ESP TOYOTA C-HR 2022 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2022, Model line: C-HR, Model: TOYOTA C-HR 2022Pages: 818, PDF Size: 100.73 MB
Page 319 of 818

3174-2. Rijprocedures
4
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E■
Als de selectiehendel niet in een andere stand dan P kan worden gezet
Controleer eerst of het rempedaal is ingetrapt.
Als de selectiehendel niet in een andere stand gezet kan worden terwijl u het rempe-
daal ingetrapt hebt en u de knop van de selectiehendelknop indrukt, kan er een pro-
bleem aanwezig zijn in het schakelblokkeersysteem. Laat de auto onmiddellijk nakij-
ken door een erkende Toyota-dealer of hers teller/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Met de volgende procedure kan in noodgevallen de blokkering van de selectiehendel
ongedaan worden gemaakt.
Uitschakelen van de schakelblokkering:
Activeer de parkeerrem.
Zet het contact UIT.
Trap het rempedaal in.
■ Remwerking van de motor
Wanneer schakelstand B geselecteerd is, wordt er op de motor afgeremd als u het
gaspedaal loslaat.
●Wanneer er met hoge snelheden wordt gereden, voelt u, in vergelijking met normale
auto's met een benzinemotor, de motorremwerking minder.
● Er kan met de auto geaccelereerd worden zelfs wanneer schakelstand B geselec-
teerd is.
Als er continu in stand B wordt gereden, zal het brandstofverbruik hoog zijn. Selecteer
normaal gesproken stand D. Verwijder het deksel.
Verwijder het afdekplaatje met een sleufkop-
schroevendraaier. Omwikkel het uiteinde
van de schroevendraaier met een doek om
schade aan het afdekplaatje te voorkomen.
Druk de deblokkeerschakelaar in terwijl u de
knop van de selectiehendelknop indrukt.
De selectiehendel kan worden verplaatst als
de schakelaar ingedrukt is.
1
2
3
4
5
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 317 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
Page 339 of 818

3374-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
4
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E■
Automatische verticale koplampverstellin g (auto's zonder draaiknop koplamp-
verstelling)
De koplamphoogte wordt automatisch geregeld op basis van het aantal passagiers in
de auto en de mate van belading om verblinding van andere weggebruikers door de
koplampen te voorkomen.
■ Energiebesparende functie 12V-accu
Onder de volgende omstandigheden gaat de overige verlichting na 20 minuten auto-
matisch uit om te voorkomen dat de 12V-accu ontladen raakt:
● De koplampen en/of achterlichten branden.
● Het contact wordt in stand ACC of UIT gezet.
● De lichtschakelaar staat in stand of .
Deze functie wordt onder de volgende omstandigheden uitgeschakeld:
● Wanneer het contact AAN wordt gezet.
● Wanneer de lichtschakelaar wordt bediend.
● Wanneer een portier wordt geopend of gesloten.
■ Als “Headlight System Malfun ction Visit Your Dealer” (Storing in koplampsys-
teem. Ga naar uw dealer) op het mu lti-informatiedisplay wordt weergegeven
Er is mogelijk een storing in het systeem aanwezig. Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repar ateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■ Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (bijv. gevoeligheid lichtsensor) kunnen worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen: →Blz. 781)
OPMERKING
■ Voorkomen van ontlading van de 12V-accu
Laat de verlichting niet langer ingeschakeld dan noodzakelijk is als het hybridesys-
teem niet is ingeschakeld.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 337 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
Page 452 of 818

4504-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E
WAARSCHUWING
■Ervoor zorgen dat he t systeem goed werkt
In de linker- en rechterzijde van de achterbumper van de auto wordt respectievelijk
één Blind Spot Monitor-sensor geplaatst. Houd u aan het volgende om ervoor te zor-
gen dat de Blind Spot Monitor goed werkt.
Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige wanneer de
waarschuwingsmelding niet verdwijnt.
● Stel de sensor en de omgeving ervan op de achterbumper niet bloot aan krachtige
schokken.
Als een sensor ook maar iets wordt verplaatst, werkt het systeem mogelijk niet
goed meer en worden auto's mogelijk niet meer correct gesignaleerd.
Laat in de volgende gevallen uw auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
• Een sensor of de omgeving ervan is blootgesteld aan krachtige schokken.
• Als er krassen op of deuken in de omgeving van de sensor aanwezig zijn of als een deel van de sensoren is losgekomen.
● Neem de sensor niet uit elkaar.
● Monteer geen accessoires op de sensor of het omliggende gebied op de bumper
en plak er geen stickers op.
● Breng geen wijzigingen aan de sensor of het omliggende gebied op de bumper
aan.
● Breng geen andere kleur lak dan een officiële Toyota-kleur aan op de achterbum-
per.
●Houd de sensor en het omliggende gebied
op de bumper te allen tijde schoon. Als een
sensor of de omgeving ervan op de achter-
bumper vuil is of bedekt met sneeuw, werkt
de Blind Spot Monitor mogelijk niet en wordt
er een waarschuwingsmelding
(→ Blz. 438) weergegeven.
Veeg in dat geval het vuil of de sneeuw weg
en rijd gedurende ongeveer 10 minuten met
de auto terwijl aan de bedrijfscondities voor
de BSM-functie ( →Blz. 453) wordt voldaan.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 450 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
Page 478 of 818

4764-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E●
Als er zich ronddraaiende objecten, zoals een ventilator van een airco-unit, in de
buurt van de auto bevinden
● Als er water op de achterbumper spat of gespoten wordt, bijvoorbeeld van een
sproeier
● In geval van bewegende objecten (vlaggen, uitlaatgassen, grote regendruppels of
sneeuwvlokken, plassen op het wegdek, enz.)
● Wanneer de afstand tussen uw auto en een vangrail, muur, enz. die het detectiege-
bied binnenkomt kort is
● Roosters en goten
● Wanneer een sensor of de omgeving van een sensor zeer heet of koud is
● Als de wielophanging is gewijzigd of als er een andere maat banden dan voorge-
schreven is gemonteerd
● Als de voorzijde van de auto omhoog of omlaag staat door de belading van de auto
●
Wanneer een voertuig uw auto van opzij pas-
seert
● Wanneer een gesignaleerde naderende auto
een bocht maakt
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 476 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
Page 542 of 818

5404-6. Rijtips
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E
Tips voor rijden met een hybrideauto
◆Gebruik van de ECO-rijmodus
Bij gebruik van de ECO-rijmodus kan het koppel dat correspondeert met
de mate waarin het gaspedaal wordt ingetrapt geleidelijker worden afgege\
-
ven dan onder normale omstandigheden. Bovendien wordt de werking van
de airconditioning (verwarmen/koelen) geminimaliseerd zodat er minder
brandstof verbruikt wordt. ( →Blz. 432)
◆Gebruik van de hybridesysteemindicator
Milieubewust rijden is mogelijk door de hybridesysteemindicator binnen de
Eco-zone te houden. ( →Blz. 168)
◆Bedienen van de selectiehendel
Zet de selectiehendel in stand D als u moet wachten bij een verkeerslicht
of als u in druk verkeer rijdt. Selecteer stand P wanneer de auto gepar-
keerd wordt. Als u stand N gebruikt, is er geen positief effect op het brand-
stofverbruik. In stand N werkt de benzi nemotor, maar kan er geen elektrici-
teit worden opgewekt. Ook bij gebruik van de airconditioning, enz. wordt
het vermogen van het batterijpakket (tractiebatterij) verbruikt.
◆Bedienen van het gaspedaal/rempedaal
● Rijd zo vloeiend mogelijk. Voorkom onnodig snel accelereren en hard
remmen. Wanneer geleidelijk wordt geaccelereerd en gedecelereerd,
worden de voordelen van de elektromotor (tractiemotor) beter benut,
zodat het brandstofverbruik van de benzinemotor lager is.
● Voorkom herhaaldelijk accelereren. Herhaaldelijk accelereren put het
batterijpakket (tractiebatterij) uit waardoor de auto meer brandstof ver-
bruikt. Het batterijpakket kan worden opgeladen door tijdens het rijden
het gaspedaal iets te laten opkomen.
Besteed aandacht aan de volgende pu nten om zuinig en milieuvriende-
lijk te rijden:
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 540 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
Page 559 of 818

5575-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
5
Voorzieningen in het interieur
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E
Stuurwielverwarming∗/stoelverwarming∗
∗: Indien aanwezig
De zijkanten van het stuurwiel en de voorstoelen worden verwarmd
door respectievelijk de stuurwielverwarming en de stoelverwarming.
WAARSCHUWING
● Wees voorzichtig wanneer iemand uit onderstaande categorieën in contact komt
met het stuurwiel en de stoelen wanneer de stuurwiel- en stoelverwarming zijn
ingeschakeld:
• Baby's, kleine kinderen, oudere personen, zieken en gehandicapten
• Personen met een gevoelige huid
• Personen die oververmoeid zijn
• Personen die alcohol hebben gedronken of personen die rustgevende medicij-
nen (slaapmiddel, middel tegen verkoudheid, enz.) hebben gebruikt
● Neem, om de kans op brandwonden of oververhitting te beperken, de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht:
• Bedek de stoel niet met een kleed of kussen als de stoelverwarming in gebruik
is.
• Gebruik de stoelverwarming niet langer dan noodzakelijk is.
OPMERKING
● Plaats geen zware voorwerpen met een ongelijkmatig oppervlak op de stoel en leg
geen scherpe voorwerpen (naalden, punaises, enz.) op de stoel.
● Gebruik de functies niet wanneer het hybr idesysteem niet is ingeschakeld, om te
voorkomen dat de 12V-accu ontladen raakt.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 557 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
Page 583 of 818

5816-1. Onderhoud en verzorging
6
Onderhoud en verzorging
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E■
Wassen in de wasstraat
●Zorg ervoor dat de buitenspiegels zijn ingeklapt voordat u van een wasstraat gebruik-
maakt. Begin met wassen vanaf de voorzijde van de auto. Klap de spiegels weer uit
voordat u gaat rijden.
● Sommige borstels in wasstraten kunnen krassen veroorzaken op de carrosserie en
andere onderdelen (velgen, enz.), waardoor de lak van uw auto wordt beschadigd.
● In sommige autowasserettes wordt de achterspoiler mogelijk niet gereinigd. Ook
bestaat er mogelijk een verhoogde kans op schade aan de auto.
■ Hogedrukreinigers
Spuit niet van dichtbij op de randen van de portieren of de ruiten en blijf er niet langdu-
rig op spuiten, omdat er anders water in het interieur terecht kan komen.
■ Opmerkingen voor auto's met Sm art entry-systeem en startknop
Als de portiergreep nat wordt terwijl de elektronische sleutel zich binnen het werkzame
gebied bevindt, kan het portier herhaaldelijk worden vergrendeld en ontgrendeld. Volg
in dat geval de correctieprocedure hieronder bij het wassen van de auto:
● Leg de sleutel op een afstand van ten minste 2 m van de auto als u de auto wast.
(Zorg ervoor dat de sleutel niet gestolen wordt.)
● Schakel de energiebespaarmodus van de elektronische sleutel in om het Smart
entry-systeem met startknop uit te schakelen. ( →Blz. 209)
■ Velgen en wieldoppen (auto's zo nder matzwart gespoten velgen)
● Verwijder vuil onmiddellijk met een neutraal reinigingsmiddel.
● Spoel het reinigingsmiddel direct na het gebruik weg met water.
● Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om de lak tegen beschadiging te
beschermen.
• Gebruik geen zuurhoudende of alkalische middelen of schuurmiddelen
• Gebruik geen harde borstels
• Reinig de velgen niet met reinigingsmiddelen als de velgen, bijvoorbeeld na het
rijden of stilstaan bij warm weer, nog warm zijn
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 581 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
Page 584 of 818

5826-1. Onderhoud en verzorging
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E■
Lichtmetalen velgen (auto's met matzwart gespoten velgen)
Voor matzwart gespoten velgen moeten andere reinigingsmethoden worden gebruikt
dan voor conventionele lichtmetalen velgen. Let op de onderstaande zaken. Neem
voor meer informatie contact op met een er kende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
● Verwijder vuil met water. Als de velgen bijzonder vuil zijn, gebruik dan een spons of
een zachte doek licht bevochtigd met een verdund neutraal reinigingsmiddel om het
vuil te verwijderen.
● Als u een reinigingsmiddel gebruikt, spoel het dan onmiddellijk weg met water.
Gebruik vervolgens een zachte doek om de velg droog te deppen.
● Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om de matzwarte lak tegen
beschadiging te beschermen:
• Boen of poets de velgen niet met een borstel of een droge doek.
• Gebruik geen velgcoatings of reinigingsmiddelen met een schurende werking.
• Selecteer bij het wassen van de auto in een wasstraat niet de velgenreinigings-
functie (als deze optie beschikbaar is).
■ Remblokken en -klauwen
Als de auto geparkeerd wordt met vochtige remblokken of remschijven, kan er roest
ontstaan waardoor de remblokken of remschijven vast kunnen komen te zitten. (Alvo-
rens de auto na een wasbeurt te parkeren is het raadzaam langzaam te rijden en het
rempedaal een aantal keren in te trappen om de onderdelen te drogen.)
■ Bumpers en zijlijsten
Gebruik geen schuurmiddelen.
■ Verchroomde delen (indien aanwezig)
Als het vuil niet kan worden verwijderd, reinig de onderdelen dan als volgt:
●Gebruik een zachte doek en sop met ongeveer 5% neutraal reinigingsmiddel om het
vuil te verwijderen.
● Veeg daarna het resterende vocht van het leder af met een droge, schone doek.
● Gebruik met alcohol natgemaakte doekjes o.i.d. om olieresten te verwijderen.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 582 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
Page 613 of 818

6116-3. Zelf uit te voeren onderhoud
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E
6
Onderhoud en verzorging
Vul in de volgende situaties ruitensproeiervloeistof bij:
●Een sproeier werkt niet.
● Er verschijnt een waarschuwings-
melding op het multi-informatiedis-
play. (indien aanwezig)
Ruitensproeiervloeistof
WAARSCHUWING
■Bij het bijvullen van ru itensproeiervloeistof
Vul geen ruitensproeiervloeistof bij als het hybridesysteem warm is of nog werkt.
Ruitensproeiervloeistof bevat alcohol en kan vlam vatten als het bijvoorbeeld op hete
motoronderdelen wordt gemorst.
OPMERKING
■ Vul het reservoir uitsluitend met ruitensproeiervloeistof
Gebruik geen zeepsop of motorantivries in plaats van ruitensproeiervloeistof.
Wanneer u dit wel doet, kan de lak van uw auto worden aangetast en de pomp
beschadigd raken, waardoor er geen ruitensproeiervloeistof meer kan worden
gesproeid.
■ Verdunnen van ruitensproeiervloeistof
Verdun ruitensproeiervloeistof indien nodig met water.
Raadpleeg de op het etiket van de ruitensproeiervloeistoffles aangegeven tempera-
turen voor de juiste mengverhouding.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 611 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
Page 620 of 818

6186-3. Zelf uit te voeren onderhoud
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E
Uw auto is uitgerust met een bandenspanningswaarschuwingssysteem dat
gebruikmaakt van bandenspanningssensoren en -zenders om een lage ban-
denspanning te signaleren voordat deze tot problemen leidt.
Als de bandenspanning onder een bepaalde waarde komt, wordt de bestuur-
der door middel van een waarschuwingslampje gewaarschuwd. (→Blz. 686)
◆Plaatsen van bandenspanningssensoren en -zenders
Bij het vervangen van banden of velgen moeten de bandenspanningssen-
soren en -zenders ook worden geplaatst.
Als er nieuwe bandenspanningssensoren en -zenders geplaatst worden,
moeten de identificatiecodes van deze componenten worden geregis-
treerd in de bandenspanningswaarschuwingssysteem-ECU en moet het
bandenspanningswaarschuwingssysteem worden geïnitialiseerd. Laat de
identificatiecodes van de bandenspanningssensoren en -zenders registre-
ren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. ( →Blz. 620)
◆Initialiseren van het bandenspanningswaarschuwingssysteem
Wanneer van bandenmaat wordt gewisseld, moet het bandenspannings-
waarschuwingssysteem worden geïnitialiseerd.
Als het bandenspanningswaarschuwingssysteem wordt geïnitialiseerd,
wordt de actuele bandenspanning als referentiespanning beschouwd.
Bandenspanningswaarschuwingssysteem
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 618 Monday, October 11, 2021 9:41 AM