TOYOTA COROLLA HYBRID 2020 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2020, Model line: COROLLA HYBRID, Model: TOYOTA COROLLA HYBRID 2020Pages: 586, PDF Size: 99.76 MB
Page 61 of 586

60
COROLLA HV_TMMT_EE1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
■Onderste ISOfix-bevestigingspun-
ten (ISOfix-baby-
of kinderzitje)
Voor de buitenste z itplaatsen achter
zijn onderste bevestigingspunten aan-
wezig. (Merktekens geven aan waar de
bevestigingspunten zich in de stoelen
bevinden.)
■Plaatsing met onderste
ISOfix-bevestigingspunt
(ISOfix-baby- of kinderzitje)
Plaats het baby- of kinderzitje aan de
hand van de bijgesl oten handleiding.
Als het desbetreffende baby- of kinder-
zitje niet binnen de “universele” catego-
rie valt (of de benodigde informatie
staat niet in de tabel), raadpleeg dan de
“voertuiglijst” van de fabrikant van het
baby- of kinderzit je voor de diverse
mogelijke montageposities of doe
navraag naar de compatibiliteit bij de
verkoper van het zitje. ( →Blz. 51, 52)
1 Verwijder indien mogelijk de hoofd-
steun indien deze de werking van
het baby- of kinderzitje hindert.
Zet anders de hoofdsteun in de
hoogste stand. ( →Blz. 174)
2 Verwijder de klepjes van de bevesti-
gingspunten en pl aats het baby- of
kinderzitje op de stoel.
De stangen worden achter de klepjes van de
bevestigingspunten geplaatst.
WAARSCHUWING
■Als er een baby- of kinderzitje wordt
geplaatst
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg
hebben.
●Laat kinderen niet met de veiligheids-
gordel spelen. Als d e veiligheidsgordel
om de nek van het kind draait, kan het
kind stikken of ernstig letsel oplopen.
Als dit gebeurt en de gordelsluiting niet
kan worden losgemaakt, knip de gordel
dan door met een schaar.
●Controleer of de gesp goed in de gor-
delsluiting is vergrendeld en of de veilig-
heidsgordel niet gedraaid is.
●Beweeg het baby- of kinderzitje naar
links en naar rechts en naar voren en
naar achteren om te controleren of het
goed is geplaatst.
●Verstel de rugleuning niet meer nadat
het baby- of kinderzitje is geplaatst.
●Controleer als er een zitkussen
geplaatst is altijd of de schoudergordel
over het midden van de schouder van
het kind loopt. De gordel mag niet langs
de nek van het kind lopen, maar mag
ook niet van de schouder van het kind
vallen.
●Volg bij het plaatsen van een baby- of
kinderzitje altijd d e gebruiksaanwijzing
van de fabrikant.
Baby- of kinderzitje vastgezet
met een onderste
ISOfix-bevestigingspunt
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 60 T hursday, October 3, 2019 10:56 AM
Page 62 of 586

61
1
COROLLA HV_TMMT_EE 1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Veiligheid en beveiliging
3
Beweeg het baby- of kinderzitje na
het plaatsen naar achteren en naar
voren om te controleren of het goed
vastzit. ( →Blz. 60)
■Bevestigingspunten bovenste
gordel
Voor de buitenste z itplaatsen achter
zijn bevestigingspunten voor de boven-
ste gordel aanwezig. Gebruik de bevestigingspunten voor de
bovenste gordel bij
het vastmaken van
de bovenste gordel.
Stoelen met verst elbare hoofdsteun
Bevestigingspunten bovenste gor-
del
Bovenste gordel
Stoelen met geïntegreerde hoofd-
steun Bevestigingspunten bovenste gor-
del
Bovenste gordel
■Bovenste gordel vastmaken aan
de bevestigingspunten voor de
bovenste gordel
Plaats het baby- of kinderzitje aan de
hand van de bijgesl oten handleiding.
1 Zet de hoofdsteun in de hoogste
stand.
WAARSCHUWING
■Als er een baby- of kinderzitje wordt
geplaatst
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg
hebben.
●Verstel de rugleuning niet meer nadat
het baby- of kinderzitje is geplaatst.
●Controleer bij het gebruik van de onder-
ste bevestigingspunten of er geen
vreemde voorwerpen rond de bevesti-
gingspunten aanwezig zijn en of de gor-
del niet klem zit achter het zitje.
●Volg bij het plaatsen van een baby- of
kinderzitje altijd d e gebruiksaanwijzing
van de fabrikant.
Met een bevestigingspunt voor
de bovenste gordel
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 61 T hursday, October 3, 2019 10:56 AM
Page 63 of 586

62
COROLLA HV_TMMT_EE1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Verwijder indien mogelijk de hoofdsteun
indien deze de plaatsing van het baby- of
kinderzitje of de bovenste gordel hindert.
( → Blz. 174)
2 Zet de haak vast aan het bevesti-
gingspunt voor de bovenste gordel
en trek de bovenste gordel aan.
Controleer of de bovenste gordel goed
vastzit. ( →Blz. 60)
Wanneer u het baby- of kinderzitje plaatst
terwijl de hoofdsteun omhoog staat, zorg er
dan voor dat de bovenste gordel onder de
hoofdsteun door loopt.
Stoelen met verstelbare hoofdsteun
Haak
Bovenste gordel
Stoelen met geïntegreerde hoofd-
steunHaak
Bovenste gordel
WAARSCHUWING
■Als er een baby- of kinderzitje wordt
geplaatst
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernsti g letsel tot gevolg
hebben.
●Bevestig de bovenste gordel stevig en
controleer of de gordel niet gedraaid is.
●Bevestig de bovenste gordel uitsluitend
aan de bevestigingspunten voor de
bovenste gordel.
●Verstel de rugleuning niet meer nadat
het baby- of kinderzitje is geplaatst.
●Volg bij het plaatsen van een baby- of
kinderzitje altijd de gebruiksaanwijzing
van de fabrikant.
●Wanneer u het baby- of kinderzitje
plaatst terwijl de hoofdsteun omhoog
staat, nadat de hoofdsteun omhoog is
gezet en het bevestigingspunt voor de
bovenste gordel vervolgens is vastge-
maakt, zet de hoofdsteun dan niet in
een lagere stand.
OPMERKING
■Bevestigingssteunen (bovenste gor-
del)
Sluit het klepje wanneer het bevestigings-
punt niet wordt gebruikt. Wanneer het
klepje open blijft, kan het beschadigd
raken.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 62 T hursday, October 3, 2019 10:56 AM
Page 64 of 586

63
1
COROLLA HV_TMMT_EE 1-3. Noodoproep
Veiligheid en beveiliging
1-3.Noodoproep
*1: Indien aanwezig
*2: Werkt binnen het eCall-dekkingsgebied.
De systeemnaam kan per land verschil-
lend zijn.
Microfoon
Toets SOS
*
Controlelampjes
Luidspreker
*: Deze toets is bestemd voor communicatie met de eCall-medewerker.
Andere SOS-toetsen van overige syste-
men van een auto hebben geen betrek-
king op het apparaat en zijn niet bestemd
voor communicatie met de eCall-mede-
werker.
■Automatische noodoproepen
Als een airbag wordt geactiveerd, belt
het systeem automatisch het eCall-con-
trolecentrum.
* De medewerker van het
controlecentrum ont vangt de locatie
van de auto, het t ijdstip waarop het
ongeval plaatsvond en het VIN van de
auto, en probeert de inzittenden van de
auto te spreken om de ernst van de
situatie te beoordelen. Als de inzitten-
den niet in staat zi jn om te communice-
ren, behandelt de medewerker de
oproep als een noodgev al, neemt hij of
zij contact op met de dichtstbijzijnde
hulpdiensten (112, enz.) en verzoekt hij
of zij om assistentie ter plaatse.
*: In sommige gevallen kan er geen oproep worden verzonden. ( →Blz. 64)
■Handmatige noodoproepen
Druk in een noodsit uatie op de toets
SOS om het eCall-controlecentrum te
bellen.
* De medewerker van het contro-
lecentrum zal de locatie van uw auto
bepalen, de situatie beoordelen en de
benodigde hulpdiensten sturen.
Open de afdekking voordat u op de
toets SOS drukt.
eCall*1, 2
eCall is een telematicadienst die
gebruikmaakt van gegevens van
het Global Navigation Satellite
System (GNSS) en ingebouwde
cellulaire techn ologie, waardoor
de volgende noodoproepen moge-
lijk zijn: automatische noodoproe-
pen (automatische melding van
een aanrijding) en handmatige
noodoproepen (door het indruk-
ken van de toets SOS). Deze
dienst is door regelgeving van de
Europese Unie verplicht gesteld.
Systeemonderdelen
Noodoproepdiensten
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 63 T hursday, October 3, 2019 10:56 AM
Page 65 of 586

64
COROLLA HV_TMMT_EE1-3. Noodoproep
Als u per ongeluk op de toets SOS hebt
gedrukt, zeg dan tegen de medewerker dat
er geen sprake is van een noodgeval.
*: In sommige gevallen kan er geen oproep worden verzonden. ( →Blz. 64)
Wanneer het contact AAN wordt gezet,
gaat het rode controlelampje gedu-
rende 10 seconden branden en gaat
vervolgens het groene controlelampje
branden om aan te geven dat het sys-
teem is ingeschakeld. De controlelamp-
jes geven het volgende aan:
Als het groene cont rolelampje gaat
branden en blijft branden, is het sys-
teem ingeschakeld.
Als het groene controlelampje twee-
maal per seconde knippert, wordt er
een automatische of handmatige
noodoproep gedaan.
Als er geen controlelampjes bran-
den, is het systeem niet ingescha-
keld.
Als het rode contr olelampje brandt
op een ander mom ent dan direct na
het AAN zetten van het contact, is er
mogelijk een stori ng in het systeem
aanwezig of is de back-upbatterij
mogelijk leeg.
Als het rode controlelampje gedu-
rende ongeveer 30 seconden knip-
pert tijdens een noodoproep, is de
verbinding verbroken of is het sig-
naal van het mobiele netwerk te
zwak.
De levensduur van de ba ck-upbatterij is
hooguit 3 jaar.
■Vrije software en opensourcesoftware
Dit product bevat vrije software/opensource-
software (FOSS).
Licentie-informatie en/of de broncode van
FOSS is beschikbaar op de volgende URL:
https://www.denso.com/global/en/
opensource/dcm/toyota/
Controlelampjes
WAARSCHUWING
■Wanneer er mogelijk geen
noodoproep wordt verstuurd
●In de volgende situaties kunnen moge-
lijk geen noodoproepen worden gedaan.
Neem in dergelijke gevallen op een
andere wijze contact op met hulpdien-
sten (112, enz.).
• Zelfs als de auto zich in het dekkingsge- bied van het mobiele-telefoonnetwerk
bevindt, kan het moeili jk zijn om contact
te leggen met het eCall-controlecentrum
als de ontvangst slecht is of de lijn bezet
is. In dergelijke gevallen krijgt u mogelijk
geen contact met het eCall-controlecen-
trum en kunt u dus geen noodoproepen
doen en kunnen hulpdiensten niet wor-
den ingeschakeld, ook al probeert het
systeem verbinding te maken met het
eCall-controlecentrum.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 64 T hursday, October 3, 2019 10:56 AM
Page 66 of 586

65
1
COROLLA HV_TMMT_EE 1-3. Noodoproep
Veiligheid en beveiliging
WAARSCHUWING
• Wanneer de auto zich buiten het dek-
kingsgebied van het mobiele-telefoon-
netwerk bevindt, kunnen er geen
noodoproepen worden verzonden.
• Wanneer er een storing aanwezig is in de bijbehorende apparatuur (zoals het
paneel van de toets SOS, de controle-
lampjes, microfoon, luidspreker, DCM,
antenne of op de apparatuur aange-
sloten bedrading) of deze beschadigd of
kapot is, kan er geen noodoproep wor-
den geplaatst.
• Tijdens een noodoproep doet het sys- teem herhaaldelijk een poging om con-
tact op te nemen met het
eCall-controlecentrum. Als er echter als
gevolg van een slechte ontvangst geen
contact kan worden gelegd met het
eCall-controlecentrum, kan het sys-
teem mogelijk geen contact maken met
het mobiele netwerk en wordt de
noodoproep beëindigd zonder dat er
verbinding is gemaakt. Het rode contro-
lelampje knippert gedurende ongeveer
30 seconden om aan te geven dat de
verbinding is verbroken.
●Als de spanning van de 12V-accu
afneemt of als de accu is losgenomen,
kan het systeem mogelijk geen verbin-
ding maken met het eCall-controlecen-
trum.
■Als het noodoproepsysteem wordt
vervangen door een nieuw exemplaar
Het noodoproepsysteem moet worden
geregistreerd. Neem contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
■Voor uw veiligheid
●Rijd voorzichtig.
De functie van dit s ysteem is om u te
helpen bij het plaatsen van een
noodoproep bij ongevallen, zoals een
verkeersongeval of een plotseling
medisch noodgeval. Het systeem biedt
de bestuurder en de passagiers op
geen enkele wijze bescherming. Rijd
voorzichtig en doe voor uw veiligheid
altijd uw veiligheidsgordel om.
●Geef bij noodgevallen uw leven en de
levens van anderen topprioriteit.
●Wanneer u een branderige lucht of
anderszins een vreemde lucht ruikt, ver-
laat dan de auto en zoek onmiddellijk
een veilige plek op.
●Als de airbags worden geactiveerd ter-
wijl het systeem normaal werkt, ver-
zendt het systeem een noodoproep. Het
systeem verzendt ook een noodoproep
als de auto van achteren wordt aange-
reden of als de auto over de kop slaat,
zelfs als de airbags niet worden geacti-
veerd.
●Plaats om veiligheidsredenen geen
noodoproep tijdens het rijden.
Wanneer u tijdens he t rijden belt, kan
het zijn dat u het stuurwiel niet goed
kunt bedienen, waardoor er een onge-
val kan ontstaan.
Breng de auto tot stilstand en controleer
of de omgeving veilig is alvorens een
noodoproep te plaatsen.
●Vervang zekeringen altijd door de voor-
geschreven zekeringen. Als u andere
zekeringen gebruikt, k an er kortsluiting
in het circuit optreden en kan er brand
ontstaan.
●Wanneer u het systeem gebruikt terwijl
er rook is of sprake is van een onge-
wone geur, kan er brand ontstaan. Stop
onmiddellijk met het gebruik van het
systeem en neem contact op met een
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
OPMERKING
■Voorkomen van schade
Voorkom dat er vloeistof op het paneel van
de toets SOS, enz. komt en sla er niet
tegenaan.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 65 T hursday, October 3, 2019 10:56 AM
Page 67 of 586

66
COROLLA HV_TMMT_EE1-3. Noodoproep
■Gegevensverwerkingsschema
Server
Opslag
Verwerking
DCM
OPMERKING
■In geval van een storing in het paneel
van de toets SOS, de luidspreker of
de microfoon tijdens een
noodoproep of een handmatige
onderhoudscontrole
Het is wellicht niet mogelijk om
noodoproepen te doen, de systeemstatus
te bevestigen of te communiceren met de
medewerker van het eCall-controlecen-
trum. Als de apparatuur beschadigd is,
neem dan contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Overzicht systeem van toegevoegde diensten
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 66 T hursday, October 3, 2019 10:56 AM
Page 68 of 586

67
1
COROLLA HV_TMMT_EE 1-3. Noodoproep
Veiligheid en beveiliging
1
De klant activeert de dienst op het Toyota-klantenportaal en ga at akkoord met
de voorwaarden van de dienst conform de AVG.
2 De server activeert de dienst in de DCM en bepaalt welke voertu iggegevens
worden verzameld.
3 De desbetreffende voertuiggegev ens worden verzameld door de DCM .
4 De gegevens worden ged eeld met de server.
5 De gegevens worden opgeslagen op de server.
6 De gegevens worden verwerkt op de server om de dienst te kunnen leveren.
7 De verwerkte gegevens worde n aan de klant gepresenteerd.
Ga naar het Toyota-klantenport aal voor de lijst van beschikbare diensten.
Uitvoeren van de regelgeving
Gebruikersinformatie uitvoering regelgeving, bijlage 1, DEEL 3Conformiteit
1. BESCHRIJVING IN VOERTUIG GEÏNTEGREERD ECALL-SYSTEEM
1.1.
Overzicht, werking en functionaliteiten van het in het
voertuig geïntegreerde op 112 gebaseerde eCall-sys-
teem
O
1.2.De op 112 gebaseerde eCall-dienst is een publieke
dienst van algemeen nut die gratis beschikbaar is.O
1.3.
Het in het voertuig geïntegreerde op 112 gebaseerde
eCall-systeem is standaard ingeschakeld. Bij een ern-
stige aanrijding wordt het sys teem automatisch geacti-
veerd door signalen van s ensoren in het voertuig. Het
wordt ook automatisch geactiveerd als de auto is voor-
zien van een TPS-systeem dat niet werkt bij een ern-
stige aanrijding.
O
1.4.
Het in het voertuig geïntegreerde op 112 gebaseerde
eCall-systeem kan indien nodig ook handmatig worden
geactiveerd. Instructies voor het handmatig activeren
van het systeem
O
1.5.
Als door een ernstige systeem storing het in het voer-
tuig geïntegreerde op 112 gebaseerde eCall-systeem
wordt uitgeschakeld, krij gen de inzittenden van het
voertuig de volgende waarschuwing
O
2. INFORMATIE OVER GEGEVENSVERWERKING
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 67 T hursday, October 3, 2019 10:56 AM
Page 69 of 586

68
COROLLA HV_TMMT_EE1-3. Noodoproep
2.1.
Elke verwerking van pers
oonsgegevens die via het in
het voertuig geïntegreerde op 112 gebaseerde
eCall-systeem zijn verzameld, moet voldoen aan de
regelgeving met betrekking tot persoonsgegevens
zoals vastgelegd in richtlijn 95/46/EG en 2002/58/EG,
en moet met name zijn gebaseerd op de noodzaak om
de vitale belangen van personen te beschermen, con-
form artikel 7(d) van richtlijn 95/46/EG.
O
2.2.
De verwerking van dergelij ke gegevens dient strikt
beperkt te blijven tot het doel van het behandelen van
de eCall-noodoproep naar het Europese alarmnummer
112.
O
2.3. Soorten gegevens en hun ontvangers
2.3.1.
Het in het voertuig geïntegreerde op 112 gebaseerde
eCall-systeem kan alleen de volgende gegevens ver-
zamelen en verwerken: voertuigidentificatienummer,
type voertuig (personenauto of lichte bestelwagen),
type brandstof/aandrijving van het voertuig (ben-
zine/diesel/aardgas/LPG/elektriciteit/waterstof), laatste
drie locaties en rijrichting van het voertuig, logbestand
van de automatische activeri ng van het systeem inclu-
sief tijdstip van activering
O
2.3.2.
De ontvangers van de door het in het voertuig geïnte-
greerde op 112 gebaseerde eCall-systeem verwerkte
gegevens zijn de relevante openbare alarmcentrales
die zijn aangewezen door de publieke autoriteiten van
het land waarin deze centrales zijn gevestigd om als
eerste eCall-oproepen naar het Europese alarmnum-
mer 112 te ontvangen en te verwerken.
O
Gebruikersinformatie uitvoerin g regelgeving, bijlage 1, DEEL 3Conformiteit
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 68 T hursday, October 3, 2019 10:56 AM
Page 70 of 586

69
1
COROLLA HV_TMMT_EE 1-3. Noodoproep
Veiligheid en beveiliging
2.4. Maatregelen m.b.t. de gegevensverwerking
2.4.1.
Het in het voertuig geïntegreerde op 112 gebaseerde
eCall-systeem is zo ontworpen dat de gegevens in het
geheugen van het systeem niet toegankelijk zijn voor-
dat een eCall wordt verzonden.
O
2.4.2.
Het in het voertuig geïntegreerde op 112 gebaseerde
eCall-systeem is zo ontworpen dat het niet te traceren
is en niet constant kan worden getraceerd tijdens de
normale werkingsstatus van het systeem.
O
2.4.3.
Het in het voertuig geïntegreerde op 112 gebaseerde
eCall-systeem is zo ontworpen dat de gegevens in het
interne geheugen van het systeem automatisch en per-
manent worden gewist.
O
2.4.3.1.
De gegevens over de locatie van het voertuig worden
op zo'n manier permanent overschreven in het interne
geheugen van het systeem dat altijd maximaal de drie
laatste actuele locaties v
an het voertuig bewaard blij-
ven. Deze locaties zijn nodi g voor de normale werking
van het systeem.
O
2.4.3.2.
Het logbestand van de acti viteitengegevens in het in
het voertuig geïntegreerde op 112 gebaseerde
eCall-systeem wordt niet langer bewaard dan nodig is
voor het doel van de verwerking van de
eCall-noodoproep en in elk geval niet langer dan 13
uur gerekend vanaf het moment dat de
eCall-noodoproep was verzonden.
O
Gebruikersinformatie uitvoerin g regelgeving, bijlage 1, DEEL 3Conformiteit
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 69 T hursday, October 3, 2019 10:56 AM