ESP TOYOTA COROLLA HATCHBACK 2019 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2019, Model line: COROLLA HATCHBACK, Model: TOYOTA COROLLA HATCHBACK 2019Pages: 690, PDF Size: 111.12 MB
Page 5 of 690

4
COROLLA_TMUK_EEINHOUDSOPGAVE
5-5. Gebruik van een extern
apparaat
Afspelen van bestanden op een iPod ...................... 463
Afspelen van bestanden op een USB-geheugen ..... 468
Gebruik van de AUX-aansluiting ................ 472
5-6. Gebruik van Bluetooth
®-apparaten
Bluetooth
®-audio/telefoon .... 473
Gebruik van de toetsen op het stuurwiel ................ 477
Registreren van een
Bluetooth
®-apparaat ......... 477
5-7. Menu SETUP (instellingen)
Gebruik van het menu SETUP (instellingen)
(“Bluetooth”-menu) ........... 479
Gebruik van het menu SETUP (instellingen)
(menu TEL) ....................... 481
5-8. Bluetooth
®-audio
Bedienen van een
Bluetooth
® compatibele
draagbare speler .............. 486
5-9. Bluetooth
®-telefoon
Bellen ................................... 488
Beantwoorden van een oproep .............................. 489
Voeren van een telefoongesprek ................ 489
5-10.Bluetooth
®
Bluetooth®............................ 4916-1. Gebruik van de airconditioning
en de achterruitverwarming
Handmatig bediende airconditioning .................. 502
Automatische airconditioning .................. 507
Stuurwielverwarming/ stoelverwarming ............... 514
6-2. Gebruik van de interieurverlichting
Overzicht interieurverlichting ............ 516
6-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
Overzicht van opbergmogelijkheden ....... 519
Voorzieningen in de bagageruimte.................... 522
6-4. Overige voorzieningen in het interieur
Overige voorzieningen in het interieur ................... 531
7-1. Onderhoud en verzorging Reinigen en beschermen van het exterieur van
uw auto ............................. 540
Reinigen en beschermen van het interieur van
uw auto ............................. 543
7-2. Onderhoud
Onderhoud en reparatie....... 546
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Voorzorgsmaatregelen bij zelf uit te voeren
onderhoud ........................ 548
6Voorzieningen in het
interieur
7Onderhoud en verzorging
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L25E.book Page 4 Thursday, Novemb er 8, 2018 10:31 AM
Page 8 of 690

7
COROLLA_TMUK_EE
De auto is uitgerust met geavan-
ceerde computers die bepaalde infor-
matie opslaan, zoals:
De opgeslagen informatie is afhanke-
lijk van de uitvoering en de aanwe-
zige opties van de auto.
Deze computers slaan geen gesprek-
ken of geluiden op en ze slaan alleen
in bepaalde situaties beelden van
buiten de auto op.
• Motortoerental/toerental elektro-motor (toerental tractiemotor)
• Status gaspedaal
• Status rempedaal
• Rijsnelheid
• Bedrijfsstatus van de ondersteu- nende systemen, zoals het ABS
en het Pre-Crash Safety-systeem
Gebruik van gegevens
Toyota kan de gegevens die door deze
computer worden opgeslagen, gebruiken
om storingen vast te stellen, onderzoek te
doen en de kwaliteit van haar producten
te verbeteren.
Toyota stelt de gegevens die zijn opgesla-
gen niet beschikbaar aan derden,
behalve:
• Met toestemming van de eigenaar van
de auto of, wanneer het een leaseauto
betreft, van de leaserijder van de auto
• Op officieel verzoek van de politie, de rechtbank of een ander overheidsor-
gaan
• Voor gebruik door Toyota in een rechts- zaak
• Voor onderzoek waarbij de gegevens niet worden gekoppeld aan een
bepaalde auto of eigenaar
De airbags en de gordelspanners in
uw Toyota bevatten explosieve che-
micaliën. Wanneer uw auto wordt
vernietigd terwijl de airbags en/of de
gordelspanners nog intact zijn, kan
tijdens de vernietiging een ontploffing
plaatsvinden en brand ontstaan. Laat
daarom het airbagsysteem en de gor-
delspanners eerst verwijderen en
afvoeren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
Opslaan voertuiginformatieVernietigen van uw Toyota
WAARSCHUWING
■Algemene voorzorgsmaatregelen
tijdens het rijden
Rijden onder invloed: Ga niet rijden met
uw auto als u alcohol of drugs gebruikt
hebt, omdat deze mi ddelen invloed kun-
nen hebben op de rijvaardigheid. Alco-
hol en bepaalde drugs vergroten de
reactietijd, beïnvloeden het beoorde-
lingsvermogen en hebben een nega-
tieve invloed op de coördinatie,
waardoor aanrijdingen kunnen ont-
staan met ernstig letsel als gevolg.
Defensief rijden: Rijd altijd defensief.
Anticipeer op fouten die andere
bestuurders of voetgangers zouden
kunnen maken omdat u hierdoor wel-
licht een ongeluk kunt voorkomen.
Afleiding van de bestuurder: Houd altijd
uw volledige aandacht bij het verkeer.
Alles wat de aandacht van de bestuur-
der kan afleiden, zoals het veranderen
van instellingen, telefoneren of lezen,
kan leiden tot een aanrijding waarbij u,
de andere inzittenden van de auto of
anderen ernstig letsel kunnen oplopen.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L25E.book Page 7 Thursday, Novemb er 8, 2018 10:31 AM
Page 34 of 690

33
1
COROLLA_TMUK_EE 1-1. Voor een veilig gebruik
Veiligheid en beveiliging
Veiligheidsgordels
Controleer voordat u wegrijdt
eerst of alle inzittenden de vei-
ligheidsgordel dragen.
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatrege-
len in acht om de kans op letsel bij plot-
seling remmen, plotseling uitwijken of
een ongeval te beperken.
Het niet in acht nemen van de voor-
zorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
■Dragen van een v
eiligheidsgordel
●Zorg ervoor dat alle inzittenden de
veiligheidsgordel dragen.
●Draag de veiligheidsgordel altijd op
de juiste manier.
●Elke veiligheidsgordel mag maar door
één persoon worden gebruikt.
Gebruik een veiligheidsgordel niet
voor twee personen tegelijk, ook niet
als de tweede persoon een kind is.
●Toyota beveelt aan dat kinderen op
de achterstoel plaatsnemen en altijd
op de juiste manier gebruikmaken
van de veiligheidsgordels en het
baby- of kinderzitje.
●Laat om de juiste zitpositie in te stel-
len de rugleuning niet verder achter-
over hellen dan nodig is. De
veiligheidsgordels zijn het meest
effectief als de inzittenden rechtop en
goed tegen de rugleuning zitten.
●Draag de schoudergordel niet onder
uw arm.
●Draag de veiligheidsgordel altijd laag
en goed aansluitend over uw heupen.
■Zwangere vrouwen
Win medisch advies in en draag de vei-
ligheidsgordel op de juiste manier.
( → Blz. 34)
Zwangere vrouwen moeten het heupge-
deelte van de veiligheidsgordel op
dezelfde manier dragen als de andere
inzittenden, zo laag mogelijk over het
bekken, de schoudergordel helemaal
uittrekken over de schouder en ervoor
zorgen dat de gordel niet over de buik
loopt.
Als de veiligheidsgordel niet op de juiste
wijze gedragen wordt, kan niet alleen de
zwangere vrouw zelf, maar ook het
ongeboren kind ernstig letsel oplopen
bij plotseling remmen of een aanrijding.
■Mensen met fysieke beperkingen
Win medisch advies in en draag de vei-
ligheidsgordel op de juiste manier.
( → Blz. 34)
■Als er kinderen in de auto aanwe-
zig zijn
→ Blz. 66
■Beschadiging en s lijtage van vei-
ligheidsgordels
●Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels
niet beschadigd raken doordat de
riem, de gesp of de gordelsluiting
bekneld raakt tussen het portier en de
carrosserie.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 33 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 35 of 690

34
COROLLA_TMUK_EE1-1. Voor een veilig gebruik
Trek de schoudergordel zo ver
naar buiten dat de gordel goed
tegen de schouder aan ligt en niet
van de schouder af glijdt of tegen
de nek aan ligt.
Plaats het heupgedeelte van de
gordel zo laag mogelijk over de
heupen.
Stel de rugleuning af. Ga zo
rechtop mogelijk in de stoel zitten
met uw rug stevig tegen de leu-
ning.
Zorg ervoor dat de veiligheidsgor-
del niet gedraaid zit.
■Gebruik van veiligheidsgordels door
kinderen
De veiligheidsgordels van uw auto zijn in
principe ontworpen voor gebruik door vol-
wassenen.
●Gebruik een passend baby- of kinder-
zitje tot het kind groot genoeg is om de
veiligheidsgordel van de auto op de
juiste wijze te dragen. ( →Blz. 48)
●Als het kind groot genoeg is om de vei-
ligheidsgordel op een juiste manier te
dragen, volg dan de instructies met
betrekking tot het gebruik van de veilig-
heidsgordel op. ( →Blz. 33)
WAARSCHUWING
●Controleer het veiligheidsgordelsys-
teem regelmatig. Let op beschadigin-
gen, zoals scheuren en rafels, en op
losse onderdelen. Gebruik een
beschadigde veiligheidsgordel niet,
maar laat hem zo snel mogelijk ver-
vangen. Een beschadigde veilig-
heidsgordel kan de veiligheid van de
desbetreffende inzittende niet waar-
borgen.
●Controleer of de gordel en de gesp
vergrendeld zijn en of de gordel niet
gedraaid is.
Neem direct contact op met een
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige als de veiligheids-
gordel niet goed werkt.
●Laat de stoelen, inclusief de veilig-
heidsgordels, vervangen als de auto
betrokken is geweest bij een ernstig
ongeval, ook al is er geen zichtbare
schade.
●Probeer de veiligheidsgordels niet
zelf te plaatsen, verwijderen, wijzigen,
demonteren of af te voeren. Laat
eventueel noodzakelijke reparaties
uitvoeren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwali-
ficeerde en uitgeruste deskundige.
Als de veiligheidsgordels niet op de
juiste wijze worden gebruikt, werken
ze mogelijk niet meer naar behoren.
Juist gebruik van de
veiligheidsgordels
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 34 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 36 of 690

35
1
COROLLA_TMUK_EE 1-1. Voor een veilig gebruik
Veiligheid en beveiliging
■Wetgeving met betrekking tot veilig-
heidsgordels
Als er in het land waarin u woont regels
zijn voor veiligheidsgordels, neem dan
contact op met een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige voor het vervangen of plaat-
sen van veiligheidsgordels.
1 Maak de veiligheidsgordel vast
door de gesp in de gordelsluiting
te drukken totdat u een klik hoort.
2 De veiligheidsgordel kan worden
losgemaakt door de ontgrendel-
knop in te drukken.
■Blokkeerautomaat (ELR)
De blokkeerautomaat blokkeert de gordel
als u zeer krachtig remt of betrokken raakt
bij een aanrijding. De blokkeerautomaat
kan ook in werking treden als u te snel
vooroverbuigt. Door rustig te bewegen kan
de veiligheidsgordel afrollen, zodat u vrij
kunt bewegen.
■Nadat de middelste veiligheidsgordel
achter gebruikt is
Berg de gordelsluiting op in de uitsparing.
1 Duw het schouderbevestigings-
punt omlaag terwijl u de ontgren-
delknop indrukt.
2 Duw het schouderbevestigings-
punt omhoog.
Zet het bovenste bevestigingspunt in de
gewenste positie en laat het los als u een
klik hoort.
Vast- en losmaken van de
veiligheidsgordel
Afstellen van de hoogte van
het schouderbevestigings-
punt van de veiligheids-
gordel (voorstoelen)
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 35 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 66 of 690

65
1
COROLLA_TMUK_EE 1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Veiligheid en beveiliging
1
Als het plaatsen van een baby- of
kinderzitje op de voorpassagiers-
stoel onvermijdelijk is, raadpleeg
dan Blz. 50 voor het afstellen van
de voorpassagiersstoel.
2Verwijder indien mo gelijk de hoofd-
steun indien deze de werking van
het baby- of kinderzitje hindert.
Zet anders de hoofdsteun in de
hoogste stand. (
→Blz. 232)
3 Voer de veiligheidsgordel door het
baby- of kinderzitje en steek de
gesp in de gordelsluiting. Contro-
leer of de gordel niet gedraaid is.
Maak de veiligheidsgordel goed
vast aan het baby- of kinderzitje
aan de hand van de bijgesloten
handleiding.
4 Als uw baby- of kinderzitje niet is
voorzien van een vergrendelsys-
teem voor de veiligheidsgordel,
zet het zitje dan vast met een
blokkeerclip. 5
Beweeg het baby- of kinderzitje
na het plaatsen naar achteren en
naar voren om te controleren of
het goed vastzit. ( →Blz. 65)
■ Verwijderen van een baby- of
kinderzitje dat is vastgezet met
een veiligheidsgordel
Druk de ontgrendelknop op de gor-
delsluiting in en laat de gordel hele-
maal oprollen.Bij het losmaken van de gordelsluiting
komt het baby- of kinderzitje mogelijk een
stukje omhoog als gevolg van de terug-
werking van de zitting. Maak de gordel-
sluiting los terwijl u het baby- en
kinderzitje tegenhoudt.
De veiligheidsgordel rolt automatisch op.
Houd de gordel vast, zodat het oprollen
rustig gebeurt.
■Als er een baby- of kinderzitje wordt
geplaatst
U moet bij het plaatsen van het zitje moge-
lijk gebruikmaken van een blokkeerclip.
Volg de aanwijzingen van de fabrikant van
het baby- of kinderzitje. Als uw zitje niet
over een blokkeerclip beschikt, kunt u
deze kopen bij een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige: blokkeerclip voor baby- of kin-
derzitje.
(onderdeelnr. 73119-22010)
WAARSCHUWING
■Als er een baby- of kinderzitje
wordt geplaatst
Neem de volgende voorzorgsmaatrege-
len in acht.
Het niet in acht nemen van de voor-
zorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 65 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 67 of 690

66
COROLLA_TMUK_EE1-2. Veiligheidsvoorzi
eningen voor kinderen
■Onderste ISOfix-bevestigings-
punten (ISOfix-baby- of kinder-
zitje)
Voor de buitenste zitplaatsen achter
zijn onderste bevestigingspunten
aanwezig. (Merktekens geven aan
waar de bevestigingspunten zich in
de stoelen bevinden.) ■
Plaatsing van onderste
ISOfix-bevestigingspunt
(ISOfix-baby- of kinderzitje)
Plaats het baby- of kinderzitje aan de
hand van de bijgesloten handleiding.
Als het desbetreffende baby- of kin-
derzitje niet binnen de “universele”
categorie valt (of de benodigde infor-
matie staat niet in de tabel), raad-
pleeg dan de “voertuiglijst” van de
fabrikant van het baby- of kinderzitje
voor de diverse mogelijke montage-
posities of doe navraag naar de com-
patibiliteit bij de verkoper van het
zitje. ( →Blz. 53, 54, 59, 60)
1 Verwijder indien mogelijk de
hoofdsteun indien deze de wer-
king van het baby- of kinderzitje
hindert.
Zet anders de hoofdsteun in de
hoogste stand. ( →Blz. 232)
2 Verwijder de klepjes van de
bevestigingspunten en plaats het
baby- of kinderzitje op de stoel.
WAARSCHUWING
●Laat kinderen niet met de veiligheids-
gordel spelen. Als de veiligheidsgor-
del om de nek van het kind draait, kan
het kind stikken of ernstig letsel oplo-
pen. Als dit gebeurt en de gordelslui-
ting niet kan worden losgemaakt, knip
de gordel dan door met een schaar.
●Controleer of de gesp goed in de gor-
delsluiting is vergrendeld en of de vei-
ligheidsgordel niet gedraaid is.
●Beweeg het baby- of kinderzitje naar
links en naar rechts en naar voren en
naar achteren om te controleren of
het goed is geplaatst.
●Verstel de rugleuning niet meer nadat
het baby- of kinderzitje is geplaatst.
●Controleer als er een zitkussen
geplaatst is altijd of de schoudergor-
del over het midden van de schouder
van het kind loopt. De gordel mag niet
langs de nek van het kind lopen,
maar mag ook niet van de schouder
van het kind vallen.
●Volg bij het plaatsen van een baby- of
kinderzitje altijd de gebruiksaanwij-
zing van de fabrikant.
Baby- of kinderzitje
vastgezet met een onderste
ISOfix-bevestigingspunt
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 66 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 140 of 690

139
3
COROLLA_TMUK_EE 3-1. Informatie
over sleutels
Voordat u gaat rijden
●Als de batterij bijna leeg is, klinkt een
waarschuwingssignaal in de auto en
wordt er een melding weergegeven op
het multi-informatiedisplay als de motor
wordt uitgeschakeld.
●Schakel de energiebespaarmodus van
de elektronische sleutel in om te voorko-
men dat de batterij van de elektronische
sleutel leegraakt wanneer deze gedu-
rende langere tijd niet wordt gebruikt.
(→Blz. 195)
●Omdat de elektronische sleutel altijd
radiogolven ontvangt, raakt de batterij
ook ontladen wanneer de elektronische
sleutel niet wordt gebruikt. De volgende
symptomen geven aan dat de batterij
van de elektronische sleutel mogelijk
ontladen is. Vervang de batterij indien
nodig. ( →Blz. 578)
• Het Smart entry-syst eem met startknop
of de afstandsbediening werkt niet.
• Het detectiegebied wordt kleiner.
• Het ledcontrolelampje in de sleutel gaat niet branden.
●Houd, om de levensduur van de batterij
niet nodeloos te bekorten, de elektroni-
sche sleutel op een afstand van mini-
maal 1 m van de volgende elektrische
apparaten met een magnetisch veld:
• Televisietoestellen
• Computers
• Mobiele telefoons, draadloze telefoons en batterijladers
• Oplaadapparatuur voor draadloze en mobiele telefoons
• Tafellampen
• Inductiekookplaten
●Als de elektronische sleutel zich langer
dan noodzakelijk is in de buurt van de
auto bevindt, kan, zelfs als het Smart
entry-systeem met startknop niet
bediend wordt, de sleutelbatterij sneller
dan normaal ontladen raken.
■Batterij vervangen
→ Blz. 578
■Als “New Key Registered Contact
Your Dealer if You Did Not Register a
New Key” (Er is een nieuwe sleutel
geregistreerd. Nee m contact op met
uw dealer als u geen nieuwe sleutel
geregistreerd hebt) wordt weergege- ven op het multi-informatiedisplay
(auto's met Smart entry-systeem en
startknop)
Deze melding wordt weergegeven elke
keer dat het bestuurdersportier wordt
geopend als de portieren van buitenaf wor-
den ontgrendeld gedurende ongeveer 10
dagen nadat er een nieuwe elektronische
sleutel is geregistreerd.
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige als de melding
wordt weergegeven, maar u geen nieuwe
elektronische sleutel hebt geregistreerd,
om te controleren of er een onbekende
elektronische sleutel (anders dan de sleu-
tels die u in uw bezit hebt) is geregistreerd.
■Als een verkeerde sleutel wordt
gebruikt
De slotcilinder zal vrij kunnen draaien.
OPMERKING
■Voorkomen van b eschadiging van
de sleutel
●Laat de sleutels niet vallen, stel ze
niet bloot aan sterke schokken en
buig ze niet.
●Stel de sleutels niet langdurig bloot
aan hoge temperaturen.
●Voorkom dat de sleutels nat worden
en reinig ze niet in een ultrasoon rei-
nigingsbad of iets dergelijks.
●Auto's met Smar t entry-systeem en
startknop: Bevestig geen metalen of
magnetische voorwerpen aan de
sleutels en houd de sleutels uit de
buurt van dergelijke voorwerpen.
●Haal de sleutels niet uit elkaar.
●Bevestig geen stickers en dergelijke
op de sleutel.
●Auto's met Smar t entry-systeem en
startknop: Houd de sleutels uit de
buurt van apparaten die magnetische
velden opwekken (bijvoorbeeld televi-
sietoestellen, audiosystemen, induc-
tiekookplaten en medische
apparatuur zoals laagfrequente thera-
peutische apparatuur).
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 139 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 196 of 690

195
3
COROLLA_TMUK_EE 3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
●De zoemer in het interieur klinkt onafge-
broken
■Energiebespar
ende functie
De energiebesparende functie wordt geac-
tiveerd om te voorkomen dat de batterij
van de elektronische sleutel en de accu
leeg raken wanneer de auto gedurende
langere tijd niet wordt gebruikt.
●In de volgende situaties kan het enige
tijd duren voordat de portieren met het
Smart entry-systeem m et startknop ont-
grendeld kunnen worden.
• De elektronische sleutel bevindt zich
gedurende 2 minuten of langer binnen
een afstand van 3,5 m van de auto.
• Het Smart entry-syst eem met startknop
is gedurende 5 dagen of langer niet
gebruikt.
●Als het Smart entry-systeem met start-
knop gedurende 14 dagen of langer niet
is gebruikt, kunnen de portieren alleen
via het bestuurdersportier worden ont-
grendeld. Houd in dat geval de greep
van het bestuurdersportier vast of
gebruik de afstandsbediening of de
mechanische sleutel om de portieren te
ontgrendelen.
■Energiebesparende functie voor de
batterij van de elek tronische sleutel
Wanneer de energiebespaarmodus is
ingeschakeld, loopt de batterij veel minder
snel leeg omdat de ontvangst van radio-
golven door de elektronische sleutel wordt
gestopt.
Druk twee keer in terwijl u inge-
drukt houdt. Controleer of het controle-
lampje van de elektronische sleutel 4 keer
knippert.
Het Smart entry-systeem met startknop
kan niet worden gebruikt als de energiebe-
spaarmodus is ingeschakeld. Druk op een
van de toetsen van de elektronische sleu-
tel om de functie te annuleren.
■Omstandigheden die de werking kun-
nen beïnvloeden
Het Smart entry-systeem met startknop
maakt gebruik van zwakke radiogolven. In
de volgende situaties wordt de communi-
catie tussen de elektronische sleutel en de
auto mogelijk beïnvloed, waardoor het
Smart entry-systeem m et startknop, de
afstandsbediening en de startblokkering
niet goed werken. (Oplossingen:
→ Blz. 636)
●Wanneer de batterij van de elektroni-
sche sleutel leeg is
●In de buurt van een televisiezendmast,
elektriciteitscentrale, tankstation, radio-
zender, videowall, luchthaven of andere
locatie waar sterke radiogolven of elek-
tromagnetische velden aanwezig zijn
●Als u een draagbare radio, mobiele tele-
foon, draadloze telefoon of een ander
draadloos communicatiemiddel bij u
draagt
●Wanneer de elektronische sleutel tegen
een van de volgende metalen voorwer-
pen wordt gehouden of erdoor wordt
bedekt
SituatieCorrectie-
procedure
Er is geprobeerd de auto
te vergrendelen terwijl er
nog een portier geopend
was.Sluit alle por-
tieren en ver-
grendel ze
opnieuw.
SituatieCorrectie-
procedure
Het contact werd in stand
ACC gezet terwijl het
bestuurdersportier
geopend was (of het
bestuurdersportier werd
geopend terwijl het con-
tact in stand ACC stond).
Zet het con-
tact UIT en
sluit het
bestuurders-
portier.
Het contact stond UIT
terwijl het bestuurders-
portier geopend was.Sluit het
bestuurders-
portier.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 195 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 198 of 690

197
3
COROLLA_TMUK_EE 3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
●Sommige uitvoeringen: Wanneer de ver-
grendelactie is uitgevoerd met de ver-
grendelsensor, worden maximaal
tweemaal achter elkaar identificatiesig-
nalen getoond. Vervolgens worden geen
identificatiesignalen gegeven.
●Als de portiergreep nat wordt terwijl de
elektronische sleutel zich binnen het
werkzame gebied bevindt, kan het por-
tier herhaaldelijk worden vergrendeld en
ontgrendeld. Volg in dat geval de correc-
tieprocedure hieronder bij het wassen
van de auto:
• Plaats de elektronische sleutel op een
afstand van ten minste 2 meter van de
auto. (Zorg ervoor dat de sleutel niet
gestolen wordt.)
• Schakel de energiebespaarmodus van de elektronische sleutel in om het Smart
entry-systeem met sta rtknop uit te scha-
kelen. ( →Blz. 195)
●Als de elektronische sleutel zich in de
auto bevindt en een portiergreep wordt
nat tijdens het wassen van de auto,
wordt er mogelijk een melding weerge-
geven op het multi-informatiedisplay en
klinkt er een zoemer buiten de auto. Ver-
grendel alle portieren om het alarm uit te
schakelen.
●De vergrendelsensor werkt mogelijk niet
goed wanneer deze in contact komt met
ijs, sneeuw, modder, enz. Maak de ver-
grendelsensor schoon en probeer deze
nogmaals te bedienen.
●Het plotseling bedienen van de hand-
greep of het bedienen van de hand-
greep direct nadat u het effectieve
bereik bent binnengestapt, kan ontgren-
deling van de portieren belemmeren.
Raak de ontgrendelsensor van het por-
tier aan en controleer of de portieren
worden ontgrendeld voordat u opnieuw
aan de portiergreep trekt.
●Als er zich een andere elektronische
sleutel binnen het detectiegebied
bevindt, is de reactietijd voor het ont-
grendelen van de portieren nadat een
portiergreep is vastgepakt, mogelijk lan-
ger.
■Als er gedurende lan gere tijd niet met
de auto wordt gereden
●Bewaar, om diefstal van de auto te voor-
komen, de elektronische sleutel niet bin-
nen een afstand van 2 m van de auto.
●Het Smart entry-systeem met startknop
kan vooraf worden uitgeschakeld.
(→ Blz. 659)
●Het inschakelen van de energiebespaar-
modus van de elektronische sleutel
helpt te voorkomen dat de sleutelbatterij
leegraakt. ( →Blz. 195)
■Voor een juiste bediening van het
systeem
Zorg ervoor dat u de elektronische sleutel
bij u hebt als u het systeem bedient. Houd
de elektronische sleutel niet te dicht bij de
auto als u het systeem van buitenaf
bedient.
Afhankelijk van de positie en de conditie
waarin de elektronische sleutel wordt
bewaard, wordt de sleutel mogelijk niet
correct door het syst eem gesignaleerd,
waardoor het systeem wellicht niet juist
functioneert. (Het alarm kan per ongeluk
afgaan of de functie die voorkomt dat de
portieren per ongeluk worden vergrendeld,
werkt wellicht niet.)
■Als het Smart entry-systeem met
startknop niet goed werkt
●Vergrendelen en ontgrendelen van de
portieren: →Blz. 637
●Starten van de motor: →Blz. 637
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aange-
past aan de persoonlijke voorkeur.
(→ Blz. 659)
■Als het Smart entry-systeem met
startknop is uitgeschakeld via de per-
soonlijke voorkeu rsinstellingen
●Vergrendelen en ontgrendelen van de
portieren: Gebruik de afstandsbediening
of de mechanische sleutel. (→ Blz. 177,
637)
●Starten van de motor en wijzigen van de
standen van het contact: →Blz. 637
●Uitzetten van de motor: →Blz. 267
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 197 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM