TOYOTA COROLLA HATCHBACK 2020 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2020, Model line: COROLLA HATCHBACK, Model: TOYOTA COROLLA HATCHBACK 2020Pages: 754, PDF Size: 111.24 MB
Page 491 of 754

490
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
ven wanneer signalerin g niet mogelijk is
( → Blz. 497).
●Als er geen geparkeerde auto's zijn, kan
de parkeerplaats niet worden bepaald.
Daardoor kan de modus automatisch ach-
teruit inparkeren niet worden bediend.
●Wanneer de omgeving van de parkeer-
plaats niet kan worden gesignaleerd, werkt
de modus automatisch achteruit inparke-
ren mogelijk niet.
●Als er, afhankelijk van de conditie van de
parkeerplaats, onvoldoende ruimte is vóór
de auto om de parkeerprocedure uit te
voeren, kan de beoogde parkeerplaats
mogelijk niet worden bereikt.
Beoogde parkeerplaats
Muur
■Tips voor het gebruik van de modus
automatisch achteruit inparkeren
1 Laat een ruimte van ongeveer 1 m tus-
sen uw auto en de geparkeerde auto's en
rijd richting de beoogde parkeerplaats.
Als de ruimte tussen uw auto en de
geparkeerde auto's te groot is, kunnen de
zijsensoren voor en zijsensoren achter
de geparkeerde auto's mogelijk niet sig-
naleren.
1 m
2 Stop op het punt waarbij het midden van
de beoogde parkeerplaats vrijwel haaks
op de auto staat. Druk bovendien pas op de S-IPA-schakelaar wanneer de auto
volledig tot stilstand is gebracht.
OPMERKING
■Tips voor het gebruik van de modus
automatisch achteruit inparkeren
●Als er kuilen of hellingen in de weg zit-
ten, kan de beoogde parkeerplaats niet
goed worden ingesteld. Daardoor wordt
de auto mogelijk schuin of deels buiten
de parkeerplaats geparkeerd. Gebruik in
deze gevallen de modus automatisch
achteruit inparkeren niet.
●Bij het parkeren in een smalle ruimte
komt de auto dicht bij nabij geparkeerde
auto's. Als het lijkt alsof de auto mogelijk
iets zal raken, breng de auto dan tot stil-
stand door het rempedaal in te trappen.
●Mogelijk kunnen objecten die zich dicht
bij de grond bevinden niet worden
gesignaleerd. Controleer of het gebied
rondom uw auto veilig is en breng de
auto tot stilstand door het rempedaal in
te trappen als het lijkt alsof de auto
mogelijk iets zal raken.
●Afhankelijk van de
omgeving, zoals
andere geparkeerde auto's, wordt de
auto mogelijk schuin of deels buiten de
parkeerplaats geparkeerd. Pas de posi-
tie van de auto indien nodig handmatig
aan.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 490 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 492 of 754

491
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Wanneer het Simple Intelligent Parking Assist-systeem niet kan worden bediend of
wanneer de werking is beëindigd, het systeem is uitgeschakeld, enz., wordt een van
de onderstaande meldingen weergegeven op het multi-informatiedisplay. Neem de
juiste maatregelen overeenkomst
ig de weergave op het display.
■Wanneer bediening niet mogelijk is
Meldingen multi-informatiedisplay
MeldingSituatie/oplossing
“IPA System Check Visit Your Dealer”
(IPA-systeemcontrole. Ga naar uw
dealer.)
Er is mogelijk een storing in het systeem aanwezig.
→Zet het contact UIT en start vervolgens de
motor.
Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige als de melding opnieuw
wordt weergegeven.
“Currently Unavailable” (momenteel
niet beschikbaar)
Er zit mogelijk een storing in het systeem.
De stuurbekrachtiging is tijdelijk oververhit.
→ Zet het contact UIT, wacht enige tijd en start
vervolgens de motor opnieuw.
De motor draait niet.
→Start de motor.
Er zit mogelijk ijs, sneeuw, vuil, o.i.d. op een sensor.
Verwijder het ijs, de sneeuw, het vuil, enz.
→Verwijder het ijs, de sneeuw, het vuil, enz.
De sensor is bevroren.
→Zodra de sensor ontdooit, zal het systeem
weer normaal werken.
De accu is verwijderd en weer geplaatst.
→Rijd gedurende ten minste 5 seconden recht
vooruit met een snelheid van ongeveer 35
km/h of hoger.
“Excessive Speed” (snelheid te hoog)
De S-IPA-schakelaar wordt bediend wanneer de rij-
snelheid hoger is dan 30 km/h.
→Bedien de schakelaar wanneer de rijsnelheid
ongeveer 30 km/h of lager is.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 491 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 493 of 754

492
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
“Unavailable” (niet beschikbaar)
“Try Another Location” (probeer
andere locatie)
De S-IPA-schakelaar wordt bediend in een gebied
zonder parkeerplaatsen of in een gebied waar de
ruimte om te parkeren smal is.
→
De ondersteuningsregeling kan niet worden
gebruikt, aangezien er geen parkeerplaatsen
zijn. Rijd door naar een parkeerplaats waarvan
de breedte ongeveer 2,6 m of meer is.
→ De ondersteuningsregeling kan niet worden
gebruikt, aangezien de weg te smal is. Rijd
door naar een parkeerplaats waar de breedte
van de weg ongeveer 4,5 m of meer is.
“Narrow Space” (smalle ruimte)
“Try Another Location” (probeer
andere locatie)
De S-IPA-schakelaar wordt bediend wanneer er
onvoldoende ruimte voor en achter de auto is bij het
wegrijden van een parkeerplaats na het fileparkeren.
→De ondersteuningsregeling kan niet worden
gebruikt, aangezien er geen parkeerplaatsen
zijn. Rijd door naar een parkeerplaats die
ongeveer 2,6 m of breder is.
“Obstruction” (obstructie)
“Try Another Location” (probeer
andere locatie)
De S-IPA-schakelaar wordt bediend in een gebied
waar obstakels aanwezig zijn vóór de auto en de auto
kan niet naar voren rijden tot het beginpunt voor ach-
teruitrijden.
→De ondersteuningsregeling kan niet worden
gebruikt, aangezien er obstakels aanwezig zijn
vóór de auto. Gebruik parkeerplaatsen waar
zich geen obstakels voor bevinden.
“Narrow Space” (smalle ruimte)
De S-IPA-schakelaar wordt bediend wanneer er
onvoldoende ruimte voor en achter de auto is bij het
wegrijden van een parkeerplaats na het fileparkeren.
→De auto kan niet wegrijden met behulp van de
ondersteuningsregeling, aangezien er onvol-
doende ruimte voor en achter de auto is. Con-
troleer vóór het wegrijden of de omgeving
veilig is.
MeldingSituatie/oplossing
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 492 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 494 of 754

493
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Wanneer de bediening wordt geannuleerd
“Unavailable” (niet beschikbaar)
De S-IPA-schakelaar wordt bediend in een gebied
waar geen obstakels aanwezig zijn vóór de auto of
waar obstakels aanwezig zijn naast de auto en de
auto kan niet wegrijden van de parkeerplaats na het
fileparkeren.
→
De ondersteuningsregeling kan niet worden
gebruikt bij het wegrijden, aangezien er obsta-
kels aanwezig zijn naast de auto of het wegrij-
den kan eenvoudig handmatig worden
uitgevoerd. Controleer vóór het wegrijden of
de omgeving veilig is.
“Pressure Applied to Steering Wheel”
(stuurwiel wordt vastgehouden)
De ondersteuningsregeling wordt gestart terwijl het
stuurwiel wordt vastgehouden.
→ Laat uw handen op het stuurwiel rusten zon-
der druk uit te oefenen. De ondersteuningsre-
geling treedt in werking.
“Stop the Vehicle” (breng de auto tot
stilstand)
De auto rijdt en de ondersteuningsregeling wordt
gestart terwijl het stuurwiel wordt vastgehouden.
→Breng de auto tot stilstand en volg de aanwij-
zingen van het systeem om de ondersteu-
ningsregeling te starten.
MeldingSituatie/oplossing
“Park Assist Cancelled” (Parking
Assist-systeem uitgeschakeld)De bestuurder zet de selectiehendel in stand P of
bedient de S-IPA-schakelaar terwijl de ondersteu-
ningsregeling in werking is.
“Excessive Speed” (snelheid te hoog)
De rijsnelheid wordt tijdens het zoeken van een par-
keerplaats in de modus fileparkeren hoger dan 30
km/h.
“Narrow Space” (smalle ruimte)De ondersteuningsregeling wordt gestart in een
gebied met smalle parkeerplaatsen.
“No Exit Direction Specified” (geen
wegrijrichting geselecteerd)
De schakelstand wordt gewijzigd zonder dat de rich-
tingaanwijzerschakelaar is gebruikt om een wegrij-
richting te selecteren terwijl de modus parkeerplaats
fileparkeren verlaten wordt gebruikt.
→Volg de aanwijzingen van het systeem.
MeldingSituatie/oplossing
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 493 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 495 of 754

494
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Wanneer de bediening tijdelijk wordt onderbroken
“Wrong Direction” (onjuiste richting)
Wanneer de ondersteuningsregeling start, rijdt de
auto in een richting die tegenovergesteld is aan de
begeleiding.
→
Volg de aanwijzingen van het systeem om naar
voren te rijden.
“Cannot Reach Desired Position” (kan
gewenste positie niet bereiken)
Het maximale aantal manoeuvres voor meerdere
keermanoeuvres wordt bereikt tijdens de ondersteu-
ningsregeling of de beoogde parkeerplaats kan niet
worden bereikt doordat de regeling wordt gebruikt op
een weg met een steile helling.
→Volg de aanwijzingen van de ondersteunings-
regeling en gebruik het systeem op een brede
plaats waar geen steile hellingen zijn.
MeldingSituatie/oplossing
“Steering Wheel Turned” (stuurwiel
gedraaid)
De bestuurder houdt het stuurwiel vast tijdens de
ondersteuningsregeling.
→Breng de auto tot stilstand en laat uw handen
op het stuurwiel rusten zonder druk uit te oefe-
nen. Druk vervolgens op de S-IPA-schakelaar
om de ondersteuningsregeling weer te starten.
“Excessive Speed” (snelheid te hoog)
De rijsnelheid wordt tijdens de ondersteuningsrege-
ling hoger dan 7 km/h
→Breng de auto tot stilstand en laat uw handen
op het stuurwiel rusten zonder druk uit te oefe-
nen. Druk vervolgens op de S-IPA-schakelaar
om de ondersteuningsregeling weer te starten.
“Pressure Applied to Steering Wheel”
(stuurwiel wordt vastgehouden)
De S-IPA-schakelaar wordt ingedrukt terwijl de onder-
steuningsregeling tijdelij k is onderbroken en het
stuurwiel stevig wordt vastgehouden.
→ Laat uw handen op het stuurwiel rusten zon-
der druk uit te oefenen. Breng vervolgens de
auto tot stilstand om de ondersteuningsrege-
ling weer te starten.
“Stop the Vehicle” (breng de auto tot
stilstand)
De S-IPA-schakelaar wordt ingedrukt terwijl de onder-
steuningsregeling tijdelij k is onderbroken en de auto
rijdt.
→ Laat uw handen op het stuurwiel rusten zon-
der druk uit te oefenen. Breng vervolgens de
auto tot stilstand om de ondersteuningsrege-
ling weer te starten.
MeldingSituatie/oplossing
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 494 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 496 of 754

495
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
“Resume” (hervatten)
De ondersteuningsregeling wo
rdt tijdelijk onderbro-
ken (kan opnieuw worden gestart)
→ Breng de auto tot stilstand en laat uw handen
op het stuurwiel rusten zonder druk uit te oefe-
nen. Druk vervolgens op de S-IPA-schakelaar
om de ondersteuningsregeling weer te starten.
“Too Close to Obstacle at Front” (te
dicht bij obstakel voor de auto)
“Shift to R” (zet de selectiehendel in
stand R)De auto kwam te dicht bij een obstakel voor de auto.
→Druk, nadat u de selectiehendel in stand R
hebt gezet, op de S-IPA-schakelaar om de
ondersteuningsregeling weer te starten.
“Too Close to Obstacle at Rear” (te
dicht bij obstakel achter de auto)
“Shift to D” (zet de selectiehendel in
stand D)De auto kwam te dicht bij een obstakel achter de
auto.
→Druk, nadat u de selectiehendel in stand D
hebt gezet, op de S-IPA-schakelaar om de
ondersteuningsregeling weer te starten.
MeldingSituatie/oplossing
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 495 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 497 of 754

496
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Sensoren
Signaleren de auto om de parkeer-
plaats te helpen bepalen.
Hatchback
Zijsensoren voor
Zijsensoren achter
WagonZijsensoren voor
Zijsensoren achter
■Voorzorgsmaatregelen tijdens het
gebruik
●Het detectiegebied van de sensor bij het
gebruik van de modus automatisch achter-
uit inparkeren
Beoogde parkeerplaats
●Het detectiegebied van de sensor bij het
gebruik van de Parallel Parking
Assist-modusBeoogde parkeerplaats
●Wanneer er een auto geparkeerd staat
achter de beoogde parkeerplaats, wordt
deze als gevolg van de afstand mogelijk
niet gesignaleerd. Ook wordt, afhankelijk
van de vorm van de auto en andere
omstandigheden, de detectieafstand
mogelijk korter of is signalering wellicht niet mogelijk.
●Andere objecten dan geparkeerde auto's,
zoals een paal of muur, worden mogelijk
niet gesignaleerd. Zelfs wanneer deze
objecten kunnen worden gesignaleerd,
wijkt de beoogde parkeerplaats mogelijk
af.
Voorzorgsmaatregelen tijdens
het gebruik
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page
496 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 498 of 754

497
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Palen
Muur
●Ook wijkt de beoogde parkeerplaats moge-
lijk af wanneer een voetganger, enz. wordt
gesignaleerd.
Voetganger
●Het Simple Intelligent Parking Assist-sys-
teem werkt mogelijk ni et wanneer roosters,
traanplaten o.i.d. worden gesignaleerd op
de parkeerplaats.
WAARSCHUWING
■Bij gebruik van het Simple Intelligent
Parking Assist-systeem
●Vertrouw niet uitsluitend op het Simple
Intelligent Parking As sist-systeem. Rijd,
net als bij auto's zonder dit systeem,
voorzichtig vooruit en achteruit terwijl u
de omgeving van de auto in de gaten
houdt.
●Rijd niet achteruit terwijl u op het
multi-informatiedisplay kijkt. Als u tij-
dens het achteruitrijden alleen op het
scherm van de monitor let, kan dat een
aanrijding of ongeval tot gevolg hebben,
aangezien het beeld dat op het scherm
van de monitor wordt weergegeven, kan
afwijken van de werkelijke situatie. Con-
troleer de omgeving van de auto tijdens
het achteruitrijden altijd visueel, zowel
met als zonder spiegels.
●Rijd langzaam terwijl u bij het achteruit-
en vooruitrijden de snelheid regelt met
het rempedaal.
●Als de kans bestaat dat de auto een
voetganger, een andere auto of een
ander obstakel zal raken, breng de auto
dan tot stilstand door het rempedaal in
te trappen en druk op de S-IPA-schake-
laar om het systeem uit te schakelen.
●Gebruik het systeem op een parkeer-
plaats met een vlakke ondergrond.
●Houd u aan de volgende voorzorgs-
maatregelen, aangezien het stuurwiel
tijdens het gebruik automatisch wordt
gedraaid.
• Het risico bestaat dat een stropdas, sjaal, uw arm, enz. vast komt te zitten in
het stuurwiel. Zorg dat uw bovenli-
chaam niet te dicht bij het stuurwiel
komt. Voorkom ook dat kinderen te dicht
bij het stuurwiel komen.
• U kunt uzelf tijdens het draaien van het stuurwiel bezeren als u lange vingerna-
gels hebt.
• Breng in een noodgeval de auto tot stil- stand door het rempedaal in te trappen
en druk op de S-IPA-schakelaar om het
systeem uit te schakelen.
●Controleer altijd of er voldoende ruimte
is voordat u probeert de auto te parke-
ren en het systeem te bedienen.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 497 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 499 of 754

498
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
WAARSCHUWING
●Gebruik het systeem in de volgende
situaties niet, aangezien het systeem u
mogelijk niet goed kan ondersteunen bij
het bereiken van de beoogde parkeer-
plaats, wat een ongeval tot gevolg kan
hebben.
• In een gebied waar geen parkeerplaat- sen zijn
• Op een onverharde parkeerplaats zon- der belijning, bijvoorbeeld op zand of
grind
• Op een parkeerplaats waarbij een hel- ling of golving in de weg is
• Op een bevroren, met sneeuw bedekte of gladde weg
• Op asfalt dat door hoge buitentempera- turen zacht is geworden
• Als er een obstakel aanwezig is tussen de auto en het beoogde parkeervak
• Gebruik van de sneeuwkettingen of het compacte reservewiel (indien aanwezig)
●Gebruik geen andere dan de door de
fabrikant aanbevolen banden. Mogelijk
werkt het systeem niet goed. Neem voor
het vervangen van de banden contact
op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
●In de volgende situaties kan het sys-
teem de auto mogelijk niet op de inge-
stelde locatie brengen.
• Als de banden erg versleten zijn of als de bandenspanning te laag is
• De auto is zeer zwaar beladen
• De auto staat schuin doordat bagage e.d. zich aan één kant van de auto
bevindt
• De parkeerplaats is voorzien van weg- verwarming om te voorkomen dat het
wegdek bevriest
Laat in eventuele andere gevallen waarbij
de instelde positie en de positie van de
auto erg verschillen de auto nakijken door
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
●Neem de volgende voorzorgsmaatrege-
len met betrekking tot de modus par-
keerplaats fileparkeren verlaten in acht.
De modus parkeerplaats fileparkeren
verlaten is een functie die wordt gebruikt
bij het wegrijden van een parkeerplaats
na het fileparkeren. Deze functie kan
echter mogelijk niet worden gebruikt
wanneer obstakels of mensen worden
gesignaleerd vóór de auto. Gebruik
deze functie uitsluitend bij het wegrijden
van een parkeerplaats na het fileparke-
ren. Wanneer de stuurregeling in wer-
king is, schakel dan het systeem uit met
de S-IPA-schakelaar of bedien het
stuurwiel om de regeling te beëindigen.
●Als de modus parkeer plaats fileparkeren
verlaten in de volgende gevallen
abusievelijk wordt gebruikt, raakt de
auto mogelijk een obstakel.
De functie voor het verlaten van de par-
keerplaats wordt gebruikt in een richting
waar zich een obstakel bevindt, maar
het obstakel wordt niet gesignaleerd
door de zijsensoren (bijvoorbeeld wan-
neer de auto direct naast een paal
staat).
●Neem de volgende voorzorgsmaatrege-
len in acht, aangezien de sensoren
mogelijk niet meer goed werken, wat
een ongeval tot gevolg kan hebben.
• Stel de sensor niet bloot aan sterke schokken door er tegen te slaan, enz.
Anders werken de s ensoren mogelijk
niet goed.
• Spuit bij het wassen van de auto met een hogedrukreiniger niet rechtstreeks
op de sensoren. De apparatuur werkt
mogelijk niet goed als gevolg van bloot-
stelling aan een sterke waterdruk. Wan-
neer de bumper iets raakt, werkt de
apparatuur mogelijk niet goed meer als
gevolg van een storing in de sensor.
Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 498 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 500 of 754

499
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
WAARSCHUWING
●De sensoren werken in de volgende
situaties mogelijk niet goed, wat een
ongeval tot gevolg kan hebben. Rijd met
de nodige voorzichtigheid.
• Obstakels aan de zijkant kunnen niet worden gesignaleerd totdat de scan van
de zijkanten is voltooid. ( →Blz. 448)
• Zelfs nadat de scan van de zijkanten is voltooid, kunnen obstakels zoals andere
voertuigen, mensen of dieren die vanaf
opzij naderen niet worden gesignaleerd.
• De sensor is bevroren (zodra de sensor ontdooit, zal het systeem weer normaal
werken).
Er wordt mogelijk een waarschuwings-
melding weergegeven bij zeer lage tem-
peraturen doordat de sensor is bevroren
en hij daardoor mogelijk geen gepar-
keerde auto's signaleert.
• De sensor wordt geblokkeerd door iemands hand.
• De auto staat erg schuin.
• Bij extreem hoge of lage temperaturen.
• Er wordt gereden op een golvende weg, helling, grindweg, in een gebied waar
het gras hoog is, enz.
• Er bevindt zich een bron van ultrasoon- golven in de buurt, zoals een claxon of
sensoren van een ander voertuig, de
motor van een motorfiets of de lucht-
remmen van een groot voertuig.
• Zware regenval of een andere oorzaak waardoor er te veel water op uw auto
terechtkomt.
• De hoek van de sensor wijkt mogelijk af wanneer de ondersteuningsregeling
start, zelfs wanneer er een geparkeerde
auto op de beoogde parkeerplaats
staat. Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
• Monteer geen accessoires binnen het detectiegebied van de sensor.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 499 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM