isofix TOYOTA BZ4X 2022 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2022, Model line: BZ4X, Model: TOYOTA BZ4X 2022Pages: 610, PDF Size: 96.21 MB
Page 40 of 610

1.2.3 Baby- en kinderzitjes
Voordat u een baby- of kinderzitje in de
auto plaatst, zijn er
voorzorgsmaatregelen die u in acht moet
nemen, verschillende soorten baby- en
kinderzitjes en verschillende
plaatsingsmethoden, enz. Deze staan
beschreven in deze handleiding.
• Gebruik een baby- of kinderzitjewanneer er een klein kind in de auto
meerijdt dat nog niet op de juiste
wijze gebruik kan maken van een
veiligheidsgordel. Plaats voor de
veiligheid van het kind het baby- of
kinderzitje op een achterstoel. Zorg
ervoor dat u de plaatsingsmethode
opvolgt die in de handleiding van het
baby- of kinderzitje staat.
• Wij raden het gebruik van een origineel baby- of kinderzitje van
Toyota aan, aangezien deze in het
gebruik veiliger is in deze auto. De
originele baby- of kinderzitjes van
Toyota zijn speciaal gemaakt voor
auto's van Toyota. U kunt ze kopen bij
een Toyota-dealer.
Inhoudsopgave
Punten om rekening mee te houden:
blz. 38
Bij gebruik van een baby- of kinderzitje:
blz. 39
Geschiktheid baby- en kinderzitjes voor
elke zitpositie: blz. 41
Plaatsingsmethode baby- of kinderzitje:
blz. 48
• Vastgezet met een veiligheidsgordel: blz. 49
• Vastgezet met een onderste ISOfix-bevestigingspunt: blz. 50
• Met een bevestigingspunt voor de bovenste gordel: blz. 51 Punten om rekening mee te houden
• Geef prioriteit aan de
waarschuwingen en neem deze in
acht. Houd u daarnaast ook aan de
wetgeving en voorschriften met
betrekking tot baby- en kinderzitjes.
• Gebruik een baby- of kinderzitje tot het kind groot genoeg is om de
standaard gemonteerde
veiligheidsgordel op de juiste wijze te
gebruiken.
• Kies een baby- of kinderzitje dat past bij de leeftijd en de lengte van het
kind.
• Let erop dat niet alle baby- of kinderzitjes in alle auto's kunnen
worden gemonteerd. Controleer,
voordat u een baby- of kinderzitje
koopt of gebruikt, of het zitje geschikt
is voor de stoelposities.
WAARSCHUWING!
Wanneer er een kind in de auto
meerijdt
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht. Het niet
in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan dodelijk of
ernstig letsel tot gevolg hebben.
• Voor de meest effectievebescherming van een kind tijdens
een ongeval of bij hard remmen moet
een kind goed vastzitten, met een
veiligheidsgordel of een baby- of
kinderzitje dat op de juiste wijze is
geplaatst. Raadpleeg voor informatie
over het plaatsen de bij het baby- of
kinderzitje bijgesloten handleiding.
In deze handleiding vindt u algemene
aanwijzingen met betrekking tot het
plaatsen.
1 .2 Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
38
Page 45 of 610

Auto's met rechtse besturing
Uitschakelen van voorpas-
sagiersairbag.
Inschakelen van voorpassa-
giersairbag. Gebruik nooit
een tegen de rijrichting in
geplaatst baby- of kinder-
zitje op de voorpassagiers-
stoel als de aan/uit-
schakelaar voor de airbag in
stand ON staat.
Geschikt voor een “univer-
seel” baby- of kinderzitje
vastgezet met een veilig-
heidsgordel.
Geschikt voor een in de rij-
richting geplaatst “univer-
seel” baby- of kinderzitje
vastgezet met een veilig-
heidsgordel.
Geschikt voor een baby- of
kinderzitje dat is vermeld in
de informatie met betrek-
king tot aanbevolen baby-
en kinderzitjes.
Geschikt voor i-Size- en
ISOfix-baby- of kinderzitjes.
Met een bevestigingspunt
voor de bovenste gordel.
*1Schuif de voorstoel helemaal naar
achteren. Als de hoogte van de
passagiersstoel kan worden versteld, dan
moet deze in de hoogste positie staan.
*2Zet de rugleuning zo veel mogelijk
rechtop. Indien er bij het plaatsen van een
in de rijrichting geplaatst kinderzitje een
opening aanwezig is tussen het
kinderzitje en de rugleuning, stel de
rugleuning dan af totdat het zitje en de
rugleuning goed contact maken.
*3Verwijder indien mogelijk de
hoofdsteun indien deze de werking van
het baby- of kinderzitje hindert. Zet
anders de hoofdsteun in de hoogste
stand.
*4: Niet geschikt voor baby- of
kinderzitjes met steunpoot.
1 .2 Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
43
1
Veiligheid en beveiliging
Page 46 of 610

Meer informatie over het plaatsen van baby- en kinderzitjes
Zitpositie
Stoelpositienummer
*2
Aan/uit-schakelaar airbag ON OFF
Zitpositie geschikt voor uni-verseel zitje vastgezet met gordel (Ja/Nee)
*1
Ja
Alleen in de rijrichting Ja Ja Ja Ja
Zitpositie i-Size (Ja/Nee) Nee Nee Ja Nee Ja
Zitpositie geschikt voor zij- waarts geplaatst zitje (L1/ L2/Nee) Nee Nee Nee Nee Nee
Geschikte bevestiging voor tegen de rijrichting in ge-
plaatst zitje (R1/R2X/R2/R3/ Nee) Nee Nee
R1, R2X,
R2, R3 NeeR1, R2X,
R2, R3
Geschikte bevestiging voor in de rijrichting geplaatst zitje (F2X/F2/F3/Nee) Nee Nee
F2X, F2,
F3 NeeF2X, F2,
F3
Geschikte bevestiging voor zitkussen (B2/B3/Nee) Nee Nee B2, B3 Nee B2, B3
*1Alle universele categorieën (groep 0, 0+, I, II en III).
*2Niet geschikt voor baby- of kinderzitjes met steunpoot.
Toyota raadt gebruikers aan om gebruik te maken van zitpositie
en.
ISOfix-baby- of kinderzitjes worden onderverdeeld in verschillende “bevestigingen”. Het
baby- of kinderzitje kan worden gebruikt voor de zitposities voor de in de bovenstaande
tabel genoemde “bevestigingen”. Raadpleeg de onderstaande tabel voor het soort
“bevestiging”. Als uw baby- of kinderzitje geen soort “bevestiging” heeft (of wanneer u de
informatie niet in de onderstaande tabel kunt vinden), raadpleeg dan de “voertuiglijst”
van het baby- of kinderzitje voor informatie over de geschiktheid of informeer bij de
verkoper van uw kinderzitje.
1 .2 Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
44
Page 50 of 610

Plaatsingsmethode baby- of kinderzitje
Controleer aan de hand van de bij het baby- of kinderzitje bijgesloten handleiding de
plaatsing van het zitje.
PlaatsingsmethodeBladzijde
Bevestiging met veilig- heidsgordels
Blz. 49
Bevestiging onderste
ISOfix-bevestigingspunt
Blz. 50
Bevestiging bevestigings- punt bovenste gordel
Blz. 51
1 .2 Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
48
Page 52 of 610

Als er een baby- of kinderzitje wordt
geplaatst
U moet bij het plaatsen van het zitje
mogelijk gebruikmaken van een
blokkeerclip. Volg de aanwijzingen van de
fabrikant van het baby- of kinderzitje. Als
uw zitje niet over een blokkeerclip
beschikt, kunt u deze kopen bij een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige: blokkeerclip voor baby- of
kinderzitje.
(onderdeelnr. 73119-22010)
WAARSCHUWING!
Als er een baby- of kinderzitje wordt
geplaatst
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan dodelijk of
ernstig letsel tot gevolg hebben.
• Laat kinderen niet met deveiligheidsgordel spelen. Als de
veiligheidsgordel om de nek van het
kind draait, kan het kind stikken of
ernstig letsel oplopen. Als dit
gebeurt en de gordelsluiting niet kan
worden losgemaakt, knip de gordel
dan door met een schaar.
• Controleer of de gesp goed in de gordelsluiting is vergrendeld en of de
veiligheidsgordel niet gedraaid is.
• Beweeg het baby- of kinderzitje naar links en naar rechts en naar voren en
naar achteren om te controleren of
het goed is geplaatst.
• Verstel de rugleuning niet meer nadat het baby- of kinderzitje is
geplaatst.
• Controleer als er een zitkussen geplaatst is altijd of de
schoudergordel over het midden van
de schouder van het kind loopt. De
gordel mag niet langs de nek van het
kind lopen, maar mag ook niet van de
schouder van het kind vallen.
WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Volg bij het plaatsen van een baby-of kinderzitje altijd de
gebruiksaanwijzing van de fabrikant.
Baby- of kinderzitje vastgezet met een
onderste ISOfix-bevestigingspunt
Onderste ISOfix-bevestigingspunten
(ISOfix-baby- of kinderzitje)
Voor de buitenste zitplaatsen achter zijn
onderste bevestigingspunten aanwezig.
(Labels geven aan waar de
bevestigingspunten zich in de stoelen
bevinden.)
Plaatsing van onderste ISOfix-
bevestigingspunt (ISOfix-baby- of
kinderzitje)
Plaats het baby- of kinderzitje aan de
hand van de bijgesloten handleiding.
Als het desbetreffende baby- of
kinderzitje niet binnen de “universele”
categorie valt (of de benodigde
informatie staat niet in de tabel),
raadpleeg dan de “voertuiglijst” van de
fabrikant van het baby- of kinderzitje
voor de diverse mogelijke
montageposities of doe navraag naar de
compatibiliteit bij de verkoper van het
zitje. (→Blz. 41) 1. Zet de rugleuning zo veel mogelijk rechtop. Indien er bij het plaatsen van
een in de rijrichting geplaatst
kinderzitje een opening aanwezig is
tussen het kinderzitje en de
1 .2 Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
50
Page 605 of 610

SpecificatiesAfmetingen en gewichten .....498
Banden en velgen ...........502
eAxle achter (AWD-uitvoeringen) .501
eAxlevoor...............501
Elektrisch systeem ..........500
Elektromotor achter (tractiemotor)
(AWD-uitvoeringen) .........499
Elektromotor voor (tractiemotor) .499
Identificatie van de auto .......498
Koelsysteem ..............499
Onderhoudsgegevens ........498
Remmen ................501
Stuurinrichting ............502
Tractiebatterij .............499
Verwarming ..............500
Stappen die genomen moeten worden in
noodgevallen Het EV-systeem kan niet worden
gestart, ook al is de startprocedure
correct uitgevoerd. (→Blz. .....486
Acties behorende bij de
waarschuwingslampjes of
-zoemers ................462
Als de 12V-accu is ontladen . . . .490
Als de auto vast komt te zitten . . .495
Als de elektronische sleutel
niet goed werkt ............488
Als de kleppen van de
laadaansluitingen niet kunnen
worden geopend ...........487
Als een waarschuwingslampje
gaat branden of een
waarschuwingszoemer klinkt. . . .462
Als er een waarschuwingsmelding
wordt weergegeven .........469
Als het EV-systeem niet
kan worden gestart ..........486
Als u denkt dat er iets mis is . . . .461
Als u uw sleutels verliest .......487
Als uw auto een lekke band heeft .476
Als uw auto moet worden
gesleept ................457
Als uw auto oververhit raakt . . . .493
Correctieprocedures .........494
De interieurverlichting en de
koplampen gaan niet branden of
de claxon maakt geen geluid. . . . .486 De interieurverlichting en de
koplampen gaan zwakker
branden of de claxon maakt
geen of weinig geluid.
........486
Herstarten van het EV-systeem . .490
Herstelprocedure ...........495
Hoorbare symptomen ........461
Merkbare symptomen ........461
Noodreparatieprocedure ......479
Noodstartfunctie ...........487
Omstandigheden waaronder u
vóór het slepen contact dient
op te nemen met de dealer .....458
Onderdelen van de
bandenreparatieset .........477
Openen
van de klepjes van de
laadaansluitingen ..........487
Plaats van bandenreparatieset
en gereedschap ............477
Procedure bij slepen in een
noodgeval ...............460
Situaties waarbij het niet
mogelijk is om door een ander
voertuig te worden gesleept . . . .458
Slepen in een noodgeval ......460
Slepen met een lepelwagen .....458
Starten van het EV-systeem . . . .489
Vergrendelen en ontgrendelen
van de portieren ...........488
Vervoeren op een autoambulance .460
Verwijderen van de
bandenreparatieset .........479
Voordat u de band repareert . . . .476
Zichtbare symptomen ........461
Ter informatie .................5
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen Airbags voor voorpassagier
uitschakelen ...............36
Baby- en kinderzitjes .........38
Baby- of kinderzitje vastgezet
met een onderste ISOfix-
bevestigingspunt ............50
Baby- of kinderzitje vastgezet
met een veiligheidsgordel ......49
Bij gebruik van een baby- of
kinderzitje ................39
Geschiktheid baby- en kinderzitjes
voor elke zitpositie ...........41
Trefwoordenlijst
603
Trefwoordenlijst