brake sensor TOYOTA CAMRY 2023 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2023, Model line: CAMRY, Model: TOYOTA CAMRY 2023Pages: 514, PDF Size: 64.44 MB
Page 238 of 514

Soorten sensoren
1Hoeksensoren voor
2Binnenste sensoren voor
3Hoeksensoren achter
4Binnenste sensoren achter
Inschakelen/uitschakelen van de
Parking Support Brake
De Parking Support Brake kan worden
ingeschakeld/uitgeschakeld via het
multi-informatiedisplay. Alle functies van
de Parking Support Brake (voor
stilstaande objecten en voor voertuigen
die achterlangs rijden) worden gelijktijdig
ingeschakeld/uitgeschakeld.Gebruik de bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om de Parking
Support Brake in of uit te schakelen.
(→Blz. 86)
1. Druk op
/van de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel en selecteer
.
2. Druk op
/van de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel en selecteer
.
3. Druk op
van de
bedieningstoets van het
instrumentenpaneel.
4. Selecteer “Yes” ( ja) en druk op
.
Wanneer de Parking Support Brake wordt
uitgeschakeld, gaat het controlelampje
PKSB OFF branden.
Als het systeem is uitgeschakeld en u het
weer wilt inschakelen, selecteer dan
op het multi-informatiedisplay, selecteeren vervolgens “Aan”. Als het systeem
door middel van deze methode is
uitgeschakeld, wordt het niet
automatisch weer ingeschakeld nadat het
contact UIT en weer AAN is gezet.
4.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
236
Page 241 of 514

Als de Parking Support Brake-functie in
werking is getreden
Als de auto is stilgezet door de werking
van de Parking Support Brake-functie,
wordt het Parking Support
Brake-systeem uitgeschakeld en gaat het
controlelampje PKSB OFF branden.
Als de Parking Support Brake onnodig in
werking treedt, kan de remregeling
worden geannuleerd door het rempedaal
in te trappen of door ongeveer
2 seconden te wachten totdat deze
automatisch wordt geannuleerd.
Vervolgens kunt u verder rijden door het
gaspedaal in te trappen.
Opnieuw inschakelen van het Parking
Support Brake-systeem
Wanneer de Parking Support
Brake-functie is uitgeschakeld door de
werking ervan, kunt u zelf het Parking
Support Brake-systeem weer inschakelen
(→blz. 236) of het contact UIT en
vervolgens weer AAN zetten.
Het systeem wordt automatisch weer
ingeschakeld als het obstakel zich niet
langer in de rijrichting van de auto
bevindt of als de auto van rijrichting
verandert (bijvoorbeeld achteruit in
plaats van vooruit of andersom).
Wanneer “PKSB Unavailable” (PKSB
niet beschikbaar) en “Parking Assist
Unavailable Please Clean Parking Assist
Sensor” (Parking Assist niet
beschikbaar, reinig Parking
Assist-sensor) op het multi-
informatiedisplay worden weergegeven
en het controlelampje PKSB OFF brandt
• Mogelijk is een van de sensoren
bedekt met bijvoorbeeld ijs, sneeuw of
vuil. Verwijder in dit geval het ijs, de
sneeuw, het vuil, enz. van de sensor
om te zorgen dat het systeem weer
normaal werkt. Laat de auto nakijken
door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde enuitgeruste deskundige als deze
melding ook na het verwijderen van
het vuil van de sensor wordt
weergegeven of wordt weergegeven
wanneer de sensor helemaal niet vuil
was.
• Mogelijk is een van de sensoren
bevroren. Zodra het ijs smelt, zal het
systeem weer normaal werken.
• Er kan continu water over de sensor
stromen, zoals bij zware regenval. Als
het systeem signaleert dat de
toestand weer normaal is, zal het
systeem weer normaal werken.
WAARSCHUWING!
Waarschuwingen met betrekking tot
het gebruik van het systeem
Vertrouw niet blindelings op het
systeem, omdat dit kan leiden tot een
ongeval.
Controleer altijd de omgeving van uw
auto tijdens het rijden.
Afhankelijk van de auto en de conditie
van de weg, de weersomstandigheden,
enz. werkt het systeem mogelijk niet.
De signaleringsmogelijkheden van
sensoren en radars zijn beperkt.
Controleer altijd de omgeving van uw
auto tijdens het rijden.
• De bestuurder is zelf
verantwoordelijk voor een veilig
rijgedrag. Rijd altijd voorzichtig en
houd rekening met de omgeving.
Het Parking Support Brake-systeem
is ontworpen om te helpen de ernst
van een aanrijding te verminderen.
Onder sommige omstandigheden is
het echter mogelijk dat het systeem
niet werkt.
4.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
239
4
Rijden
Page 242 of 514

WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Het Parking Support Brake-systeem
is niet ontworpen om de auto
volledig tot stilstand te brengen.
Bovendien is het, zelfs wanneer het
systeem de auto tot stilstand heeft
gebracht, noodzakelijk om
onmiddellijk het rempedaal in te
trappen, omdat de remregeling na
ongeveer 2 seconden wordt
uitgeschakeld.
• Het is extreem gevaarlijk om de
werking van het systeem te
controleren door opzettelijk met de
auto in de richting van een muur, enz.
te rijden. Doe dit nooit.
Wanneer moet de Parking Support
Brake uitgeschakeld worden
Schakel in de onderstaande situaties de
Parking Support Brake uit, omdat het
systeem anders mogelijk zelfs werkt als
er geen kans op een aanrijding is.
• Bij een controle van de auto op een
rollenbank o.i.d.
• Wanneer de auto op een schip,
vrachtwagen of ander
transportmiddel wordt geladen
• Als de wielophanging is gewijzigd of
als er een andere maat banden dan
voorgeschreven is gemonteerd
• Als de voorzijde van de auto omhoog
of omlaag staat door de belading van
de auto
• Als er uitrusting die een sensor kan
hinderen, zoals een sleepoog,
bumperbeschermer (een extra
beschermstrip, enz.), fietsendrager
of sneeuwploeg, is geplaatst
• Als gebruik wordt gemaakt van een
wasstraat
• Als de auto niet stabiel functioneert,
zoals na een ongeval of tijdens een
storing
• Als sportief met de auto wordt
gereden of als op onverharde wegen
wordt gereden
WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Als de banden niet de juiste
bandenspanning hebben
• Als de banden zeer versleten zijn
• Als sneeuwkettingen of het
compacte reservewiel worden
gebruikt
OPMERKING
Wanneer “PKSB Unavailable”
(PKSB niet beschikbaar) op het
multi-informatiedisplay wordt
weergegeven en het controlelampje
PKSB OFF brandt
Als deze melding direct nadat het
contact AAN is gezet wordt
weergegeven, bedien de auto dan
voorzichtig en let daarbij goed op de
omgeving. Het is wellicht nodig om een
bepaalde tijd met de auto te rijden
voordat het systeem weer normaal
werkt. (Als het systeem nog niet
normaal werkt nadat een poosje met de
auto gereden is, reinig dan de sensoren
en hun omgeving op de bumpers.)
4.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
240
Page 243 of 514

4.5.13 Parking Support Brake-functie (voor stilstaande objecten)*
*: Indien aanwezig
Wanneer zich bij het parkeren of het rijden met een lage snelheid mogelijk een aanrijding
met een obstakel zal voordoen als de auto plotseling naar voren beweegt doordat het
gaspedaal per ongeluk wordt ingetrapt, of wanneer de auto de verkeerde kant op rijdt
doordat de verkeerde schakelstand wordt geselecteerd, signaleren de sensoren obstakels
in de rijrichting van de auto en werkt het systeem om de gevolgen van een aanrijding met
obstakels zoals een muur zo veel mogelijk te beperken.
Voorbeelden van de werking van het systeem
Het systeem werkt in situaties zoals hieronder aangegeven wanneer in de rijrichting van
de auto een obstakel wordt gesignaleerd.
Er wordt langzaam gereden en het rempedaal wordt niet of te laat ingetrapt
Wanneer het gaspedaal diep wordt ingetrapt
4.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
241
4
Rijden
Page 245 of 514

Detectiebereik van de Parking Support
Brake-functie (voor stilstaande
objecten)
Het detectiebereik van de Parking
Support Brake-functie verschilt van dat
van de Toyota Parking Assist-sensor.
(→Blz. 221)
Daardoor wordt de Parking Support
Brake-functie mogelijk niet geactiveerd,
ook al signaleert de Toyota Parking
Assist-sensor een obstakel en wordt er
een waarschuwing gegeven.
Situaties waarin het systeem mogelijk
niet goed werkt
→Blz. 222Situaties waarin het systeem mogelijk
werkt, zelfs als er geen kans op een
aanrijding is
→Blz. 223
WAARSCHUWING!
Ervoor zorgen dat het systeem goed
werkt
→Blz. 224
Als de Parking Support Brake-functie
(voor stilstaande objecten) onnodig
wordt geactiveerd, bijvoorbeeld op
een spoorwegovergang
→Blz. 239
Opmerkingen bij het wassen van de
auto
→Blz. 225
4.5.14 Parking Support Brake-functie (voor voertuigen die achterlangs
rijden)*
*: Indien aanwezig
Als een radarsensor een auto signaleert die van rechts of links achter nadert en het
systeem bepaalt dat de kans op een aanrijding groot is, activeert deze functie de remmen
om de kans op een aanrijding met de naderende auto te verkleinen.
Voorbeelden van de werking van het systeem
Het systeem werkt in situaties zoals hieronder aangegeven wanneer in de rijrichting van
de auto een obstakel wordt gesignaleerd.
Bij het achteruitrijden nadert een auto en het rempedaal wordt niet of te laat ingetrapt
4.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
243
4
Rijden
Page 335 of 514

Waarschuwings-
lampjeWaarschuwingslampje/details/handelingen
(Rood/geel)Waarschuwingslampje (waarschuwingszoemer) elektrische
stuurbekrachtiging
Geeft aan dat er een storing is in de elektrische stuurbekrachtiging
(EPS)
Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren ge-
kwalificeerde en uitgeruste deskundige.
(Geel)Controlelampje (waarschuwingszoemer) LTA
*1
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de LTA (Lane Tracing
Assist)
Volg de instructies die worden weergegeven op het multi-
informatiedisplay. (→Blz. 191)
(Knippert of brandt)Waarschuwingslampje PCS
Wanneer er gelijktijdig een zoemer klinkt:
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het PCS (Pre-Crash
Safety-systeem).
Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren ge-
kwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Wanneer er geen zoemer klinkt:
Het PCS (Pre-Crash Safety-systeem) is tijdelijk niet beschikbaar,
corrigerende maatregelen kunnen noodzakelijk zijn.
Volg de instructies die worden weergegeven op het multi-
informatiedisplay. (→Blz. 168)
Als het PCS (Pre-Crash Safety-systeem) of de VSC (Vehicle Stability
Control-systeem) wordt uitgeschakeld, gaat het waarschuwings-
lampje PCS branden.
Blz. 182
(indien aanwezig)
(brandt)Controlelampje PKSB OFF
Wanneer er een zoemer klinkt:
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het Parking Support
Brake-systeem
Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren ge-
kwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Wanneer er geen zoemer klinkt:
Dit geeft aan dat het systeem tijdelijk niet beschikbaar is, doordat
een sensor mogelijk vuil is of is bedekt met bijvoorbeeld ijs.
Verwijder het vuil, enz.
(indien aanwezig)
(brandt)Controlelampje Toyota Parking Assist-sensor OFF
*1
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de Toyota Parking Assist-
sensor
Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren ge-
kwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Dit geeft aan dat het systeem tijdelijk niet beschikbaar is, doordat
een sensor mogelijk vuil is of is bedekt met bijvoorbeeld ijs.
Verwijder het vuil, enz.
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
333
7
Bij problemen
Page 364 of 514

WAARSCHUWING!
Gebruik van het compacte
reservewiel (indien aanwezig)
• Houd er rekening mee dat het
reservewiel speciaal ontworpen is
voor gebruik onder uw auto. Gebruik
uw reservewiel daarom niet onder
een andere auto.
• Monteer niet gelijktijdig meer dan
één compact reservewiel onder uw
auto.
• Vervang het reservewiel zo snel
mogelijk door een wiel met een
standaardband.
• Vermijd plotseling accelereren,
abrupte stuuracties, plotseling
remmen en schakelhandelingen die
een plotselinge motorremwerking
veroorzaken.
Gebruik van het compacte
reservewiel (indien aanwezig)
Het kan voorkomen dat de rijsnelheid
niet goed wordt weergegeven en dat de
volgende systemen niet goed werken:
– ABS en Brake Assist
– VSC
–TRC
– EPS
– AHB (Automatic High Beam)
– Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik
– LTA (Lane Tracing Assist)
– PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
– Bandenspanningswaarschuwings-
systeem
– Toyota Parking Assist-sensor
– PKSB (Parking Support Brake)
*
– Toyota Parking Assist Monitor
– BSM (Blind Spot Monitor)*
– Navigatiesysteem*
*
: Indien aanwezig
WAARSCHUWING!(Vervolg)
Snelheidsbeperking bij gebruik van
het compacte reservewiel (indien
aanwezig)
Rijd niet harder dan 80 km/h als er een
compact reservewiel onder de auto is
gemonteerd.
Het compacte reservewiel is niet
ontworpen voor gebruik bij hoge
snelheden. Het niet opvolgen van deze
voorzorgsmaatregel kan leiden tot een
ongeval met dodelijk of ernstig letsel tot
gevolg.
Na gebruik van gereedschap en krik
Controleer voor het rijden of het
gereedschap en de krik weer goed zijn
opgeborgen en bevestigd. Dit om te
voorkomen dat een van deze
voorwerpen bij een aanrijding of bij hard
remmen letsel veroorzaakt.
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
362
Page 507 of 514

Antidiefstalsysteem
Alarm*..................71
Deactiveren of uitschakelen van
het alarm.................71
Het alarm................71
Inschakelen van het
alarmsysteem..............71
Startblokkering.............70
Bedienen van verlichting en
ruitenwissers
AHB (Automatic High Beam)* . . .156
Bedienen van de
ruitenwisserhendel..........160
Bedieningsinstructies........154
Handmatig in- en uitschakelen
van het grootlicht..........157
Inschakelen van de Automatic High
Beam..................157
Inschakelen van het grootlicht . . .155
Lichtschakelaar............154
Ruitenwissers en -sproeiers. . . .160
Schakelaar mistlampen.......159
Wijzigen van de ruststand van de
ruitenwissers voor/optillen van de
ruitenwissers voor..........162
Belangrijke informatie
Alarmknipperlichten.........326
Als de auto onder water staat of het
water op de weg stijgt........327
Als uw auto in geval van nood tot
stilstand moet worden gebracht . .326
Gebruik van de airconditioning en de
achterruitverwarming
Automatische airconditioning . . .252
Bedieningspaneel
airconditioning............252
Gebruik van de automatische
modus.................253
Overige functies...........254
Stoelventilatoren...........260
Stoelverwarming achter.......260
Stoelverwarming voor........259
Stuurwielverwarming........259
Stuurwielverwarming*/
stoelverwarming*/
stoelventilatoren*..........258
Uitstroomopeningen........254Gebruik van de interieurverlichting
Interieurverlichting.........261
Leeslampjes..............261
Overzicht interieurverlichting . . .261
Verlichting middenarmsteun
achterstoel...............262
Gebruik van de ondersteunende
systemen
Als het TRC-/VSC-/ABS-systeem in
werking is...............209
BSM (Blind Spot Monitor)*.....213
BSM-functie..............215
De Rear Camera Detection-functie
in-/uitschakelen...........232
Detectiebereik van de sensoren
(auto's met Parking Support
Brake)..................221
Detectiebereik van de sensoren
(auto's zonder Parking Support
Brake)..................220
Detectiegebieden BSM-functie . .216
Detectiegebieden RCTA.......228
Display.............218
,232
Dynamic Radar Cruise Control met
Road Sign Assist (indien
aanwezig)...............204
Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik.......196
Functies die zijn opgenomen in het
LTA-systeem..............185
Functie voor verlaging van de
bochtensnelheid...........202
GPF-systeem
(benzineroetfilter)*.........208
Hervatten van het rijden met de
volgregeling als de auto is stilgezet
door het systeem
(afstandsregelmodus)........202
Het geluidsvolume van de zoemer
wijzigen................221
Inschakelen/uitschakelen Dynamic
Radar Cruise Control met Road Sign
Assist (indien aanwezig)......204
Inschakelen/uitschakelen van de
Parking Support Brake........236
Inschakelen/uitschakelen van de
RCTA ..................227
Instellen van de helderheid van de
indicator in de buitenspiegel. . . .214
Trefwoordenlijst
505
Page 508 of 514

Instellen van de rijsnelheid
(afstandsregelmodus)........200
Instellen van het zoemervolume . .227
Instellingen LTA-systeem......187
Instellingen tussenafstand
(afstandsregelmodus)........201
In-/uitschakelen van de
BSM-functie..............213
LTA (Lane Tracing Assist)......182
Meldingen op het multi-
informatiedisplay...........187
Naderingswaarschuwing
(afstandsregelmodus)........202
Ondersteunde soorten
verkeersborden............193
Ondersteunende systemen.....209
Ondersteunend systeem......165
Overzicht van de functie......192
Overzicht van functies. . . .182
,196
Parking Support Brake-functie. . .238
Parking Support Brake-functie
(voor stilstaande objecten)*. . . .241
Parking Support Brake-functie
(voor voertuigen die achterlangs
rijden)*.................243
PCS (Pre-Crash Safety-
systeem)................170
PKSB (Parking Support Brake)* . .235
PKSB-systeem (Parking Support
Brake)..................235
RCD (Rear Camera Detection)* . . .231
RCTA ..................227
RCTA (Rear Crossing Traffic
Alert)*.................226
Rijden in de afstandsregelmodus . .199
Rijmodusselectieschakelaars. . . .245
RSA (Road Sign Assist)*.......192
Selecteren van de constante-
snelheidsregelmodus........203
Sensoren................166
Signaleerbare objecten en
beschikbaarheid functie.......170
Soorten sensoren.......218
,236
Systeemfuncties...........171
Systeemonderdelen . .197
,213, 226
Toyota Parking Assist-sensor. . . .218
Toyota Parking Assist-sensor
in-/uitschakelen...........218
Toyota Safety Sense.........165
Uitschakelen en hervatten van de
snelheidsregeling...........202Uitschakelen van het
TRC-systeem.............209
Voorbeelden van de werking
van het systeem........241
,243
Waarschuwingsfunctie.......195
Wanneer een voetganger wordt
gesignaleerd..............232
Weergaven en zoemers voor
begrenzingsregeling hybridesysteem
en remregeling............237
Weergave op het multi-
informatiedisplay...........192
Weergave sensorsignalering, afstand
tot object (auto's met Parking
Support Brake)............220
Weergave sensorsignalering, afstand
tot object (auto's zonder Parking
Support Brake)............219
Wijzigen van de ingestelde
snelheid................201
Wijzigen van de tussenafstand
(afstandsregelmodus)........201
Wijzigen van instellingen van het
Pre-Crash Safety-systeem.....173
Gebruik van de opbergmogelijkheden
Bekerhouders.............265
Consolevak..............264
Dashboardkastje...........264
Extra opbergvakken.........266
Fleshouders..............264
Muntenhouder............264
Open opbergvak...........267
Overzicht van
opbergmogelijkheden........263
Skiluik*.................267
Tashaken................268
Voorzieningen bagageruimte . . .268
Gebruik van de sleutel
Afstandsbediening..........102
De sleutels...............102
Gebruik van de mechanische
sleutel.................102
Sleutels.................102
Hybridesysteem
Akoestisch
voertuigwaarschuwingssysteem
(indien aanwezig)...........64
Kenmerken hybridesysteem.....63
Trefwoordenlijst
506