air conditioning TOYOTA COROLLA HATCHBACK 2019 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2019, Model line: COROLLA HATCHBACK, Model: TOYOTA COROLLA HATCHBACK 2019Pages: 690, PDF Size: 111.12 MB
Page 2 of 690

COROLLA_TMUK_EE
1
6 5
4
3
2
9
8
7
OverzichtZoeken op afbeelding
Veiligheid
en beveiligingZorg ervoor dat u dit leest(Belangrijkste onderwerpen: kinderzitje, antidiefstalsysteem)
Voertuigstatus-
informatie en
controlelampjesLezen van rijgerelateerde informatie(Belangrijkste onderwerpen: tellers, multi-informatiedisplay)
Voordat u gaat
rijdenOpenen en sluiten van de portieren en ruiten, afstellen vóór
het rijden
(Belangrijkste onderwerpen: sleutels, portieren, stoelen,
elektrisch bedienbare ruiten)
RijdenHandelingen en adviezen die voor het rijden moeten worden
opgevolgd
(Belangrijkste onderwerpen: starten van de motor, tanken)
AudiosysteemBedienen van het audiosysteem(Belangrijkste onderdelen: radio, CD-speler)
Voorzieningen
in het interieurGebruik van de voorzieningen in het interieur(Belangrijkste onderwerpen: airconditioning, opbergmogelijkhede n)
Onderhoud en
verzorgingDe zorg voor uw auto en onderhoudsprocedures(Belangrijkste onderwerpen: interieur en exterieur, lampen)
Bij problemenInformatie over wat u moet doen bij een storing en noodgeval(Belangrijkste onderwerpen: ontladen accu, lekke band)
Vo e r t u i g -
specificatiesVoertuigspecificaties, systemen met mogelijkheden voor
persoonlijke voorkeursinstellingen
(Belangrijkste onderwerpen: brandstof, olie, bandenspanning)
IndexZoeken op symptoom
Alfabetisch zoeken
PZ49X-12L25-NL
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L25E.book Page 1 Thursday, Novemb er 8, 2018 10:31 AM
Page 5 of 690

4
COROLLA_TMUK_EEINHOUDSOPGAVE
5-5. Gebruik van een extern
apparaat
Afspelen van bestanden op een iPod ...................... 463
Afspelen van bestanden op een USB-geheugen ..... 468
Gebruik van de AUX-aansluiting ................ 472
5-6. Gebruik van Bluetooth
®-apparaten
Bluetooth
®-audio/telefoon .... 473
Gebruik van de toetsen op het stuurwiel ................ 477
Registreren van een
Bluetooth
®-apparaat ......... 477
5-7. Menu SETUP (instellingen)
Gebruik van het menu SETUP (instellingen)
(“Bluetooth”-menu) ........... 479
Gebruik van het menu SETUP (instellingen)
(menu TEL) ....................... 481
5-8. Bluetooth
®-audio
Bedienen van een
Bluetooth
® compatibele
draagbare speler .............. 486
5-9. Bluetooth
®-telefoon
Bellen ................................... 488
Beantwoorden van een oproep .............................. 489
Voeren van een telefoongesprek ................ 489
5-10.Bluetooth
®
Bluetooth®............................ 4916-1. Gebruik van de airconditioning
en de achterruitverwarming
Handmatig bediende airconditioning .................. 502
Automatische airconditioning .................. 507
Stuurwielverwarming/ stoelverwarming ............... 514
6-2. Gebruik van de interieurverlichting
Overzicht interieurverlichting ............ 516
6-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
Overzicht van opbergmogelijkheden ....... 519
Voorzieningen in de bagageruimte.................... 522
6-4. Overige voorzieningen in het interieur
Overige voorzieningen in het interieur ................... 531
7-1. Onderhoud en verzorging Reinigen en beschermen van het exterieur van
uw auto ............................. 540
Reinigen en beschermen van het interieur van
uw auto ............................. 543
7-2. Onderhoud
Onderhoud en reparatie....... 546
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Voorzorgsmaatregelen bij zelf uit te voeren
onderhoud ........................ 548
6Voorzieningen in het
interieur
7Onderhoud en verzorging
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L25E.book Page 4 Thursday, Novemb er 8, 2018 10:31 AM
Page 17 of 690

16
COROLLA_TMUK_EEOverzicht
Multi-informatiedisplay ........................................
........................... Blz. 123
Weergave ....................................................... .................................... Blz. 123
Wanneer een waarschuwingsmelding wordt weergegeven ............. .. Blz. 608
Richtingaanwijzerschakelaar ......................................................... Blz. 276
Lichtschakelaar ................................................ ............................... Blz. 283
Koplampen/parkeerlichten voor/achterlichten/dagrijverlichting .. ........ Blz. 283
Mistlampen voor
*4/mistachterlicht ............................................... ....... Blz. 292
Schakelaar ruitenwissers en -sproeiers........................................ Blz. 293
Schakelaar achterruitenwisser en -sproeier ..................... ............ Blz. 297
Gebruik ....................................................................................... Blz. 293, 297
Bijvullen van ruitensproeiervloeistof ................................................... Blz. 558
Schakelaar alarmknipperlichten ................................. ................... Blz. 590
Ontgrendelingshendel motorkap .................................. ................. Blz. 550
Ontgrendelingshendel stuurverstelling .......................... .............. Blz. 234
Airconditioning ................................................ ........................ Blz. 502, 507
Gebruik ....................................................................................... Blz. 502, 507
Achterruitverwarming ........................................... ...................... Blz. 504, 510
Audiosysteem
*4, 5............................................................... ............. Blz. 450
*1: Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
*2: Auto's met Smart entry-systeem en startknop
*3: Auto's met Multidrive CVT
*4: Indien aanwezig
*5: Raadpleeg bij auto's met een navigatie-/multimediasysteem de handleiding voor het
navigatie- en multimediasysteem.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 16 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 24 of 690

23
COROLLA_TMUK_EEOverzicht
Multi-informatiedisplay ........................................
........................... Blz. 123
Weergave ....................................................... .................................... Blz. 123
Wanneer een waarschuwingsmelding wordt weergegeven ............. .. Blz. 608
Richtingaanwijzerschakelaar ......................................................... Blz. 276
Lichtschakelaar ................................................ ............................... Blz. 283
Koplampen/parkeerlichten voor/achterlichten/dagrijverlichting .. ........ Blz. 283
Mistlampen voor
*4/mistachterlicht ............................................... ....... Blz. 292
Schakelaar ruitenwissers en -sproeiers........................................ Blz. 293
Schakelaar achterruitenwisser en -sproeier ..................... ............ Blz. 297
Gebruik ....................................................................................... Blz. 293, 297
Bijvullen van ruitensproeiervloeistof ................................................... Blz. 558
Schakelaar alarmknipperlichten ................................. ................... Blz. 590
Ontgrendelingshendel motorkap .................................. ................. Blz. 550
Ontgrendelingshendel stuurverstelling .......................... .............. Blz. 234
Airconditioning ................................................ ........................ Blz. 502, 507
Gebruik ....................................................................................... Blz. 502, 507
Achterruitverwarming ........................................... ...................... Blz. 504, 510
Audiosysteem
*4, 5............................................................... ............. Blz. 450
*1: Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
*2: Auto's met Smart entry-systeem en startknop
*3: Auto's met Multidrive CVT
*4: Indien aanwezig
*5: Raadpleeg bij auto's met een navigatie-/multimediasysteem de handleiding voor het
navigatie- en multimediasysteem.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 23 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 130 of 690

129
2
COROLLA_TMUK_EE 2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Analoge klok (wanneer de digi-
taal+ snelheidsmeter wordt weer-
gegeven) (indien aanwezig)
De analoge klok weergeven.
Druk op een van de volgende bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpaneel
//// / om het
multi-informatiedisplay weer aan te zet-
ten.
Standaardinstelling
Hiermee kunnen de instellingen van de
weergave van het instrumentenpaneel
worden gereset naar de standaardinstel-
ling.
■Voertuigfuncties en instellingen
die u kunt wijzigen
→ Blz. 659
■Onderbreking van de weergave van
de instellingen
●Bepaalde instellingen kunnen niet gewij-
zigd worden tijdens het rijden. Breng de
auto op een veilige plaats tot stilstand
voordat u instellingen wijzigt.
●Als er een waarschuwingsmelding wordt
weergegeven, kan het instelscherm tij-
delijk niet worden bediend.
Werkingsduur Stop & Start-sys-
teem (sinds starten)/melding sta-
tus
Geeft de actuele totale tijd aan dat de
motor is gestopt door de werking van het
Stop & Sta rt-systeem.
Toont tevens de status van het Stop &
Start-systeem met e en pop-updisplay.
(→ Blz. 372)
Instellingen Stop & Start-systeem
De werkingsduur van het Stop &
Start-systeem als de airconditioning is
ingeschakeld met de aircoschakelaar kan
op 2 verschillende niveaus worden inge-
steld via op het multi-informatiedis-
play. ( →Blz. 372)
WAARSCHUWING
■Waarschuwing bij het instellen van
het display
Als de motor draait tijdens het wijzigen
van de display-instellingen, dient de
auto te worden geparkeerd op een
plaats met voldoende ventilatie. In een
afgesloten ruimte, zoals een garage,
kunnen uitlaatgassen die het schade-
lijke koolmonoxide (CO) bevatten, zich
ophopen en in de auto terechtkomen.
Dit kan zeer schadelijk zijn voor de
gezondheid.
OPMERKING
■Tijdens het instellen van het dis-
play
Om te voorkomen dat de accu leeg
raakt, dient de motor te draaien terwijl
de displayinstellingen worden aange-
past.
Informatie Stop &
Start-systeem (indien
aanwezig)
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 129 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 264 of 690

263
4
COROLLA_TMUK_EE 4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
de 4e versnelling of een lagere ver-
snelling staan. (
→Blz. 270)
Handgeschakelde transmissie
Rijd niet in de 6e versnelling, om
maximaal te kunnen profiteren van
de motorremwerking en de laad-
stroom.
■ Als de motor oververhit raakt
Het rijden met een aanhangwagen op
een lange, steile helling bij buiten-
temperaturen hoger dan 30°C kan
ertoe leiden dat de motor oververhit
raakt. Als de koelvloeistoftempera-
tuurmeter aangeeft dat de motor
oververhit raakt, schakel dan direct
de airconditioning uit en breng de
auto op een veilige plaats tot stil-
stand. ( →Blz. 642)
■ Bij het parkeren
Plaats altijd wielblokken onder de
wielen van de auto en de aanhang-
wagen. Activeer de parkeerrem goed
en zet de selectiehendel in stand P
(Multidrive CVT) en de 1e versnelling
of stand R (handgeschakelde trans-
missie).
WAARSCHUWING
Volg alle aanwijzingen in dit hoofdstuk
op. Anders kunnen zich ongevallen
voordoen die tot ernstig letsel kunnen
leiden.
■Voorzorgsmaatregelen bij het rij-
den met een aanhangwagen
Controleer bij het rijden met een aan-
hangwagen of de maximaal toegestane
gewichten niet worden overschreden.
(→ Blz. 258)
■Rijsnelheid bij het rijden met een
aanhangwagen
Overschrijd de maximum snelheid voor
het rijden met een aanhangwagen niet.
■Voor het afrijden van een lange hel-
ling
Minder snelheid en schakel terug. Scha-
kel bij het afdalen van een lange of
steile helling echter niet plotseling terug.
■Werking van het rempedaal
Trap het rempedaal niet veelvuldig of
gedurende een langere periode achter-
een in. Anders k an het remsysteem
oververhit raken of kan de remwerking
teruglopen.
■Voorkomen van een ongeval of let-
sel
●Auto's met compact reservewiel: Rijd
niet met een aanhangwagen wanneer
het compacte reservewiel onder uw
auto is gemonteerd.
●Auto's met bandenreparatieset: Rijd
niet met een aanhangwagen wanneer
een band is gemonteerd die is gere-
pareerd met de bandenreparatieset.
●Gebruik de volgende systemen niet
bij het rijden met een aanhangwagen.
• Cruise control (indien aanwezig)
• Dynamic Radar Cruise Control (indien aanwezig)
• Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik (indien aan-
wezig)
OPMERKING
■Sluit de aanhangwagenverlichting
op de juiste wijze aan
Onjuiste aansluiting van de aanhangwa-
genverlichting kan schade toebrengen
aan het elektrische systeem van uw
auto en een storing veroorzaken.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 263 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 312 of 690

311
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
●Als in de volgende situaties de situatie is gewijzigd (of enige tijd met de auto is gere-
den) en wordt gesignaleerd dat weer aan de normale werkingsvoor
waarden wordt vol-
daan, verdwijnt de melding en werkt het systeem weer normaal.
Neem, als de melding niet verdwijnt, contact op met een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
• Als de temperatuur rondom de camera voor niet binnen het werki ngsbereik ligt, bijvoor-
beeld doordat de auto in de zon of een zeer koude omgeving staa t
• Als de camera voor geen objecten voor de auto kan detecteren, zoals 's nachts op een onverlichte weg, bij sneeuw, bij mist of als er fel licht in de camera voor schijnt
SituatieActies
Als het gedeelte rondom een sensor bedekt
is met vuil, vocht (condens, ijs, enz.) of
andere verontreinigingen
Maak om het gedeelte van de voorruit voor
de camera voor te reinigen gebruik van de
ruitenwissers of de voorruitverwarming van
het airconditioningsysteem (→Blz. 504,
509).
Als de temperatuur rondom de camera voor
niet binnen het werkingsbereik ligt, bijvoor-
beeld doordat de auto in de zon of een zeer
koude omgeving staat
Als de camera voor heet is, bijvoorbeeld
doordat de auto in de zon heeft gestaan,
maak dan gebruik van de airconditioning
om het gedeelte rondom de camera voor af
te koelen.
Als bij het parkeren van de auto gebruik is
gemaakt van een zonnescherm, kan bij
bepaalde typen zonnescherm door het zon-
licht dat door het oppervlak ervan wordt
gereflecteerd de temperatuur van de
camera voor extreem hoog oplopen.
Als de camera voor koud is, bijvoorbeeld
doordat de auto in een zeer koude omge-
ving heeft gestaan, maak dan gebruik van
het airconditioningsysteem om het gedeelte
rondom te camera voor op te warmen.
Het gedeelte vóór de camera voor wordt
afgedekt, bijvoorbeeld doordat de motorkap
is geopend of doordat een sticker op het
gedeelte van de voorruit vóór de camera
voor is geplakt.
Sluit de motorkap, verwijder de sticker,
enz., zodat de camera voor niet meer wordt
afgedekt.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 311 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 371 of 690

370
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ond
ersteunende systemen
• De motor is op bedrijfstemperatuur.
• De buitentemperatuur is -5°C of hoger.
• De selectiehendel staat in stand D of P (Multidrive CVT) of de neutraalstand
(handgeschakelde transmissie).
• De voorruitverwarming is uitgeschakeld.
• De geselecteerde rijmodus is de nor-
male modus of de ECO-modus.
• De motorkap is gesloten.
• De veiligheidsgordel van de bestuurder
is vastgemaakt.
• Het bestuurdersportier is gesloten.
• Het gaspedaal wordt niet ingetrapt.
●Onder de volgende omstandigheden
wordt de motor mogelijk niet uitgescha-
keld door het Stop & Start-systeem. Dit
wijst niet op een storing van het Stop &
Start-systeem.
• De airconditioning wordt gebruikt.
• De accu wordt periodiek opgeladen.
• De accu is niet voldoende opgeladen, bij- voorbeeld als de auto gedurende lange
tijd heeft stilgestaan en de ladingstoe-
stand is afgenomen, als de elektrische
belasting hoog is, als de temperatuur van
de accuvloeistof extreem laag is of als de
accu verouderd is.
• Het vacuüm van de rembekrachtiger is te laag.
• De auto staat stil op een steile helling.
• Het stuurwiel wordt bediend.
• Door verkeersdrukte of andere omstan- digheden komt de auto veelvuldig tot
stilstand.
• De auto rijdt op grote hoogte.
• De temperatuur van de koelvloeistof of van de transmissievloeistof is extreem
laag of hoog.
• De temperatuur van de accuvloeistof is extreem laag of hoog.
• Enige tijd nadat de accupolen zijn losge- nomen en weer aangesloten.
• Enige tijd na het vervangen van de accu.• Als de verstreken tijd sinds het starten van de motor kort is.
●Onder de volgende omstandigheden
wordt de motor automatisch herstart
wanneer deze is uitgeschakeld door het
Stop & Start-systeem. (Rijd met de auto
om ervoor te zorgen dat de motor weer
door het Stop & Star t-systeem wordt uit-
geschakeld.)
• De airconditioning wordt ingeschakeld.
• De voorruitverwarming wordt ingescha- keld. • Het stuurwiel wordt bediend.
• Auto's met Multidrive CVT: De selectie-
hendel wordt vanuit stand D in stand M,
N of R gezet.
• Auto's met Multidrive CVT: De selectie- hendel wordt vanuit stand P in een
andere stand gezet.
• De veiligheidsgordel van de bestuurder wordt losgemaakt.
• Het bestuurdersportier wordt geopend.
• Auto's met Multidrive CVT: Het gaspe- daal wordt ingetrapt.
• De uitschakeltoets van het Stop &
Start-systeem wordt ingedrukt.
• De auto begint te rollen op een helling.
• Wanneer de voorligger wegrijdt wanneer
uw auto tot stilstand is gebracht door het
Dynamic Radar Cruise Control-systeem
met volledig snelheidsbereik. (indien
aanwezig)
• De rijmodus wordt gewijzigd van de nor- male of ECO-modus in een andere
modus.
●Onder de volgende omstandigheden
wordt de motor automatisch herstart
wanneer deze is uitgeschakeld door het
Stop & Start-systeem. (Rijd met de auto
om ervoor te zorgen dat de motor weer
door het Stop & Start-systeem wordt uit-
geschakeld.)
• Het rempedaal wordt pompend of diep
ingetrapt.
• De airconditioning wordt gebruikt.
• De laadtoestand van de accu is onvol-
doende.
• Als een schakelaar van het airconditio- ningsysteem wordt bediend (schakelaar
achterruitverwarming, enz.).
■Het St op & St art -systeem kan worden
gebruikt wanneer het Brake Hold-sys-
teem is ingeschakeld.
●Als de motor automatisch opnieuw
wordt gestart door h et Stop & Start-sys-
teem terwijl het Brake Hold-systeem is
ingeschakeld, wordt er nog steeds rem-
kracht uitgeoefend door het Brake
Hold-systeem.
●Als er niet langer aan de bedrijfscondi-
ties voor het Brake Hold-systeem wordt
voldaan ( →Blz. 280) terwijl de motor is
uitgeschakeld door het Stop & Start-sys-
teem, stopt de werking van het Brake
Hold-systeem.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 370 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 372 of 690

371
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Op dat moment wordt de parkeerrem auto-
matisch geactiveerd en wordt de motor
automatisch opnieuw gestart.
■Werking Stop & Start-systeem tijdens
een gecontroleerde stop door de
Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik (indien aan-
wezig).
Als de motor automatisch opnieuw wordt
gestart door het Stop & Start-systeem tij-
dens een gecontroleerde stop door de
Dynamic Radar Cruise Control met volle-
dig snelheidsbereik, blijft de gecontro-
leerde stop aanhouden. (Hervatten van
het rijden met de volgregeling na een
gecontroleerde stop: →Blz. 343)
■Motorkap
●Als de motor is uitgezet door het Stop &
Start-systeem en de motorkap wordt
geopend, slaat de motor af en kan de
motor niet worden gestart door de auto-
matische motorstartfunctie. Start in dat
geval de motor volgens de normale
startprocedure. ( →Blz. 264, 265)
●Zelfs als de motorkap wordt gesloten
nadat de motor is gestart terwijl de
motorkap was geopend, werkt het Stop
& Start-systeem niet. Sluit de motorkap,
zet het contact UIT, wacht ten minste 30
seconden en start vervolgens de motor.
■Gebruik van het Stop & Start-systeem
●Zet het contact UIT en zet de motor vol-
ledig uit wanneer de auto voor langere
tijd wordt stilgezet.
●Wanneer het systeem niet werkt, wordt
geannuleerd of een storing heeft, wor-
den waarschuwingsmeldingen en een
waarschuwingszoemer gebruikt om de
bestuurder te informeren. ( →Blz. 372)
●Als de motor is uitgezet door het Stop &
Start-systeem en de startknop wordt
ingedrukt, slaat de motor af en kan de
motor niet worden gestart door de auto-
matische motorstartfunctie. Start in dat
geval de motor volgens de normale
startprocedure. ( →Blz. 264, 265)
●Wanneer de motor wordt herstart door
het Stop & Start-syst eem, is de acces-
soireaansluiting mogelijk tijdelijk niet
bruikbaar. Dit duidt echter niet op een
storing.
●Het plaatsen en verwijderen van elektri-
sche onderdelen en draadloze appara-
ten is mogelijk van invloed op het Stop &
Start-systeem. Neem voor meer infor-
matie contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
●Als de motor wordt herstart door het
Stop & Start-systeem, kan de besturing
van de auto zwaarder aanvoelen.
■Als de voorruit is be slagen terwijl de
motor is uitgezet door het Stop &
Start-systeem
Schakel de voorruitverwarming in. (De
motor wordt gestart door de automatische
startfunctie van de motor.): →Blz. 504, 509
Druk als de voorruit blijft beslaan op de uit-
schakeltoets van het Stop & Start-systeem
om het systeem uit te schakelen.
■Airconditioning terwijl de motor door
het Stop & Start-systeem is uitge-
schakeld
●Als de airconditioning wordt gebruikt in
de automatische stand, wordt de aanja-
gersnelheid mogelijk beperkt of wordt de
aanjager uitgeschakeld terwijl de motor
is uitgeschakeld door het Stop &
Start-systeem om veranderingen in de
temperatuur in de auto te beperken.
●Schakel het Stop & Start-systeem uit
door de uitschakeltoets van het Stop &
Start-systeem in te drukken om de pres-
taties van de airconditioning te garande-
ren als de auto stilstaat.
■Wanneer er een geur vrijkomt uit de
airconditioning als de motor is uitge-
zet door het Sto p & Start-systeem
Auto's met handmatig bediende airconditi-
oning: Als de tijd voor uitschakeling bij stil-
stand is ingesteld op “Extended”
(verlengd), wijzig de instelling dan in “Stan-
dard” (standaard).
Wanneer er een geur vrijkomt wanneer
“Standard” (standaard) is geselecteerd,
druk dan op de uitschakeltoets van het
Stop & Start -systeem om het Stop &
Start-systeem uit te schakelen.
Auto's met automatische airconditioning:
Druk op de uitschakeltoets van het Stop &
Start-systeem om het Stop & Start-sys-
teem uit te schakelen.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 371 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 373 of 690

372
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ond
ersteunende systemen
■Wijzigen van de tijd voor uitschake-
ling bij stilstand bij ingeschakelde
airconditioning
De werkingsduur van het Stop & Start-sys-
teem als de airconditioning is ingescha-
keld, kan via van het
multi-informatiedisplay ( →Blz. 123) wor-
den gewijzigd. (De werkingsduur van het
Stop & Start- systeem als de airconditio-
ning is uitgeschakeld, kan niet worden
gewijzigd.)
■Wanneer er een zoemer klinkt
Auto's met Multidrive CVT: Als het bestuur-
dersportier wordt geopend terwijl de motor
is uitgezet door het Stop & Start-systeem
en de selectiehendel in D staat, klinkt er
een zoemer en gaat het controlelampje
Stop & Start knipperen. Sluit het bestuur-
dersportier om de zoemer te stoppen.
■Beveiligingsfunctie van het Stop &
Start-systeem
●Als het volume van het audiosysteem
hoog staat, wordt het geluid van het
audiosysteem mogelijk plotseling uitge-
schakeld om het stroomverbruik te beper-
ken. Stel het volume van het
audiosysteem op een gematigd niveau in
om te voorkomen dat het audiosysteem
wordt uitgeschakeld.
Zet, als het audiosysteem wordt uitge-
schakeld, het contact UIT, wacht gedu-
rende ten minste 3 seconden en zet
vervolgens het contact in stand ACC of
AAN om het audiosysteem weer in te
schakelen.
●Het audiosysteem wordt mogelijk niet
ingeschakeld wanneer de accukabels
zijn losgenomen en weer aangesloten.
Zet als dit gebeurt het contact UIT en
herhaal de onderstaande procedure
tweemaal om het audiosysteem normaal
in te schakelen.
• Zet het contact AAN en vervolgens UIT.
■Batterij vervangen
→ Blz. 641
■Weergeven van de informatie van het
Stop & Start-systeem
→ Blz. 129
■Meldingen multi-informatiedisplay
In de volgende gevallen kunnen en
een melding worden weergegeven op het
multi-informatiedisplay.
●Wanneer de motor niet kan worden uit-
geschakeld door het Stop & Start-sys-
teem “Press Brake Harder to Activate” (trap
het rempedaal verder in om te activeren)
• Het rempedaal wordt niet ver genoeg ingetrapt.
→ Als het rempedaal verder wordt inge-
trapt, werkt het systeem.
“Non-Dedicated Battery.” (niet-speci-
fieke batterij)
• Er is mogelijk een niet-specifieke batterij voor het Stop & Start-systeem geplaatst.
→ Het Stop & Start-systeem werkt niet.
Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
“Battery Charging” (accu aan het
opladen)
• De accu is mogelijk bijna leeg.
→ Het uitschakelen van de motor is tijdelijk
niet mogelijk om voorrang te geven aan
het laden van de accu, maar als de motor
kortstondig draait, wordt het uitschakelen
van de motor toegestaan.
• Er wordt mogelijk een onderhoudslaad- procedure uitgevoerd, bijvoorbeeld wan-
neer de accu periodiek wordt opgeladen
enige tijd nadat de accupolen zijn losge-
nomen en weer aangesloten, enige tijd
nadat de accu is vervangen, enz.
→ Wanneer de onderhoudslaadprocedure
na ongeveer 5 - 60 minuten is voltooid,
kan het systeem worden bediend.
• Gedurende lange tijd continu weergege- ven
→De accu kan verouderd zijn. Neem voor
meer informatie contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 372 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM