boot TOYOTA BZ4X 2022 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2022, Model line: BZ4X, Model: TOYOTA BZ4X 2022Pages: 610, PDF Size: 96.21 MB
Page 67 of 610

Informatie over de hellingsensor
De sensor activeert in de volgende
gevallen mogelijk het alarm:
• De auto wordt vervoerd per boot,aanhangwagen, trein, enz.
• De auto staat geparkeerd in een parkeergarage.
• De auto bevindt zich in een wasstraat waarin de auto verplaatst wordt.
• Een van de banden verliest zijn spanning.
• De auto wordt opgekrikt.
• Er doet zich een aardbeving of wegverzakking voor.
• Er wordt bagage op het imperiaal geladen of er vanaf gehaald.
OPMERKING
Ervoor zorgen dat de inbraaksensor
goed werkt
• Spuit geen luchtverfrisser of andereproducten rechtstreeks in de
openingen van de sensoren.
• Raak de sensoren niet aan en bedek ze ook niet, omdat hierdoor de werking
van de sensoren in negatieve zin
beïnvloed kan worden.
• Als u andere accessoires installeertdan originele Toyota-onderdelen of
wanneer u voorwerpen achterlaat
tussen de bestuurdersstoel en de
stoel van de voorpassagier, werkt de
inbraaksensor mogelijk minder goed.
• De werking van de inbraaksensor wordt mogelijk gestopt wanneer de
elektronische sleutel zich in de buurt
van de auto bevindt.
1 .4 Antidiefstalsysteem
65
1
Veiligheid en beveiliging
Page 246 of 610

WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Als aandacht nodig is bij hetuitvoeren van rijhandelingen of er
een systeemstoring optreedt, wordt
er een waarschuwingsmelding of
waarschuwingszoemer geactiveerd.
Volg de instructies die worden
weergegeven als er een
waarschuwingsmelding wordt
weergegeven.
• Afhankelijk van geluid van buitenaf, het volume van het audiosysteem,
enz. is de waarschuwingszoemer
mogelijk moeilijk te horen. Tevens is
het, afhankelijk van de
wegomstandigheden, mogelijk
moeilijk om de werking van het
systeem te herkennen.
Wanneer het nodig is om het systeem
uit te schakelen
Schakel in de volgende situaties het
systeem uit.
Als u dat niet doet, kan doordat het
systeem niet goed werkt een ongeval
ontstaan met dodelijk of ernstig letsel
tot gevolg.
• Wanneer de auto schuin staat door een te zware belading of een lekke
band
• Tijdens het rijden met extreem hoge snelheden
• Bij het slepen van een ander voertuig
• Wanneer de auto wordt vervoerd per truck, boot, trein, enz.
• Wanneer de auto wordt opgetakeld en de wielen vrij kunnen draaien
• Bij het controleren van de auto op een rollenbank, bijvoorbeeld een
vermogensbank of een
snelheidsmetertester, of bij het
balanceren van de wielen op de auto.
• Als sportief met de auto wordt gereden of als op onverharde wegen
wordt gereden
• Wassen in een autowasstraat
• Als een sensor niet goed is uitgelijnd of vervormd doordat de sensor of het
gebied eromheen is blootgesteld aan
hevige schokken
WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Als er tijdelijk accessoires die eensensor of het licht kunnen hinderen
op de auto zijn geplaatst
• Wanneer er een compact reservewiel of sneeuwkettingen zijn gemonteerd
of een bandenreparatieset is
gebruikt
• Als de banden erg versleten zijn of als de bandenspanning te laag is
• Als er banden in een andere maat dan door de fabrikant
voorgeschreven zijn gemonteerd
• Als er niet stabiel met de auto kan worden gereden ten gevolge van een
aanrijding, storing, enz.
Ondersteunende systemen
AHS (Adaptive High Beam-systeem)
(indien aanwezig)
→Blz. 232
AHB (Automatic High Beam) (indien
aanwezig)
→Blz. 235
PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
→Blz. 252
LTA (Lane Tracing Assist)
→Blz. 261
LDA (Lane Departure Alert)
→Blz. 265
RSA (Road Sign Assist)
→Blz. 269
Dynamic Radar Cruise Control
→Blz. 273
Snelheidsbegrenzer (indien aanwezig)
→Blz. 283
Noodstopsysteem
→Blz. 286
5.4 Gebruik van de ondersteunende systemen
244