sensor TOYOTA C-HR 2018 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2018, Model line: C-HR, Model: TOYOTA C-HR 2018Pages: 882, PDF Size: 93.12 MB
Page 181 of 882

1803-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
C-HR_OM_Europe_OM10571E
Por tieren
◆Instapfunctie (auto's met Smart entry-systeem en startknop)
Zorg dat u de elektronische sleu tel bij u hebt om deze functie in te
kunnen schakelen.
Pak de voorportiergreep vast
om alle portieren te ontgren-
delen.
*
Zorg ervoor dat u de sensor aan
de achterzijde van de portier-
greep aanraakt.
De portieren en de achterklep
kunnen gedurende 3 seconden
na het vergrendelen niet worden
ontgrendeld.
Raak de vergrendelsensor (de u itholling aan de zijkant van de
voorportiergreep) aan om alle portieren te vergrendelen.
Controleer of het portier goed vergrendeld is.
*: De instellingen voor het ontgrendelen van de portieren kunnen worden
gewijzigd. ( →Blz. 187)
Van buitenaf ontgrendelen en v ergrendelen van de portieren
C-HR_OM_Europe_OM10571E.book Page 180 Monday, March 19, 2018 4:17 PM
Page 184 of 882

1833-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
3
Bediening van elk onderdeel
C-HR_OM_Europe_OM10571E
■Bedieningssignalen
Portieren:
De alarmknipperlichten knipperen om aan te geven dat de portier en zijn ver-
grendeld/ontgrendeld met behulp van de instapfunctie of de afst andsbedie-
ning. (Vergrendeld: eenmaal; ontgrendeld: tweemaal)
Ruiten (auto's met Smart entry-systeem en startknop):
Er klinkt een zoemer om aan te geven dat de ruiten bediend word en.
■ Beveiligingsfunctie
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
Als er niet binnen ongeveer 30 seconden na het ontgrendelen van de auto
met de afstandsbediening een portier wordt geopend, zorgt de be veiligings-
functie ervoor dat de auto weer automatisch wordt vergrendeld.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop
Als er niet binnen ongeveer 30 seconden na het ontgrendelen van de auto
met de instapfunctie of de afstandsbediening een portier wordt geopend,
zorgt de beveiligingsfunctie ervoor dat de auto weer automatisc h wordt ver-
grendeld.
■ Wanneer het portier niet kan worden vergrendeld met de vergrend elsen-
sor op het oppervlak van de voorpo rtiergreep (auto's met Smart entry-
systeem en startknop)
Raak de vergrendelsensor aan met uw
handpalm.
C-HR_OM_Europe_OM10571E.book Page 183 Monday, March 19, 2018 4:17 PM
Page 188 of 882

1873-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
3
Bediening van elk onderdeel
C-HR_OM_Europe_OM10571E
■Instellen van de ontgrendelfuncti e (auto's met Smart entry-systeem en
startknop)
Het is mogelijk om in te stellen welke portieren met de instapfunctie via de
afstandsbediening worden ontgrendeld.
Zet het contact UIT.
Schakel de inbraaksensor van het alarmsysteem uit om tijdens he t veran-
deren van de instellingen het alarm niet onbedoeld te activeren. (indien
aanwezig) ( →Blz. 115)
Wanneer het controlelampje in de sleutel uit is, houd dan de toets onge-
veer 5 seconden ingedrukt terwijl u tegelijkertijd de toets in gedrukt
houdt.
De instelling verandert telkens wanneer een handeling wordt uit gevoerd,
zoals hieronder is aangegeven. (Als u de instelling opnieuw wil t wijzigen, laat
u de toetsen los, wacht u ten minste 5 seconden en herhaalt u vervolgens
stap .)
Voor auto's met een alarm: om te voorkomen dat het alarm onbedoeld wordt
geactiveerd, moet u de portieren ontgrendelen met de afstandsbe diening en
een portier eenmaal openen en sluiten als de instellingen zijn gewijzigd. (Als
er binnen 30 seconden nadat op is gedrukt geen portier wordt g eopend,
worden de portieren weer vergrendeld en wordt het alarm automat isch inge-
schakeld.)
Zet het alarm onmiddellijk uit wanneer dit wordt geactiveerd. ( →Blz. 112)
1
2
3
3
Multi-informatie-
displayOntgrendelfunctiePiepsignaal
(auto's met linkse
besturing)
Als u de portiergreep van
het bestuurdersportier
vasthoudt, wordt alleen
het bestuurdersportier
ontgrendeld.
Exterieur: 3 keer een
piepsignaal
Interieur: Eén belsignaal
(auto's met rechtse
besturing)
Als u de portiergreep van
het voorpassagiersportier
vasthoudt, worden alle
portieren ontgrendeld.
Als u een portiergreep
vasthoudt, worden alle
portieren ontgrendeld.Exterieur: Twee piepsig-
nalen
Interieur: Eén belsignaal
C-HR_OM_Europe_OM10571E.book Page 187 Monday, March 19, 2018 4:17 PM
Page 202 of 882

2013-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
3
Bediening van elk onderdeel
C-HR_OM_Europe_OM10571E●
Als de afstandsbediening wordt gebruikt om de portieren te verg rendelen
terwijl de elektronische sleutel zich in de nabijheid van de auto bevindt,
bestaat de mogelijkheid dat de portieren niet ontgrendeld worde n door de
instapfunctie. (Gebruik de afstandsbediening om de portieren te ontgrende-
len.)
● Wanneer u de vergrendelsensor aanraakt terwijl u handschoenen d raagt,
kan de reactie van het systeem trager zijn of worden de portieren mogelijk
niet ontgrendeld. Trek de handschoenen uit en raak de vergrende lsensor
opnieuw aan.
● Als de portiergreep nat wordt terwijl de elektronische sleutel zich binnen het
werkzame gebied bevindt, kan het portier herhaaldelijk worden v ergrendeld
en ontgrendeld. Volg in dat geval de correctieprocedure hierond er bij het
wassen van de auto:
• Plaats de elektronische sleutel op een afstand van ten minste 2 meter
van de auto. (Zorg ervoor dat de sleutel niet gestolen wordt.)
• Schakel de batterijspaarmodus van de elektronische sleutel in om het
Smart entry-systeem met startknop uit te schakelen. ( →Blz. 198)
● Als de elektronische sleutel zich in de auto bevindt en een por tiergreep
wordt nat tijdens het wassen van de auto, wordt er mogelijk een melding
weergegeven op het multi-informatiedisplay en klinkt er een zoe mer buiten
de auto. Vergrendel alle portieren om het alarm uit te schakelen.
● De vergrendelsensor werkt mogelijk niet goed wanneer deze in co ntact
komt met ijs, sneeuw, modder, enz. Maak de vergrendelsensor schoon en
probeer deze nogmaals te bedienen.
● Bij een plotselinge nadering van het detectiegebied of de porti ergreep kan
het voorkomen dat de portieren niet ontgrendeld worden. Laat in dat geval
de portiergreep los en controleer of de portieren worden ontgrendeld voor-
dat u opnieuw aan de portiergreep trekt.
● Als er zich een andere elektronische sleutel binnen het detecti egebied
bevindt, is de reactietijd voor het ontgrendelen van de portier en nadat een
portiergreep is vastgepakt, mogelijk langer.
● Bij het gebruik van de portiergreep kunnen uw nagels over het p ortier kras-
sen. Zorg ervoor dat uw nagels of de lak van het portier niet b eschadigd
raken.
C-HR_OM_Europe_OM10571E.book Page 201 Monday, March 19, 2018 4:17 PM
Page 242 of 882

2413-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
3
Bediening van elk onderdeel
C-HR_OM_Europe_OM10571E
Binnenspiegel met automatische antiverblindingsstand
De hoeveelheid gereflecteerd lic ht wordt automatisch gereduceer d op
basis van de helderheid van de koplampen van achteropkomend ver -
keer.
De modus voor de automatische
antiverblindingsstand wijzigen
Aan/uit
Wanneer de automatische antiver-
blindingsstand is ingeschakeld,
brandt het controlelampje.
Auto's zonder Smart entry-systeem
en startknop: De functie wordt
iedere keer wanneer het contact
AAN wordt gezet ingeschakeld.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop: De functie wordt i edere keer
wanneer het contact AAN wordt gezet ingeschakeld.
Druk op de toets om de functie uit te schakelen. (Het controlelampje gaat
ook uit.)
■ Voorkomen van een onjuiste werking van de sensoren (auto's met bin-
nenspiegel met automatische antiverblindingsstand)
Controlelampje
Raak de sensoren niet aan en bedek ze
ook niet, omdat hierdoor de werking van
de sensoren in negatieve zin beïnvloed
kan worden.
WAARSCHUWING
Verstel de spiegel niet tijdens het rijden.
Hierdoor kunt u de macht over het stuur verliezen en een ongeva l veroorza-
ken, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
C-HR_OM_Europe_OM10571E.book Page 241 Monday, March 19, 2018 4:17 PM
Page 252 of 882

251
4Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10571E4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden met de auto ............ 252
Lading en bagage .............. 266
Rijden met een aanhangwagen ................ 267
4-2. Rijprocedures Contactslot (auto's zonder Smart entry-systeem
en startknop) ................... 277
Startknop (auto's met Smart entry-systeem
en startknop) ................... 280
Multidrive CVT ................... 288
Handgeschakelde transmissie ...................... 294
Richtingaanwijzer- schakelaar ....................... 299
Parkeerrem ........................ 300
Brake Hold-systeem .......... 306
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Lichtschakelaar.................. 309
Automatic High Beam- systeem ........................... 315
Schakelaar mistlampen ..... 320
Ruitenwissers en -sproeiers.................... 322
Achterruitenwisser en -sproeier ..................... 327
4-4. Tanken Openen van de tankdop .... 329 4-5. Gebruik van de
ondersteunende
systemen
Toyota Safety Sense ......... 334
PCS (Pre-Crash Safety- systeem) .......................... 345
LDA (Lane Departure Alert met stuurregeling) ... 361
RSA (Road Sign Assist)..... 377
Dynamic Radar Cruise Control met volledig
snelheidsbereik................ 383
Dynamic Radar Cruise Control ............................. 398
Cruise control..................... 416
Stop & Start-systeem ......... 421
Rijmodus selecteren ......... 432
Snelheidsbegrenzer ........... 434
BSM (Blind Spot Monitor) ......... 439
• BSM-functie ................... 447
•
RCTA............................. 452
Toyota Parking Assist-sensor ................... 457
S-IPA (Simple Intelligent Parking Assist-systeem) .. 469
Uitlaatgasfiltersysteem....... 511
Ondersteunende systemen ......................... 512
4-6. Rijtips Rijden in de winter ............. 520
C-HR_OM_Europe_OM10571E.book Page 251 Monday, March 19, 2018 4:17 PM
Page 313 of 882

3124-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
C-HR_OM_Europe_OM10571E
■Dagrijverlichting
Om uw auto overdag beter zichtbaar te maken voor andere weggebruikers,
wordt de dagrijverlichting automatisch ingeschakeld als de moto r wordt
gestart en de parkeerrem wordt gedeactiveerd met de lichtschake laar in de
stand . (Brandt helderder dan de parkeerlichten voor.) Dagrijve rlichting
is niet ontworpen voor gebruik in het donker.
■ Sensor koplampregeling
■ Automatisch uitschakelsysteem verlichting
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
Wanneer de lichtschakelaar in de stand of staat: De koplampen
en mistlampen voor (indien aanwezig) worden automatisch uitgesc hakeld als
het contact UIT wordt gezet.
Wanneer de lichtschakelaar in stand staat: Alle verlichting wo rdt auto-
matisch uitgeschakeld als het contact UIT wordt gezet.
Zet om de verlichting weer in te schakelen het contact AAN of z et de licht-
schakelaar eenmaal in de stand en daarna weer in stand of
.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop
Wanneer de lichtschakelaar in de stand of staat: De koplampen
en mistlampen voor (indien aanwezig) worden automatisch uitgesc hakeld als
het contact UIT wordt gezet.
Wanneer de lichtschakelaar in stand staat: Alle verlichting wo rdt auto-
matisch uitgeschakeld als het contact UIT wordt gezet.
Zet om de verlichting weer in te schakelen het contact AAN of z et de licht-
schakelaar een keer in stand en daarna weer in stand of . De werking van de sensor kan in nega-
tieve zin beïnvloed worden als er iets over
de sensor heen geplaatst wordt of als er
iets op de ruit wordt aangebracht waar-
door de sensor wordt afgeschermd.
Hierdoor kan de sensor niet op de juiste
manier de hoeveelheid omgevingslicht
signaleren, waardoor het automatische
koplampsysteem mogelijk onjuist functio-
neert.
C-HR_OM_Europe_OM10571E.book Page 312 Monday, March 19, 2018 4:17 PM
Page 314 of 882

3134-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
4
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10571E■
Zoemer verlichting
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
Er klinkt een zoemer en er verschijnt een melding als het conta ct UIT of in
stand ACC wordt gezet en het bestuurdersportier wordt geopend terwijl de
verlichting is ingeschakeld.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop
Er klinkt een zoemer en er verschijnt een melding als het conta ct UIT of in
stand ACC wordt gezet en het bestuurdersportier wordt geopend terwijl de
verlichting is ingeschakeld.
■ Automatische verticale koplampver stelling (auto's met LED-koplampen)
De koplamphoogte wordt automatisch geregeld op basis van het aa ntal
passagiers in de auto en de mate van belading om verblinding va n andere
weggebruikers door de koplampen te voorkomen.
■ Energiebesparende functie
Onder de volgende omstandigheden gaat de overige verlichting na 20 minu-
ten automatisch uit om te voorkomen dat de accu ontladen raakt:
●De koplampen en/of achterlichten branden.
● Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop: Het contact wordt in stand
ACC of UIT gezet.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Het contact wordt in stand
ACC of UIT gezet.
● De lichtschakelaar staat in stand of .
Deze functie wordt onder de volgende omstandigheden uitgeschake ld:
● Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop: Als het contact A A N w o r d t
gezet.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Als het contact AAN wordt
gezet.
● Wanneer de lichtschakelaar wordt bediend.
● Wanneer een portier wordt geopend of gesloten.
■ Als “Headlight system malfunction visit your dealer” (Storing in koplam-
psysteem. Ga naar uw dealer) op het multi-informatiedisplay wor dt weer-
gegeven
Er is mogelijk een storing in het systeem aanwezig. Laat de aut o nakijken
door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (bijv. gevoeligheid lichtsensor) kunnen worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstelli ngen:
→Blz. 842)
C-HR_OM_Europe_OM10571E.book Page 313 Monday, March 19, 2018 4:17 PM
Page 316 of 882

315
4
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10571E
Automatic High Beam-systeem∗
∗: Indien aanwezig
Het Automatic High Beam-systeem maakt gebruik van een inge-
bouwde camerasensor om de helderheid van bijvoorbeeld de
straatverlichting en de verlichti ng van tegenliggers en voorlig-
gers te meten, en schakelt indien nodig automatisch het groot-
licht in of uit.
WAARSCHUWING
■ Beperkingen van het Automatic High Beam-systeem
Vertrouw niet uitsluitend op het Automatic High Beam-systeem. R ijd altijd
voorzichtig, houd hierbij de omgeving in de gaten en schakel in dien nodig
handmatig het grootlicht in of uit.
■ Voorkomen van onjuiste werking van het Automatic High Beam-sys-
teem
Voorkom overbelading van uw auto.
C-HR_OM_Europe_OM10571E.book Page 315 Monday, March 19, 2018 4:17 PM
Page 319 of 882

3184-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
C-HR_OM_Europe_OM10571E
■Voorwaarden voor het automatisch in- of uitschakelen van het grootlicht
● Als aan alle onderstaande voorwaarden is voldaan, wordt het gro otlicht
automatisch ingeschakeld (na ongeveer 1 seconde):
• De rijsnelheid is hoger dan ongeveer 40 km/h.
• Het gebied voor de auto is niet verlicht.
• Er zijn geen tegenliggers of voorliggers met ingeschakelde kop lampen of
achterlichten.
• Er bevinden zich weinig straatlantaarns op de weg voor u.
● Als aan een van onderstaande voorwaarden is voldaan, wordt het grootlicht
automatisch uitgeschakeld:
• De rijsnelheid wordt lager dan ongeveer 30 km/h.
• Het gebied voor de auto is verlicht.
• Tegenliggers of voorliggers hebben de koplampen of achterlicht en inge-
schakeld.
• Er bevinden zich veel straatlantaarns op de weg voor u.
■ Informatie werking camerasensor
●In de volgende situaties wordt het grootlicht mogelijk niet aut omatisch uitge-
schakeld:
• Als plotseling een tegenligger uit een bocht opdoemt
• Als plotseling een andere auto voor de eigen auto invoegt
• Als tegenliggers of voorliggers aan het zicht zijn onttrokken als gevolg
van een reeks bochten, wegafscheidingen of bomen langs de weg
• Wanneer tegenliggers opdoemen uit de rechter tegemoetkomende r ij-
strook op een brede weg
• Wanneer er tegenliggers of voorliggers met uitgeschakelde verl ichting zijn
●Het grootlicht wordt mogelijk uitgeschakeld als een tegenligger wordt gesig-
naleerd die zijn mistlampen aan heeft terwijl zijn koplampen uit zijn.
● Door de aanwezigheid van huisverlichting, straatverlichting, ve rkeerslichten
of verlichte billboards of verkeersborden wordt mogelijk gescha keld van
grootlicht naar dimlicht of blijft het dimlicht mogelijk ingesc hakeld.
● De volgende factoren kunnen van invloed zijn op de reactietijd voor het in-
of uitschakelen van het grootlicht:
• De helderheid van koplampen, mistlampen en achterlichten van t egenlig-
gers en voorliggers
• De beweging en richting van tegenliggers en voorliggers
• Als de verlichting van een tegenligger of voorligger slechts a an één kant
werkt
• Als een tegenligger of voorligger een voertuig op twee wielen betreft
• De toestand van de weg (stijgingspercentage, bochten, toestand van het
wegdek, enz.)
• Het aantal inzittenden en de hoeveelheid bagage
● Het grootlicht kan op voor de bestuurder onverwachte momenten worden
in- en uitgeschakeld.
● Fietsen of vergelijkbare objecten worden mogelijk niet gesignal eerd.
C-HR_OM_Europe_OM10571E.book Page 318 Monday, March 19, 2018 4:17 PM