TOYOTA COROLLA HATCHBACK 2020 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2020, Model line: COROLLA HATCHBACK, Model: TOYOTA COROLLA HATCHBACK 2020Pages: 754, PDF Size: 111.24 MB
Page 41 of 754

40
COROLLA_TMUK_EE1-1. Voor een veilig gebruik
■Soorten aanrijdingen waarbij de airbags
soms niet geactiveerd worden (airbags
voor)
De airbags voor worden over het algemeen
niet geactiveerd bij aanrijdingen van opzij of
van achteren, als de auto over de kop slaat of
bij een frontale aanrijding op lage snelheid.
Maar wanneer een aanrijding voldoende
voorwaartse deceleratie veroorzaakt, wor-
den de airbags voor mogelijk geactiveerd.
●Aanrijding van opzij
●Aanrijding van achteren
●Over de kop slaan
■Soorten aanrijdingen waarbij de side
airbags en de curtain airbags mogelijk
niet worden geactiveerd
De side airbags en curtain airbags treden
mogelijk niet in werking bij aanrijdingen van
opzij onder een bepaalde hoek of bij aanrij-
dingen van opzij waarbij het passagierscom-
partiment niet wordt geraakt.
●Aanrijding van opzij waarbij het passa-
gierscompartiment niet wordt geraakt
●Aanrijding van opzij onder een hoek
De side airbags treden over het algemeen
niet in werking bij aanrijdingen van voren of
van achteren, als de auto over de kop slaat of
bij een aanrijding van opzij op lage snelheid.
●Aanrijding van voren
●Aanrijding van achteren
●Over de kop slaan
De curtain airbags treden over het algemeen
niet in werking bij aanrijdingen van achteren,
als de auto over de kop slaat of bij een aanrij-
ding van opzij of bij een frontale aanrijding op
lage snelheid.
●Aanrijding van achteren
●Over de kop slaan
■Wanneer moet u contact opnemen met
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige
In de volgende gevallen zal controle en/of
reparatie van de auto nodig zijn. Neem zo
snel mogelijk contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
●Nadat een of meer airbags zijn geacti-
veerd.
●De voorzijde van de auto is beschadigd of
vervormd of de auto was betrokken bij een
ongeval dat niet van zodanige aard was
dat de airbags vóór werden geactiveerd.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 40 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 42 of 754

41
1
COROLLA_TMUK_EE 1-1. Voor een veilig gebruik
Veiligheid en beveiliging
●Bij beschadiging of vervorming van een
gedeelte van een portier of het omliggende
gebied, wanneer er een gat in is gemaakt
of bij een ongeval dat niet van zodanige
aard was dat de side airbags en curtain air-
bags werden geactiveerd.
●Bij krassen, scheuren of andere beschadi-
gingen aan het stuurwielkussen of het
dashboard bij de voorpassagiersairbag of
het onderste gedeelte van het instrumen-
tenpaneel.
●Bij krassen, scheuren of andere beschadi-
gingen aan de zijkant van de leuning van
een voorstoel met een side airbag.
●Bij krassen, scheuren of andere beschadi-
gingen in het deel van de voor- en achter-
stijl en de daklijstbekleding met de curtain
airbags.
WAARSCHUWING
■Voorzorgsmaatregelen airbags
Neem met betrekking tot de airbags de
volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernsti g letsel tot gevolg
hebben.
●Alle inzittenden dienen hun veiligheids-
gordel op de juiste manier te dragen.
De airbags zijn aanvullende middelen
die samen met de veiligheidsgordels
gebruikt moeten worden.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 41 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 43 of 754

42
COROLLA_TMUK_EE1-1. Voor een veilig gebruik
WAARSCHUWING
●De bestuurdersairbag wordt met een
aanzienlijke kracht geactiveerd, waar-
door ernstig letsel kan ontstaan, vooral
wanneer de bestuurder zich erg dicht bij
de airbag bevindt.
Het gevaarlijkst bij de activering van de
airbag zijn de eerste 50 - 75 mm; door een
afstand van minimaal 250 mm tot het
stuurwiel aan te houden, hanteert u een
veilige marge. Dit is de afstand gemeten
vanaf het midden van het stuurwiel tot aan
uw borstbeen. Als u nu minder dan 250
mm van de airbag zit, kunt u uw zitpositie
op verschillende manieren wijzigen:
• Plaats uw stoel zo ver mogelijk naar achteren terwijl de pedalen nog goed
kunnen worden bediend.
• Zet de rugleuning van de stoel iets ver- der naar achteren.
Hoewel auto's verschillen, verkrijgen
veel bestuurders, zelfs met de bestuur-
dersstoel helemaal naar voren, de
afstand van 250 mm door simpelweg de
rugleuning iets achterover te zetten. Als
u door het achterover zetten van uw
stoel de weg niet goed meer kunt zien,
kunt u een stevig, niet-glad kussen
gebruiken om hoger te zitten, of uw
stoel hoger zetten wanneer uw auto
deze mogelijkheid biedt.
• Als het stuurwiel verstelbaar is, kantel het dan naar beneden. Hierdoor wijst de
airbag naar uw borst in plaats van naar
uw hoofd en nek.
De stoel dient te worden afgesteld zoals
hierboven aanbevolen, terwijl de pedalen
en het stuurwiel nog steeds goed bediend
kunnen worden en u het instrumentenpa-
neel nog goed kunt zien.
●De voorpassagiersairbag wordt ook met
een aanzienlijke kracht geactiveerd
waardoor ernstig letsel kan ontstaan,
vooral wanneer de voorpassagier zich
erg dicht bij de airbag bevindt. De voor-
passagiersstoel dient zo ver mogelijk
van de airbag af te staan, met de rug-
leuning rechtop.
●Kinderen die niet goed op de stoel zitten
en/of niet goed vastzitten, kunnen ern-
stig letsel oplopen door een geacti-
veerde airbag. Gebruik de
veiligheidsgordels nooit voor baby's of
kleine kinderen, maar zet hen goed vast
in een baby- of kinderzitje. Toyota
beveelt ten zeerste aan dat alle kinde-
ren op de achterstoelen plaatsnemen en
op de juiste wijze vastzitten. Achterin
zitten kinderen veiliger dan op de voor-
passagiersstoel. ( →Blz. 48)
●Ga niet op het puntje van de stoel zitten
en leun niet op het dashboard.
●Laat een kind niet op de voorpassa-
giersstoel staan of bij een voorpassagier
op schoot zitten.
●Sta niet toe dat voorpassagiers voorwer-
pen op hun knieën vasthouden.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 42 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 44 of 754

43
1
COROLLA_TMUK_EE 1-1. Voor een veilig gebruik
Veiligheid en beveiliging
WAARSCHUWING
●Leun niet tegen het portier, de dakzijrail
of de voor-, midden- of achterstijl.
●Laat niemand knielen op de passagiers-
stoel in de richting van het portier of
hoofd en handen buiten de auto steken.
●Bevestig niets aan en laat niets rusten
tegen componenten als het dashboard,
het stuurwielkussen of het onderste
deel van het dashboard.
Dergelijke voorwerpen kunnen als een
projectiel worden gelanceerd als de
bestuurdersairbag, de voorpassagiers-
airbag en de knie-airbags worden geac-
tiveerd.
●Bevestig niets aan het portier, de voor-
ruit, de zijruiten, de voor- en achterstijl,
de dakzijrail of de handgreep. (Behalve
het label voor de snelheidsbeperking
→
Blz. 677)
●Auto's zonder Smart entry-systeem en
startknop: Bevestig geen zware,
scherpe of harde voorwerpen zoals
sleutels en accessoires aan de contact-
sleutel. De voorwerpen kunnen het acti-
veren van de knie-airbag hinderen, of
weggeslingerd worden in de richting van
de bestuurdersstoel door de kracht
waarmee de airbag wordt geactiveerd.
●Hang geen kleerhangers of andere
harde voorwerpen aan de kledinghaak-
jes. Dergelijke voorwerpen kunnen als
een projectiel gelanceerd worden en
ernstig letsel veroorzaken wanneer de
curtain airbags geactiveerd worden.
●Zorg ervoor dat de knie-airbag voor de
bestuurder niet door iets wordt afgedekt.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 43 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 45 of 754

44
COROLLA_TMUK_EE1-1. Voor een veilig gebruik
WAARSCHUWING
●Gebruik geen accessoires op de stoelen
die het gedeelte van de stoel waarin de
side airbags aanwezig zijn afdekken
omdat dat een negatieve invloed kan
hebben op een juiste werking van de
side airbags. Dergelijke accessoires
kunnen tot resultaat hebben dat de side
airbags niet op de juiste wijze geacti-
veerd worden, helemaal niet geacti-
veerd worden of per ongeluk
geactiveerd worden, waardoor ernstig
letsel kan ontstaan.
●Oefen geen overmatige kracht uit op
delen waarin onderdelen van het air-
bagsysteem aanwezig zijn of op de
voorportieren.
Als dat wel gebeurt, kunnen er storingen
aan de airbags ontstaan.
●Raak onderdelen van het airbagsys-
teem niet aan direct nadat de airbags
geactiveerd zijn, omdat deze heet kun-
nen zijn.
●Als u na het activeren van de airbags
moeilijkheden met de ademhaling
ondervindt, open dan een portier of
zijruit om frisse lucht binnen te laten of
verlaat de auto als u dat op een veilige
manier kunt doen. Als er poederdeeltjes
op uw huid zijn terechtgekomen, was
deze er dan zo snel mogelijk af om huid-
irritatie te voorkomen.
●Als de delen van de auto waarin airbags
ondergebracht zijn, zoals het stuurwiel-
kussen en de bekleding van de voor- en
achterstijlen, beschadigd of gescheurd
zijn, laat deze dan vervangen door een
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
■Wijzigingen aan en afvoeren van
onderdelen van het SRS-airbagsys-
teem
Voer uw auto niet af en voer geen van
onderstaande veranderingen uit zonder
eerst een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige te raadplegen. De airbags
kunnen defect raken of per ongeluk wor-
den geactiveerd (opgeblazen), waardoor
ernstig letsel kan ontstaan.
●Plaatsen, verwijderen, demonteren en
repareren van de airbags
●Reparatie, aanpassing, verwijdering of
vervanging van stuurwiel, instrumenten-
paneel, dashboard, stoelen of stoelbe-
kleding, voor-, midden- en achterstijlen,
dakzijrails, voorportierpanelen, voorpor-
tierbekleding of luidsprekers in de voor-
portieren
●Aanpassing van het voorportierpaneel
(bijvoorbeeld een gat erin maken)
●Reparaties of wijzigingen aan het voor-
spatbord, de voorbumper of de zijkant
van het passagierscompartiment
●Plaatsen van een bullbar, sneeuwploeg
of lier
●Wijzigingen aan de wielophanging van
de auto
●Plaatsen van elektronische apparatuur
als een mobiele tweewegradio
(zend-/ontvanginstallatie) of CD-speler
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 44 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 46 of 754

45
1
COROLLA_TMUK_EE 1-1. Voor een veilig gebruik
Veiligheid en beveiliging
Belangrijke
voorzorgsmaatregelen in
verband met uitlaatgassen
Uitlaatgassen bevatten stoffen die
schadelijk zijn bij inademing.
WAARSCHUWING
Uitlaatgassen bevatten het schadelijke
koolmonoxide (CO). Dit is een kleurloos
en reukloos gas. Neem de volgende voor-
zorgsmaatregelen in acht.
Als u deze voorzorgsmaatregelen niet in
acht neemt, kunnen er uitlaatgassen in de
auto terechtkomen waardoor de bestuur-
der duizelig kan worden en een ongeval
kan veroorzaken, of waardoor de gezond-
heid van de inzittenden ernstig kan wor-
den geschaad.
■Belangrijke punten tijdens het rijden
●Zorg ervoor dat de achterdeur gesloten
is.
●Als u uitlaatgassen ruikt in de auto, zelfs
als de achterdeur gesloten is, moet u de
ruiten openzetten en de auto zo snel
mogelijk laten nakijken door een
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
■Tijdens het parkeren
●Als de auto zich in een slecht geventi-
leerde omgeving of een afgesloten
ruimte bevindt, zoals een garage, moet
u de motor uitschakelen.
●Laat de motor niet langdurig stationair
draaien.
Als dat niet anders kan, parkeer de auto
dan op een open plek en zorg ervoor
dat er geen uitlaatgassen in het interieur
terecht kunnen komen.
●Laat de motor niet draaien op een plaats
waar sneeuw de afvoer van de uitlaat-
gassen zou kunnen hinderen. Als zich
sneeuw rond de auto ophoopt terwijl de
motor draait, kunnen uitlaatgassen zich
verzamelen en in de auto terechtkomen.
■Uitlaatpijp
Het uitlaatsysteem dient regelmatig te wor-
den gecontroleerd. Laat uw auto nakijken
en repareren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige bij gaten of
scheuren als gevolg van corrosie of
beschadigingen aan verbindingsstukken,
of bij een abnormaal geluid aan het uit-
laatsysteem.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 45 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 47 of 754

46
COROLLA_TMUK_EE1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
1-2.Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Controlelampje PASSENGER AIR
BAG
De controlelampjes PASSENGER AIR BAG
en ON gaan branden als het airbagsysteem
is ingeschakeld en gaan na ongeveer 60
seconden uit (alleen als het contact AAN
staat).
Aan/uit-schakelaar airbag
Auto's zonder Smart entry-systeem en
startknop: Steek de sleutel in de slotci-
linder en zet de slotcilinder in stand
OFF.
Het controlelampje OFF gaat branden
(alleen als het contact AAN staat).
Auto's met Smart entry-systeem en
startknop: Steek de mechanische sleu-
tel in de slotcilinder
en zet de slotcilin-
der in stand OFF.
Het controlelampje OFF gaat branden
(alleen als het contact AAN staat).
■Informatie over controlelampje PAS-
SENGER AIR BAG
Als een van de onderstaande problemen
optreedt, is er mogelijk een storing in het sys-
teem aanwezig. Laat de auto nakijken door
een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
●Het controlelampje OFF gaat niet branden
als de aan/uit-schakelaar van de airbag in
stand OFF wordt gezet.
●Het controlelampje reageert niet wanneer
de aan/uit-schakelaar van de airbag van
ON naar OFF wordt gezet.
Aan/uit-schakelaar airbag
Met dit systeem kan de voorpassa-
giersairbag worden uitgeschakeld.
Schakel deze airbag alleen uit als
er een baby- of kinderzitje op de
voorpassagiersstoel wordt
gebruikt.
Systeemonderdelen
Uitschakelen van de
voorpassagiersairbag
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 46 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 48 of 754

47
1
COROLLA_TMUK_EE 1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Veiligheid en beveiliging
WAARSCHUWING
■Als er een baby- of kinderzitje wordt
geplaatst
Plaats vanwege veiligheidsredenen het
baby- of kinderzitje al tijd op een achter-
stoel. Als de achterstoel niet kan worden
gebruikt, mag de voorstoel worden
gebruikt zo lang de aan/uit-schakelaar van
de airbag in stand OFF wordt gezet.
Als de aan/uit-schakelaar van de airbag in
stand ON blijft staan, kan de kracht die
met het activeren (opblazen) van de air-
bag gepaard gaat, ernstig letsel veroorza-
ken.
■Als er geen baby- of kinderzitje op de
voorpassagiersstoel is geplaatst
Controleer of de aan/uit-schakelaar van de
airbag in stand ON staat.
Als de schakelaar in stand OFF staat, zal
de airbag in geval van een ongeval niet
worden geactiveerd, waardoor ernstig let-
sel kan ontstaan.
Rijden met kinderen in de
auto
Neem de volgende voorzorgs-
maatregelen in acht als er kinde-
ren in de auto aanwezig zijn.
Gebruik een passend baby- of kin-
derzitje tot het kind groot genoeg
is om de veiligheidsgordel van de
auto op de juiste wijze te dragen.
U wordt aangeraden om kinderen
op de achterstoelen te vervoeren
om te voorkomen dat ze per onge-
luk tegen onderdelen aankomen,
zoals de selectiehendel, de ruiten-
wisserschakelaar, enz.
Gebruik het kinderslot van het
achterportier of de blokkeerscha-
kelaar van de ruitbediening om te
voorkomen dat kinderen het por-
tier openen tijdens het rijden of
per ongeluk de elektrisch bedien-
bare ruit bedienen. ( →Blz. 215,
296)
Laat kleine kinderen geen onder-
delen bedienen waarbij lichaams-
delen vast kunnen komen te zitten
of bekneld kunnen raken, zoals de
elektrisch bedienbare ruiten, de
motorkap, de achterklep en de
stoelen.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 47 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 49 of 754

48
COROLLA_TMUK_EE1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Punten om rekening mee te houden:
Blz. 49
Bij gebruik van een baby- of kinderzitje:
Blz. 50
Geschiktheid baby- en kinderzitjes voor
elke zitpositie: Blz. 52, 58
Plaatsingsmethode baby- of kinderzitje:
Blz. 64
WAARSCHUWING
■Als er kinderen in de auto aanwezig
zijn
Laat kinderen nooit alleen in de auto ach-
ter en laat ze nooit met de sleutel spelen.
Kinderen zullen wellicht proberen de auto
te starten of de neutraalstand in te schake-
len. Er bestaat ook het risico dat kinderen
letsel oplopen wanneer ze met de ruiten,
het panoramadak of andere voorzieningen
in de auto spelen. Verder kan de tempera-
tuur in de auto zo hoog oplopen of zo ver
dalen dat dat kinderen fataal kan worden.
Baby- en kinderzitjes
Voordat u een baby- of kinderzitje
in de auto plaatst, zijn er voor-
zorgsmaatregelen die u in acht
moet nemen, verschillende soor-
ten baby- en kinderzitjes en ver-
schillende plaatsingsmethoden,
enz. Deze staan beschreven in
deze handleiding.
Gebruik een baby- of kinderzitje
wanneer er een klein kind in de
auto meerijdt dat nog niet op de
juiste wijze gebruik kan maken
van een veiligheidsgordel. Plaats
voor de veiligheid van het kind het
baby- of kinderzitje op een achter-
stoel. Zorg ervoor dat u de plaat-
singsmethode opvolgt die in de
handleiding van het baby- of kin-
derzitje staat.
Wij raden het gebruik van een ori-
gineel baby- of kinderzitje van
Toyota aan, aangezien dit in het
gebruik veiliger is in deze auto. De
originele baby- of kinderzitjes van
Toyota zijn speciaal gemaakt voor
auto's van Toyota. U kunt ze
kopen bij een Toyota-dealer.
Inhoudsopgave
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 48 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 50 of 754

49
1
COROLLA_TMUK_EE 1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Veiligheid en beveiliging
• Vastgezet met een veiligheidsgordel:
Blz. 65
• Vastgezet met een onderste ISOfix-bevestigingspunt: Blz. 66
• Met een bevestigingspunt voor de
bovenste gordel: Blz. 67
Geef prioriteit aan de waarschuwin-
gen en neem deze in acht. Houd u
daarnaast ook aan de wetgeving en
voorschriften met betrekking tot
baby- en kinderzitjes.
Gebruik een baby- of kinderzitje tot
het kind groot genoeg is om de stan-
daard gemonteerde veiligheidsgor-
del op de juiste wijze te gebruiken.
Kies een baby- of kinderzitje dat past
bij de leeftijd en de lengte van het
kind.
Let erop dat niet alle baby- of kinder-
zitjes in alle auto's kunnen worden
gemonteerd.
Controleer, voordat u een baby- of
kinderzitje koopt of gebruikt, of het
zitje geschikt is voor de stoelposi-
ties. ( →Blz. 52, 58)
Punten om rekening mee te
houden
WAARSCHUWING
■Wanneer er een kind in de auto mee-
rijdt
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg
hebben.
●Voor de meest effectieve bescherming
van een kind tijdens een ongeval of bij
hard remmen moet een kind goed vastzit-
ten, met een veiligheidsgordel of een
baby- of kinderzitje dat op de juiste wijze
is geplaatst. Raadpleeg voor informatie
over het plaatsen de bij het baby- of kin-
derzitje bijgesloten handleiding. In deze
handleiding vindt u algemene aanwijzin-
gen met betrekking tot het plaatsen.
●Toyota adviseert met klem gebruik te
maken van een geschikt zitje dat past bij
het gewicht en de lengte van het kind en
dat op de achterstoel is geplaatst. In
ongevallenstatistieken is aangetoond
dat kinderen minder verwondingen oplo-
pen als zij op de achterstoelen op de
juiste wijze vastzitten dan als zij op de
voorstoel zitten.
●Het vasthouden van een kind in de
armen is geen vervanging voor een
baby- of kinderzitje. Bij een ongeval kan
een kind dan de voorruit raken of klem
komen te zitten tussen degene die het
kind vasthoudt en delen van het interi-
eur.
■Behandelen van baby- en kinderzitjes
Als het baby- of kinderzitje niet goed wordt
vastgezet, kan het kind of een andere pas-
sagier bij plotseling remmen, een uitwijk-
manoeuvre of een aanrijding ernstig letsel
oplopen.
●Als de auto een hevige impact te verdu-
ren krijgt, bijvoorbeeld als gevolg van
een ongeval, kan er schade ontstaan
aan het baby- of kinderzitje die niet
direct zichtbaar is. Gebruik het baby- of
kinderzitje in dergelijke gevallen niet
meer.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 49 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM