bluetooth TOYOTA BZ4X 2023 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2023, Model line: BZ4X, Model: TOYOTA BZ4X 2023Pages: 586, PDF Size: 90.62 MB
Page 185 of 586

instellingen worden opgeslagen via My
Settings. Raadpleeg voor meer informatie
over het toewijzen/verwijderen van
elektronische sleutels, het instellen van
namen van bestuurders, het resetten van
instellingen en het handmatig wijzigen of
verwijderen van bestuurders de
handleiding voor het multimediasysteem.
Types authenticatie-apparaten
Personen kunnen worden geïdentificeerd
op basis van de volgende
authenticatie-apparaten:
• Elektronische sleutel
Een persoon wordt geïdentificeerd als
de persoonlijke elektronische sleutel
wordt gesignaleerd door het Smart
entry-systeem.
• Gezichtsidentificatie
Personen kunnen door de
bestuurderscamera aan de hand van
hun gezicht worden geïdentificeerd.
• Bluetooth-apparaten
Een persoon kan worden
geïdentificeerd als met het
Bluetooth-apparaat dat bij het vorige
gebruik van de auto is gebruikt als
handsfree-telefoon opnieuw
verbinding wordt gemaakt met het
audiosysteem.
Opgeslagen functies
Wanneer iemand wordt geïdentificeerd
aan de hand van een authenticatie-
apparaat worden de instellingen van de
volgende functies opgehaald:
• Rijpositie (geheugenoproepfunctie)
*1
De rijpositie van de vorige rit van een
geïdentificeerde persoon wordt
ingesteld na de volgende actie:
De portieren worden ontgrendeld en
geopend met het Smart
entry-systeem met startknop of met
de afstandsbediening.• Weergave instrumentenpaneel en
multimedia-informatie
*2
Bij identificatie worden de
instellingen van de desbetreffende
persoon teruggezet op de instellingen
op het moment dat deze het contact
voor het laatst UIT zette.
• Voertuiginstellingen die u met het
multimedia-display kunt wijzigen
*2
Bij identificatie worden de
instellingen van de desbetreffende
persoon teruggezet op de instellingen
op het moment dat deze het contact
voor het laatst UIT zette.
• Rijhulpfunctie
*2
Bij identificatie worden de
instellingen van de desbetreffende
persoon teruggezet op de instellingen
op het moment dat deze het contact
voor het laatst UIT zette.
*1Indien aanwezig
*2Sommige instellingen worden niet
opgeslagen
4.6 Favoriete instellingen
183
4
Voordat u gaat rijden
Page 315 of 586

WAARSCHUWING!(Vervolg)
– De afstandsbedieningsfunctie
wordt uitgeschakeld
– De auto komt tot stilstand
– Stand P wordt geselecteerd en de
parkeerrem wordt geactiveerd
– Het contact wordt UIT gezet. (Bij
sommige storingen wordt het
contact niet UIT gezet of kan het
niet UIT worden gezet. Stap in de
auto en voer de corrigerende
maatregelen uit overeenkomstig
de op de smartphone weergegeven
melding.)
– De portieren blijven vergrendeld
• Ontgrendel bij het starten van de
afstandsbedieningsfunctie de
portieren met de afstandsbediening
van de elektronische sleutel.
• Als de afstandsbedieningsfunctie in
werking is, moet de bestuurder
binnen ongeveer 3 m van de auto
blijven. Als de bestuurder verder dan
ongeveer 3 m van de auto komt,
wordt de afstandsbedieningsfunctie
onderbroken en wordt er een
melding weergegeven op de
smartphone. De werking van de
afstandsbedieningsfunctie kan
worden hervat door dichter naar de
auto te lopen.
• De koplampen worden ingeschakeld
als de omgeving donker is.
• Als de werking van het systeem
wordt uitgeschakeld ten gevolge van
een storing, gaan de
alarmknipperlichten knipperen. De
alarmknipperlichten worden
uitgeschakeld als aan een van de
volgende voorwaarden wordt
voldaan:
– Er wordt een portier geopend
– Er zijn ongeveer 3 minuten
verstreken sinds de
alarmknipperlichten begonnen te
knipperen
• De afstandsbedieningsfunctie kan
alleen worden gestart als aan de
volgende voorwaarden wordt
voldaan:
WAARSCHUWING!(Vervolg)
– Als het EV-systeem wordt gestart
nadat de ondersteuningsmodus is
geselecteerd
– Als het contact UIT staat
– Als de op afstand bedienbare
airconditioning is ingeschakeld
• Als de portieren worden vergrendeld
met de instapfunctie nadat ze zijn
ontgrendeld met de
afstandsbediening, wordt het
vergrendelen mogelijk vertraagd.
OPMERKING
Voorzorgsmaatregelen voor het
gebruik van Advanced Park
Klap de buitenspiegels in en uit als de
12V-accu ontladen is geweest of is
verwijderd en weer is geplaatst.
Bij het gebruik van de
afstandsbedieningsfunctie
• Controleer het laadniveau van de
batterij van de smartphone alvorens
de afstandsbedieningsfunctie te
gebruiken. Als de batterij van de
smartphone leeg raakt tijdens het
gebruik van de
afstandsbedieningsfunctie, wordt de
begeleiding onderbroken. Tevens
wordt de afstandsbedieningsfunctie
niet gestart als dit wordt geprobeerd
terwijl het laadniveau van de batterij
van de smartphone 20% of lager is.
• Schakel de Bluetooth-
communicatiefunctie van de
smartphone in alvorens de
afstandsbedieningsfunctie te
gebruiken. De
afstandsbedieningsfunctie kan niet
worden gebruikt als de Bluetooth-
functie is uitgeschakeld.
• Schakel tijdens het gebruik van de
afstandsbedieningsfunctie de
Bluetooth-functie van de smartphone
niet uit en verbreek niet de verbinding
met het multimediasysteem. Als er
geen verbinding kan worden gemaakt
met de auto via Bluetooth, kan de
5.4 Gebruik van de ondersteunende systemen
313
5
Rijden
Page 338 of 586

binnen de koers van de auto bevindt,
verplaats het dan na het verlaten van
de auto.
6. Bevestig van buiten de auto het
parkeervak op het scherm van de
smartphone en selecteer vervolgens
de toets “Start”.
Start de bediening van de
afstandsbedieningsfunctie terwijl u
op een afstand van ten minste
ongeveer 50 cm van de auto en buiten
de koers van de auto staat.
7. Volg continu het werkingsgebied op
het scherm van de smartphone terwijl
u de veiligheid van de omgeving van
de auto controleert; de auto beweegt
en het parkeren wordt begeleid.
Als de bediening van het scherm van
de smartphone wordt gestopt, kan de
begeleiding worden onderbroken en
de auto tot stilstand worden gebracht.
De portieren worden automatisch
vergrendeld voordat de auto in
beweging komt.
8. Als het parkeervak is bereikt, wordt de
transmissie in stand P gezet, wordt
het contact UIT gezet, worden de
portieren vergrendeld en worden de
spiegels ingeklapt nadat de auto tot
stilstand is gebracht door de
parkeerrem.
Vervolgens wordt op de smartphone
een voltooiingsscherm weergegeven.
Voorbereiding voor het gebruik van de
afstandsbedieningsfunctie
Voorbereiding voor gebruik
Voer altijd het onderstaande uit alvorens
de afstandsbedieningsfunctie te
gebruiken:
1. Download de Remote Park-app in de
appstore.2. Zet het contact AAN en registreer de
smartphone als een Bluetooth-
apparaat in het multimediasysteem.
Raadpleeg voor meer informatie over
het registreren van een
Bluetooth-apparaat de handleiding
voor het multimediasysteem.
3. Stel de Remote Park-app in en
registreer de auto.
4. De geregistreerde auto wordt
weergegeven op het scherm van de
smartphone.
Selecteer de auto.
De naam en de afbeelding van de auto
kunnen worden gewijzigd via het
registratiescherm voor een nieuwe
auto.
Via het menuscherm kunnen auto's
worden toegevoegd.
Afstandsbedieningsfunctie aan/uit
1. Selecteer
op het multimedia-
display en selecteer vervolgens
“Advanced Park”.
2. Selecteer “Remote Park” om deze in of
uit te schakelen. (De
standaardinstelling is aan.)
3. Druk op de hoofdschakelaar van
Advanced Park.
Als de schakelaar wordt ingedrukt
terwijl de begeleiding is gestart, wordt
de begeleiding uitgeschakeld.
4. Selecteer de toets
die wordt
weergegeven op het
multimedia-display.
5.4 Gebruik van de ondersteunende systemen
336
Page 341 of 586

gebruik van de
afstandsbedieningsfunctie is
onderbroken
• Als de omgevingstemperatuur -10°C
of lager is
De begeleiding met de
afstandsbedieningsfunctie wordt
onderbroken als
In de volgende situaties wordt de
begeleiding onderbroken.
• Als de Bluetooth-communicatie
tussen de smartphone en het
multimediasysteem verbroken wordt
• Als de continue bediening van de
smartphone wordt onderbroken
• Als de Remote Park-app naar de
achtergrond verdwijnt (er wordt een
oproep ontvangen, de toets home
wordt ingedrukt, enz.)
• Als de elektronische sleutel niet wordt
gesignaleerd
• Als er zich een obstakel in de
rijrichting van de auto bevindt
• Als de auto wordt bediend terwijl de
begeleiding is gestart
• Als de Smart Key wordt bediend
terwijl de begeleiding is gestart
• Als het portier wordt ontgrendeld
terwijl de begeleiding is gestart
• Als er een portier wordt geopend
terwijl met de auto wordt gereden
Wijzigen van de instellingen van
Advanced Park
Selecteer
op het multimedia-display
en selecteer vervolgens “Advanced Park”.
Remote Park
De afstandsbedieningsfunctie kan
worden in- en uitgeschakeld.
Speed Profile (snelheidsprofiel)
De rijsnelheid voor de begeleiding kan
worden ingesteld.Deze instelling kan niet worden gewijzigd
tijdens het registreren van een
parkeervak in de geheugenfunctie.
Detect. range (detectiegebied)
De afstand waarop obstakels worden
vermeden tijdens de begeleiding kan
worden ingesteld.
Prk. Method (parkeermethode)
De voorkeursparkeerrichting die wordt
weergegeven bij een parkeervak waarbij
haaks inparkeren (vooruit/achteruit) en
fileparkeren mogelijk zijn, kan worden
ingesteld.
Prk. direction (parkeerrichting)
De voorkeursparkeerrichting die wordt
weergegeven wanneer vooruit of
achteruit haaks inparkeren mogelijk is,
kan worden geselecteerd.
Exit dir.:Per. (wegrijrichting:haaks)
De voorkeursrichting voor het wegrijden
die wordt weergegeven wanneer vooruit
of achteruit wegrijden uit een parkeervak
naar links of rechts mogelijk is, kan
worden geselecteerd.
Exit dir.:Par. (wegrijrichting:paral.)
De voorkeursrichting voor het wegrijden
die wordt weergegeven wanneer
wegrijden uit een fileparkeervak mogelijk
is, kan worden geselecteerd.
Parking view (parkeerbeeld)
De weergavehoek van het camerabeeld
bij het gebruik van de functie haaks
inparkeren (vooruit/achteruit) of de
functie fileparkeren kan worden
ingesteld.
Exit view (wegrijbeeld)
De weergavehoek van het camerabeeld
bij het gebruik van de functie wegrijden
uit haaks parkeervak (vooruit/achteruit)
of de functie wegrijden uit fileparkeervak
kan worden ingesteld.
5.4 Gebruik van de ondersteunende systemen
339
5
Rijden