TOYOTA C-HR 2020 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2020, Model line: C-HR, Model: TOYOTA C-HR 2020Pages: 826, PDF Size: 93.51 MB
Page 421 of 826

4204-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_OM_Europe_OM10636E
Voorbeeld van het rijden met een constante snelheid
Wanneer er geen voorliggers zijn
De auto rijdt met de snelheid die door de bestuurder is ingesteld. De
gewenste tussenafstand kan tevens met de afstandsschakelaar wor den
ingesteld.
Voorbeeld van deceleratie en het volgen van een auto
Wanneer een voorligger langzamer rijdt dan de ingestelde snelhe id
Als er een voorligger wordt gesignaleerd, verlaagt het systeem automa-
tisch de snelheid van uw auto. Als de snelheid nog meer moet wo rden
gereduceerd, schakelt het systeem het remsysteem in (de remlich ten gaan
dan branden). Het systeem regelt de snelheid van de auto zo dat de
afstand die de bestuurder heeft ingesteld tot de voorligger geh andhaafd
blijft. Als het systeem de snelheid niet genoeg kan verlagen om een veilige
afstand tot de voorligger te creëren, klinkt er een naderingswa arschuwing.
Wanneer uw voorligger stopt, stopt uw auto ook (de auto wordt d oor het
systeem stilgezet). Als uw voorligger begint te rijden, wordt h et volgen van
de auto hervat wanneer u de hendel van de cruise control omhoog
beweegt of het gaspedaal intrapt.
Voorbeeld van acceleratie
Als er geen voorliggers meer zijn die langzamer rijden dan de inge-
stelde snelheid
Het systeem verhoogt de snelheid totdat de ingestelde snelheid bereikt
wordt. Het systeem schakelt vervolgens weer over op het rijden met con-
stante snelheid.
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book P age 420 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM
Page 422 of 826

4214-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10636E
Druk op de toets ON-OFF om
de cruise control in te schake-
len.
Het controlelampje van de Dyna-
mic Radar Cruise Control gaat
branden en er wordt een melding
weergegeven op het multi-informa-
tiedisplay.
Druk nogmaals op de toets om de
cruise control uit te schakelen.
Als de toets ON-OFF gedurende
ten minste 1,5 seconden ingedrukt
wordt gehouden, schakelt het sys-
teem over op de constante-snel-
heidsregelmodus. ( →Blz. 426)
Accelereer of decelereer met
behulp van het gaspedaal naar
de gewenste rijsnelheid (hoger
dan ongeveer 50 km/h) en druk
de hendel naar beneden om de
snelheid op te slaan.
Het controlelampje cruise control
SET gaat branden.
De rijsnelheid op het moment dat
de hendel wordt losgelaten, wordt
de ingestelde snelheid.
Als de hendel wordt bediend terwijl
de rijsnelheid lager is dan onge-
veer 50 km/h en er een voorligger
aanwezig is, wordt de snelheid
ingesteld op ongeveer 50 km/h.
Instellen van de rijsnelh eid (afstandsregelmodus)
1
2
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book P age 421 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM
Page 423 of 826

4224-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_OM_Europe_OM10636E
Bedien, om de ingestelde snelheid te wijzigen, de hendel totdat de
gewenste snelheid wordt weergegeven.
Verhogen van de snelheid
(Behalve wanneer de auto door het
systeem is stilgezet in de afstands-
regelmodus)
Verlagen van de snelheid
Fijnafstelling: Beweeg de hendel
kort in de gewenste richting.
Ruime afstelling: Houd de hendel o mhoog of omlaag gedrukt om de
snelheid te wijzigen en laat de hendel los als de gewenste snel heid is
bereikt.
Als de afstandsregelmodus is inges chakeld, wordt de ingestelde snel-
heid als volgt verhoogd of verlaagd:
Fijnafstelling: 5 km/h (3,1 mph)*1 of 5 mph (8 km/h)*2, telkens als de hendel
wordt bediend
Ruime afstelling: In stappen van 5 km/h (3,1 mph)
*1 of 5 mph (8 km/h)*2
zolang de hendel wordt vastgehouden
In de constante-snelheidsregelmodus ( →Blz. 426) wordt de inge-
stelde snelheid als volgt verhoogd of verlaagd:
Fijnafstelling: 1 km/h (0,6 mph)*1 of 1 mph (1,6 km/h)*2, telkens als de
hendel wordt bediend
Ruime afstelling: De snelheid wordt gewijzigd zolang de hendel wordt vast-
gehouden.
*1: Wanneer de ingestelde snelheid wordt getoond in “km/h”
*2: Wanneer de ingestelde snelheid getoond wordt in “MPH”
Wijzigen van de ingestelde snelheid
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book P age 422 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM
Page 424 of 826

4234-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10636E
Door de schakelaar in te drukken
wordt de afstand tot de voorligger
als volgt gewijzigd:Lang
Middelgroot
Kort
De tussenafstand wordt automa-
tisch op lang ingesteld als het con-
tact AAN wordt gezet.
Als er een auto voor u rijdt, wordt het symbool voor een voorli gger ook
weergegeven.
Selecteer een afstand in de onderstaande tabel. Houd er rekenin g
mee dat de aangegeven afstanden overeenkomen met een rijsnelhei d
van 80 km/h. De tuss enafstand is afhankelijk van de rijsnelheid . Wan-
neer de auto wordt stilgezet doo r het systeem, stopt de auto op een
bepaalde tussenafstand, afh ankelijk van de situatie.
Wijzigen van de tussenafstand (afstandsregelmodus)
Symbool voorligger
Instellingen tussenafstan d (afstandsregelmodus)
AfstandsoptiesTussenafstand
LangOngeveer 50 m (160 ft.)
MiddelgrootOngeveer 40 m (130 ft.)
KortOngeveer 30 m (100 ft.)
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book P age 423 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM
Page 425 of 826

4244-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_OM_Europe_OM10636E
Druk de hendel omhoog als uw
voorligger begint te rijden.
Het volgen van uw voorligger
wordt ook hervat als u het gaspe-
daal intrapt wanneer uw voorlig-
ger begint te rijden.Als u de hendel naar u toe trekt,
wordt de snelheidsregeling uit-
geschakeld.
De snelheidsregeling wordt even-
eens uitgeschakeld als het rempe-
daal wordt ingetrapt.
(Als de auto is stilgezet door het
systeem, wordt de snelheidsinstel-
ling niet geannuleerd als het rem-
pedaal wordt ingetrapt.)
Als u de hendel omhoog drukt, wordt de cruise control hervat en
wordt de ingestelde snelheid hervat.
Wanneer er echter geen voorligger wordt gesignaleerd, wordt de cruise
control niet hervat wanneer de rijsnelheid ongeveer 40 km/h of lager is.
Hervatten van het rijden met de volgregeling als de auto is
stilgezet door het systeem (afstandsregelmodus)
Uitschakelen en hervatten van de snelheidsregeling
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book P age 424 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM
Page 426 of 826

4254-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10636E
Wanneer uw auto een voorligger
te dicht nadert en automatisch
decelereren door middel van de
cruise control niet mogelijk is, zal
het scherm gaan knipperen en
een zoemer klinken om de
bestuurder te waarschuwen. Dit
kan bijvoorbeeld gebeuren als
een andere bestuurder vóór u
invoegt terwijl u een voorligger
volgt. Trap het rempedaal in om
voldoende afstand tot uw voorlig-
ger te houden.
■Mogelijk worden geen waarschuwingen gegeven
In de volgende gevallen worden mogelijk geen waarschuwingen
gegeven als de tusse nafstand klein is.
● Als de snelheid van de voorligger gelijk is aan of hoger is dan de
snelheid van uw eigen auto
● Als de voorligger ex treem langzaam rijdt
● Direct nadat de snelheid van d e cruise control is ingesteld
● Bij het intrappen van het gaspedaal
Naderingswaarschuwing (afstandsregelmodus)
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book P age 425 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM
Page 427 of 826

4264-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_OM_Europe_OM10636E
Wanneer de constante-snelheidsregelmodus is geselecteerd, blijft de
auto met een ingestelde snelheid rijden, zonder de tussenafstand te
regelen. Selecteer deze modus alleen wanneer de afstandsregelmo -
dus niet goed werkt als gevolg van een vuile radarsensor, enz.
Houd bij uitgeschakelde cruise
control de toets ON-OFF gedu-
rende ten minste 1,5 seconden
ingedrukt.
Direct nadat op de toets ON-OFF
is gedrukt, gaat het controlelampje
Dynamic Radar Cruise Control
branden. Vervolgens gaat het con-
trolelampje cruise control branden.
Overschakelen naar de constante-
snelheidsregelmodus is alleen
mogelijk als de hendel wordt
bediend terwijl de cruise control uit
staat.
Accelereer of decelereer met
behulp van het gaspedaal naar
de gewenste rijsnelheid (hoger
dan ongeveer 40 km/h) en druk
de hendel naar beneden om de
snelheid op te slaan.
Het controlelampje cruise control
SET gaat branden.
De rijsnelheid op het moment dat
de hendel wordt losgelaten, wordt
de ingestelde snelheid.
Wijzigen van de geprogrammeerde snelheid: →Blz. 422
Uitschakelen en hervatten van de ingestelde snelheid: →Blz. 424
Selecteren van de constante-snelheidsregelmodus
1
2
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book P age 426 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM
Page 428 of 826

4274-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10636E
■De Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik ka n wor-
den gebruikt als
● De selectiehendel in stand D staat.
● De rijsnelheid is ongeveer 50 km/h of hoger.
Als echter een voorligger wordt gesignaleerd, kan de Dynamic Radar Cruise
Control met volledig snelheidsbereik zelfs worden ingeschakeld als de rij-
snelheid lager is dan ongeveer 50 km/h.
■ Accelereren na het instellen van de rijsnelheid
Bedien het gaspedaal om te accelereren. Na het accelereren gaat de auto
weer rijden met de ingestelde snelheid. Als de afstandsregelmod us is inge-
schakeld, neemt de rijsnelheid echter mogelijk af tot onder de ingestelde
snelheid, zodat de afstand tot de voorligger gehandhaafd blijft .
■ Als de auto stopt tijdens rijden met de volgregeling
●Door hendel omhoog te drukken terwijl de voorligger stopt, word t, als de
voorligger begint te rijden, binnen ongeveer 3 seconden nadat d e hendel
omhoog is gedrukt het rijden met de volgregeling hervat.
● Als de voorligger binnen 3 seconden nadat uw auto is gestopt be gint te rij-
den, wordt het rijden met de volgregeling hervat.
■ Automatisch uitschakelen van de afstandsregelmodus
De afstandsregelmodus wordt automatisch uitgeschakeld in de vol gende situ-
aties:
● De werkelijke rijsnelheid zakt tot ongeveer 40 km/h of lager en er worden
geen voorliggers gesignaleerd.
● De voorligger verlaat de rijstrook terwijl uw auto rijdt met ee n rijsnelheid van
ongeveer 40 km/h of lager. Anders kan de sensor de auto niet op de juiste
manier signaleren.
● De VSC is geactiveerd.
● De TRC is gedurende een bepaalde periode geactiveerd.
● Wanneer de VSC of TRC wordt uitgeschakeld.
● De sensor kan niet goed signaleren omdat hij ergens door bedekt is.
● Pre Crash Brake-functie is geactiveerd.
● De parkeerrem is geactiveerd.
● De auto wordt door het systeem stilgezet op een steile helling.
● Als de auto door het systeem is stilgezet, wordt het volgen van de voorligger
in de volgende gevallen niet hervat:
• De bestuurder draagt geen veiligheidsgordel.
• Het bestuurdersportier wordt geopend.
• De auto staat langer dan 3 minuten stil.
Als de afstandsregelmodus om een andere dan de hierboven genoem de
redenen automatisch uitgeschakeld wordt, kan er een storing in het systeem
aanwezig zijn. Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book P age 427 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM
Page 429 of 826

4284-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_OM_Europe_OM10636E■
Automatisch uitschakelen van de constante-snelheidsregelmodus
De constante-snelheidsregelmodus wordt automatisch uitgeschakeld in de
volgende situaties:
● Actuele rijsnelheid zakt tot meer dan ongeveer 16 km/h onder de ingestelde
rijsnelheid.
● Werkelijke rijsnelheid zakt onder ongeveer 40 km/h.
● De VSC is geactiveerd.
● De TRC is gedurende een bepaalde periode geactiveerd.
● Wanneer de VSC of TRC wordt uitgeschakeld.
● Pre Crash Brake-functie is geactiveerd.
Als de constante-snelheidsregelmodus om een andere dan de hierboven
genoemde redenen automatisch uitgeschakeld wordt, kan er een storing in
het systeem aanwezig zijn. Neem contact op met een erkende Toyo ta-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
■ Geluid remsysteem
Als de remmen automatisch worden geactiveerd wanneer de auto zich in de
afstandsregelmodus bevindt, kan het geluid van een geactiveerd remsysteem
hoorbaar zijn. Dit is normaal en duidt niet op een storing.
■ Waarschuwingsmeldingen en zoemers voor de Dynamic Radar Cruise
Control met volledig snelheidsbereik
Waarschuwingsmeldingen en zoemers worden gebruikt om een systee msto-
ring aan te geven of om de bestuurder te informeren dat hij tij dens het rijden
extra moet opletten. Lees de op het multi-informatiedisplay wee rgegeven
waarschuwingsmelding en volg de aanwijzingen op.
■ Omstandigheden waarin de sensor voorliggers mogelijk niet op de juiste
manier signaleert
Bedien in onderstaande gevallen en afhankelijk van de omstandig heden het
rempedaal wanneer het systeem onvoldoende decelereert of bedien het gas-
pedaal wanneer moet worden geaccelereerd.
Omdat de sensor deze voertuigen wellicht niet op de juiste manier signaleert,
wordt er mogelijk geen naderingswaarschuwing ( →Blz. 425) gegeven.
● Auto's die plotseling voor u invoegen
● Auto's die met lage snelheden rijden
● Auto's die niet op dezelfde rijstrook rijden
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book P age 428 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM
Page 430 of 826

4294-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10636E●
Voertuigen met een relatief kleine achterzijde (aanhangwagens z onder
lading, enz.)
● Motorfietsen die op dezelfde rijstrook rijden
● Als door omringend verkeer opgeworpen water of sneeuw de signal ering
door de sensor hindert
● Als de achterzijde van de auto ver inge-
zakt is (omdat er zware lading in de
bagageruimte vervoerd wordt, enz.)
● De voorligger heeft een extreem grote
bodemvrijheid
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book P age 429 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM