display TOYOTA COROLLA HATCHBACK 2020 Kezelési útmutató (in Hungarian)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2020, Model line: COROLLA HATCHBACK, Model: TOYOTA COROLLA HATCHBACK 2020Pages: 754, PDF Size: 111.24 MB
Page 464 of 754

463
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Als de Parking Support Brake in wer-
king is getreden
Als de auto is stilgezet door de werking van
de Parking Support Brake, wordt de Parking
Support Brake uitgeschakeld en gaat het
controlelampje PKSB OFF branden. Als de
Parking Support Brake onnodig in werking
treedt, kan de remregeling worden geannu-
leerd door het rempedaal in te trappen of
door ongeveer 2 seconden te wachten totdat
deze automatisch wordt geannuleerd. Vervol-
gens kunt u verder rijden door het gaspedaal
in te trappen.
■Opnieuw inschakelen van de Parking
Support Brake
Wanneer de Parking Support Brake is uitge-
schakeld door de werking ervan, kunt u zelf
het systeem weer inschakelen ( →Blz. 459) of
het contact UIT en vervolgens weer AAN zet-
ten. Het systeem wordt automatisch weer
ingeschakeld als het obstakel zich niet langer
in de rijrichting van de auto bevindt of als de
auto van rijrichting verandert (bijvoorbeeld
achteruit in plaats van vooruit of andersom).
■Wanneer “Parking Support Brake
Unavailable” (Parking Support Brake
niet beschikbaar) op het multi-informa-
tiedisplay wordt weergegeven en het
controlelampje PKSB OFF knippert
●Wanneer deze melding wordt weergege-
ven is een sensor op de voor- of achter-
bumper mogelijk vuil. Reinig de sensoren
en het omliggende gebied op de bumpers.
●Mogelijk is het systeem na het losnemen
en weer aansluiten van een accuklem niet
geïnitialiseerd. Initialiseer het systeem.
( → Blz. 463)
Als deze melding na de initialisatie nog
steeds wordt weergegeven, laat de auto
dan controleren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
■Wanneer “Parking Support Brake
Unavailable” (Parking Support Brake
niet beschikbaar) en “Parking Assist
Unavailable Clean Parking Assist Sen-
sor” (Parking Assist niet beschikbaar,
reinig Parking Assist-sensor) op het
multi-informatiedisplay worden weerge-
geven en het controlelampje PKSB OFF
knippert
●Mogelijk is een van de sensoren bedekt
met bijvoorbeeld ijs, sneeuw of vuil. Verwij-
der dan het ijs, de sneeuw, het vuil e.d. van
de sensor om te zorgen dat het systeem
weer normaal werkt. Als deze melding na
het schoonmaken van de sensor nog
steeds wordt weergegeven of wordt weer-
gegeven ondanks dat de sensor schoon is,
laat uw auto dan controleren door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
●Mogelijk is een van de sensoren bevroren.
Zodra het ijs smelt, zal het systeem weer
normaal werken.
●Er kan continu water over de sensor stro-
men, zoals bij zware regenval. Als het sys-
teem signaleert dat de toestand weer
normaal is, zal het systeem weer normaal
werken.
■Als een accuklem is losgenomen en
weer is aangesloten
Het systeem moet worden geïnitialiseerd.
Rijd om het systeem te initialiseren gedu-
rende ten minste 5 seconden recht vooruit
met een snelheid van ongeveer 35 km/h of
hoger.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 463 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 476 of 754

475
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■PKSB (Parking Support Brake) terwijl
het Simple Intelligent Parking
Assist-systeem in werking is
Als het Simple Intelligent Parking Assist-sys-
teem in werking is en het systeem een obsta-
kel signaleert dat een aanrijding kan
veroorzaken, treden de begrenzingsregeling
van het motorvermogen en de remregeling
van de PKSB (Parking Support Brake) in
werking, ongeacht of de PKSB (Parking Sup-
port Brake) is in- of uitgeschakeld.
( → Blz. 459)
●Nadat de PKSB (Parking Support Brake) in
werking is getreden, wordt de werking van
het Simple Intelligent Parking Assist-sys-
teem tijdelijk gestopt en wordt de werking
van de PKSB (Parking Support Brake) op
het multi-informatiedisplay weergegeven.
( → Blz. 459)
●Wanneer de werking van het Simple Intelli-
gent Parking Assist- systeem 3 keer is
gestopt als gevolg van de werking van de
PKSB (Parking Support Brake), wordt het
Simple Intelligent Parking Assist-systeem
uitgeschakeld.
●Zodra het Simple Intelligent Parking
Assist-systeem beschikbaar is nadat de
PKSB (Parking Support Brake) in werking
is getreden, wordt er een melding op het
multi-informatiedisplay weergegeven die u
laat weten dat u moet schakelen. De wer-
king van het Simple Intelligent Parking
Assist-systeem kan worden hervat door te
schakelen overeenkomstig de aanwijzing
op het multi-informatiedisplay en door de
S-IPA-schakelaar ( →Blz. 476) nogmaals in
te drukken.
Tabel met ondersteuningsmodi en functies van het Simple Intelligent
Parking Assist-systeem
OndersteuningsmodusWijze van par-
kerenOverzicht van functiesZie bladzijde
Modus automatisch
fileparkerenFileparkeren
Begeleiding wordt geboden om de
beoogde parkeerplaats te signaleren
en een positie te bereiken van waaruit
achteruit kan worden gereden. Onder-
steuning wordt geboden vanaf het punt
waar de auto achteruit begint te rijden
tot het moment dat hij de beoogde par-
keerplaats bereikt.
Blz. 478
Modus parkeerplaats
fileparkeren verlatenParkeerplaats
fileparkeren
verlaten
De ondersteuning begint na het filepar-
keren van de auto. Ondersteuning
wordt geboden om de auto vanuit de
parkeerplaats te begeleiden naar een
positie van waaruit hij kan wegrijden.
Blz. 482
Modus automatisch
achteruit inparkeren
(met functie voor
begeleiding bij vooruit
rijden)
Achteruit
inparkeren
De ondersteuning begint nadat de auto
voor de beoogde parkeerplaats tot stil-
stand is gebracht en helpt bij het ach-
teruit de parkeerplaats inrijden,
inclusief begeleiding om een positie te
bereiken van waaruit achteruit kan
worden gereden.
Blz. 486
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 475 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 477 of 754

476
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Schakelen terwijl het Simple Intelligent
Parking Assist-systeem in werking is
Als het systeem vaststelt dat de bestuurder
van plan is om vooruit of achteruit te rijden,
blijft de ondersteuning werken, ook al heeft
de bestuurder geschakeld voordat dit door
het systeem werd aangegeven. Doordat de
bediening door de bestuurder verschilt van
de door het systeem geboden ondersteuning,
neemt het aantal keermanoeuvres mogelijk
toe.
■Wijzigen met de S-IPA-schakelaar
Druk op de schakelaar.
Hiermee kunt u schakelen tussen de
functies en de ondersteuningsmodi uit-
of inschakelen.
Telkens wanneer de S-IPA-schakelaar
wordt ingedrukt terwijl het contact AAN
staat en de rijsnelheid ongeveer 30
km/h of lager is, wijzigt de functie als
volgt.
De geselecteerde functie wordt weer-
gegeven op het bedieningsdisplay op
het multi-informatiedisplay ( →Blz. 476).
Elke keer dat de S-IPA-schakelaar
ingedrukt wordt terwijl de selectie-
hendel niet in stand P staat, wijzigt
de modus als volgt: Modus automatisch fileparkeren
→Modus automatisch achteruit
inparkeren
*→Uit
Elke keer dat de S-IPA-schakelaar
ingedrukt wordt terwijl de selectie-
hendel in stand P staat, wijzigt de
modus als volgt:
Modus parkeerplaats fileparkeren
verlaten
→Uit
*: De modus automatisch achteruit inparke-
ren kan worden ingeschakeld wanneer
aan de desbetreffende werkingsvoorwaar-
den wordt voldaan ( →Blz. 481). Wanneer
er niet aan de werkingsvoorwaarden
wordt voldaan, wordt hij uitgeschakeld.
Het begeleidingsscherm wordt weerge-
geven op het multi-informatiedisplay.
Weergave bediening
Geeft de bedrijfsconditie van het Simple
Intelligent Parking Assist-systeem weer.
Stopweergave
Trap wanneer dit brandt het rempedaal in en
breng de auto direct tot stilstand.
Indicator mate van assistentie
Geeft een statusbalk weer waarop wordt
aangegeven hoe ver de auto is verwijderd
van zijn stoppositie/wat de positie is waarbij
de ondersteuningsregeling eindigt.
Icoon S-IPA-schakelaar
Wijzigen van de
ondersteuningsmodus
Begeleidingsscherm
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 476 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 478 of 754

477
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Wordt weergegeven wanneer de ondersteu-
ningsmodus kan worden gewijzigd en het
systeem kan worden uit- of ingeschakeld
met de S-IPA-schakelaar.
Weergave Toyota Parking
Assist-sensor/weergave portierposi-
tie (open/dicht)
→
Blz. 446
Weergave automatische bediening
van het stuurwiel
Geeft weer wanneer het stuurwiel automa-
tisch wordt bediend.
Adviesweergave
Volg de op het display getoonde aanwijzin-
gen op en voer de aangegeven handelingen
uit. In de afbeelding wordt als voorbeeld een
display getoond waarop staat aangegeven
dat het rempedaal moet worden ingetrapt
om de rijsnelheid te regelen en dat u moet
controleren of de omgeving veilig is.
■Controlelampje S-IPA in het instrumen-
tenpaneel ( →B l z . 111 )
Dit controlelampje gaat branden wanneer het
stuurwiel automatisch wordt bediend door het
Simple Intelligent Parking Assist-systeem.
Nadat de regeling wordt beëindigd, knippert
het controlelampje korte tijd en dooft het ver-
volgens.
■Pop-updisplay Toyota Parking
Assist-sensor
Als het Simple Intelligent Parking Assist-sys-
teem in werking is en de PKSB (Parking Sup-
port Brake) een obstakel signaleert,
verschijnt automatisch een pop-updisplay
van de Toyota Parking Assist-sensor op het
begeleidingsscherm ( →Blz. 446), ongeacht
of de PKSB (Parking Support Brake) is in- of
uitgeschakeld. ( →Blz. 446)
De ondersteuningsmodus wordt in de
volgende gevallen geannuleerd of
gestopt.
De ondersteuningsregeling wordt
geannuleerd wanneer
De functie voor het behoud van de
temperatuur van het systeem in wer-
king is
Er een systeemstoring is
Het systeem heeft bepaald dat de
omgeving van de parkeerplaats niet
geschikt is voor verdere ondersteu-
ning
Pak wanneer de ondersteuningsrege-
ling wordt geannuleerd het stuurwiel
stevig vast, trap het rempedaal in en
breng de auto tot stilstand.
Begin nogmaals vanaf het begin, aan-
gezien het systeem al geannuleerd is.
Wanneer u verdergaat met handmatig
parkeren, bedien dan het stuurwiel
zoals u dat normaal ook zou doen.
De ondersteuningsregeling wordt
gestopt wanneer
Het stuurwiel wordt bediend
De rijsnelheid wordt tijdens de
ondersteuningsregeling hoger dan 7
km/h
Het PKSB-systeem (Parking Sup-
port Brake) werkt
Wanneer de ondersteuningsregeling
wordt gestopt, kan deze weer worden
hervat door de aanwijzingen op het
scherm te volgen.
Annuleren of stoppen van de
ondersteuningsmodus
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 477 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 479 of 754

478
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Als de rijsnelheid hoger dreigt te wor-
den dan de snelheidslimiet tijdens de
ondersteuningsregeling
Er klinkt een zoemer en er verschijnt een
melding dat de mogelijkheid bestaat dat de
rijsnelheid de snelheidslimiet zal overschrij-
den. Trap, wanneer de melding wordt weer-
gegeven, het rempedaal direct in om te
decelereren. Als de auto blijft accelereren,
wordt de ondersteuningsregeling onderbro-
ken wanneer de rijsnelheid een bepaalde
snelheid overschrijdt. ( →Blz. 494)
■Overzicht van functies
Wanneer er een parkeerplaats kan wor-
den gesignaleerd, wordt u naar voren
begeleid tot u de startpositie voor de
ondersteuningsregeling hebt bereikt.
Vervolgens kan de Parallel Parking
Assist-modus worden gebruikt. Boven-
dien wordt er afhankelijk van de par-
keerplaats en andere omstandigheden
en indien nodig ondersteuning verleend
bij het maken van meerdere keerma-
noeuvres. 1
Blijf naar voren rijden en houd daar-
bij de auto parallel aan de stoep-
rand of de weg. Stop op het punt
waarbij het midden van de beoogde
parkeerplaats vrijwel haaks op de
auto staat. Druk vervolgens 1 keer
op de S-IPA-schakelaar om de
modus automatisch fileparkeren te
selecteren.
2 Rijd recht vooruit en blijf daarbij
parallel aan de weg of stoeprand,
zodat de parkeerplaats wordt gesig-
naleerd.
3 Er is een geluid te horen en er wordt
een display weergegeven om u te
laten weten wanneer de auto een
positie bereikt vanaf waar de onder-
steuningsregeling kan worden
gebruikt om achteruit te rijden.
Wanneer vervolgens de scha-
kelstand wordt gewijzigd overeen-
komstig de aanwijzingen van het
systeem, begint de automatische
bediening van het stuurwiel.
Als de gesignaleerde parkeerplaats of de
weg (afstand tot de rand van de weg tegen-
over de parkeerplaats) smal is of als er zich
obstakels voor de auto bevinden, wordt er
geen begeleiding gegeven.
Fileparkeren (modus
automatisch fileparkeren)
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 478 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 480 of 754

479
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
4
Het parkeren is voltooid.
Hiermee is de ondersteuningsmodus vol-
tooid. Afhankelijk van de conditie van de
parkeerplaats worden de begeleiding voor
de beginpunten voor naar voren rijden en
achteruitrijden en de automatische bedie-
ning van het stuurwiel telkens wanneer
meerdere keermanoeuvres nodig zijn, her-
haald. Hierbij wordt stap 3 gevolgd vanaf het
moment dat de auto achteruit begint te rijden
totdat het parkeren is voltooid.
■Parkeren
1 Stop op het punt waarbij het midden
van de beoogde parkeerplaats vrij-
wel haaks op de auto staat. Druk
vervolgens 1 keer op de
S-IPA-schakelaar en controleer of
het display op het multi-informatie-
display terugkeert naar “Parallel
Parking” (fileparkeren).
Iedere keer dat er op de S-IPA-scha-
kelaar wordt gedrukt, wijzigt de
modus. ( →Blz. 476)
Wanneer de rijsnelheid ongeveer 30
km/h of hoger is, kan door het
indrukken van de S-IPA-schakelaar
niet worden overgeschakeld naar de
weergave “Parallel Parking” (filepar-
keren). 2
Rijd recht vooruit en blijf daarbij
parallel aan de weg of stoeprand.
Laat een ruimte van ongeveer 1 m
tussen uw auto en de geparkeerde
auto's.
1 m
Rijd langzaam.
Het systeem begint een parkeer-
plaats te zoeken.
Tijdens het zoeken naar een par-
keerplaats kan de richtingaanwijzer-
schakelaar ( →Blz. 331) worden
bediend om een parkeerplaats links
of rechts te selecteren.
Wanneer u de functie wilt uitschake-
len, druk dan eenmaal op de
S-IPA-schakelaar.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 479 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 481 of 754

480
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Wanneer een parkeerplaats is gesig-
naleerd, wijzigt het scherm.
3 Breng de auto tot stilstand wanneer
een gelijkmatig piepsignaal te horen
is en de stopweergave ( →Blz. 476)
op het display wordt weergegeven.
4 Als de selectiehendel in stand R
wordt gezet, klinkt er een hoog
piepsignaal en start de ondersteu-
ningsregeling.
Wanneer de automatische bediening
van het stuurwiel begint, worden de
weergave van de automatische
bediening van het stuurwiel en de
indicator die de mate van assistentie
aangeeft ( →Blz. 476) op de display-
zone weergegeven.
Druk op de S-IPA-schakelaar om de
ondersteuningsregeling te stoppen.
5 Neem een normale zithouding voor
achteruitrijden aan, laat uw handen
lichtjes en zonder kracht te gebrui-
ken op het stuurwiel rusten, contro-
leer of het gebied achter en rondom
de auto veilig is, controleer of er
zich geen obstakels bevinden op de
parkeerplaats en rijd langzaam ach- teruit terwijl u de rijsnelheid regelt
met het rempedaal.
Wanneer u te snel achteruitrijdt,
klinkt er een schril piepsignaal en
stopt de ondersteuningsregeling.
(→Blz. 477)
Wanneer de auto niet netjes in één
keer de beoogde parkeerplaats kan
worden ingereden en er meerdere
keermanoeuvres nodig zijn, ga dan
naar stap 6.
Wanneer er niet meerdere keerma-
noeuvres nodig zijn, ga dan naar
stap 12.
6 Breng de auto tot stilstand wanneer
een gelijkmatig piepsignaal te horen
is en de stopweergave ( →Blz. 476)
op het display wordt weergegeven.
7 Zet de selectiehendel in stand D of
M.
8 Neem een normale zithouding aan,
laat uw handen lichtjes en zonder
kracht te gebruiken op het stuurwiel
rusten, controleer of het gebied voor
en rondom de auto veilig is en rijd
langzaam vooruit terwijl u de rijsnel-
heid regelt met het rempedaal.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 480 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 482 of 754

481
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
9
Breng de auto tot stilstand wanneer
een gelijkmatig piepsignaal te horen
is en de stopweergave ( →Blz. 476)
op het display wordt weergegeven.
10 Zet de selectiehendel in stand R.
11 Neem een normale zithouding voor
achteruitrijden aan, laat uw handen
lichtjes en zonder kracht te gebrui-
ken op het stuurwiel rusten, contro-
leer of het gebied achter en rondom
de auto veilig is en rijd langzaam
achteruit terwijl u de rijsnelheid
regelt met het rempedaal.
Afhankelijk van de conditie van de parkeer-
plaats moeten de stappen 6 tot 11 mogelijk
worden herhaald.
12 Wanneer de auto zich bijna geheel
binnen de beoogde parkeerplaats
bevindt, klinkt er een hoog piepsig-
naal en wordt de stopweergave op
het display weergegeven. Breng de
auto tot stilstand.
Hiermee is de modus automatisch fileparke-
ren voltooid.
Na het stoppen kunt u naar wens de
auto nog manoeuvreren om de
gewenste parkeerplaats te bereiken.
Houd bij het achteruitrijden de
omgeving voor en achter de auto in
de gaten. Controleer de omgeving
ook via de (buiten)spiegels.
■Werkingsvoorwaarden modus automa-
tisch fileparkeren
●Rijd langzaam (met een snelheid waarbij
de auto snel tot stilstand kan worden
gebracht) om de modus automatisch file-
parkeren goed te laten werken. Houd de
auto parallel aan de weg (of stoeprand)
terwijl u een afstand van ongeveer 1 m tot
de geparkeerde auto's aanhoudt.
●De functie kan niet worden gebruikt wan-
neer de rijsnelheid ongeveer 30 km/h of
hoger is.
●De zijsensoren voor en zijsensoren achter
worden gebruikt om geparkeerde auto's te
signaleren en de parkeerplaats te bepalen.
Daarom wordt er geen begeleiding gege-
ven wanneer signalering niet mogelijk is
( → Blz. 497).
●Als er geen geparkeerde auto's zijn, kan
de parkeerplaats niet worden bepaald.
Daardoor kan de Parallel Parking
Assist-modus niet worden bediend.
●Wanneer de omgeving van de parkeer-
plaats niet kan worden gesignaleerd, werkt
de Parallel Parking Assist-modus mogelijk
niet.
●De begeleiding blijft werken totdat de rij-
snelheid ongeveer 30 km/h of hoger wordt
of totdat de functie wordt uitgeschakeld
met de S-IPA-schakelaar.
■Timing voor het indrukken van de
S-IPA-schakelaar
In de volgende gevallen werkt de ondersteu-
ningsmodus mogelijk ook tijdens de stappen
die worden gevolgd bij het parkeren met
behulp van de modus automatisch fileparke-
ren. Voer in deze gevallen echter de parkeer-
procedures uit overeenkomstig de informatie
op het multi-informatiedisplay.
●In stap 1 wordt de S-IPA-schakelaar inge-
drukt nadat de beoogde parkeerplaats al is
gepasseerd.
Als de auto niet is gestopt in stap 1, kunt u
door de S-IPA-schakelaar 1 keer in te druk-
ken terwijl de auto rijdt, “Parallel Parking”
(fileparkeren) selecteren en direct verder-
gaan naar stap 2.
●De auto wordt naar de positie in stap 3
gereden zonder dat de S-IPA-schakelaar
wordt ingedrukt. Vervolgens wordt na het
in stand R zetten van de selectiehendel de
S-IPA-schakelaar ingedrukt.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 481 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 484 of 754

483
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
1
Druk, terwijl de selectiehendel in
stand P staat, op de S-IPA-schake-
laar, selecteer de modus parkeer-
plaats fileparkeren verlaten en
bedien de richtingaanwijzerschake-
laar om de gewenste uitrijrichting te
selecteren.
2 De automatische bediening van het
stuurwiel begint wanneer de scha-
kelstand wordt gewijzigd overeen-
komstig de door het systeem
geleverde begeleiding.
3 Er is een geluid te horen en er wordt
een display weergegeven om u te
laten weten wanneer de auto de
positie bereikt van waaruit kan wor-
den weggereden.
Afhankelijk van de conditie van de parkeer-
plaats worden de begeleiding voor de begin-
punten voor naar voren rijden en
achteruitrijden en de automatische bedie-
ning van het stuurwiel telkens wanneer
meerdere keermanoeuvres nodig zijn, her-
haald vanaf het moment dat de automati-
sche bediening van het stuurwiel begint in
stap 2 tot het moment dat de auto een posi-
tie bereikt van waaruit kan worden weggere-
den.
■Gebruik van de modus parkeer-
plaats fileparkeren verlaten om
weg te rijden
1 Druk, terwijl de selectiehendel in
stand P staat, op de S-IPA-schake-
laar en controleer of het display op
het multi-informatiedisplay terug-
keert naar “Exit Parallel Parking”
(parkeerplaats fileparkeren verla-
ten).
2 Bedien de richtingaanwijzerschake-
laar ( →Blz. 331) om te selecteren of
u linksaf of rechtsaf wilt wegrijden.
Als zich in de richting waarin u wegrijdt
obstakels bevinden, bepaalt het systeem dat
wegrijden niet mogelijk is en wordt de onder-
steuningsregeling uitgeschakeld.
3 Als de selectiehendel in stand R (of
D) wordt gezet overeenkomstig het
advies op het scherm ( →Blz. 476),
klinkt er een hoog piepsignaal en
start de ondersteuningsregeling.
De procedure vanaf stap 4 is voor het geval
het advies “Shift to R” (schakel stand R in)
op het scherm wordt weergegeven nadat de
richtingaanwijzerschakelaar is bediend om
een wegrijrichting te selecteren.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 483 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 485 of 754

484
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Wanneer de automatische bediening
van het stuurwiel begint, worden de
weergave van de automatische
bediening van het stuurwiel en de
indicator die de mate van assistentie
aangeeft ( →Blz. 476) op de display-
zone weergegeven.
Druk op de S-IPA-schakelaar om de
ondersteuningsregeling te stoppen.
4 Neem een normale zithouding voor
achteruitrijden aan, laat uw handen
lichtjes en zonder kracht te gebrui-
ken op het stuurwiel rusten, contro-
leer of het gebied achter en rondom
de auto veilig is en rijd langzaam
achteruit terwijl u de rijsnelheid
regelt met het rempedaal.
Wanneer u te snel achteruitrijdt,
klinkt er een schril piepsignaal en
stopt de ondersteuningsregeling.
(→Blz. 477)
5 Breng de auto tot stilstand wanneer
een gelijkmatig piepsignaal te horen
is en de stopweergave ( →Blz. 476)
op het display wordt weergegeven.
6 Zet de selectiehendel in stand D of
M. 7
Neem een normale zithouding aan,
laat uw handen lichtjes en zonder
kracht te gebruiken op het stuurwiel
rusten, controleer of het gebied voor
en rondom de auto veilig is en rijd
langzaam vooruit terwijl u de rijsnel-
heid regelt met het rempedaal.
Wanneer er niet in één keer kan wor-
den weggereden en er meerdere
keermanoeuvres nodig zijn, ga dan
naar stap 8.
Wanneer er niet meerdere keerma-
noeuvres nodig zijn, ga dan naar
stap 14.
8 Breng de auto tot stilstand wanneer
een gelijkmatig piepsignaal te horen
is en de stopweergave ( →Blz. 476)
op het display wordt weergegeven.
9 Zet de selectiehendel in stand R.
10 Neem een normale zithouding voor
achteruitrijden aan, laat uw handen
lichtjes en zonder kracht te gebrui-
ken op het stuurwiel rusten, contro-
leer of het gebied achter en rondom
de auto veilig is en rijd langzaam
achteruit terwijl u de rijsnelheid
regelt met het rempedaal.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 484 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM