ESP TOYOTA AVENSIS 2016 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2016, Model line: AVENSIS, Model: TOYOTA AVENSIS 2016Pages: 648, PDF Size: 51.07 MB
Page 4 of 648

INHOUDSOPGAVE4
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE)5-1. Basishandelingen
Soorten audiosystemen .....308
Stuurwieltoetsen audiosysteem ..................311
AUX-aansluiting/ USB-aansluiting ...............312
5-2. Gebruik van het audiosysteem
Optimaal gebruikmaken van het audiosysteem......313
5-3. Gebruik van de radio Bediening radio ..................315
5-4. Afspelen van een audio-CD en discs met
MP3-/WMA-bestanden
Bediening CD-speler..........321
5-5. Gebruik van een extern apparaat
Afspelen van bestanden op een iPod .....................332
Afspelen van bestanden op een USB-geheugen ...341
Gebruik van de AUX-aansluiting ...............349
5-6. Gebruik van Bluetooth
® apparaten
Bluetooth® audio/telefoon....350
Gebruik van de stuurwieltoetsen...............356
Registreren van een Bluetooth
®-apparaat .......357 5-7. Menu SETUP (instellingen)
Gebruik van het menu SETUP (instellingen)
(“Bluetooth
*” menu) ........ 358
Gebruik van het menu SETUP (instellingen)
(menu TEL) ..................... 361
5-8. Bluetooth
®-audio
Bedienen van een draagbare speler met Bluetooth
®-
ondersteuning ................. 364
5-9. Bluetooth
®-telefoon
Bellen ................................ 368
Ontvangen van een telefoongesprek .............. 370
Voeren van een telefoongesprek .............. 371
5-10. Bluetooth
®
Bluetooth®......................... 373
6-1. Gebruik van het airconditioningsysteem
en de achterruit-
verwarming
Handmatig bediende airconditioning ................. 382
Automatische airconditioning ................ 388
Extra verwarming .............. 395
Stoelverwarming ............... 397
5Audiosysteem
*: Bluetooth is een geregistreerd handelsmerk van Bluetooth SIG, Inc.
6Voorzieningen in het
interieur
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE).book Page 4 Tuesday, March 3, 2015 4:14 PM
Page 34 of 648

341-1. Voor een veilig gebruik
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE)
Veiligheidsgordels
●Trek het schoudergedeelte zo
ver naar buiten dat de gordel
goed tegen de schouder aan
ligt en niet van de schouder af
glijdt of tegen de nek aan ligt.
● Plaats het heupgedeelte van de
gordel zo laag mogelijk over de
heupen.
● Stel de rugleuning af. Ga zo
rechtop mogelijk in de stoel zit-
ten met uw rug stevig tegen de
leuning.
● Zorg ervoor dat de veiligheidsgordel niet gedraaid zit.
Maak de veiligheidsgordel vast
door de gesp in de gordelslui-
ting te drukken totdat er een
klikkend geluid hoorbaar is.
De gordel kan worden losge-
maakt door de ontgrendelknop
in te drukken.
Controleer voordat u wegrijdt ee rst of alle inzittenden de veilig-
heidsgordel dragen.
Juist gebruik van de veiligheidsgordels
Vast- en losmaken van de veiligheidsgordel
Ont-
grendel-
knop
1
2
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE).book Page 34 Tuesday, March 3, 2015 4:14 PM
Page 38 of 648

381-1. Voor een veilig gebruik
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE)
WAARSCHUWING
■Gordelspanners
Het waarschuwingslampje SRS gaat branden als een gordelspanner is
geactiveerd. De veiligheidsgordel kan in dit geval niet meer worden gebruikt
en moet worden vervangen door een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■ Verstelbaar bovenste bevestigingspunt
Zorg ervoor dat de gordel goed over het midden van de schouder ligt. De
gordel mag niet tegen de nek aanliggen, maar ook niet van uw schouder
afglijden. Als u hier niet voor zorgt, wordt de mate van bescherming bij plot-
seling remmen, uitwijken of een ongeval minder en de kans op ernstig letsel
groter. ( Blz. 35)
■ Beschadiging en slijtage van veiligheidsgordels
● Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels niet beschadigd raken doordat de
riem, de gesp of de gordelsluiting bekneld raakt tussen het portier en de
carrosserie.
● Controleer het veiligheidsgordelsysteem regelmatig. Let op beschadigin-
gen, zoals scheuren en rafels en op losse onderdelen. Gebruik een
beschadigde veiligheidsgordel niet, maar laat hem zo snel mogelijk ver-
vangen. Een beschadigde veiligheidsgordel biedt een inzittende onvol-
doende bescherming tegen ernstig letsel.
● Controleer of de gordel en de gesp vergrendeld zijn en of de gordel niet
gedraaid is.
Neem direct contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige als de veiligheidsgordel niet goed werkt.
● Laat de stoelen, inclusief de veiligheidsgordels, vervangen als de auto
betrokken is geweest bij een ernstig ongeval, ook al is er geen zichtbare
schade.
● Probeer de veiligheidsgordels niet zelf te plaatsen, verwijderen, wijzigen of
demonteren of af te voeren. Laat reparaties altijd uitvoeren door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Een onjuiste behandeling
van de gordelspanner kan de werking in negatieve zin beïnvloeden, waar-
door ernstig letsel kan ontstaan.
● Controleer bij gebruik van de veiligheidsgordel altijd of de schoudergordel
door de geleider loopt. Als dit niet het geval is, biedt de veiligheidsgordel
bij een ongeval geen optimale bescherming en kunt u bij een aanrijding of
noodstop ernstig letsel oplopen.
● Controleer altijd of de gordel niet gedraaid is, niet vastzit in de geleider of
achter de rugleuning en zich in de juiste positie bevindt.
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE).book Page 38 Tuesday, March 3, 2015 4:14 PM
Page 67 of 648

671-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
1
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE)
Veiligheid en beveiliging
●Indien bij het plaatsen van een zitkussen het kind in het baby- of
kinderzitje erg rechtop zit, zet u de rugleuning in een comfortabe-
lere stand. En als het schouderbevestigingspunt van de veiligheids-
gordel zich vóór de gordelgeleider van het kinderzitje bevindt,
verplaatst u de zitting naar voren.
◆Een baby- of kinderzitje plaa tsen met behulp van een veilig-
heidsgordel
Plaats het baby- of kinderzitje aan de hand van de bijgesloten
handleiding.
Voorpassagiersstoel:
Als het plaatsen van een baby- of kinderzitje op de voorpassa-
giersstoel onvermijdelijk is, raadpl eeg dan Blz. 61 voor het afstel-
len van de voorpassagiersstoel.
Achterstoel:
Verwijder indien mogelijk de hoofds teun indien deze de plaatsing
van het baby- of kinderzitje hi ndert. Zet anders de hoofdsteun in
de hoogste stand. ( Blz. 172)
Voer de veiligheidsgordel
door het baby- of kinderzitje
en steek de gesp in de gor-
delsluiting. Controleer of de
gordel niet gedraaid is. Maak
de veiligheidsgordel goed
vast aan het baby- of kinder-
zitje aan de hand van de bij-
gesloten handleiding.
Als uw baby- of kinderzitje
niet is voorzien van een ver-
grendelsysteem voor de vei-
ligheidsgordel, zet het zitje
dan vast met een blokkeer-
clip.
Beweeg het baby- of kinderzitje na het plaatsen naar achteren en
naar voren om te controleren of het goed vastzit. ( Blz. 68)
1
2
3
4
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE).book Page 67 Tuesday, March 3, 2015 4:14 PM
Page 68 of 648

681-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE)
◆Verwijderen van een baby- of kinderzitje dat is vastgezet met
een veiligheidsgordel
Druk de ontgrendelknop op de gordelsluiting in en laat de gordel
helemaal oprollen.
Bij het losmaken van de gordelsluiting komt het baby- of kinderzitje
mogelijk een stukje omhoog als gevolg van de terugwerking van de zit-
ting. Maak de gordelsluiting los terwijl u het baby- en kinderzitje tegen-
houdt.
De veiligheidsgordel rolt automatisch op. Houd de gordel vast, zodat het
oprollen rustig gebeurt.
■Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst
U moet bij het plaatsen v an het zitje mogelijk gebruik maken van een blokkeer-
clip. Volg de aanwijzingen van de fabrikant van het baby- of kinderzitje. Als uw
zitje niet over een blokkeerclip beschik t, kunt u deze kopen bij een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige: blok keerclip voor baby- of kinderzitje
(onderdeelnr. 73119-22010)
WAARSCHUWING
■Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
● Laat kinderen niet met de veiligheidsgordel spelen. Als de veiligheidsgor-
del om de nek van het kind draait, kan het kind stikken of ernstig letsel
oplopen. Als de gordelsluiting niet kan worden losgemaakt, knip de gordel
dan door met een schaar.
● Controleer of de gesp goed in de gordelsluiting is vergrendeld en of de vei-
ligheidsgordel niet gedraaid is.
● Beweeg het kinderzitje naar links en naar rechts en naar voren en naar
achteren om te controleren of het goed is geplaatst.
● Verstel de rugleuning niet meer nadat het baby- of kinderzitje is geplaatst.
● Controleer als er een zitkussen geplaatst is altijd of de schoudergordel
over het midden van de schouder van het kind loopt. De gordel mag niet
langs de nek van het kind lopen, maar mag ook niet van de schouder van
het kind vallen.
● Volg bij het plaatsen van een baby- of kinderzitje altijd de gebruiksaanwij-
zing van de fabrikant.
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE).book Page 68 Tuesday, March 3, 2015 4:14 PM
Page 112 of 648

1122. Instrumentenpaneel
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE)
Weergave instellingen
Hiermee kunnen de instellingen van de weergave van het instrumen-
tenpaneel en de bedieningsinstelling van bepaalde voertuigfuncties
worden gewijzigd. (Blz. 114)
Het multi-informatiedisplay wordt
bediend met de bedieningstoet-
sen van het instrumentenpaneel.
Enter/instellen
Een item selecteren/pagina wij-
zigen
Terugkeren naar het vorige
scherm
● Actueel brandstofverbruik (zoneweergave/numerieke weergave)
*1
Geeft het actuele brandstofverbruik aan.
● Gemiddeld brandstofverb ruik (sinds resetten
*2/sinds starten/sinds
tanken)
*1
Geeft het gemiddelde br andstofverbruik weer sinds respectievelijk
het resetten van de functie, het starten van de motor en het tanken
Het weergegeven gemiddelde brandstofverbruik is een globale waarde.
● Werkingsduur Stop & Start-systeem (indien aanwezig) (sinds reset-
ten
*2/sinds starten)*3
Geeft de tijd aan dat de motor is gestopt door de werking van het
Stop & Start-systeem sinds het sys teem voor het laatst is gereset
en de motor werd gestart.
● Gemiddelde rijsnelheid (sinds resetten
*2/sinds starten)*1
Geeft de gemiddelde rijsnelheid weer sinds respectievelijk het
resetten van de functie en het starten van de motor
● Verstreken tijd (sinds resetten
*2/sinds starten)*1
Geeft de verstreken tijd weer sinds respectievelijk het resetten van
de functie en het starten van de motor
Bedienen van de bedieningstoet sen van het instrumentenpaneel
1
2
3
Rij-informatie
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE).book Page 11 2 Tuesday, March 3, 2015 4:14 PM
Page 113 of 648

1132. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE)
●Afstand (actieradius/sinds starten)*1
Geeft respectievelijk de berekende maximale afstand weer die nog
kan worden gereden met de resterende brandstof en de gereden
afstand sinds het starten van de motor
• Deze afstand wordt berekend op basis van het gemiddelde brandstofverbruik. Hierdoor kan de werkelijke afstand die nog
kan worden gereden, afwijk en van de weergegeven afstand.
• Als er een kleine hoeveelheid brandstof wordt getankt, wordt de weergave mogelijk niet bijgewerkt.
Zet bij het tanken het contact UIT. Als brandstof wordt getankt
terwijl het contact niet UIT staat , wordt het display mogelijk niet
bijgewerkt.
● Display uit
Er wordt een leeg scherm weergegeven.
*1: Kan worden geregistreerd als Rij-informatie 1 en 2. ( Blz. 114)
*2: Resetprocedures:
• Selecteer een te resetten functie m.b.v. de bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel en houd vervolgens ingedrukt om te resetten.
• Als er meer dan één te resetten functie is, worden er naast die functies selectievakjes weergegeven.
*3: Kan worden geregistreerd als Rij-informatie 3. ( Blz. 114)
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE).book Page 113 Tuesday, March 3, 2015 4:14 PM
Page 152 of 648

1523-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE)■
Energiebesparende functie
Onder de volgende omstandigheden wordt het Smart entry-systeem met
startknop uitgeschakeld om te voorkomen dat de accu van de auto en de bat-
terij van de elektronische sleutel ontladen raken.
●
Als het Smart entry-systeem met startknop gedurende 5 dagen of langer
niet gebruikt is
● Als de elektronische sleutel zich gedurende 10 minuten of langer binnen
een afstand van 1 m van de auto bevindt
Het systeem keert weer terug naar de normale werking als...
●
De auto wordt vergrendeld door aanraken van het vergrendelsensorgebied in
de portiergreep.
●De auto wordt vergrendeld/ontgrendeld met behulp van de afstandsbediening.
(Blz. 133)
● De auto wordt vergrendeld/ontgrendeld met behulp van de mechanische
sleutel. ( Blz. 582)
■
Omstandigheden die de werking van het systeem kunnen beïnvloeden
Het Smart Key-systeem met startknop maakt gebruik van zwakke radiogol-
ven. In de volgende situaties kan de communicatie tussen de elektronische
sleutel en de auto worden belemmerd, waardoor het Smart entry-systeem
met startknop en de afstandsbediening niet goed werken. (Oplossingen:
Blz. 582)
●Wanneer de batterij van de elektronische sleutel ontladen is
● In de buurt van een televisiezendmast, elektriciteitscentrale, tankstation,
radiozender, videowall, luchthaven of andere locatie waar sterke radiogol-
ven of elektromagnetische velden aanwezig zijn
● Als u een draagbare radio, mobiele telefoon, draadloze telefoon of ander
draadloos communicatiemiddel bij u draagt
● Wanneer de elektronische sleutel tegen een van de volgende metalen voor-
werpen wordt gehouden of erdoor wordt bedekt
• Kaarten met aluminiumfolie
• Sigarettenpakjes met aluminiumfolie erin
• Metalen portemonnees of tassen
• Muntgeld
• Metalen handwarmers
• Media zoals CD's en DVD's
● Als er in de directe omgeving meerder e elektronische sleutels aanwezig zijn
● Als er in de buurt gebruik wordt gemaakt van een andere sleutel met
afstandsbediening (die radiosignalen uitzendt)
● Wanneer u de elektronische sleutel bij u hebt of gebruikt samen met de vol-
gende apparaten die radiosignalen uitzenden
• De elektronische sleutel of een afstandsbediening van een andere auto
die radiogolven uitzendt
• Computer of personal digital assistants (PDA's)
• Digitale audioapparatuur
• Draagbare spelcomputers
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE).book Page 15 2 Tuesday, March 3, 2015 4:14 PM
Page 181 of 648

1813-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
3
Bediening van elk onderdeel
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE)
WAARSCHUWING
■Tijdens het rijden
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Als u dat niet doet, kunt u de macht over het stuur verliezen en een ongeval
veroorzaken, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
● Verstel de spiegels niet tijdens het rijden.
● Rijd niet met de auto als de spiegels zijn ingeklapt.
● Beide buitenspiegels dienen in de normale stand te staan en goed te zijn
ingesteld alvorens met de auto wordt gereden.
■ Wanneer een spiegel versteld wordt
Let erop dat uw hand niet door de bewegende spiegel wordt geraakt om let-
sel en beschadiging van de spiegel te voorkomen.
■ Als de spiegelverwarming is ingeschakeld
Raak het oppervlak van de spiegels niet aan, omdat dit heet kan worden en
brandwonden kan veroorzaken.
OPMERKING
■Als het stelmechanisme vastzi t als gevolg van bevriezing
Bedien de spiegels niet en krab het ijs niet van de spiegel. Bespuit de spie-
gel met ruitontdooier om deze weer beweegbaar te maken.
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE).book Page 18 1 Tuesday, March 3, 2015 4:14 PM
Page 251 of 648

251
4
4-5. Toyota Safety Sense
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE)
Toyota Safety Sense
◆PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
Blz. 255
◆LDA (Lane Departure Alert)
Blz. 263
◆Automatic High Beam-systeem
Blz. 269
◆RSA (Road Sign Assist)
Blz. 275
Het Pre-Crash Safety-systeem is uitgerust met een geavanceerde
computer die bepaalde informatie opslaat, zoals: • Of en hoe ver de bestuurder het gaspedaal en/of het rempedaal heeft ingetrapt
• Rijsnelheid
• Bedrijfsstatus van de functies van het Pre-Crash Safety-systeem
• Informatie (zoals de afstand en het relatieve snelheidsverschil tus- sen uw auto en de voorligger of een ander voorwerp)
Het Pre-Crash Safety-systeem sl aat geen gesprekken, geluiden of
afbeeldingen op.
: Indien van toepassing
Het Toyota Safety Sense-systeem bestaat uit de volgende onder-
steunende systemen en draagt bij aan een veilige en comforta-
bele rijervaring.
Opslaan voertuiginformatie
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE).book Page 25 1 Tuesday, March 3, 2015 4:14 PM