air condition TOYOTA COROLLA HYBRID 2020 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2020, Model line: COROLLA HYBRID, Model: TOYOTA COROLLA HYBRID 2020Pages: 586, PDF Size: 99.76 MB
Page 2 of 586
1
6 5
4
3
2
9
8
7
COROLLA HV_TMMT_EE
OverzichtZoeken op afbeelding
Veiligheid
en beveiligingZorg ervoor dat u dit leest
(Belangrijkste onderwe rpen: kinderzitje, antidiefstalsysteem)
Voertuigstatus-
informatie en
controlelampjesLezen van rijgerelateerde informatie
(Belangrijkste onderwerpen: tellers, multi-informatiedisplay)
Voordat u gaat
rijdenOpenen en sluiten van de portieren en ruiten, afstellen vóór he t
rijden (Belangrijkste onderwerpen: sleutels, portieren, stoelen ,
elektrisch bedienbare ruiten)
RijdenHandelingen en adviezen die voor het rijden moeten worden
opgevolgd (Belangrijkste onderwerpen: starten van het
hybridesysteem, tanken)
AudiosysteemBedienen van het audiosysteem
(Belangrijkste onderdelen: radio, CD-speler)
Voorzieningen
in het interieurGebruik van de voorzieningen in het interieur
(Belangrijkste onderwerpen: airconditioning,
opbergmogelijkheden)
Onderhoud en
verzorgingDe zorg voor uw auto en onderhoudsprocedures
(Belangrijkste onderwerpen: int erieur en exterieur, lampen)
Bij problemenInformatie over wat u moet doen bij een storing en noodgeval
(Belangrijkste onderwerpen: ontladen 12V-accu, lekke band)
Vo e r t u i g -
specificatiesVoertuigspecificaties, systemen met mogelijkheden voor
persoonlijke voorkeursinstellingen
(Belangrijkste onderwerpen: brandstof, olie, bandenspanning)
IndexZoeken op symptoom
Alfabetisch zoeken
PZ49X-12N58-NL
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 1 Th ursday, October 3, 2019 10:56 AM
Page 5 of 586
4
COROLLA HV_TMMT_EEINHOUDSOPGAVE
5-2. Gebruik van het
audiosysteem
Optimaal gebruikmaken van het audiosysteem............ 363
5-3. Gebruik van de radio Bediening radio ........................ 365
5-4. Afspelen van een audio-CD en discs met MP3-/
WMA-bestanden
Bediening CD-speler ................ 367
5-5. Gebruik van een extern apparaat
Afspelen van bestanden op een iPod ........................... 373
Afspelen van bestanden op een USB-geheugen .......... 378
5-6. Gebruik van Bluetooth
®-apparaten
Bluetooth
®-audio/telefoon ........ 383
Gebruik van de toetsen op het stuurwiel ..................... 387
Registreren van een
Bluetooth
®-apparaat .............. 387
5-7. Menu SETUP ( instellingen)
Gebruik van het menu SETUP (instellingen)
(“Bluetooth”-menu) ................ 389
Gebruik van het menu SETUP (instellingen) (menu TEL) ...... 391
5-8. Bluetooth
®-audio
Bedienen van een
Bluetooth
® compatibele
draagbare speler ................... 396
5-9. Bluetooth
®-telefoon
Bellen ....................................... 398
Een telefoongesprek ontvangen .............................. 399
Voeren van een telefoongesprek ..................... 3995-10. Bluetooth
®
Bluetooth®................................
401
6-1. Gebruik van de airconditioning en de
achterruitverwarming
Automatische airconditioning ... 414
Stuurwielverwarming/ stoelverwarming..................... 420
6-2. Gebruik van de interieurverlichting
Overzicht interieurverlichting .... 422
6-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
Overzicht van opbergmogelijkheden ............ 424
Voorzieningen bagageruimte ... 427
6-4. Overige voorzieningen in het interieur
Overige voorzieningen in het interieur ........................ 429
7-1. Onderhoud en verzorging Reinigen en beschermen van het exterieur van uw auto ...... 438
Reinigen en beschermen van het interieur van uw auto ....... 441
7-2. Onderhoud Onderhoud en reparatie ........... 444
6Voorzieningen in het interieur
7Onderhoud en verzorging
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 4 Th ursday, October 3, 2019 10:56 AM
Page 15 of 586
14
COROLLA HV_TMMT_EEOverzicht
Multi-informatiedisplay ........................................
................................... Blz. 115
Display........................................................................................................ Blz. 115
Energiemonitor ................................................. ......................................... Blz. 127
Wanneer een waarschuwingsmelding wordt weergegeven ............. ......... Blz. 505
Richtingaanwijzerschakelaar .................................... ............................. Blz. 211
Lichtschakelaar ................................................ ....................................... Blz. 217
Koplampen/parkeerlichten voor/ach terlichten/dagrijverlichting ................. Blz. 217
Mistlampen voor
*1/mistachterlicht ............................................... .............. Blz. 222
Schakelaar ruitenwissers en -sproeiers......................... ....................... Blz. 223
Gebruik ........................................................ .............................................. Blz. 223
Bijvullen van ruiten sproeiervloeistof .......................... ................................ Blz. 455
Schakelaar alarmknipperlichten ................................. ........................... Blz. 488
Ontgrendelingshendel motorkap .................................. ......................... Blz. 448
Ontgrendelingshendel stuurverstelling .......................... ...................... Blz. 177
Airconditioning ................................................ ........................................ Blz. 414
Gebruik ........................................................ .............................................. Blz. 414
Achterruitverwarming ........................................... ..................................... Blz. 416
Audiosysteem
*1, 2............................................................... ..................... Blz. 360
*1: Indien aanwezig
*2: Raadpleeg bij auto's met een navigatie-/multimediasysteem de h andleiding voor het navi-
gatie- en multimediasysteem.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 14 T hursday, October 3, 2019 10:56 AM
Page 22 of 586
21
COROLLA HV_TMMT_EEOverzicht
Multi-informatiedisplay ........................................
................................... Blz. 115
Display........................................................................................................ Blz. 115
Energiemonitor ................................................. ......................................... Blz. 127
Wanneer een waarschuwingsmelding wordt weergegeven ............. ......... Blz. 505
Richtingaanwijzerschakelaar .................................... ............................. Blz. 211
Lichtschakelaar ................................................ ....................................... Blz. 217
Koplampen/parkeerlichten voor/ach terlichten/dagrijverlichting ................. Blz. 217
Mistlampen voor
*1/mistachterlicht ............................................... .............. Blz. 222
Schakelaar ruitenwissers en -sproeiers......................... ....................... Blz. 223
Gebruik ........................................................ .............................................. Blz. 223
Bijvullen van ruiten sproeiervloeistof .......................... ................................ Blz. 455
Schakelaar alarmknipperlichten ................................. ........................... Blz. 488
Ontgrendelingshendel motorkap .................................. ......................... Blz. 448
Ontgrendelingshendel stuurverstelling .......................... ...................... Blz. 177
Airconditioning ................................................ ........................................ Blz. 414
Gebruik ........................................................ .............................................. Blz. 414
Achterruitverwarming ........................................... ..................................... Blz. 416
Audiosysteem
*1, 2............................................................... ..................... Blz. 360
*1: Indien aanwezig
*2: Raadpleeg bij auto's met een navigatie-/multimediasysteem de h andleiding voor het navi-
gatie- en multimediasysteem.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 21 T hursday, October 3, 2019 10:56 AM
Page 202 of 586
201
4
COROLLA HV_TMMT_EE 4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
■Passeren van andere auto's
Houd rekening met de totale lengte van
uw auto en de aanha ngwagen en zorg
ervoor dat er voldoende tussenafstand
is voordat u van rijstrook verandert.
■Informatie over de transmissie
Om maximaal te kunnen profiteren van
de motorremwerking en de laadstroom
tijdens het afremmen op de motor, mag
de transmissie niet in stand D staan.
(→Blz. 209)
■Als de motor oververhit raakt
Het rijden met een aanhangwagen op
een lange, steile helling bij buitentem-
peraturen hoger dan 30°C kan ertoe lei-
den dat de motor oververhit raakt. Als
de koelvloeistoftem peratuurmeter aan-
geeft dat de motor oververhit raakt,
schakel dan direct de airconditioning uit
en breng de auto op een veilige plaats
tot stilstand. ( →Blz. 537)
■Bij het parkeren
Plaats altijd wielblokken onder de wie-
len van de auto en de aanhangwagen.
Zorg ervoor dat de auto goed op de
parkeerrem staat en zet de selectiehen-
del in stand P.
WAARSCHUWING
Volg alle aanwijzingen in dit hoofdstuk op.
Anders kunnen zich ongevallen voordoen
die tot ernstig letsel kunnen leiden.
■Voorzorgsmaatregelen bij het rijden
met een aanhangwagen
Controleer bij het rijden met een aanhang-
wagen of de maximaal toegestane gewich-
ten niet worden overschreden.
( → Blz. 197)
■Rijsnelheid bij het rijden met een
aanhangwagen
Overschrijd de maximum snelheid voor het
rijden met een aanhangwagen niet.
■Voor het afrijden van een lange hel-
ling
Minder snelheid en schak el terug. Schakel
bij het afdalen van een lange of steile hel-
ling echter niet plotseling terug.
■Werking van het rempedaal
Trap het rempedaal niet veelvuldig of
gedurende een langere periode achtereen
in. Anders kan het remsysteem oververhit
raken of kan de remwerking teruglopen.
■Voorkomen van een ongeval of letsel
●Auto's met compact reservewiel: Rijd
niet met een aanhangwagen wanneer
het compacte reservewiel onder uw
auto is gemonteerd.
●Auto's met bandenreparatieset: Rijd niet
met een aanhangwagen wanneer een
band is gemonteerd die is gerepareerd
met de bandenreparatieset.
●Gebruik de volgende systemen niet bij
het rijden met een aanhangwagen.
• Cruise control (indien aanwezig)
• Dynamic Radar Cruise Control met vol- ledig snelheidsbereik (indien aanwezig)
OPMERKING
■Sluit de aanhangwagenverlichting op
de juiste wijze aan
Onjuiste aansluiting van de aanhangwa-
genverlichting kan schade toebrengen aan
het elektrische systeem van uw auto en
een storing veroorzaken.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 201 Thursday, October 3, 2019 10:56 AM
Page 240 of 586
239
4
COROLLA HV_TMMT_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
●Als in de volgende situaties de situatie is gewijzigd (of enige
tijd met de auto is gereden) en
wordt gesignaleerd dat weer aan de normale werkingsvoorwaarden wordt voldaan, verdwijnt
de melding en werkt het systeem weer normaal.
Neem, als de melding niet verdwijnt, contact op met een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en ui tgeruste deskundige.
• Als de temperatuur rondom de camera voor niet binnen het werki ngsbereik ligt, bijvoorbeeld
doordat de auto in de zon of een zeer koude omgeving staat
• Als de camera voor geen objecten voor de auto kan detecteren, zoals 's nachts op een
onverlichte weg, bij sneeuw, bij mist of als er fel licht in de camera voor schijnt
SituatieHandelingen
Als het gedeelte rondom een sensor bedekt is
met vuil, vocht (condens, ijs, enz.) of andere
verontreinigingenMaak om het gedeelte van de voorruit voor de
camera voor te reinigen gebruik van de ruiten-
wissers of de voorruitverwarming van het air-
conditioningsysteem (→Blz. 415).
Als de temperatuur rondom de camera voor
niet binnen het werkings bereik ligt, bijvoor-
beeld doordat de auto in de zon of een zeer
koude omgeving staat
Als de camera voor heet i s, bijvoorbeeld door-
dat de auto in de zon heeft gestaan, maak dan
gebruik van de airconditioning om het
gedeelte rondom de camera voor af te koelen.
Als bij het parkeren van de auto gebruik is
gemaakt van een zonnescherm, kan bij
bepaalde typen zonnescherm door het zon-
licht dat door het oppervlak ervan wordt gere-
flecteerd de temperatuur van de camera voor
extreem hoog oplopen.
Als de camera voor k oud is, bijvoorbeeld
doordat de auto in een zeer koude omgeving
heeft gestaan, maak dan gebruik van het air-
conditioningsysteem om het gedeelte rondom
te camera voor op te warmen.
Het gedeelte vóór de camera voor wordt afge-
dekt, bijvoorbeeld doordat de motorkap is
geopend of doordat een sticker op het
gedeelte van de voorruit vóór de camera voor
is geplakt.
Sluit de motorkap, verwijder de sticker, enz.,
zodat de camera voor niet meer wordt afge-
dekt.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 239 Thursday, October 3, 2019 10:56 AM
Page 298 of 586
297
4
COROLLA HV_TMMT_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Het systeem kan worden geactiveerd
wanneer
●Het contact AAN staat.
●De Toyota Parking Assist-sensor is inge-
schakeld.
●De rijsnelheid lager is dan ongeveer 10
km/h.
●Een andere schakelstand dan P is gese-
lecteerd.
●Het stuurwiel wordt ongeveer 90° of meer
gedraaid (zijsensoren
voor, zijsensoren
achter) (indien aanwezig)
■Waarschuwingsfunctie obstakel (indien
aanwezig)
Wanneer een obstakel zich aan de zijkant
van de auto op het traject van de auto bevindt
terwijl de auto naar voren of achteren rijdt,
informeert deze functie de bestuurder m.b.v.
het display en de zoemer.
Obstakel
Berekend traject auto
■Signalering obstakels aan zijkanten
(indien aanwezig)
●Obstakels aan de zijkanten worden tijdens
het rijden gesignaleerd door de zijkanten te
scannen met de zijsensoren. Herkende
obstakels worden gedurende maximaal
ongeveer 2 minuten in het geheugen opge-
slagen.
●Obstakels worden mogelijk niet aan de zij-
kanten gesignaleerd tot de scan is vol-
tooid. Nadat het contact AAN is gezet,
wordt het scannen voltooid nadat er korte
tijd met de auto is gereden.
●Wanneer een obstakel, zoals een ander
voertuig, een voetganger of een dier, door
de zijsensoren is ges ignaleerd, blijft het
systeem het obstakel mogelijk signaleren,
zelfs nadat het obstakel zich niet meer bin-
nen het detectiegebied van de zijsensor
bevindt.
■Als “Parking Assist Unavailable Please
Clean Parking Assist Sensor” (Parking
Assist niet beschikbaar, reinig Parking
Assist-sensor) wordt weergegeven op
het multi-informatiedisplay
Mogelijk is een van de sensoren bedekt met
bijvoorbeeld ijs, sneeuw of v uil. Verwijder dit
van de sensor om te zorgen dat het systeem
weer normaal werkt.
Ook wordt er bij lage temperaturen mogelijk
een waarschuwingsmelding weergegeven
doordat zich ijs vormt op een sensor en een
sensor daardoor mogelij k geen obstakels sig-
naleert. Zodra het ijs sme lt, zal het systeem
weer normaal werken.
■Detectie-informatie sensoren
Tijdens het gebruik kunnen zich de volgende
situaties voordoen:
●De sensoren signaleren mogelijk alleen
objecten die zich dicht bij de voor- of ach-
terbumper bevinden.
●Afhankelijk van de vorm van het object en
andere factoren kan de detectieafstand
korter worden of kan detectie niet mogelijk
zijn.
●Obstakels worden moge lijk niet gesigna-
leerd als ze zich te dicht bij de sensor
bevinden.
●Tussen het signaleren van een object en
de weergave zit een kleine vertraging. Ook
als er met lage snelheid wordt gereden,
bestaat de mogelijkheid dat het object bin-
nen het detectiegebied van de sensoren
komt voordat het display wordt weergege-
ven en het waarschuwingssignaal hoor-
baar is.
●Het kan moeilijk zijn om de zoemer te
horen als het audiosysteem hard staat of
als de luchtcirculati e van de airconditioning
veel geluid produceert.
●De zoemer is mogelijk moeilijk te horen
doordat zoemers van andere systemen
klinken.
WAARSCHUWING
●Spuit bij het wassen van de auto met
een hogedrukreiniger niet rechtstreeks
op de sensoren, omdat dit er toe kan lei-
den dat een sensor niet meer goed
werkt.
●Richt bij het wassen van de auto met
stoom de stoom niet rechtstreeks op de
sensoren, omdat dit er toe kan leiden
dat een sensor niet meer goed werkt.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 297 Thursday, October 3, 2019 10:56 AM
Page 349 of 586
348
COROLLA HV_TMMT_EE4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Multi-informatiedisplay
Rijmodusselectieschakelaar
Beweeg de rijmodusselectieschakelaar naar
voren of achteren om de gewenste rijmodus
te selecteren op het multi-informatiedisplay.
1
Normale modus
Biedt een optimale balans tussen brandstof-
verbruik, laag geluidsniveau en dynamische
prestaties. Geschikt voor normaal rijden.
2Sportmodus
Regelt het hybridesysteem voor een snelle
en krachtige acceleratie. In deze modus
wordt ook het stuurgevoel gewijzigd, waar-
door deze modus geschikt is voor wanneer
wendbaarheid is gewens t, bijvoorbeeld bij het rijden op zeer bochtige wegen.
Wanneer de sportmodus geselecteerd
wordt, gaat de sportmodusindicator bran-
den.
3
ECO-rijmodus
Helpt de bestuurder op milieuvriendelijke
wijze te accelereren en het brandstofver-
bruik te verlagen door een gematigde afstel-
ling van de smoorklep en door het regelen
van de werking van de airconditioning (ver-
warmen/koelen).
Wanneer de ECO-rijmodus geselecteerd
wordt, gaat de ECO-rijmodusindicator bran-
den.
■Werking van de airconditioning in de
ECO-rijmodus
De ECO-rijmodus regelt het verwarmen/koe-
len en de aanjagersnelheid van het airconditi-
oningsysteem om br andstof te besparen.
Doe het volgende om de prestaties van de
airconditioning te verbeteren:
●Schakel de ECO-modus van de airconditi-
oning uit ( →Blz. 414)
●Wijzig de aanjagersnelheid ( →Blz. 415)
●Schakel de ECO-rijmodus uit
■Automatisch uitschakelen van de sport-
modus
Als het contact UIT wordt gezet nadat is
gereden in de sportmodus, wijzigt de rijmo-
dus in de normale modus.
Rijmodusselectie-
schakelaar
De rijmodi kunnen worden gese-
lecteerd overeenkomstig de rijom-
standigheden.
Selecteren van een rijmodus
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 348 Thursday, October 3, 2019 10:56 AM
Page 355 of 586
354
COROLLA HV_TMMT_EE4-6. Rijtips
4-6.Rijtips
Bij gebruik van de ECO-rijmodus kan
het koppel dat correspondeert met de
mate waarin het gaspedaal wordt inge-
trapt geleidelijker worden afgegeven
dan onder normale omstandigheden.
Bovendien wordt de werking van de air-
conditioning (verwarmen/koelen) gemi-
nimaliseerd zodat er
minder brandstof
verbruikt wordt. ( →Blz. 348)
Milieubewust rijden is mogelijk door de
hybridesysteemindicator binnen de
Eco-zone te houden. ( →Blz. 118)
Zet de selectiehendel in stand D als u
moet wachten bij een verkeerslicht of
als u in druk verkeer rijdt. Selecteer
stand P wanneer d e auto geparkeerd
wordt. Als u stand N gebruikt, is er geen
positief effect op het brandstofverbruik.
In stand N werkt de benzinemotor,
maar kan er geen elektriciteit worden
opgewekt. Ook bij gebruik van de air-
conditioning, enz. wordt het vermogen
van het batterijpakke t (tractiebatterij)
verbruikt.
Rijd zo vloeiend mogelijk. Voorkom
onnodig snel accelereren en hard
remmen. Wanneer geleidelijk wordt
geaccelereerd en gedecelereerd,
worden de voordelen van de elektro-
motor (tractiemo tor) beter benut,
zodat het brandsto fverbruik van de
benzinemotor lager is.
Voorkom herhaaldelijk accelereren.
Herhaaldelijk accelereren put het
batterijpakket (tractiebatterij) uit
waardoor de auto meer brandstof
verbruikt. Het batterijpakket kan wor-
den opgeladen door tijdens het rij-
den het gaspedaal iets te laten
opkomen.
Rem rustig en tijdig. Er kan meer elek-
trische energie worden geregenereerd
tijdens het decelereren.
Herhaaldelijk accelereren en decelere-
ren en ook langdurig wachten bij ver-
keerslichten veroorzaakt een hoog
brandstofverbruik. Raadpleeg de ver-
keersberichten en vermijd files zo veel
mogelijk. Laat, als u i n een file komt te
staan, het rempedaal geleidelijk opko-
men zodat de auto za chtjes vooruitrijdt
en vermijd overmatig gebruik van het
gaspedaal. Dit help t het benzinever-
bruik te beperken.
Rijden met een
hybrideauto
Besteed aandacht aan de vol-
gende punten om zuinig en milieu-
vriendelijk te rijden:
Gebruik van de ECO-rijmodus
Gebruik van de
hybridesysteemindicator
Bedienen van de
selectiehendel
Bedienen van het
gaspedaal/rempedaal
Bij het remmen
Files
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 354 Thursday, October 3, 2019 10:56 AM
Page 356 of 586
355
4
COROLLA HV_TMMT_EE 4-6. Rijtips
Rijden
Rijd met een constante snelheid. Neem
als u ergens moet stoppen de tijd voor
het loslaten van het gaspedaal en trap
rustig het rempedaal in. Er kan meer
elektrische energie worden geregene-
reerd tijdens het decelereren.
Maak alleen gebruik van de airconditio-
ning als dat nodig is. Dit helpt het ben-
zineverbruik te beperken.
In de zomer: Gebruik
bij hoge tempera-
turen de recirculatiemodus. Dit beperkt
de belasting van de airconditioning en
vermindert ook het brandstofverbruik.
In de winter: De benzinemotor wordt
pas automatisch uit geschakeld als de
benzinemotor en het interieur warm zijn
en verbruikt dus brandstof. Het brand-
stofverbruik kan worden verminderd
door overmatig gebruik van de verwar-
ming te vermijden.
Controleer de bandenspanning regel-
matig. Een onjuiste bandenspanning
kan leiden tot een hoog brandstofver-
bruik.
Winterbanden kunnen veel wrijving ver-
oorzaken en kunnen, als ze worden
gebruikt op droge wegen, dus ook een
hoger verbruik veroorzaken. Gebruik
banden die geschikt zijn voor het sei-
zoen. Zware bagage leidt tot een hoger
brandstofverbruik. Neem geen onno-
dige bagage mee. Ook een groot impe-
riaal leidt tot een hoger
brandstofverbruik.
Opwarmen van de motor is niet nodig,
omdat de benzinemotor als hij koud is
automatisch start en weer wordt uitge-
schakeld. Als vaak korte afstanden
worden gereden, warmt de motor her-
haaldelijk op en ook dat kan leiden tot
een hoger brandstofverbruik.
Rijden op de snelweg
Airconditioning
Controle van bandenspanning
Bagage
Opwarmen voor het rijden
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 355
Thursday, October 3, 2019 10:56 AM