ESP TOYOTA C-HR 2022 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2022, Model line: C-HR, Model: TOYOTA C-HR 2022Pages: 818, PDF Size: 100.73 MB
Page 12 of 818

10
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720EDe auto is uitgerust met geavanceerde computers die bepaalde informatie opslaan,
zoals:
• Motortoerental/toerental elektr omotor (toerental tractiemotor)
• Status gaspedaal
• Status rempedaal
•Rijsnelheid
• Bedrijfsstatus van de ondersteunende systemen
• Beelden van de camera's
Uw auto is uitgerust met camera's. Neem voor de locatie van registrerende
camera's contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
De opgeslagen informatie is afhankelijk van de uitvoering en de aanwezige opties van
de auto, en van de bestemming. Deze computers slaan geen gesprekken of geluiden
op en ze slaan alleen in bepaalde situaties beelden van buiten de auto op.
●Gebruik van gegevens
Toyota kan de gegevens die door deze computer worden opgeslagen, gebruiken
om storingen vast te stellen, onderzoek te doen en de kwaliteit van haar producten
te verbeteren.
Toyota stelt de gegevens die zijn opgeslagen niet beschikbaar aan derden, behalve:
• Met toestemming van de eigenaar van de auto of, wanneer het een leaseauto betreft, van de leaserijder van de auto
• Op officieel verzoek van de politie, de rechtbank of een ander overheidsorgaan
• Voor gebruik door Toyota in een rechtszaak
• Voor onderzoek waarbij de gegevens niet worden gekoppeld aan een bepaalde auto of eigenaar
●Vastgelegde beeldinformatie kan door een Toyo ta-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige worden gewist
De beeldopnamefunctie kan worden uitgeschakeld. Maar als de functie wordt uitge-
schakeld, zijn er geen gegevens over de werking van het systeem beschikbaar.
De airbags en de gordelspanners in uw Toyota bevatten explosieve chemicaliën.
Wanneer uw auto wordt vernietigd terwijl de airbags en/of de gordelspanners nog
intact zijn, kan tijdens de vernietiging een ontploffing plaatsvinden en brand ontstaan.
Laat daarom de airbags en de gordelspann ers eerst verwijderen en afvoeren door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repar ateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Opslaan voertuiginformatie
Vernietigen van uw Toyota
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 10 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
Page 38 of 818

361-1. Voor een veilig gebruik
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E
Veiligheidsgordels
●Trek de schoudergordel zo ver
naar buiten dat de gordel goed
tegen de schouder aan ligt en niet
van de schouder af glijdt of tegen
de nek aan ligt.
● Plaats het heupgedeelte van de
gordel zo laag mogelijk over de
heupen.
● Stel de rugleuning af. Ga zo
rechtop mogelijk in de stoel zitten
met uw rug stevig tegen de leu-
ning.
● Zorg ervoor dat de veiligheidsgordel niet gedraaid zit.
Maak de veiligheidsgordel vast
door de gesp in de gordelsluiting te
drukken totdat u een klik hoort.
De veiligheidsgordel kan worden
losgemaakt door de ontgrendel-
knop in te drukken.
Controleer voordat u wegrijdt eerst of alle inzittenden de veiligheids-
gordel dragen.
Juist gebruik van de veiligheidsgordels
Vast- en losmaken van de veiligheidsgordel
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 36 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
Page 42 of 818

401-1. Voor een veilig gebruik
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E
WAARSCHUWING
■Mensen met fysieke beperkingen
Win medisch advies in en draag de veiligheidsgordel op de juiste manier.
(→ Blz. 36)
■ Als er kinderen in de auto aanwezig zijn
→Blz. 92
■ Gordelspanners
Het waarschuwingslampje SRS gaat brande n als een gordelspanner is geactiveerd.
De veiligheidsgordel kan in dit geval niet meer worden gebruikt en moet worden ver-
vangen door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Verstelbaar schouderbevestigingspunt (voorstoelen)
Zorg ervoor dat de gordel goed over het midden van de schouder ligt. De gordel mag
niet tegen de nek aanliggen, maar ook niet van uw schouder afglijden. Als u hier niet
voor zorgt, wordt de mate van bescherming bij plotseling remmen, uitwijken of een
ongeval minder en de kans op dodelijk of ernstig letsel groter. ( →Blz. 37)
■ Beschadiging en slijtage van veiligheidsgordels
● Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels niet beschadigd raken doordat de riem, de
gesp of de gordelsluiting bekneld raakt tussen het portier en de carrosserie.
● Controleer het veiligheidsgordelsysteem regelmatig. Let op beschadigingen, zoals
scheuren en rafels, en op losse onderdelen. Gebruik een beschadigde veiligheids-
gordel niet, maar laat hem zo snel mogelijk vervangen. Beschadigde veiligheids-
gordels bieden onvoldoende bescherming tegen dodelijk of ernstig letsel.
● Controleer of de gordel en de gesp vergrendeld zijn en of de gordel niet gedraaid
is.
Neem direct contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige als de veilig-
heidsgordel niet goed werkt.
● Laat de stoelen, inclusief de veiligheidsgordels, vervangen als de auto betrokken is
geweest bij een ernstig ongeval, ook al is er geen zichtbare schade.
● Probeer de veiligheidsgordels niet zelf te plaatsen, verwijderen, wijzigen, demonte-
ren of af te voeren. Laat eventueel noodzakelijke reparaties uitvoeren door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repar ateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige. Als de veiligheidsgordels niet op de juiste wijze
worden gebruikt, werken ze mogelijk niet meer naar behoren.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 40 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
Page 93 of 818

911-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
1
Veiligheid en beveiliging
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E■
Een baby- of kinderzitje plaatsen met behulp van een veiligheidsgor-
del
Plaats het baby- of kinderzitje aan de hand van de bijgesloten handleiding.
Als het desbetreffende baby- of kinderzitje niet binnen de “universele”
categorie valt (of de benodigde informatie staat niet in de tabel), raadpleeg
dan de “voertuiglijst” van de fabrikant van het baby- of kinderzitje voor de
diverse mogelijke montageposities of doe navraag naar de compatibiliteit
bij de verkoper van het zitje. (
→Blz. 67, 68, 76, 77, 83, 84)
Als het plaatsen van een baby- of kinderzitje op de voorpassagiersstoel
onvermijdelijk is, raadpleeg dan Blz. 62 voor het afstellen van de voor-
passagiersstoel.
Verwijder indien mogelijk de hoofdsteun indien deze de plaatsing van
het baby- of kinderzitje hindert. Zet anders de hoofdsteun in de hoogste
stand. ( →Blz. 266)
Voer de veiligheidsgordel door
het baby- of kinderzitje en steek
de gesp in de gordelsluiting.
Controleer of de gordel niet
gedraaid is. Maak de veilig-
heidsgordel goed vast aan het
baby- of kinderzitje aan de hand
van de bijgesloten handleiding.
Als uw baby- of kinderzitje niet
is voorzien van een vergrendel-
systeem voor de veiligheidsgor-
del, zet het zitje dan vast met
een blokkeerclip.
Beweeg het baby- of kinderzitje na het plaatsen naar achteren en naar
voren om te controleren of het goed vastzit. ( →Blz. 92)
Baby- of kinderzitje vastgezet met een veiligheidsgordel
1
2
3
4
5
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 91 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
Page 94 of 818

921-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E■
Verwijderen van een baby- of kinderzitje dat is vastgezet met een vei-
ligheidsgordel
Druk de ontgrendelknop op de gordelsluiting in en laat de gordel helemaal
oprollen.
Bij het losmaken van de gordelsluiting komt het baby- of kinderzitje mogelijk een
stukje omhoog als gevolg van de terugwerking van de zitting. Maak de gordel-
sluiting los terwijl u het baby- en kinderzitje tegenhoudt.
De veiligheidsgordel rolt automatisch op. Houd de gordel vast, zodat het oprol-
len rustig gebeurt.
■
Als er een baby- of ki nderzitje wordt geplaatst
U moet bij het plaatsen van het zitje mogelijk gebruikmaken van een blokkeerclip. Volg
de aanwijzingen van de fabrikant van het baby- of kinderzitje. Als uw zitje niet over een
blokkeerclip beschikt, kunt u deze kopen bij een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekw alificeerde en uitgeruste deskundige:
blokkeerclip voor baby- of kinderzitje
(onderdeelnr. 73119-22010)
WAARSCHUWING
■ Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan dodelijk of ernstig letsel tot
gevolg hebben.
● Laat kinderen niet met de veiligheidsgordel spelen. Als de veiligheidsgordel om de
nek van het kind draait, kan het kind stikken of ernstig letsel oplopen. Als dit
gebeurt en de gordelsluiting niet kan worden losgemaakt, knip de gordel dan door
met een schaar.
● Controleer of de gesp goed in de gordelsluiting is vergrendeld en of de veiligheids-
gordel niet gedraaid is.
● Beweeg het baby- of kinderzitje naar link s en naar rechts en naar voren en naar
achteren om te controleren of het goed is geplaatst.
● Verstel de rugleuning niet meer nadat het baby- of kinderzitje is geplaatst.
● Controleer als er een zitkussen geplaatst is altijd of de schoudergordel over het
midden van de schouder van het kind loopt. De gordel mag niet langs de nek van
het kind lopen, maar mag ook niet van de schouder van het kind vallen.
● Volg bij het plaatsen van een baby- of kinderzitje altijd de gebruiksaanwijzing van
de fabrikant.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 92 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
Page 121 of 818

1191-4. Hybridesysteem
1
Veiligheid en beveiliging
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E
◆Bij stilstand/tijdens wegrijden
Wanneer de auto stilstaat, wordt de benzinemotor uitgeschakeld*. Bij het
wegrijden wordt de auto aangedreven door de elektromotor (tractiemotor).
Bij het rijden met lage snelheid of bij het afrijden van een flauwe helling
wordt de benzinemotor uitgeschakeld* en wordt de elektromotor (tractie-
motor) ingeschakeld.
Wanneer de selectiehendel in stand N staat, wordt het batterijpakket (trac-
tiebatterij) niet opgeladen.
*: Wanneer het batterijpakket (tractiebatterij) moet worden opgeladen of wanneer demotor aan het opwarmen is, enz., wordt de benzinemotor niet automatisch uitge-
schakeld.
(→ Blz. 120)
◆Tijdens normaal rijden
De auto wordt voornamelijk aangedreven door de benzinemotor. De elek-
tromotor (tractiemotor) laadt zo nodig het batterijpakket (tractiebatterij) op.
◆Tijdens sterk accelereren
Wanneer het gaspedaal volledig wordt ingetrapt, wordt de energie van het
batterijpakket (tractiebatterij) toegevoegd aan de energie die de benzine-
motor levert via de elektromotor (tractiemotor).
◆Tijdens het remmen (regeneratief remmen)
De wielen drijven de elektromotor (tractiemotor) aan, waardoor energie
wordt opgewekt en het batterijpakket (tractiebatterij) wordt opgeladen.
Als u rijdt met uitgeschakelde benzinemotor, wordt er een geluid, dat aange-
past wordt aan de rijsnelheid, afgespeeld om mensen in de buurt te waar-
schuwen dat de auto nadert. Het geluid stopt als de rijsnelheid hoger wo\
rdt
dan ongeveer 25 km/h.
Akoestisch voertuigwaarschuwingssysteem
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 119 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
Page 173 of 818

1712. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E
Weergave instellingen
Hiermee kunnen de instellingen van de weergave van het instrumentenpa-
neel en de bedieningsinstelling van bepaalde voertuigfuncties worden gewij-
zigd. (→Blz. 173)
Het multi-informatiedisplay wordt
bediend met de bedieningstoetsen
van het instrumentenpaneel.
Terugkeren naar het vorige scherm
Enter/instellen
Een item selecteren/pagina wijzi-
gen
● Actueel brandstofverbruik (zoneweergave/numerieke weergave)
*1
Geeft het actuele brandstofverbruik weer.
●Gemiddeld brandstofverbruik ( sinds resetten*2/ sinds starten/
sinds tanken)
*1
Geeft het gemiddelde brandstofverbruik weer sinds respectievelijk het resetten van
de functie, het starten van het hybridesysteem en het tanken
Het weergegeven gemiddelde brandstofverbruik is een globale waarde.
● Gemiddelde rijsnelheid ( sinds resetten*2/ sinds starten)*1
Geeft de gemiddelde rijsnelheid weer sinds respectievelijk het resetten van de
functie en het starten van het hybridesysteem
●Verstreken tijd ( sinds resetten*2/ sinds starten)*1
Geeft de verstreken tijd weer sinds respectievelijk het resetten van de functie en
het starten van het hybridesysteem
Bedienen van de bedieningstoet sen van het instrumentenpaneel
Rij-informatie
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 171 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
Page 174 of 818

1722. Instrumentenpaneel
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E
●Afstand ( actieradius/ sinds starten)*1
Geeft respectievelijk de berekende maximale afstand weer die nog kan worden
gereden met de resterende brandstof en de gereden afstand sinds het starten van
het hybridesysteem.
• Deze afstand wordt berekend op basis van het gemiddelde brandstofverbruik. Hierdoor kan de werkelijke afstand die nog kan worden gereden, afwijken van
de weergegeven afstand.
• Als er een kleine hoeveelheid brandstof wordt getankt, wordt de weergave mogelijk niet bijgewerkt.
Zet tijdens het tanken het contact UIT. Als brandstof wordt getankt terwijl het
contact niet UIT staat, wordt de weergave mogelijk niet bijgewerkt.
● Energiemonitor
→Blz. 179
● Snelheidsmeter
Geeft de rijsnelheid aan.
●G-monitor
→Blz. 177
● Verhouding rijden in EV-modus
Geeft de verhouding weer van de tijd die is gereden in EV-modus. (→ Blz. 176)
●Display uit
Er wordt een leeg scherm weergegeven.
*1: Kan worden geregistreerd als Rij-informatie 1 en 2. ( →Blz. 173)
*2: Resetprocedures:
• Selecteer een te resetten functie m.b.v. de bedieningstoetsen van het instru- mentenpaneel en houd vervolgens ingedrukt om te resetten.
• Als er meer dan één te resetten functie is, worden er naast die functies selectie- vakjes weergegeven.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 172 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
Page 211 of 818

2093-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
3
Bediening van elk onderdeel
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E■
Als op het multi-informatiedisplay “Ent ry & Start System Malfunction. See
Owner’s Manual” (Storing in Smart entry-systeem met startknop; raadpleeg
handleiding) wordt weergegeven
Er is mogelijk een storing in het systeem aanwezig. Laat de auto onmiddellijk nakijken
door een erkende Toyota-dealer of herste ller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Energiebesparende functie
De energiebesparende functie wordt geactiveerd om te voorkomen dat de batterij van
de elektronische sleutel en de 12V-accu leeg raken wanneer de auto gedurende lan-
gere tijd niet wordt gebruikt.
●In de volgende situaties kan het enige tijd duren voordat de portieren met het Smart
entry-systeem met startknop ontgrendeld kunnen worden.
• De elektronische sleutel bevindt zich gedurende 10 minuten of langer binnen een
afstand van 2 m van de auto.
• Het Smart entry-systeem met startknop is gedurende 5 dagen of langer niet
gebruikt.
● Als het Smart entry-systeem met startknop gedurende 14 dagen of langer niet
gebruikt is, kunnen de portieren alleen via het bestuurdersportier worden ontgren-
deld. Houd in dat geval de greep van he t bestuurdersportier vast of gebruik de
afstandsbediening of de mechanische sleutel om de portieren te ontgrendelen.
■ Energiebesparende functie voor de batterij va n de elektronische sleutel
Wanneer de energiebespaarmodus is inge-
schakeld, loopt de batterij veel minder snel
leeg omdat de ontvangst van radiogolven door
de elektronische sleutel wordt gestopt.
Druk twee keer in terwijl u inge-
drukt houdt. Ga na of het controlelampje van
de elektronische sleutel 4 keer knippert.
Het Smart entry-systeem met startknop kan
niet worden gebruikt als de energiebespaar-
modus is ingeschakeld. Druk op een van de
toetsen van de elektronische sleutel om de
functie te annuleren.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 209 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
Page 213 of 818

2113-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
3
Bediening van elk onderdeel
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E■
Aanwijzing voor de instapfunctie
●Zelfs als de elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied bevindt, werkt het
systeem in de volgende gevallen mogelijk niet juist:
• De elektronische sleutel bevindt zich te dicht bij de ruit of buitenportiergreep, te
dicht bij de grond of te hoog als de portieren worden vergrendeld of ontgrendeld.
• De elektronische sleutel bevindt zich te dicht bij de grond of op een hoge plaats, of te dicht bij het midden van de achterbumper, als de achterklep wordt geopend.
• De elektronische sleutel ligt op het dashboard, op de vloer of in een portiervak of
het dashboardkastje wanneer het hybride systeem wordt gestart of de stand van
het contact wordt gewijzigd.
● Laat de elektronische sleutel niet boven op het dashboard of in de buurt van de por-
tiervakken liggen wanneer u de auto verlaat. Afhankelijk van de ontvangst van de
radiogolven wordt door de antenne mogelijk waargenomen dat de sleutel zich buiten
de auto bevindt en kunnen de portieren worden vergrendeld vanaf de buitenzijde,
waardoor de elektronische sleutel mogelijk in de auto wordt opgesloten.
● Zolang de elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied bevindt, kunnen de
portieren door een willekeurige persoon worden vergrendeld en ontgrendeld. De
auto kan echter alleen worden ontgrendeld via de portieren die de elektronische
sleutel signaleren.
● Zelfs als de elektronische sleutel zich buiten de auto bevindt, kan het hybridesys-
teem mogelijk worden gestart als de elektronische sleutel zich in de buurt van de ruit
bevindt.
● Als de sleutel zich binnen het ontvangstgebied bevindt en er een grote hoeveelheid
water op de portiergreep terechtkomt (bijvoorbeeld tijdens een zware regenbui of het
wassen van de auto), kunnen de portieren worden ontgrendeld of vergrendeld. (Als
de portieren niet worden geopend en gesloten, worden deze na ongeveer 30 secon-
den automatisch weer vergrendeld.)
● Als de afstandsbediening wordt gebruikt om de portieren te vergrendelen terwijl de
elektronische sleutel zich in de nabijheid van de auto bevindt, bestaat de mogelijk-
heid dat de portieren niet ontgrendeld worden door de instapfunctie. (Gebruik de
afstandsbediening om de portieren te ontgrendelen.)
● Wanneer u de vergrendelsensor aanraakt terwijl u handschoenen draagt, kan de
reactie van het systeem trager zijn of wo rden de portieren mogelijk niet ontgrendeld.
Trek uw handschoenen uit en raak de vergrendelsensor opnieuw aan.
● Als de portiergreep nat wordt terwijl de elektronische sleutel zich binnen het werk-
zame gebied bevindt, kan het portier herhaaldelijk worden vergrendeld en ontgren-
deld. Volg in dat geval de correctieprocedure hieronder bij het wassen van de auto:
• Plaats de elektronische sleutel op een afstand van ten minste 2 meter van de
auto. (Zorg ervoor dat de sleutel niet gestolen wordt.)
• Schakel de energiebespaarmodus van de elektronische sleutel in om het Smart entry-systeem met startknop uit te schakelen. ( →Blz. 209)
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 211 Monday, October 11, 2021 9:41 AM