stop start TESLA MODEL S 2015 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TESLA, Model Year: 2015, Model line: MODEL S, Model: TESLA MODEL S 2015Pages: 164, PDF Size: 22.08 MB
Page 47 of 164

Starten en afzetten
RIJDEN4.7
Starten en afzettenModel S starten
Bij het openen van een portier worden het instrumentenpaneel en het touchscreen van de Model S ingeschakeld. In de cirkel in het midden van het instrumentenpaneel wordt de status van de portieren en het energieniveau weergegeven, alle bedieningsorganen kunnen bediend worden.
Rijden:
•TRAP OP HET REMPEDAAL - de cirkel in het midden van het instrumentenpaneel verandert in een snelheidsmeter en een energiemeter met weergave van de actieradius en de gekozen versnelling (P, R, N of D)
•KIES EEN VERSNELLING - helemaal naar beneden voor vooruit rijden (D) en helemaal omhoog voor achteruit rijden (R),
Alles wat van belang is tijdens het rijden met de Model S wordt op het instrumentenpaneel weergegeven.
Sleutel niet aanwezig
Als de Model S geen sleutel "ziet" als u op het rempedaal trapt, verschijnt er een bericht op het instrumentenpaneel dat er geen sleutel is gedetecteerd.
Plaats de sleutel in het bekerhouder in de middenconsole, daar kan de auto de sleutel het beste waarnemen.
Als de sleutel dan nog steeds niet wordt gezien, houd deze dan tegen de middenconsole, precies onder het 12V-stopcontact (zie blz. 5.19). Of probeer een andere sleutel. Neem contact op met Tesla als een andere sleutel ook niet werkt.
Of de auto de sleutel kan zien, hangt van verschillende factoren af. Voorbeelden daarvan zijn een lege batterij in de sleutel, interferentie van andere apparatuur die gebruik maakt van radiosignalen en fysieke obstakels tussen de zender en de ontvanger.
Houd de sleutel altijd bij u. Deze heeft u nodig om de Model S na een stop opnieuw te kunnen starten. En bij het verlaten van de auto moet u de sleutel meenemen om de auto handmatig of automatisch te vergrendelen (zie blz. 2.5).
Uitschakelen
Zet de auto na het rijden in stand P (Parkeren) door de toets op het uiteinde van de selectiehendel in te drukken. De parkeerrem wordt automatisch ingeschakeld en alle systemen blijven werken. Als u met de sleutel de auto verlaat, zal de Model S zichzelf automatisch uitschakelen en ook het touchscreen en het instrumentenpaneel gaan uit.
De Model S schakelt zichzelf ook automatisch uit als de auto meer dan 15 minuten in stand P(Parkeren) staat, ook als u nog achter het stuur zit.
Als u de auto wilt uitschakelen terwijl u nog achter het stuur zit, tik dan op het touchscreen op Controls > E-Brake & Power Off > Power Off. De Model S schakelt zichzelf automatisch weer in als u het rempedaal intrapt of op een willekeurige plaats het touchscreen aanraakt.
OPMERKING: Bij het verlaten van de auto wordt deze automatisch in stand P (Parkeren) gezet, ook al heeft u de selectiehendel zelf eerst in stand N (Neutraal) gezet. Model S in Neutraal laten staan, zie blz. 4.9.
Page 64 of 164

RemmenRemmen
4.24GEBRUIKERSHANDLEIDING MODEL S
RemmenRemsystemen
De Model S is uitgerust met ABS, een systeem dat voorkomt dat de wielen bij een eventuele noodstop blokkeren. Hierdoor blijft de auto in de meeste omstandigheden bestuurbaar.
Bij een noodstop controleert het ABS de draaisnelheid van de wielen en regelt het systeem de remdruk naar elk wiel aan de hand van de grip.
Het aanpassen van de remdruk zorgt voor een pulserende beweging van het rempedaal. Dit is een normaal verschijnsel en geeft aan dat het ABS actief is. Houd het rempedaal stevig ingetrapt als u deze pulserende beweging voelt.
Het ABS-controlelampje op het instrumentenpaneel knippert heel even als u de auto start. Als het lampje op enig ander moment gaat branden, is er een storing geconstateerd en werkt het ABS niet. Neem contact op met Tesla. Het remsysteem blijft normaal functioneren en wordt niet beïnvloed door het uitvallen van het ABS. De remweg kan echter groter worden.
Als dit controlelampje brandt, anders dan alleen kortstondig tijdens het starten, is er een storing in het remsysteem geconstateerd of is het remvloeistofniveau te laag. Neem onmiddellijk contact op met Tesla.
Noodstop
Tr a p b i j e e n n o o d s t o p z o h a r d m o g e l i j k o p h e t rempedaal en houd het pedaal ingetrapt, ook als het glad is. Het ABS past de remdruk van elk wiel aan aan de grip die het wiel heeft. Zo wordt voorkomen dat de wielen blokkeren en kunt u op een zo veilig mogelijke manier stoppen.
WA A R S C H U W I N G : N o o i t p o m p e n d remmen. Dit verstoort de goede werking van het ABS en de remweg zal toenemen.
WA A R S C H U W I N G : H o u d a l t i j d voldoende afstand tot uw voorganger en wees bij gevaarlijke omstandigheden extra voorzichtig. Alhoewel het ABS de remweg kan verkorten, het kan de wetten van de natuur niet verslaan. Het voorkomt ook geen aquaplaning (een laagje water verhindert het contact tussen de band en het wegdek).
Remblokslijtage
De remblokken van de Model S zijn standaard voorzien van slijtage-indicatoren. Als het remblok is versleten, raakt een dunne metalen strip in het remblok de remschijf en gaat daardoor hard piepen. Dit geluid geeft aan dat de remblokken versleten zijn en vervangen moeten worden. Neem contact op met het Te s l a S e r v i c e C e n t e r o m h e t p i e p e n t e s t o p p e n .
De remmen moeten regelmatig gecontroleerd worden waarbij de wielen gedemonteerd moeten worden. Kijk voor technische details en de minimumdikte van remschijven en -blokken op blz. 8.6.
WA A R S C H U W I N G : A l s u v e r s l e t e n remblokken niet op tijd laat vervangen, kan het remsysteem beschadigd raken en bestaat de kans op gevaar tijdens het remmen.
Page 71 of 164

5.1
TOUCHSCREEN
Overzicht touchscreen
Het grote geheel ............................................... 5.2
Touchscreen - Bedieningsorganen
Bediening Model S .......................................... 5.4
Touchscreen - InstellingenPersoonlijke instellingen Model S.............. 5.6
Climate Control
Overzicht Climate control ............................. 5.8Climate control instellen .............................. 5.10Ventilatie............................................................. 5.11Tips voor de bediening ................................. 5.11
Luchtvering
Automatische niveauregeling.................... 5.12Handmatige niveauregeling ....................... 5.12Jack-stand ......................................................... 5.13
Media en Audio
Overzicht ........................................................... 5.14AM-en FM-radio .............................................. 5.16DAB-radioservices ......................................... 5.16Internetradio..................................................... 5.17Media-instellingen .......................................... 5.17Favorieten ......................................................... 5.18My Music & Devices ....................................... 5.18USB-aansluitingen .......................................... 5.1912V-stopcontact .............................................. 5.19
TelefoonBluetooth® Compatibiliteit ........................ 5.20Bluetooth-telefoon linken .......................... 5.20Contacten importeren ................................. 5.20Bluetooth-telefoon, linken ongedaan maken ................................................................ 5.20Verbinding met gelinkte telefoon maken ................................................................. 5.21Bellen................................................................... 5.21Een gesprek aannemen................................ 5.21Opties binnenkomend gesprek................. 5.21
Kaarten
Kaarten gebruiken ......................................... 5.22
Navigeren
Overzicht navigatie ....................................... 5.23Navigatie starten............................................ 5.23Tijdens het navigeren ................................... 5.24
Instellingen alarminstallatie
Over de alarminstallatie .............................. 5.25
HomeLink® Universal TransceiverOver HomeLink®............................................ 5.26HomeLink programmeren .......................... 5.26
Software Updates
Nieuwe software ............................................ 5.27Release Notes bekijken ............................... 5.27
Mobiele app
Model S Mobiele app .................................... 5.28
Page 97 of 164

Software Updates
TOUCHSCREEN5.27
Software UpdatesNieuwe software
U kunt de software voor de Model S via een draadloze verbinding updaten, daarmee bent u altijd verzekerd van de nieuwste functies en kenmerken. De eerste keer dat u een update uitvoert, verschijnt er een scherm waar u de frequentie van updates kunt instellen.
OPMERKING: Het updaten kan soms wel twee uur in beslag nemen (de geschatte tijd wordt aangegeven). De selectiehendel van de auto moet in de stand P (Parkeren) staan als er nieuwe software wordt geïnstalleerd.
Een geel icoontje (klokje) op de statusbalk van het touchscreen geeft aan dat er een nieuwe update beschikbaar is.
1.Tik op het pijltje omhoog of het pijltje omlaag om het tijdstip voor het installeren te veranderen (indien nodig). Tik dan op Set For This Time o m d e i n st al lat i e i n te ste l l en . Als het installeren van de update is ingesteld, wordt het gele icoontje op de statusbalk van het touchscreen wit.
2.Tik op Install Now om het installeren direct te starten.
U kunt de instelling voor het installeren nog veranderen zolang het proces nog niet is gestart. Tik op het icoontje (klokje) op de statusbalk om het update-venster te openen.
Als de batterij wordt geladen op het moment dat er een update start, wordt het opladen van de batterij gestopt. Het opladen wordt automatisch hervat na het updaten. Als u rijdt op het moment dat er een update gepland is, wordt het installeren van de update geannuleerd en moet u deze update opnieuw instellen.
Neem contact op met Tesla als er op het scherm een bericht verschijnt dat een update is mislukt.
Release Notes bekijken
Na het voltooien van een update kunt u in de release notes lezen wat er nieuw is. U kunt deze release notes ook altijd opvragen door op deTe s l a “ T ” aan de bovenzijde van het touchscreen te tikken en dan op de link Release Notes.
Page 98 of 164

Mobiele appMobiele app
5.28GEBRUIKERSHANDLEIDING MODEL S
Mobiele appModel S Mobiele app
Met de mobiele app van Tesla voor de Model S kunt u met een iPhone® of Android™ Smartphone op afstand communiceren met de auto. Met behulp van deze app kunt u het laadproces controleren, het opladen starten en stoppen, de verwarming/airconditioning bedienen, de auto lokaliseren of volgen, de lichten/claxon bedienen, de auto vergrendelen/ontgrendelen en nog meer.
Download de app op uw telefoon en log in. Umoet er wel voor zorgen dat de auto met de mobiele app kan communiceren door dit in te stellen. Tik op Controls > Settings > Safety & Security > Remote Access > On.
Page 102 of 164

BatterijBatterij
6.4GEBRUIKERSHANDLEIDING MODEL S
BatterijOver de batterij
De Model S heeft een van de meest geavanceerde batterijsystemen in de wereld. Belangrijk voor een lange levensduur van de batterij is LAAT DE MODEL S AANGESLOTEN OP HET LAADSTATION als u de auto niet gebruikt. Dit is vooral van belang als de Model S een paar weken niet gebruikt zal worden. Als de Model S is aangesloten op een laadstation, zal deze automatisch worden bijgeladen om er te zorgen dat de batterij altijd voldoende geladen is voor een maximale levensduur.
Het heeft geen zin om met het opladen te wachten tot de batterij leeg is. Integendeel, de batterij presteert het beste als deze regelmatig wordt bijgeladen.
Onderhoud batterij
Laat de batterij nooit helemaal leegraken. Ook als de Model S niet gebruikt wordt, zal de batterij langzaam leegraken vanwege de voeding van de aanwezige elektronica. Onder normale omstandigheden zal de batterij gemiddeld zo'n 1% van zijn capaciteit per dag verliezen. Er zijn ook situaties denkbaar waarbij het opladen van de Model S gedurende langere tijd niet mogelijk is (bijvoorbeeld bij langparkeren op een luchthaven). Denk in dat geval aan deze 1% ontlading per dag om te voorkomen dat de batterij te ver leegraakt. Vo o r b e e l d : b i j e e n re i s va n 1 4 d a g e n z a l d e batterij ongeveer 14% van zijn capaciteit kwijtraken.
Als de batterij helemaal leegraakt (0%), kan deze definitief beschadigd raken Om dit te voorkomen, schakelt de Model S automatisch over op een noodprogramma als de capaciteit tot minder dan 5% daalt. De voeding van de ingebouwde elektronica wordt gestopt om het ontladen te vertragen tot 4% per maand. Als dit noodprogramma is ingeschakeld, is het van groot belang dat de batterij van de Model S binnen twee maanden wordt opgeladen om schade aan de batterij te voorkomen.
OPMERKING: Als het noodprogramma is ingeschakeld, wordt de 12V-accu niet langer geladen, deze kan binnen 12 uur leegraken. Als dat onverhoopt gebeurt, moet u wellicht startkabels gebruiken of de 12V-accu vervangen voordat u de batterij weer kunt opladen. Neem in dat geval contact op met Te s l a .
Te m p e r a t u u r b e p e r k i n g e n
Stel de Model S niet langer dan 24 uur achter elkaar bloot aan temperaturen boven 60° C of onder -30° C.
Aanwijzingen en waarschuwingen Batterij
WA A R S C H U W I N G : D e b a t t e r i j b e v a t geen onderdelen waar werkzaamheden aan uitgevoerd kunnen worden. Probeer de batterij NOOIT te openen of anderszins te bewerken. Neem voor eventuele werkzaamheden aan de batterij altijd contact op met Tesla.
AANWIJZING: Als de batterij helemaal leeg raakt, moet u deze weer opladen. Als u de batterij gedurende langere tijd leeg laat, kan het zijn dat deze niet meer op te laden is en u de auto met startkabels moet starten of de 12V-accu moet vervangen. Als u de Model S gedurende lange tijd niet oplaadt kan dit tot onherstelbare schade aan de batterij leiden. Neem onmiddellijk contact op met Tesla als u de Model S niet kunt opladen.
AANWIJZING: De batterij is onderhoudsvrij. Verwijder de vuldop nooit en vul nooit vloeistof bij. Neem direct contact op met Tesla als het controlelampje op het instrumentenpaneel waarschuwt dat het niveau te laag is.
Als de batterij het eind van de levensduur heeft bereikt, kan deze gerecycled worden. Neem contact op met Tesla voor het recyclen van de batterij.
Page 105 of 164

Model S opladen
OPLADEN6.7
Instellingen laadfunctie veranderen
Zodra het klepje van het laadcontact geopend wordt, verschijnen de instellingen voor het laden van de batterij op het touchscreen.
Tik op een willekeurig moment op het Battery-icoon aan de bovenzijde van het touchscreen om de instellingen voor het laden te bekijken of tik op Controls > Charging rechtsboven van het scherm.
De onderstaande afbeelding dient uitsluitend ter illustratie en kan iets afwijken van de werkelijke weergave op het scherm, afhankelijk van de software-versie en het land van bestemming.
1.Berichten over de status van het laden (zoals het laadschema, bezig met laden enz.) worden hier weergegeven.
2.Stel hier een limiet in op basis van de verwachte energiebehoefte. Tik op Set Charge Limit en sleep de schuifbalk naar het gewenste niveau. U kunt elk niveau tussen 50% en 100% kiezen. Laad de batterij voor dagelijks verbruik voor 50% tot 90%, dat verlengt de levensduur van de batterij. Laad de batterij meer dan 90% voor lange ritten. Deze ingestelde limiet geldt niet alleen voor de direct volgende laadsessie, maar ook voor toekomstige geplande laadsessies.
3.Locatie-specifiek schema
Stel met de selectiehendel in stand P (Parkeren) een bepaalde tijd in waarop het laden van de batterij op de huidige locatie moet beginnen. Als de Model S op dat tijdstip niet op de desbetreffende locatie is aangesloten op een laadstation, begint het laden automatisch zodra de auto wordt aangesloten, mits dit binnen 6 uur na het opgegeven tijdstip is. Als dit later gebeurt, zal het laden pas de volgende dag op het opgegeven tijdstip starten. U kunt deze instellingen overrulen via Start Charging ofStop Charging (zie stap 4). Als er een tijdstip voor het laden is ingesteld, wordt dit tijdstip op het instrumentenpaneel en het touchscreen van de Model S weergegeven.
4.Tik hier om het klepje van het laadcontact te openen of het opladen te starten (of te stoppen).
5.Het laden gebeurt met de maximum stroomsterkte (afhankelijk van de laadkabel) behalve wanneer de laadstroom vooraf lager werd ingesteld.
Bij 3-fasen laden is de beschikbare laadstroom de stroom per fase (tot 32 A). Tijdens het laden wordt het 3-fasensymbool voor de weergegeven stroomsterkte aangegeven.
Tik op de pijltjes omhoog/omlaag om de stroomsterkte te veranderen (bijvoorbeeld in gevallen waarbij het lichtnet waar ook andere apparatuur op is aangesloten, overbelast dreigt te raken). De laadstroom kan nooit hoger ingesteld worden dan het maximum van de aangesloten laadkabel.
Als de laadstroom wordt aangepast, wordt dat in het geheugen van de Model S opgeslagen. De volgende keer hoeft de laadstroom bij hetzelfde laadstation dan niet meer aangepast te worden.
OPMERKING: Als de laadstroom wordt beperkt, duurt het langer voordat de batterij is opgeladen.
Page 114 of 164

Onderhoud bandenOnderhoud banden
7.8GEBRUIKERSHANDLEIDING MODEL S
Gebruik van sneeuwkettingen
Te s l a h e e f t d e S e c u r i t y C h a i n C o m p a n y ( S C C ) Model Z-563 sneeuwkettingen getest en goedgekeurd voor het gebruik op de achterwielen. Deze kettingen mogen alleen gebruikt worden in combinatie met banden in de maat 245/45R19. Gebruik geen sneeuwkettingen op 21" banden.
Vo l g vo o r h e t m o n t e r e n va n d e sneeuwkettingen de aanwijzingen van de fabrikant. Span de kettingen zo strak mogelijk.
Als u sneeuwkettingen gebruikt:
•Rijd met aangepaste snelheid—niet harder dan 48 km/h.
•Belast de auto niet te zwaar (door het doorzakken bestaat de kans op te weinig ruimte tussen de ketting en de wielkasten).
•Ve r w i j d e r s n e e u w ke t t i n g e n we e r zo d ra d e omstandigheden dat toelaten.
OPMERKING: In sommige landen is het gebruik van sneeuwkettingen niet toegestaan. Controleer de wetgeving ter plaatse voordat u sneeuwkettingen monteert.
AANWIJZING: Het gebruik van andere dan de goedgekeurde sneeuwkettingen of het gebruik van kettingen op een andere maat banden kan leiden tot schade aan de wielophanging, de carrosserie, de wielen en/of de remleidingen. Schade tengevolge van het gebruik van niet-goedgekeurde sneeuwkettingen valt niet onder garantie.
AANWIJZING: Zorg ervoor dat sneeuwkettingen de wielophanging en de remleidingen niet kunnen raken. Als u vreemde geluiden hoort, die erop lijken alsof de kettingen andere onderdelen raken, stop dan onmiddellijk en onderzoek wat er aan de hand is.
Bandenspanningcontrole
Controleer eens per maand de bandenspanning als de banden koud zijn en breng de banden zo nodig op de juiste spanning zoals is aangegeven op de sticker op de linker middenstijl (zie blz 7.4). Als er banden met een afwijkende maat op de auto gemonteerd zijn, informeer dan bij de fabrikant naar de juiste bandenspanning.
De auto is uitgerust met een bandenspanningcontrolesysteem (TPMS) dat u via een controlelampje op het instrumentenpaneel waarschuwt voor een te lage spanning in een of meer banden. Als dit controlelampje gaat branden, moet u zo snel mogelijk stoppen en de banden controleren en weer op spanning brengen (zie blz 7.4). Rijden met een zachte band leidt tot oververhitting waardoor de band beschadigd kan raken. Bovendien leidt het tot een hoger verbruik, extra slijtage, minder goede rijeigenschappen en een langere remweg.
Als er een storing in het systeem wordt geconstateerd, knippert het TPMS-controlelampje telkens een minuut bij het starten.
OPMERKING: Het monteren van niet-goedgekeurde accessoires kan de goede werking van het TPMS verstoren.
WA A R S C H U W I N G : H e t T P M S i s n i e t bedoeld als vervanging van de regelmatige controle die de bestuurder zelf moet doen. Een correcte bandenspanning is en blijft de verantwoording van de bestuurder, ook als de band nog niet zo zacht is dat het TPMS een waarschuwing geeft.
Page 159 of 164

v
INDEX
ModelS starten ................................................. 4-7stand stoel .......................................................... 3-2tips om actieradius te vergroten ............ 4-22ruitbediening op afstand ................................... 2-7ruitenachter, kinderbeveiliging .............................. 2-7achter, vergrendelen ...................................... 2-7met sleutel openen ......................................... 2-7openen en sluiten ............................................ 2-7schakelaar gebruiken ..................................... 2-7van buitenaf openen ...................................... 2-7Ruitensproeiers ................................................... 4-18ruitensproeiers ..................................................... 7-17ruitensproeiers, reinigen ................................... 7-17ruitensproeiervloeistof, bijvullen ................. 7-20ruitenwisserbladen vóór, vervangen ........... 7-17ruitenwisserbladen, vervangen ...................... 7-17ruitenwissers ............................................. 4-17, 4-18Ruitenwissers, gebruik van ............................. 4-17ruitschakelaars achter, uitschakelen ............. 2-7
S
schadeherstel ....................................................... 7-27schakelen ................................................................. 4-8servicedataregistratie ....................................... 10-2slepenJack-stand .......................................................... 9-3lierkabel bevestigen ....................................... 9-3Model S in Neutraal laten staan ................. 9-3wielen blokkeren ..............................................9-4sleutelbatterij vervangen ........................................... 2-3extra bestellen .................................................. 2-3gebruik van ........................................................ 2-2niet waargenomen .......................................... 2-5sleutel niet aanwezig ..................................... 4-7Software-updates ..............................................5-27Spanbanden ...........................................................9-4Specifieke actieradius ....................................... 4-10spiegelsafstellen ...............................................................4-6automatisch dimmen .....................................4-6automatisch kantelen .................................... 4-6bij achteruitrijden ............................................ 4-6binnenspiegel ....................................................4-6Sproeiers ................................................................ 4-18stabiliteitscontrole ............................................ 4-25stand stoel, bestuurder ...................................... 3-2status vergrendelen/ontgrendelen ... 2-4, 4-10stickerIdentificatieplaatje .......................................... 8-4informatie banden en laadvermogen ...... 8-3Sticker banden en laadvermogen .................. 8-3stickers portieren ................................................. 8-3stoelenafstellen ............................................................... 3-2naar achteren gericht, beperkingen .........3-11naar achteren gericht, een kind vastzetten ..........................................................3-13
naar achteren gericht, inklappen ............. 3-12naar achteren gericht, opklappen ................................................3-11, 3-12naar achteren gericht, veiligheidsinformatie .................................... 3-14verwarming ........................................................5-8stoelhoezen ............................................................. 3-3stoelverwarming ................................................... 5-8stofhoes .................................................................. 7-16stopcontact ........................................................... 5-19stroom. laden .........................................................6-7stuurbedieningsorganen, links ..............................4-3bedieningsorganen, rechts ......................... 4-4gevoeligheid instellen ....................................4-3stand instellen ...................................................4-3
T
technische gegevens12V-batterij ......................................................... 8-7Aandrijving .........................................................8-6afmetingen ......................................................... 8-5banden .................................................................8-9exterieur .............................................................. 8-5Gewicht ................................................................ 8-5hoogspanningsbatterij ................................... 8-7motor ....................................................................8-6remmen ...............................................................8-6Stuurinrichting ..................................................8-6vering ................................................................... 8-7wielen ...................................................................8-8Technische gegevens aandrijving ..................8-6Technische gegevens motor ............................8-6Technische gegevens stuurinrichting ...........8-6Technische gegevens voorwielophanging .............................................. 8-7telefoonaansluiting ........................................................ 5-21bellen .................................................................. 5-21Bluetooth, algemene informatie ............. 5-20contacten en media importeren ............. 5-20een gesprek aannemen ................................ 4-4linken ................................................................. 5-20loskoppelen ..................................................... 5-20menu instrumentenpaneel ......................... 5-21telefoon ............................................................. 5-21telefoonmenu .................................................. 5-21telefoonmenu weergeven ........................... 4-4toetsen op het stuur ...................................... 4-4temperatuurBatterij (hoogspanning), beperkingen ...................................................... 6-4buiten .................................................................4-10interieur, bediening .........................................5-8interieur, tips voor de bediening .............. 5-11temperatuurregeling interieur ......................... 5-8Tesla Assistance ....................................................9-2Toegestane maximum aslast .......................... 8-4Toegestane maximum massa ......................... 8-4