openen van portier aan bestuur-
dersz
ijde heeft u 15 sec. om het contact in te
schakelen. Daarna gaat het alarm af.
● Contact inschakelen. De elektronische weg-
rijblokkerin
g herkent een geldige sleutel en
schakelt het alarmsysteem uit. Let op
Het alarmsysteem wordt niet geactiveerd
wanneer de w ag
en met de sleutelbaard ver-
grendeld wordt ›››
pag. 132. Noodvergrendeling van de portieren
z
onder s
lot
cilinder Afb. 4
Portier noodvergrendelen. Als de centrale vergrendeling uitvalt, moeten
de por
tier
en
zonder slotcilinder apart worden
vergrendeld.
Aan de voorzijde van het bijrijdersportier zit
een noodvergrendeling (alleen zichtbaar bij
geopend portier).
● Afdekkap uit de opening trekken.
● De sleutel in de gleuf in de binnenkant ste-
ken en naar r
echts (rechterportier) resp. naar
links (linkerportier) draaien tot tegen de aan-
slag.
Nadat het portier is vergrendeld, kan het por-
tier niet meer van buitenaf worden geopend.
Het portier kan van binnenuit worden ont-
grendeld en geopend door eenmaal aan de
slotgreep te trekken. Achterklep
Afb. 5
Achterklep: handgreep Afb. 6
Achterklep: toets om de klep te sluiten. De werking van de achterklepontgrendeling
i
s
el
ektrisch*. Wordt geactiveerd door licht te
drukken op de handgreep ››› afb. 5.
Om de status vergrendelen/ontgrendelen te
wijzigen, drukt u op de drukknop of op de
toets ››› afb. 1 van de sleutel met afstands-
bediening. 16
Page 22 of 364
De essentie
Veiligheidsgordels verstellen Afb. 16
De slotgesp van de veiligheidsgordel
aanbr en
g
en en verwijderen. Afb. 17
Juist verloop van de gordelband en
een juis t
e stand van de hoofdsteun van voren
en opzij gezien. Om de veiligheidsgordel te verstellen bij de
s
c
houder
, regelt u de hoogte van de stoelen.
Het schoudergedeelte goed in het midden,
nooit over de hals. De veiligheidsgordel ligt
vlak en strak op het bovenlichaam.
Het heupgedeelte loopt over het bekken,
nooit over de buik. De veiligheidsgordel ligt
vlak en strak op het bekken.
››› pag. 83
››› pag. 85 Gordelspanners
Bij een botsing worden de veiligheidsgordels
van de
v
oorstoelen en de beide buitenste zit-
plaatsen achterin 1)
automatisch strak getrok-
ken.
De gordelspanner kan slechts eenmaal wor-
den geactiveerd.
››› in Onderhoud en afvoer van de gor-
delspanners op pag. 86
››› pag. 86 Instelling buitenspiegels
Afb. 18
Deel van het bestuurdersportier: be-
dienin g
v
an de buitenspiegel. 1)
Naargelang de uitvoering/markt. 20
Page 39 of 364
De essentie
Bestuurdersinformatiesysteem In l
eidin
gBij ingeschakeld contact is het mogelijk de
ver
s
chillende functies van het display te
raadplegen door te navigeren door de me-
nu's.
Bij wagens met multifunctiestuurwiel kan de
multifunctie-indicatie uitsluitend worden be-
diend via de knoppen aan dat stuurwiel.
Het aantal menu's dat weergegeven wordt op
het display van het instrumentenpaneel vari-
eert naargelang de elektronica en uitvoering
van de wagen.
Bij een gespecialiseerde dealer kunnen func-
ties geprogrammeerd of gewijzigd worden
volgens de uitvoering van de wagen. Geadvi-
seerd wordt om naar de werkplaats van een
officiële SEAT dealer te gaan.
Een aantal opties van het menu kan enkel ge-
raadpleegd worden wanneer het voertuig stil-
staat.
Zolang een waarschuwing met hoogste prio-
riteit 1 weergegeven wordt op het scherm,
kunnen de menu's ›››
pag. 41 niet getoond
worden. Bepaalde waarschuwingen kunnen
worden bevestigd via de ruitenwisserhendel
of de knop op het multifunctiestuurwiel; deze
verdwijnen dan. Het informatiesysteem biedt ook de volgende
inform
atie en aan
wijzingen (volgens de uit-
rusting van de wagen):
Ritgegevens ››› pag. 39
■ Multifunctie-indicatie vanaf het vertrek
■ Multifunctie-indicatie vanaf het tanken
■ Multifunctie-indicatie berekening totaal
Assistenten ››› pag. 40
Navigatie ››› brochure Navigatiesysteem
Audio ››› brochure Radio of ››› brochure Navi-
gatiesysteem
Telefoon ››› brochure Radio of ››› brochure Na-
vigatiesysteem
Staat van de wagen ››› pag. 34 ATTENTIE
Iedere afleiding kan tot een ongeval leiden
met het d
aaraan verbonden risico van ver-
wondingen.
● De knoppen e.d. van het instrumentenpa-
neel niet tijden
s het rijden bedienen. Bediening menu's in het instrumen-
t
enp
aneel Afb. 43
Ruitenwisserhendel: controletoetsen. Afb. 44
Rechterdeel van het multifunctiestuur-
w iel: c
ontr
oletoetsen. Het informatiesysteem voor de bestuurder
w
or
dt
bediend met de knoppen van het mul-
tifunctiestuurwiel ››› afb. 44 of met de ruiten-
wisserhendel ››› afb. 43 (indien de wagen
niet is uitgerust met multifunctiestuurwiel). » 37
Page 42 of 364
De essentie
Overzicht van gegevensMenuFunctie
Huidig brandstof-
verbruikHet actueel verbruik wordt tijdens
het rijden gemeten in liters per 100
km; met de motor in werking en de
wagen in stilstand, in liters/uur.
Gemiddeld verbruik
Het gemiddelde brandstofverbruik
wordt na het inschakelen van het
contact al na ca. 100 meter in liters
per 100 km weergegeven. Tot dan
worden streepjes getoond. De aan-
gegeven waarde wordt ongeveer om
de 5 seconden bijgewerkt.
ACT ®
*: naargelang de afwerking,
aantal actieve cilinders.
Actieradius
Geschatte afstand in km die nog af-
gelegd kan worden met de resteren-
de brandstof in de tank als dezelfde
rijstijl aangehouden wordt. Deze
waarde wordt o.a. berekend op ba-
sis van het actuele brandstofver-
bruik.
RijtijdGeeft de uren (h) en minuten (min)
weer die verstreken zijn sinds het
contact werd ingeschakeld.
TrajectAfgelegde afstand in km sinds het
contact werd ingeschakeld.
Gemiddelde
snelheid
De gemiddelde snelheid wordt na
inschakeling van het contact al na
ongeveer 100 meter weergegeven.
Tot dan worden streepjes getoond.
De aangegeven waarde wordt onge-
veer om de 5 seconden bijgewerkt.
MenuFunctie
Digitale in- dicatie van
de snelheidActuele snelheid digitaal weergege-
ven.
Snelheids-
waarschuwing
bij --- km/u
of Snelheids-
waarschuwing
bij --- mphIndien de opgeslagen snelheid (tus-
sen 30-250 km/u of 19-155 mijl per
uur) wordt overschreden, klinkt een
akoestisch signaal en verschijnt een
visuele waarschuwing.
Detectie van
verkeersbor-
denDe gedetecteerde verkeersborden
worden getoond.
Olietempera-
tuurDigitale weergave van de actuele
motorolietemperatuur.
Koelvloei- stoftempera‐
tuurDigitale indicatie van actuele koel-
vloeistoftemperatuur.
Comfortver-
bruikersInformatie over de staat van de voor-
naamse comfortverbruikers in de au-
to. Wordt weergeven met een ver-
bruikbalk.
Eco-tipsTips voor het besparen van brand-
stof.
Reset gege- vens "vanaf
het vertrek"De reisgegevens vanaf het vertrek
terugzetten.
Reset gege-
vens "totale
berekening"De reisgegevens terugzetten. Een snelheid opslaan met de snelheidswaar-
s
c
hu
wing
● Selecteer de weergave Snelheidswaar-
schuwing bij --- km/u .
● Druk op de t
oets van de ruitenwis-
serhendel of
de t
oets van het multifunc-
tie s
t
uurwiel om de actuele snelheid op te
slaan in het geheugen en de snelheidswaar-
schuwing te activeren.
● Inschakelen: In dat geval moet u binnen 5
sec. de gew
enste snelheid instellen via de
tuimelschakelaar van de ruitenwisser-
hendel of
door aan het
kartelwieltje van het
multifunctiestuurwiel te draaien. Druk vervol-
gens opnieuw op de toets o
of
w ac
ht
een paar seconden. De snelheid wordt
opgeslagen en de snelheidswaarschuwing
wordt geactiveerd.
● Uitschakelen: druk op de toets of
. De in het geheugen opgeslagen snelheid
w or
dt
gewist.
Menu Assistenten
MenuFunctie
ACCWeergave van automatische af-
standsregeling (ACC) ››› pag. 233.
Front AssistHet bewakingssysteem in- of uit-
schakelen ››› pag. 229. 40
Page 43 of 364
De essentieMenuFunctie
Lane Assist
*Rijstrookassistent in- en uitschake-
len ››› pag. 245.
Dode hoek *Systeem voor dodehoekherkenning
(BSD) in- of uitschakelen ››› pag.
250
Detectie van
verkeersbor-
denVerkeersborden weergeven ››› pag.
258:
Vermoei-
dheidsdetec‐
tie *Vermoeidheidsdetectie in- en uit-
schakelen (aanbeveling om te pau-
zeren) ››› pag. 261. Statusweergave op het display
Mot ork
ap
, achterklep en portieren ge-
opend Afb. 46
A: motorkap geopend; B: achterklep
g eopend: C: link
er
voorportier geopend; D:
portier rechtsachter open. Als het contact wordt ingeschakeld resp. tij-
den
s het
rijden worden in het display in het
instrumentenpaneel de portieren, de motor-
kap en de achterklep weergegeven als deze open zijn; in dat geval wordt tevens een
akoes
tisch signaal gegeven. Afhankelijk van
de uitvoering van het instrumentenpaneel,
kan de voorstelling variëren.
Afbeel- dingLegenda van ››› afb. 46
A Niet verder rijden!
De motorkap staat open of is niet goed
gesloten ››› pag. 313.
B Niet verder rijden!
De achterklep staat open of is niet goed
gesloten ››› pag. 145.
C, D Niet verder rijden!
Een portier van de wagen staat open of
is niet goed gesloten ››› pag. 132.
›››
pag. 122 Waarschuwings- en informatieberich-
t
en Bij het inschakelen van het contact of tijdens
het
rijden w
or
den enkele functies en wagen-
componenten gecontroleerd op hun toe-
stand. De storingen in de werking worden
weergegeven op het display door middel van » 41
Page 44 of 364
De essentie
rode en gele symbolen, alsook door berich-
t en op het
di
splay van het instrumentenpa-
neel ( ›››
pag. 125) en, in bepaalde ge-
vallen, door middel van akoestische signa-
len. Afhankelijk van de uitvoering van het in-
strumentenpaneel, kan de voorstelling varië-
ren.
Waarschuwing met prioriteit 1 (rode symbolen)
Symbool knippert of brandt; deels in combinatie met ge-
luidssignalen.
Zet de wagen stil! Gevaar ››› in Waarschuwings-
en controlelampjes op pag. 126!
De functie met de storing controleren en de storing ver-
helpen. Roep indien nodig de hulp in van gespeciali-
seerd personeel.
Waarschuwing met prioriteit 2 (gele symbolen)
Symbool knippert of brandt; deels in combinatie met ge-
luidssignalen.
De storing in een functie of het te lage vloeistofpeil kan
schade aan de wagen veroorzaken en die kan uiteinde-
lijk defect raken! ›››
in Waarschuwings- en controle-
lampjes op pag. 126.
Controleer de functie met storing zo snel mogelijk. Roep
indien nodig de hulp in van gespecialiseerd personeel.
Informatietekst
Informatie met betrekking tot de verschillende proces-
sen van de wagen. Indicatie van de versnellingen
Afb. 47
Instrumentenpaneel: indicatie van de
v er
s
nellingen (schakelbak). Als de gekozen versnelling voor een zuinige
rij
s
tijl
niet optimaal is, wordt er advies over
de te kiezen versnelling gegeven. Wordt er
geen schakeladvies gegeven, dan rijdt u al in
de geschikte versnelling.
Wagens met versnellingsbak
De symbolen op het scherm ››› afb. 47 bete-
kenen:
● Ops chakelen: de weergave verschijnt
r
echts van de ingeschakelde versnelling zo-
dra een hogere versnelling wordt aanbevo-
len.
● Terugschakelen: de weergave verschijnt
link
s van de ingeschakelde versnelling zodra
een lagere versnelling wordt aanbevolen. Bij de aanbeveling is het mogelijk dat een
ver
s
nelling wordt overgeslagen (2e 4e).
Wagens met automatische versnellingsbak*
Deze indicatie is uitsluitend zichtbaar in tip-
tronic-stand ›››
pag. 207.
De symbolen op het display betekenen:
● Opschakelen
● T
erugschakelen VOORZICHTIG
De indicatie van de versnellingen helpt u bij
het be s
paren van brandstof, maar is niet ge-
schikt om in alle rijsituaties de juiste versnel-
ling aan te bevelen. Voor rijsituaties zoals bij-
voorbeeld inhalen, bij bergritten of bij het rij-
den met aanhangwagen kan alleen de be-
stuurder de juiste versnelling kiezen. Let op
De indicatie verdwijnt van het instrumenten-
paneel
zolang het koppelingspedaal is inge-
trapt. Indicator buitentemperatuur
Wanneer de buitentemperatuur lager is dan
+4°C
(+39°F), w
or
dt naast deze temperatuur
het symbool "ijskristal" weergegeven (waar-
schuwing risico op ijzel). Aanvankelijk knip-
pert dit symbool en dan blijft het continu 42
Page 45 of 364
De essentie
branden tot de buitentemperatuur hoger is
+6°C (+43°F)
›
›
› in Elementen op het beeld-
s c
herm op p
ag. 124.
Wanneer de wagen stilstaat of bij het rijden
met zeer lage snelheid, is het mogelijk dat de
aangegeven temperatuur iets hoger is dan de
werkelijke buitentemperatuur, vanwege de
warmte die de motor afgeeft.
Het meetbereik van de temperatuur gaat van
-40°C tot +50°C (-40°F tot +122°F).
Motorolietemperatuurmeter In wagens zonder multifunctiestuurwiel
● Druk op de tuimelschakelaar ››
›
afb. 43 2 totdat het hoofdmenu verschijnt. Ga naar
Ritgegevens . Gebruik
de t
oets 2 om naar
de mot or
o
lietemperatuurindicatie te stap-
pen.
In wagens met multifunctiestuurwiel
● Ga naar het submenu Ritgegevens en
draai aan het k
artelwieltje tot de indicatie
van de olietemperatuur verschijnt.
De motor heeft onder normale rijomstandig-
heden de bedrijftemperatuur bereikt als de
motorolietemperatuur tussen 80°C en
120°C ligt. Bij een hoge motorbelasting of
een hoge omgevingstemperatuur kan de mo-
torolietemperatuur toenemen. Dit heeft ver-
der geen consequenties zolang geen mel- ding verschijnt op het display via de controle-
lampj
es ››› Tab. op pag. 48 of ››› Tab.
op pag. 48.
Extra verbruikers ●
Bediening met de ruitenwisserhendel*:
druk op de t uimel
schakelaar ››› afb. 43 2 totdat het hoofdmenu verschijnt. Ga naar het
gedeelt
e
Ritgegevens . Gebruik de tuimel-
schakelaar om naar de weergave Comfort-
verbruikers te gaan.
● Bediening via het multifunctiestuurwiel*:
ga met de t
oetsen
of
naar Ritge-
gevens en beve
s
tig met OK. Draai aan het
rechter kartelwieltje totdat de weergave Com-
fortverbruikers verschijnt.
Het actuele verbruik van alle extra verbrui-
kers samen wordt bovendien grafisch weer-
gegeven.
Besparingstips In omstandigheden waarin het brandstofver-
bruik
t
oeneemt, w
orden besparingstips ge-
geven. Volg ze op om uw verbruik te beper-
ken. Deze indicaties verschijnen automatisch
en worden uitsluitend weergegeven in het ef-
ficiencyprogramma. Na een tijdje verdwijnen
de tips automatisch. Als u een besparingstip wilt verbergen zodra
deze v
erschijnt, drukt u op een willekeurige
toets op de ruitenwisserhendel* / het multi-
functiestuurwiel*. Let op
● Als
een besparingstips is verborgen, wordt
deze weer weergegeven zodra het contact
weer wordt ingeschakeld.
● De besparingstips worden niet voortdurend
weerg
egeven, maar incidenteel. Snelheidswaarschuwingssysteem
Het snelheidswaarschuwingssysteem geeft
een w
aar
s
chuwing als de bestuurder de op-
geslagen maximumsnelheid overschrijdt met
ongeveer 3 km/u (2 mpu). Er klinkt een
akoestisch waarschuwingssignaal en op het
display in het instrumentenpaneel verschij-
nen gelijktijdig het controlelampje en de
aanwijzing voor de bestuurder ingestelde
snelheid bereikt! Het controlelampje
gaat weer uit zodra de snelheid wordt ver-
laagd tot onder de opgeslagen limietsnel-
heid.
De programmering van de snelheidswaar-
schuwing wordt aanbevolen indien men een
bepaalde maximumsnelheid wenst aan te
houden, zoals bij het rijden in een land met
verschillende snelheidslimieten of bij een
maximumsnelheid voor de winterbanden. » 43
Page 47 of 364
De essentie
Datum van de onderhoudsbeurt
W anneer
de d
atum van de service bereikt
wordt, weerklinkt een akoestisch signaal bij
het inschakelen van het contact en knippert
de steeksleutel op het display gedurende
enkele seconden.
Voertuigen met tekstberichten : op het display
van het instrumentenpaneel wordt Service
nu weergegeven.
Een servicemededeling raadplegen
Wanneer het contact is ingeschakeld, de mo-
tor niet draait en de wagen stilstaat, kan de
actuele servicemededeling geraadpleegd
worden:
Houd de toets 0.0/SET langer dan 5 secon-
den in g
edrukt
om de servicemededeling 2weer te geven.
Na het
o
v
erschrijden van de servicedatum ,
wordt een minteken weergegeven voor de in-
dicatie van de kilometers of dagen.
Voertuigen met tekstberichten : op het display
wordt het volgende getoond: Service
sinds --- km of --- dagen .
Terugzetten van de service-intervalindicatie
Als de service niet uitgevoerd is in de werk-
plaats van een officiële SEAT dealer, kan de
indicatie op de volgende wijze gereset wor-
den: ●
Zet het
contact uit en houd de toets 0.0/SET 2
ingedrukt.
● Contact opnieuw inschakelen.
● Laat de toets 0.0/S
ET los en vervolgens
w eer 20 sec
onden in
gedrukt. Let op
● De ser v
icemelding verdwijnt na enkele se-
conden, bij het starten van de motor of het
drukken op de toets OK/RESET op de ruiten-
wi s
serhendel resp. de toets OK op het multi-
fu nctie
stuurwiel.
● In wagens met LongLife Service waarvan de
accu g
edurende langere tijd losgekoppeld is
geweest, kan de datum van de volgende ser-
vice niet berekend worden. Daarom kunnen
de service-indicaties soms verkeerde bereke-
ningen tonen. Houd u in dat geval aan de
maximaal toegestane onderhoudsintervallen
››› brochure Onderhoudsprogramma.
● Indien de indicatie handmatig op nul wordt
gezet, w
ordt het volgende service-interval
weergegeven zoals in wagens met vaste ser- vice-intervallen. Geadviseerd wordt daarom
om de service-intervallenindicatie uitsluitend
te laten resetten door een officiële SEAT-dea-
ler. Cruisecontrol
B edienin
g
van het snelheidsregelsys-
teem (SRS)* Afb. 49
Links van de stuurkolom: bedienings-
s c
h
akelaar en -elementen van de GRA. Afb. 50
Links van de stuurkolom: derde hen-
del
v
oor bediening van de GRA. » 45
Page 62 of 364
De essentie
MotoroliespecificatiesMotorsoortVariabele service (lange duur)Vaste service (tijds- of afstandsafhankelijk)
BenzinemotorenVW 508 00
VW 504 00 a)VW 504 00
Dieselmotoren met roetfilter (DPF) b)VW 507 00VW 507 00
Dieselmotoren zonder roetfilter (DPF)–VW 505 01c)
VW 506 01 c)
a)
Het gebruik van motorolie volgens specificatie VW 504 00 in plaats van VW 508 00 kan tot iets hogere emissiewaarden leiden.
b) Enkel aanbevolen olie, zo niet kan schade aan de motor optreden.
c) Indien de kwaliteit van de brandstof beschikbaar in het land niet voldoet aan de normen EN 228 (voor benzine) en EN 590 (voor diesel).
››› in Motorolie verversen op pag. 317
››› pag. 315 Koelvloeistof
Afb. 63
Motorruimte: vuldop van het koel-
vloei s
t
ofexpansiereservoir. Het reservoir van koelvloeistof bevindt zich in
de mot
orruimt
e ›
›› pag. 313.
Vul de vloeistof bij koude motor bij wanneer
het peil lager is dan . Koelvloeistofspecificatie
Het koel
systeem van de motor bevat van in
de fabriek een mengsel van speciaal behan-
deld water en ten minste 40% additief G13
(TL-VW 774 J), met een lila kleur. Dit mengsel
biedt niet alleen bescherming tegen vries-
temperaturen tot -25°C (-13°F), maar be-
schermt ook de lichtmetalen onderdelen van
het koelsysteem van de motor tegen corrosie.
Bovendien voorkomt dit mengsel kalkaan-
slag en wordt het kookpunt van de koelvloei-
stof beduidend hoger.
Om het koelsysteem te beschermen, moet
het percentage additief altijd minstens 40%
zijn, zelfs bij hoge temperaturen en een
warm klimaat, en er geen antivriesbescher-
ming nodig is.
Indien wegens het klimaat meer bescher-
ming nodig is, kan het aandeel van additief 60
Page 68 of 364
De essentie
● Herh aal
het
proces voor het oppompen.
● Als ook dan de druk niet wordt bereikt, ver-
keert
de band in slechte staat. Zet de wagen
stil en roep de hulp in van gespecialiseerd
personeel.
● Sluit de luchtcompressor af. Draai de vul-
slan
g los van het bandventiel.
● Wanneer de bandenspanning tussen
2,0-2,5 bar ligt, rijdt
u verder met een snel-
heid onder 80 km/u (50 mph).
● Controleer de bandenspanning opnieuw na
10 minuten ››
› pag. 101.
››› in Bandenafdichtset TMS (Tyre Mo-
bility System)* op pag. 99
››› pag. 99 Een wiel verwisselen
W ag
en
gereedschap Afb. 70
Onder de afdekking van de laadvloer
v an de b
ag
ageruimte: wagengereedschap. Adapter voor de wielboutbeveiliging*
Sl
eepoog
W iel
sleutel*
Krikhendel
Krik*
Haak voor centrale wieldoppen*
Klem voor de doppen van de wielbouten.
››› in Voorafgaande stappen op pag. 65
››› pag. 99 1
2
3
4
5
6
7 Centrale wieldop*
Afb. 71
Juiste plaatsing van de centrale wiel-
dop v
oor s
talen velgen. Om bij de wielbouten te komen, moeten de
c
entr
al
e wieldoppen verwijderd worden.
Verwijderen
● Zet de draadhaak (wagengereedschap) in
een van de uits
paringen van de centrale wiel-
dop.
● De wielsleutel plaatsen op de haak, op de
band afs
teunen en de wieldop lostrekken.
Aanbrengen
● Plaats de centrale wieldop op de velg. Het
onderst
e deel van het teken "S" van het
SEAT-embleem moet samenvallen met het
opblaasventiel ››› afb. 71 1 .
● Druk stevig op de centrale wieldop tot hij
hoorb aar
v
astklikt.66